Verordening 1980/1720 - Maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de gemeenschappelijke visbestanden voor de kust van West-Groenland, die in 1980 van toepassing zijn op vaartuigen die de vlag van Canada voeren of die zijn gecharterd door in Canada geregistreerde rederijen - Hoofdinhoud

Avis juridique important

|

Verordening (EEG) nr. 1720/80 van de Raad van 30 juni 1980 tot vaststelling van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de gemeenschappelijke visbestanden voor de kust van West-Groenland, die in 1980 van toepassing zijn op vaartuigen die de vlag van Canada voeren of die zijn gecharterd door in Canada geregistreerde rederijen

Publicatieblad Nr. L 168 van 01/07/1980 blz. 0035 - 0040

++++

VERORDENING ( EEG ) NR . 1720/80 VAN DE RAAD

VAN 30 JUNI 1980

TOT VASTSTELLING VAN BEPAALDE MAATREGELEN VOOR DE INSTANDHOUDING EN HET BEHEER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE VISBESTANDEN VOOR DE KUST VAN WEST-GROENLAND , DIE IN 1980 VAN TOEPASSING ZIJN OP VAARTUIGEN DIE DE VLAG VAN CANADA VOEREN OF DIE ZIJN GECHARTERD DOOR IN CANADA GEREGISTREERDE REDERIJEN

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

GELET OP HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP , INZONDERHEID OP ARTIKEL 43 ,

GEZIEN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE ,

GEZIEN HET ADVIES VAN HET EUROPESE PARLEMENT ( 1 ) ,

OVERWEGENDE DAT DE DELEGATIES VAN DE GEMEENSCHAP EN VAN CANADA EEN OVEREENKOMST HEBBEN GEPARAFEERD WAARBIJ DE GELDIGHEIDSDUUR VAN HUN OP 3 DECEMBER 1979 GESLOTEN VISSERIJOVEREENKOMST WORDT VERLENGD TOT EN MET 31 DECEMBER 1980 , EN OVERLEG HEBBEN GEPLEEGD OVER HET BEHEER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE VISBESTANDEN VOOR DE KUST VAN WEST-GROENLAND IN 1980 ;

OVERWEGENDE DAT DE DELEGATIES VAN DE TWEE PARTIJEN ZIJN OVEREENGEKOMEN HUN AUTORITEITEN AAN TE BEVELEN BEPAALDE MAATREGELEN VAST TE STELLEN VOOR DE INSTANDHOUDING EN HET BEHEER VAN DEZE VISBESTANDEN , MET INBEGRIP VAN VANGSTQUOTA VOOR DE VAARTUIGEN VAN DE ANDERE PARTIJ EN VOORSCHRIFTEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ IN DE BETROKKEN WATEREN ;

OVERWEGENDE DAT DE GEMEENSCHAP DE OVEREENGEKOMEN MAATREGELEN DERHALVE MOET TOEPASSEN TEN AANZIEN VAN VAARTUIGEN DIE DE VLAG VAN CANADA VOEREN OF ZIJN GECHARTERD DOOR IN CANADA GEREGISTREERDE REDERIJEN ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

ARTIKEL 1

1 . HET GEBIED WAARVOOR DEZE VERORDENING GELDT , IS HET GEDEELTE VAN DE VISSERIJZONE VAN DENEMARKEN DAT GELEGEN IS IN DEELGEBIED 1 ALS BEPAALD IN HET VERDRAG INZAKE TOEKOMSTIGE MULTILATERALE SAMENWERKING OP VISSERIJGEBIED IN HET NOORDWESTELIJK DEEL VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN , EN DAT IN HET NOORDEN BEGRENSD WORDT DOOR DE 68E GRAAD NOORDERBREEDTE EN IN HET WESTEN DOOR EEN LIJN DIE PARALLEL LOOPT MET EN 12 ZEEMIJL VERWIJDERD LIGT VAN DE BASISLIJNEN VAN WAARAF DE TERRITORIALE WATEREN VAN GROENLAND WORDEN GEMETEN .

2 . VAARTUIGEN DIE DE VLAG VAN CANADA VOEREN OF ZIJN GECHARTERD DOOR CANADESE REDERIJEN , MOGEN IN HET TIJDVAK VAN 1 JANUARI TOT EN MET 31 DECEMBER 1980 IN HET GEBIED ALS BEDOELD IN LID 1 SLECHTS DE HOEVEELHEDEN VANGEN DIE VERMELD ZIJN IN KOLOM 1 VAN BIJLAGE I .

3 . ONGEACHT LID 2 , MOET DE VISSERIJ OP NOORSE GARNAAL IN HET GEBIED ALS BEDOELD IN LID 1 , DOOR DE IN LID 2 BEDOELDE VAARTUIGEN WORDEN STOPGEZET WANNEER DE IN KOLOM 2 VAN BIJLAGE I VERMELDE HOEVEELHEID VOOR DE SUBZONES 0 EN 1 ALS OMSCHREVEN IN HET VERDRAG INZAKE TOEKOMSTIGE MULTILATERALE SAMENWERKING OP VISSERIJGEBIED IN HET NOORDWESTELIJK DEEL VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN , IS GEVANGEN .

ARTIKEL 2

1 . VAARTUIGEN DIE VISSEN IN DE VISSERIJZONE VAN DENEMARKEN IN HET KADER VAN DE IN ARTIKEL 1 VASTGESTELDE QUOTAREGELING DIENEN ZICH TE HOUDEN AAN IN DEZE VERORDENING VASTGESTELDE INSTANDHOUDINGS - EN CONTROLEMAATREGELEN EN AAN DE OVERIGE VOORSCHRIFTEN INZAKE DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ IN DIE ZONE .

2 . DE IN LID 1 BEDOELDE VAARTUIGEN DIENEN HET IN BIJLAGE II VOORGESCHREVEN LOGBOEK BIJ TE HOUDEN . HET ORIGINEEL VAN HET LOGBOEK MOET AAN BOORD VAN HET VAARTUIG WORDEN GEHOUDEN . DE ROZE EN DE BLAUWE BLADZIJDEN VAN HET LOGBOEK MOETEN UITERLIJK OP DE LAATSTE DAG VAN ELKE MAAND MET DE GEGEVENS OVER DE DAARAAN VOORAFGAANDE MAAND WORDEN TOEGEZONDEN AAN DE COMMISSIE .

3 . DE IN LID 1 BEDOELDE VAARTUIGEN DIENEN DE COMMISSIE DE IN BIJLAGE III VERMELDE GEGEVENS MEDE TE DELEN VOLGENS DE IN DIE BIJLAGE VASTGESTELDE REGELS .

4 . DE REGISTRATIELETTERS EN -NUMMERS VAN DE IN LID 1 BEDOELDE VAARTUIGEN DIENEN DUIDELIJK OP BEIDE ZIJDEN VAN DE BOEG VAN HET VAARTUIG TE ZIJN AANGEBRACHT .

ARTIKEL 3

1 . DE VISSERIJ MAG SLECHTS WORDEN UITGEOEFEND INDIEN ER EEN OP AANVRAAG VAN DE CANADESE OVERHEID DOOR DE COMMISSIE NAMENS DE GEMEENSCHAP AFGEGEVEN VERGUNNING AAN BOORD IS EN DE IN DIE VERGUNNING VERMELDE VOORWAARDEN IN ACHT WORDEN GENOMEN .

2 . HET AANTAL VERGUNNINGEN DAT OVEREENKOMSTIG LID 1 WORDT AFGEGEVEN , MAG NIET MEER BEDRAGEN DAN TWAALF .

3 . WANNEER EEN AANVRAAG VOOR EEN VERGUNNING WORDT INGEDIEND BIJ DE COMMISSIE , DIENEN DE VOLGENDE INLICHTINGEN TE WORDEN VERSTREKT :

A ) NAAM VAN HET VAARTUIG ,

B ) REGISTRATIENUMMER ,

C ) OP HET VAARTUIG AANGEBRACHTE IDENTIFICATIELETTERS EN -NUMMERS ,

D ) HAVEN VAN REGISTRATIE ,

E ) NAAM EN ADRES VAN DE EIGENAAR OF HUURDER ,

F ) BRUTOTONNAGE EN LENGTE OVER ALLES ,

G ) MOTORVERMOGEN ,

H ) OPROEPNUMMER EN RADIOFREQUENTIE ,

I ) VISMETHODE ,

J ) GEBIED WAAR ZAL WORDEN GEVIST ,

K ) SOORTEN WAAROP ZAL WORDEN GEVIST ,

L ) PERIODE WAARVOOR DE VERGUNNING WORDT AANGEVRAAGD .

4 . EEN VERGUNNING GELDT SLECHTS VOOR EEN VAARTUIG . WANNEER VERSCHILLENDE VAARTUIGEN SAMEN VISSEN , MOET IEDER VAARTUIG EEN VERGUNNING AAN BOORD HEBBEN .

ARTIKEL 4

DE BEVOEGDE INSTANTIES VAN DE BETROKKEN LID-STAAT NEMEN DE NODIGE MAATREGELEN , MET INBEGRIP VAN EEN REGELMATIGE INSPECTIE VAN DE VAARTUIGEN , TEN EINDE DE NALEVING VAN DEZE VERORDENING TE WAARBORGEN .

ARTIKEL 5

INDIEN EEN OVERTREDING NAAR BEHOREN IS GECONSTATEERD , DELEN DE BEVOEGDE INSTANTIE VAN DE BETROKKEN LID-STAAT DE COMMISSIE ONVERWIJLD DE NAAM VAN HET BETROKKEN VAARTUIG EN DE EVENTUEEL GETROFFEN MAATREGELEN MEDE .

ARTIKEL 6

DEZE VERORDENING TREEDT IN WERKING OP DE DERDE DAG VOLGENDE OP DIE VAN HAAR BEKENDMAKING IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN .

DEZE VERORDENING IS VERBINDEND IN AL HAAR ONDERDELEN EN IS RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK IN ELKE LID-STAAT .

GEDAAN TE LUXEMBURG , 30 JUNI 1980 .

VOOR DE RAAD

DE VOORZITTER

V . BALZAMO

( 1 ) ADVIES UITGEBRACHT OP 20 . 6 . 1980 ( NOG NIET VERSCHENEN IN HET PB ) .

BIJLAGE

QUOTA

• * 

  ( IN TON ) *

SOORT*1*2*

*HOEVEELHEID*HOEVEELHEID*

ZWARTE HEILBOT ( REINHARDTIUS HIPPOGLOSSOIDES ) *3 500* - *

ROUNDNOSE GRENADIER ( CORYPHAENOIDES RUPESTRIS ) *800* - *

NOORSE GARNAAL ( PANDALUS BOREALIS ) *2 000*2 500*

BIJLAGE II

HET VOLGENDE LOGBOEK MOET WORDEN GEBRUIKT BIJ HET VISSEN IN HET IN ARTIKEL 1 BEDOELDE GEBIED : ( ZIE P.B . )

BIJLAGE III

1 . DE VOLGENDE INLICHTINGEN MOETEN AAN DE COMMISSIE WORDEN VERSTREKT VOLGENS HET ONDERSTAANDE TIJDSCHEMA :

1.1 . BIJ HET BINNENVAREN IN DE ZONE ALS OMSCHREVEN IN ARTIKEL 1 , LID 1 :

A ) DE SUB 1.4 HIERONDER AANGEGEVEN INLICHTINGEN ;

B ) DE HOEVEELHEID ( 1 ) VAN IEDERE SOORT IN HET RUIM .

WANNEER HET VAARTUIG DE ZONE ONDER GEZAMENLIJK BEHEER MEERMAALS OP ENKELE DAGEN MOET BINNENVAREN OM TE VISSEN , BEHOEFT ALLEEN TE WORDEN MEDEGEDEELD WANNEER HET VAARTUIG DE ZONE VOOR DE EERSTE KEER IS BINNENGEVAREN .

1.2 . TELKENS BIJ HET VERLATEN VAN DE ZONE NADAT TEN MINSTE 48 UUR VAN TEVOREN IS MEDEGEDEELD DAT DE ZONE ZAL WORDEN VERLATEN :

A ) DE SUB 1.4 HIERONDER AANGEGEVEN INLICHTINGEN ;

B ) DE HOEVEELHEID PER SOORT , DIE SINDS HET VORIGE BERICHT IS GEVANGEN ;

C ) DE HOEVEELHEID , PER SOORT , DIE OP EEN ANDER VAARTUIG IS OVERGELADEN SINDS HET VAARTUIG DE ZONE IS BINNENGEVAREN , ONDER VERMELDING VAN HET VAARTUIG WAAROP IS OVERGELADEN ;

D ) DE HOEVEELHEID , PER SOORT , DIE IN EEN HAVEN VAN DE GEMEENSCHAP IS AANGEVOERD SINDS HET VAARTUIG DE ZONE IS BINNENGEVAREN ;

E ) DE HOEVEELHEID , PER SOORT , DIE SINDS HET VORIGE BERICHT OVERBOORD IS GEZET ( ALLEEN VOOR DE GARNALENVISSERIJ ) .

WANNEER HET VAARTUIG DE ZONE ONDER GEZAMENLIJK BEHEER MEERMAALS OP ENKELE DAGEN MOET VERLATEN , BEHOEFT ALLEEN TE WORDEN MEDEGEDEELD WANNEER HET VAARTUIG DE ZONE VOOR DE LAATSTE KEER HEEFT VERLATEN .

1.3 . OM DE ZEVEN DAGEN , TE BEGINNEN OP DE ZEVENDE DAG NADAT HET VAARTUIG DE ZONE VOOR HET EERST IS BINNENGEVAREN :

A ) DE SUB 1.4 HIERONDER AANGEGEVEN INLICHTINGEN ;

B ) DE HOEVEELHEID , PER SOORT , DIE SINDS HET VORIGE BERICHT IS GEVANGEN ;

C ) DE HOEVEELHEID , PER SOORT , DIE SINDS HET VORIGE BERICHT OVERBOORD IS GEZET ( ALLEEN VOOR DE GARNALENVISSERIJ ) .

1.4 . A ) NAAM , ROEPNAAM , IDENTIFICATIENUMMERS EN -LETTERS VAN HET VAARTUIG EN NAAM VAN DE KAPITEIN ;

B ) NUMMER VAN DE VERGUNNING INDIEN HET VAARTUIG MET EEN VERGUNNING VIST ;

C ) VOLGNUMMER VAN HET BERICHT ;

D ) AANDUIDING VAN DE AARD VAN HET BERICHT ;

E ) DATUM , UUR EN GEOGRAFISCHE POSITIE VAN HET VAARTUIG .

2.1 . DE SUB 1 BEDOELDE INLICHTINGEN MOETEN AAN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN TE BRUSSEL ( TELEXADRES 24189 FISEU-B ) WORDEN MEDEGEDEELD VIA EEN VAN DE SUB 3 VERMELDE RADIOSTATIONS EN WEL IN DE SUB 4 AANGEGEVEN VORM .

2.2 . INDIEN HET BERICHT WEGENS OVERMACHT NIET DOOR HET VAARTUIG KAN WORDEN DOORGEZONDEN , MAG HET NAMENS DAT VAARTUIG DOOR EEN ANDER VAARTUIG WORDEN DOORGEZONDEN .

3 . NAAM VAN HET RADIOSTATION*OPROEPLETTERS VAN HET RADIOSTATION*

PRINS CHRISTIANS SUND*OZN CENTRAL GODTHAAB*

JULIANEHAAB*OXF CENTRAL GODTHAAB*

GODTHAAB*OXI CENTRAL GODTHAAB*

HOLSTEINSBORG*OYS CENTRAL GODTHAAB*

GODHAVN*OZM CENTRAL GODTHAAB*

4 . VORM VAN DE BERICHTEN

DE SUB 1 BEDOELDE INLICHTINGEN DIENEN DE VOLGENDE GEGEVENS TE BEVATTEN ; DEZE GEGEVENS MOETEN IN DE ONDERSTAANDE VOLGORDE WORDEN VERSTREKT :

• - 

  NAAM VAN HET VAARTUIG ;

• - 

  ROEPNAAM VAN HET VAARTUIG ;

• - 

  OP HET VAARTUIG AANGEBRACHTE IDENTIFICATIELETTERS EN -NUMMERS ;

• - 

  VOLGNUMMER VAN HET BERICHT VOOR DE BETROKKEN VISREIS ;

• - 

  AANDUIDING VAN DE AARD VAN HET BERICHT AAN DE HAND VAN DE VOLGENDE CODE :

• - 

  BERICHT BIJ HET BINNENVAREN VAN DE IN 1.1.1 EN 1.1.2 BEDOELDE ZONES : IN ,

• - 

  BERICHT BIJ HET VERLATEN VAN DE IN 1.1.1 EN 1.1.2 BEDOELDE ZONES : OUT ,

• - 

  WEKELIJKS BERICHT : WKL ;

• - 

  GEOGRAFISCHE POSITIE ;

• - 

  DATUM WAAROP DE VISSERIJACTIVITEIT ZAL AANVANGEN ;

• - 

  HOEVEELHEID IN HET RUIM , PER SOORT , MET GEBRUIKMAKING VAN DE SUB 5 OPGENOMEN CODE ;

• - 

  HOEVEELHEID , PER SOORT , DIE SINDS HET VORIGE BERICHT OVERBOORD IS GEZET , MET GEBRUIKMAKING VAN DE SUB 5 OPGENOMEN CODE ;

• - 

  HOEVEELHEID , PER SOORT , DIE SINDS HET VORIGE BERICHT OP EEN ANDER VAARTUIG IS OVERGELADEN ;

• - 

  NAAM EN ROEPNAAM VAN HET VAARTUIG WAAROP IS OVERGELADEN ;

• - 

  HOEVEELHEID , PER SOORT , DIE SINDS HET VORIGE BERICHT IS AANGEVOERD IN EEN HAVEN VAN DE GEMEENSCHAP ;

• - 

  NAAM VAN DE KAPITEIN .

5 . CODE VOOR HET MEDEDELEN VAN DE SUB 4 BEDOELDE HOEVEELHEDEN AAN BOORD :

A : NOORSE GARNAAL ( PANDALUS BOREALIS )

C : ZWARTE HEILBOT ( RHEINHARDTIUS HIPPOGLOSSOIDES )

D : KABELJAUW ( GADUS MORRHUA )

F : HEILBOT ( HIPPOGLOSSUS HIPPOGLOSSUS )

I : ROUNDROSE GRENADIER ( CORYPHAENOIDES RUPESTRIS )

U : ROODBAARS ( SEBASTES MARINUS )

R : ANDERE .

( 1 ) DEZE HOEVEELHEID MOET WORDEN UITGEDRUKT IN TON ( AFGEROND ) .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.