Verordening 1980/2166 - Vaststelling, voor 1980, van bepaalde maatregelen ten aanzien van de instandhouding en het beheer van de visbestanden voor de kust van West-Groenland, die van toepassing zijn op vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EEG) nr. 2166/80 van de Raad van 11 augustus 1980 tot vaststelling, voor 1980, van bepaalde maatregelen ten aanzien van de instandhouding en het beheer van de visbestanden voor de kust van West-Groenland, die van toepassing zijn op vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren
Publicatieblad Nr. L 212 van 15/08/1980 blz. 0006
++++
VERORDENING ( EEG ) NR . 2166/80 VAN DE RAAD
VAN 11 AUGUSTUS 1980
TOT VASTSTELLING , VOOR 1980 , VAN BEPAALDE MAATREGELEN TEN AANZIEN VAN DE INSTANDHOUDING EN HET BEHEER VAN DE VISBESTANDEN VOOR DE KUST VAN WEST-GROENLAND , DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP VAARTUIGEN DIE DE VLAG VAN EEN LID-STAAT VOEREN
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
GELET OP HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP , INZONDERHEID OP ARTIKEL 43 ,
GEZIEN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE ,
GEZIEN HET ADVIES VAN HET EUROPESE PARLEMENT ( 1 ) ,
OVERWEGENDE DAT DE GEMEENSCHAP EN CANADA OP 14 APRIL 1980 EEN OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING HEBBEN ONDERTEKEND WAARBIJ DE GELDIGHEIDSDUUR VAN HUN OP 3 DECEMBER 1979 GESLOTEN VISSERIJOVEREENKOMST TOT EN MET 31 DECEMBER 1980 WORDT VERLENGD , EN DAT ZIJ , ZOALS IN DEZE OVEREENKOMST IS BEPAALD , OVERLEG HEBBEN GEPLEEGD OVER HET IN 1980 TE VOEREN BEHEER VAN DE GEZAMENLIJKE VISBESTANDEN IN DE DAVIS STRAAT EN DE BAFFIN BAAI ;
OVERWEGENDE DAT DE DELEGATIES VAN DE TWEE PARTIJEN BIJ DIT OVERLEG ZIJN OVEREENGEKOMEN HUN AUTORITEITEN BEPAALDE MAATREGELEN VOOR DE INSTANDHOUDING EN HET BEHEER VAN DEZE BESTANDEN AAN TE BEVELEN , ONDER MEER DE VASTSTELLING VAN DE HOEVEELHEDEN DIE DE VAARTUIGEN VAN DE ANDERE PARTIJ MOGEN VANGEN EN DE VOORWAARDEN WAARONDER VAARTUIGEN IN DE BETROKKEN WATEREN MOGEN VISSEN ;
OVERWEGENDE DAT DE GEMEENSCHAP DE OVEREENGEKOMEN MAATREGELEN TEN UITVOER DIENT TE LEGGEN ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
ARTIKEL 1
1 . HET GEBIED WAAROP DEZE VERORDENING VAN TOEPASSING IS , OMVAT HET GEDEELTE VAN DE VISSERIJZONE VAN DENEMARKEN EN VAN CANADA IN DE DEELGEBIEDEN 0 EN 1 ALS OMSCHREVEN IN HET VERDRAG INZAKE TOEKOMSTIGE MULTILATERALE SAMENWERKING OP VISSERIJGEBIED IN HET NOORDWESTELIJK DEEL VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN .
2 . ONVERMINDERD HET BEPAALDE IN LID 3 , MOGEN VAARTUIGEN DIE DE VLAG VAN EEN LID-STAAT VOEREN , VAN 1 JANUARI TOT EN MET 31 DECEMBER 1980 IN HET IN LID 1 BEDOELDE GEBIED MAXIMAAL DE IN BIJLAGE I VERMELDE HOEVEELHEDEN VANGEN .
3 . BOVEN DE IN BIJLAGE I VERVATTE QUOTA MOGEN GROENLANDSE KUSTVISSERS IN DE VISSERIJZONE VAN DENEMARKEN BINNEN TWAALF MIJL VAN DE BASISLIJNEN OP NOORSE GARNAAL VISSEN .
ARTIKEL 2
1 . VAARTUIGEN DIE IN HET KADER VAN DE IN ARTIKEL 1 VASTGESTELDE QUOTAREGELING IN DE VISSERIJZONE VAN DENEMARKEN VISSEN DIENEN ZICH AAN DE BIJ DEZE VERORDENING VASTGESTELDE INSTANDHOUDINGS - EN CONTROLEMAATREGELEN TE HOUDEN .
2 . DE IN LID 1 BEDOELDE VAARTUIGEN DIENEN EEN LOGBOEK BIJ TE HOUDEN WAARIN TEN MINSTE DE IN BIJLAGE II VERMELDE GEGEVENS MOETEN WORDEN OPGENOMEN .
3 . VAARTUIGEN ALS BEDOELD IN LID 1 , DIE MEER DAN 80 BRUTOREGISTERTON METEN , DIENEN DE IN BIJLAGE III GENOEMDE INLICHTINGEN VOLGENS DE IN DIE BIJLAGE VASTGESTELDE REGELS PER RADIO DOOR TE GEVEN AAN DE AUTORITEITEN VAN HUN VLAGSTAAT .
4 . DE REGISTRATIELETERS EN -NUMMERS VAN DE IN LID 1 BEDOELDE VAARTUIGEN DIENEN DUIDELIJK OP BEIDE ZIJDEN VAN DE BOEG VAN HET VAARTUIG EN OP DE BOVENBOUW TE ZIJN AANGEBRACHT .
ARTIKEL 3
DE BEVOEGDE INSTANTIES VAN DE LID-STATEN ZENDEN DE INLICHTINGEN DIE ZIJ ONTVANGEN VAN DE VAARTUIGEN DIE HUN VLAG VOEREN , ALS VOLGT DOOR AAN DE COMMISSIE :
1 . VOOR DE VAARTUIGEN DIE MOGEN VISSEN IN DE ZONES VAN CANADA EN VAN DE GEMEENSCHAP , DE BERICHTEN OVER HET BINNENVAREN EN VERLATEN VAN HET GEBIED , DIE NOG OP DE DAG VAN ONTVANGST WORDEN DOORGEZONDEN ;
2 . DE WEKELIJKSE VANGSTAANGIFTEN WAARIN ONDERSTAANDE GEGEVENS DIENEN TE WORDEN OPGENOMEN :
A ) VOOR DE VAARTUIGEN DIE MOGEN VISSEN IN DE ZONES VAN CANADA EN VAN DE GEMEENSCHAP :
-
-DE NAAM VAN HET VAARTUIG ,
-
-DATUM , UUR EN GEOGRAFISCHE POSITIE VAN HET VAARTUIG ,
-
-HOEVEELHEDEN VAN DE AAN TOEZICHT ONDERWORPEN SOORTEN DIE SINDS DE VORIGE MEDEDELING ZIJN GEVANGEN ;
B ) VOOR DE VAARTUIGEN DIE UITSLUITEND IN DE ZONE VAN DE GEMEENSCHAP MOGEN VISSEN , EEN OVERZICHT OVER DE VANGSTEN VAN DEZE VAARTUIGEN .
ARTIKEL 4
DE COMMISSIE BEREKENT AAN DE HAND VAN DE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 3 ONTVANGEN INLICHTINGEN OP WELKE DATUM DE IN BIJLAGE I VERMELDE QUOTA ZULLEN ZIJN OPGEBRUIKT EN DEELT DE BETROKKEN LID-STAAT MEDE DAT ZIJN VAARTUIGEN MET INGANG VAN DIE DATUM DE VANGST MOETEN BEEINDIGEN .
ARTIKEL 5
DE BEVOEGDE INSTANTIES VAN DE LID-STATEN TREFFEN DE NODIGE MAATREGELEN , WAARONDER REGELMATIGE INSPECTIE VAN VAARTUIGEN , OM DE NALEVING VAN DEZE VERORDENING TE VERZEKEREN .
ARTIKEL 6
INDIEN EEN OVERTREDING NAAR BEHOREN IS GECONSTATEERD , DELEN DE BEVOEGDE INSTANTIES VAN DE LID-STATEN DE COMMISSIE ONVERWIJLD OVERTREDING NAAM VAN HET BETROKKEN VAARTUIG EN DE EVENTUEEL GENOMEN MAATREGELEN MEDE .
ARTIKEL 7
DEZE VERORDENING TREEDT IN WERKING OP DE DERDE DAG VOLGENDE OP DIE VAN HAAR BEKENDMAKING IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN .
DEZE VERORDENING IS VERBINDEND IN AL HAAR ONDERDELEN EN IS RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK IN ELKE LID-STAAT .
GEDAAN TE BRUSSEL , 11 AUGUSTUS 1980 .
VOOR DE RAAD
DE VOORZITTER
G . THORN
( 1 ) PB NR . C 197 VAN 4 . 8 . 1980 , BLZ . 87 .
BIJLAGE I
QUOTA
SOORT*GEDEELTE VAN HET IN ARTIKEL 1 BEDOELDE GEBIED*HOEVEELHEID ( IN TON ) *
ZWARTE HEILBOT ( RHEINHARDTIUS HIPPOGLOSSOIDES ) *HET GEHELE GEBIED*19 450*
GRENADIERVIS ( CORYPHAENOIDES RUPESTRIS ) *HET GEHELE GEBIED*7 200*
NOORSE GARNAAL ( PANDALUS BOREALIS ) *NAFO-DEELGEBIED 1 BUITEN HET GEBIED VAN 12 MIJL VANAF DE BASISLIJNEN**
-
*- BENOORDEN 68 * NOORDERBREEDTE*3 000 ( 1 )*
-
*- BEZUIDEN 68 * NOORDERBREEDTE*19 620 ( 2 )*
*NAFO-DEELGEBIED 0*2 500*
( 1 ) VOOR GROENLANDSE KUSTVISSERS .
( 2 ) VERMINDERD MET DE EVENTUELE VANGSTEN IN NAFO-DEELGEBIED 0 .
BIJLAGE II
EEN LOGBOEK WAARIN ONDERSTAANDE GEGEVENS WORDEN OPGENOMEN , MOET ZICH AAN BOORD BEVINDEN VAN ELK VAARTUIG :
-
-NAAM VAN HET VAARTUIG
-
-REGISTRATIENUMMER
-
-NUMMER VAN DE VERGUNNING ( IN VOORKOMEND GEVAL )
-
-DATUM
-
-DAG
-
-MAAND
-
-JAAR
-
-UUR EN POSITIE AAN HET BEGIN VAN DE TREK
-
-DIEPTE
-
-BREEDTEGRAAD
-
-LENGTEGRAAD
-
-TYPE VISTUIG
-
-AANTAL BINNENGEHAALDE NETTEN OF GEBRUIKTE HAKEN
-
-MAASWIJDTE OF GROOTTE VAN DE HAKEN
-
-VANGST PER SOORT
-
-GEHOUDEN/OVERBOORD ( UITSLUITEND BIJ DE GARNALENVISSERIJ )
-
-TOTAAL VOOR DE VISDAG
-
-TOTAAL VOOR DE VISREIS
-
-VANDAAG VERWERKT VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE
-
-VANDAAG VERWERKT VOOR INDUSTRIELE DOELEINDEN
-
-TOTAAL
-
-OPMERKINGEN
-
-HANDTEKENING VAN DE KAPITEIN
-
-AANTEKENING WAARIN WORDT VERMELD DAT VOOR ELKE TREK WAARBIJ DE GRENS TUSSEN DE ZONES VAN PARTIJEN WORDT OVERSCHREDEN , DE VANGSTEN VOOR DE HELFT AAN ELK VAN BEIDE ZONES WORDT TOEGEWEZEN .
BIJLAGE III
1 . DE VOLGENDE INLICHTINGEN MOETEN PER RADIO AAN DE VLAGSTAAT VAN HET VAARTUIG WORDEN VERSTREKT VOLGENS HET ONDERSTAANDE TIJDSCHEMA :
1.1 . TELKENS BIJ HET BINNENVAREN IN DE ZONE ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1 , LID 1 , HIERNA " DE ZONE " TE NOEMEN :
A ) DE SUB 1,4 HIERONDER AANGEGEVEN INLICHTINGEN ;
B ) GEWICHT ( 1 ) VAN DE HOEVEELHEDEN IN HET RUIM , PER VISSOORT .
INDIEN HET VAARTUIG DE ZONE MET HET OOG OP HET VISSEN HERHAALDELIJK DAGELIJKS MOET BINNENVAREN , BEHOEFT ALLEEN TE WORDEN MEDEGEDEELD WANNEER HET DE ZONE VOOR DE EERSTE KEER IS BINNENGEVAREN .
1.2.1 . TELKENS BIJ HET VERLATEN VAN DE ZONE :
A ) DE SUB 1.4 HIERONDER AANGEGEVEN INLICHTINGEN ;
B ) GEWICHT VAN DE SINDS HET VORIGE BERICHT GEVANGEN HOEVEELHEDEN , PER SOORT ;
C ) GEWICHT VAN DE HOEVEELHEDEN , PER SOORT , DIE OP EEN ANDER VAARTUIG ZIJN OVERGELADEN SINDS HET VAARTUIG DE ZONE IS BINNENGEVAREN , ONDER VERMELDING VAN HET VAARTUIG WAAROP DE HOEVEELHEDEN ZIJN OVERGELADEN ;
D ) GEWICHT VAN DE HOEVEELHEDEN , PER SOORT , DIE IN EEN HAVEN VAN DE GEMEENSCHAP ZIJN AANGEVOERD SINDS HET VAARTUIG DE ZONE IS BINNENGEVAREN ;
E ) GEWICHT VAN DE HOEVEELHEDEN , PER SOORT , DIE SINDS HET VORIGE BERICHT OVERBOORD ZIJN GEZET ( ALLEEN VOOR DE GARNALENVISSERIJ ) .
INDIEN HET VAARTUIG DE ZONE MET HET OOG OP HET VISSEN HERHAALDELIJK DAGELIJKS MOET VERLATEN , BEHOEFT ALLEEN TE WORDEN MEDEGEDEELD WANNEER HET DE ZONE VOOR DE LAATSTE KEER HEEFT VERLATEN .
1.2.2 . EEN VOORAFGAANDE MEDEDELING TEN MINSTE 48 UUR VOOR HET GEPLANDE VERTREK VAN HET VAARTUIG UIT DE ZONE BEDOELD ONDER 1.1 OF HET GEDEELTE VAN ICES-AFDELING XIV DAT TOT HET VISSERIJRECHTSGEBIED VAN DE GEMEENSCHAP BEHOORT .
1.3 . OM DE ZEVEN DAGEN , TE BEGINNEN OP DE ZEVENDE DAG NADAT HET VAARTUIG DE ZONE VOOR HET EERST IS BINNENGEVAREN :
A ) DE SUB 1.4 HIERONDER AANGEGEVEN INLICHTINGEN ;
B ) GEWICHT VAN DE SINDS HET VORIGE BERICHT GEVANGEN HOEVEELHEDEN , PER SOORT ;
C ) GEWICHT VAN DE HOEVEELHEDEN , PER SOORT , DIE SINDS HET VORIGE BERICHT OVERBOORD ZIJN GEZET .
1.4 . A ) NAAM , ROEPNAAM , IDENTIFICATIENUMMERS EN -LETTERS VAN HET VAARTUIG EN NAAM VAN DE KAPITEIN ;
B ) NUMMER VAN DE VERGUNNING INDIEN HET VAARTUIG MET EEN VERGUNNING VIST ;
C ) VOLGNUMMER VAN HET BERICHT ;
D ) AANDUIDING VAN DE AARD VAN HET BERICHT ;
E ) DATUM , UUR EN GEOGRAFISCHE POSITIE VAN HET VAARTUIG .
2 . INDIEN HET BERICHT WEGENS OVERMACHT NIET DOOR HET VAARTUIG KAN WORDEN VERZONDEN , MAG HET NAMENS DAT VAARTUIG DOOR EEN ANDER VAARTUIG WORDEN DOORGEZONDEN .
3 . VORM VAN DE BERICHTEN
DE SUB 1 BEDOELDE INLICHTINGEN DIENEN DE VOLGENDE BIJZONDERHEDEN TE BEVATTEN . DEZE MOETEN IN DE ONDERSTAANDE VOLGORDE WORDEN VERSTREKT :
-
-NAAM VAN HET VAARTUIG ;
-
-ROEPNAAM VAN HET VAARTUIG ;
-
-OP HET VAARTUIG AANGEBRACHTE IDENTIFICATIELETTERS EN -NUMMERS ;
-
-VOLGNUMMER VAN HET BERICHT VOOR DE BETROKKEN VISREIS ;
-
-AANDUIDING VAN DE AARD VAN HET BERICHT AAN DE HAND VAN DE VOLGENDE CODE :
-
-BERICHT BIJ HET BINNENVAREN VAN DE ZONE : IN
-
-BERICHT BIJ HET VERLATEN VAN DE ZONE : OUT
-
-WEKELIJKS BERICHT : WKL ;
-
-GEOGRAFISCHE POSITIE ;
-
-DATUM WAAROP DE VISSERIJACTIVITEIT NAAR VERWACHTING ZAL AANVANGEN ;
-
-GEWICHT VAN DE HOEVEELHEDEN IN HET RUIM , PER VISSOORT ;
-
-GEWICHT VAN DE HOEVEELHEDEN , PER SOORT , DIE SIND HET VORIGE BERICHT OVERBOORD ZIJN GEZET ;
-
-GEWICHT VAN DE HOEVEELHEDEN , PER SOORT , DIE SIND HET VORIGE BERICHT OP EEN ANDER VAARTUIG ZIJN OVERGELADEN ;
-
-GEWICHT VAN DE HOEVEELHEDEN , PER SOORT , DIE SINDS HET VORIGE BERICHT ZIJN AANGEVOERD IN EEN HAVEN VAN DE GEMEENSCHAP ;
-
-NAAM VAN DE KAPITEIN .
4 . CODE VOOR HET AANDUIDEN VAN DE SOORTEN IN DE HIERBOVEN BEDOELDE MEDEDELINGEN :
A NOORSE GARNAAL ( PANDALUS BOREALIS )
C ZWARTE HEILBOT ( RHEINHARDTIUS HIPPOGLOSSOIDES )
D KABELJAUW ( GADUS MORRHUA )
F HEILBOT ( HIPPOGLOSSUS HIPPOGLOSSUS )
I GRENADIERVIS ( CORYPHAENOIDES RUPESTRIS )
U ROODBAARS ( SEBASTES MARINUS )
R ANDERE
( 1 ) DE IN DEZE BIJLAGE BEDOELDE HOEVEELHEDEN MOETEN WORDEN UITGEDRUKT IN TON ( LEVEND GEWICHT ) .
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.