Besluit 1982/459 - Instelling van een onderlinge uitwisseling van informatie en gegevens van waarnemingsnetten en afzonderlijke stations voor meting van de luchtverontreiniging in de lidstaten

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31982D0459

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31982D0459

82/459/EEG: Beschikking van de Raad van 24 juni 1982 tot instelling van een onderlinge uitwisseling van informatie en gegevens van waarnemingsnetten en afzonderlijke stations voor meting van de luchtverontreiniging in de Lid-Staten

Publicatieblad Nr. L 210 van 19/07/1982 blz. 0001 - 0007

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 4 blz. 0003

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 15 Deel 3 blz. 0206

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 4 blz. 0003

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 15 Deel 3 blz. 0206

++++

BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 24 juni 1982

tot instelling van een onderlinge uitwisseling van informatie en gegevens van waarnemingsnetten en afzonderlijke stations voor meting van de luchtverontreiniging in de Lid-Staten

( 82/459/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 235 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

Overwegende dat in het eerste en tweede actieprogramma van de Europese Gemeenschappen inzake het milieu ( 3 ) is voorzien in de instelling van een procedure voor de uitwisseling van informatie tussen de netten voor toezicht en controle ;

Overwegende dat een dergelijke procedure noodzakelijk is ter bestrijding van verontreinigingen en hinder , welke bestrijding deel uitmaakt van de doelstellingen van de Gemeenschap met betrekking tot de verbetering van de levensstandaard en een harmonische ontwikkeling van de economische activiteit in de gehele Gemeenschap ; dat het Verdrag niet in de daartoe vereiste specifieke bevoegdheden voorziet ;

Overwegende dat de Raad bij Beschikking 75/441/EEG ( 4 ) een gemeenschappelijke procedure voor de uitwisseling van inlichtingen tussen de netten voor toezicht en controle met betrekking tot gegevens inzake de luchtverontreiniging door bepaalde zwavelverbindingen en zwevende deeltjes heeft ingesteld ; dat deze procedure onder meer als oriënterend onderzoek heeft gediend met het oog op de uitwerking van een systeem dat aan de specifieke behoeften van de Gemeenschap voldoet ;

Overwegende dat de met het oriënterende onderzoek opgedane ervaring kan worden aangewend voor de instelling van een vollediger uitwisseling van informatie en gegevens waarbij tevens bijkomende luchtverontreinigende stoffen zijn betrokken , waardoor het streven naar harmonisatie van de meetmethoden wordt gestimuleerd en versterkt ;

Overwegende dat de Commissie , in overleg met de Lid-Staten , de noodzaak en de draagwijdte van door haar voor te stellen comparatieve programma's zal onderzoeken ; dat dergelijke programma's betrekking kunnen hebben op verschillende soorten uitrusting , bemonsterings - en analysemethoden , alsmede op de voor de betrokken verontreinigende stoffen gebruikelijke referentiematerialen , zulks ter verbetering van de vergelijkbaarheid van de door verschillende stations en aan de hand van uiteenlopende methoden verkregen gegevens ;

Overwegende dat het gebruik van homogene tijdschalen voor de verzameling van de gegevens en een homogene presentatie van de resultaten de vergelijkbaarheid van de voor iedere verontreinigende stof geregistreerde gehaltes ten goede zullen komen ;

Overwegende dat de uitwisseling van de resultaten van metingen van het verontreinigingsniveau de mogelijkheid biedt om de tendensen op lange termijn en de verbeteringen die voortvloeien uit bestaande en toekomstige nationale en communautaire voorschriften bij te houden ;

Overwegende dat deze resultaten als informatie kunnen dienen bij de keuze van de plaatsen voor epidemiologisch onderzoek , waardoor een beter inzicht in de schadelijke invloed van luchtverontreiniging op de gezondheid van de mens kan worden verkregen ;

Overwegende dat het vervoer van verontreinigende stoffen over grote afstanden toezicht op regionaal , nationaal , communautair en mundiaal niveau noodzakelijk maakt ;

Overwegende dat een deel van de informatie en gegevens dient als input voor het wereldomvattend systeem voor milieubewaking ( GEMS ) dat deel uitmaakt van het programma van de Verenigde Naties inzake het milieu ,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD :

Artikel 1

Er wordt een onderlinge uitwisseling ingesteld van informatie en gegevens van waarnemingsnetten en afzonderlijke stations voor de meting van de luchtverontreiniging , hierna " onderlinge uitwisseling " te noemen . Deze is van toepassing op afzonderlijke metingen , verricht door vaste stations die continu gedurende een voldoende representatieve periode werken of zullen gaan werken .

Artikel 2

1 . Deze beschikking heeft betrekking op de volgende verontreinigende stoffen , voor zover zij worden gemeten door op het grondgebied van de Lid-Staten gelegen stations :

a ) zwavelverbindingen gemeten als :

  • zwaveldioxyde , of
  • de zuurgraad , uitgedrukt overeenkomstig bijlage I , punt 1 ;

b ) zwevende deeltjes , uitgedrukt overeenkomstig bijlage I , punt 1 , gemeten als :

  • zwevende deeltjes , of
  • zwarte rook ;

c ) zwevende deeltjes van zware metalen , bij voorbeeld lood , cadmium , enz . ;

d ) stikstofoxyden , gemeten als :

  • stikstofdioxyde ( NO2 ) , en
  • dan wel totaal stikstofoxyden ( NO * ) ,
  • dan wel stikstofmonoxyde ( NO ) ;

e ) koolmonoxyde ;

f ) ozon .

2 . De eerste gegevens die moeten worden medegedeeld zijn :

  • voor de in lid 1 , sub a ) en b ) , genoemde verontreinigende stoffen : die welke zijn verkregen met ingang van 1 januari 1979 , ten einde de continuïteit met vroeger verzamelde gegevens te handhaven ;
  • voor de in lid 1 , sub c ) en d ) , genoemde verontreinigende stoffen : die welke zijn verkregen met ingang van 1 oktober 1980 ;
  • voor de in lid 1 , sub e ) en f ) , genoemde verontreinigende stoffen : die welke zijn verkregen met ingang van 1 oktober 1982 .

3 . Na overleg met de Commissie op technisch niveau mogen de Lid-Staten andere verontreinigende stoffen opnemen .

Artikel 3

Iedere Lid-Staat benoemt een nationaal coordinator en deelt aan de Commissie de naam mede van de persoon of het orgaan , belast met de selectie van stations , het verzamelen en doorgeven van de informatie en gegevens over de stations en verontreinigende stoffen , alsmede de betrekkingen met de Commissie op alle desbetreffende terreinen . Tenzij de Commissie een andersluidend bericht ontvangt , wordt de persoon of het orgaan aangewezen door iedere Lid-Staat krachtens artikel 4 , lid 1 , van Beschikking 75/441/EEG , geacht de functie van nationaal coordinator te vervullen .

Artikel 4

1 . De stations die deelnemen aan de bij Beschikking 75/441/EEG vastgestelde procedure voor de uitwisseling van inlichtingen worden in het systeem van onderlinge uitwisseling ingeschakeld . De Lid-Staten kiezen uit de bestaande stations die welke kunnen worden toegevoegd aan dit systeem en stellen de Commissie van hun keuze in kennis . Ieder gekozen station dient zoveel mogelijk representatief te zijn voor de omstandigheden in de omgeving van het meetpunt voor de betrokken verontreinigende stof .

2 . Bij de selectie gaat de voorkeur uit naar stations waar met meer dan één bemonsterings - of analysetechniek voor het meten van een bepaalde verontreinigende stof wordt gewerkt , om de evaluatie van de in aanmerking komende technieken en de onderlinge vergelijkbaarheid te vergemakkelijken .

3 . Waar zulks mogelijk is dienen de geselecteerde stations een afspiegeling te vormen van de verschillende urbanisatievormen en de topografische en klimatologische omstandigheden , alsmede van de meest frequent voorkomende verontreinigingsniveaus op het grondgebied van de betrokken Lid-Staat .

4 . Wanneer een krachtens Beschikking 75/441/EEG gekozen station is of wordt gesloten , dient de betrokken Lid-Staat te pogen een anderpassend vervangend station te selecteren en , indien deze beschikbaar zijn , verstrekt hij de desbetreffende gegevens over ten minste de beide voorgaande jaren .

5 . Alle stations en verontreinigende stoffen die in het systeem van onderlinge uitwisseling worden opgenomen , alle veranderingen ten aanzien van de toegepaste meettechnieken en alle andere ter zake doende veranderingen worden ter kennis van de Commissie gebracht door middel van het in bijlage II opgenomen beschrijvingsformulier .

Artikel 5

1 . De meetresultaten voor iedere verontreinigende stof worden uitgedrukt overeenkomstig bijlage I en aan de Commissie toegezonden op een te voren overeengekomen formaat , zulks zo spoedig mogelijk , maar uiterlijk zes maanden na het einde van de jaarlijkse meetperiode .

2 . De Commissie neemt alle door de Lid-Staten ontvangen informatie en gegevens op in haar computerbestand en stelt op verzoek tabellen samen ten behoeve van de betrokken Lid-Staat .

3 . In de regel worden de gegevens verstrekt op magneetband , vergezeld van een toelichtingsblad waarop opslagdichtheid , code , magneetbandlabels , berichtaanhef , " einde band " record en enkele blokken gegevens staan vermeld . In dat geval worden de in het computerbestand van de Commissie opgenomen gegevens als juist beschouwd .

Gegevens die op formulieren worden verstrekt en vervolgens in het computerbestand worden opgenomen , worden als voorlopig beschouwd totdat de betrokken Lid-Staat de Commissie laat weten dat die gegevens juist zijn .

Artikel 6

1 . Deze Lid-Staten streven ernaar :

  • de Commissie in kennis te stellen van alle hun bekende programma's of studies over onderlinge vergelijking van uitrusting , meetmethoden of referentiematerialen , die op hun grondgebied worden gepland of in uitvoering zijn ;
  • de Commissie voldoende exemplaren van alle verslagen over dergelijke programma's of studies te verstrekken ;
  • in voorkomend geval laboratoria die over de vereiste ervaring of praktische mogelijkheden beschikken , voor te dragen om deel te nemen aan comparatieve programma's .

De Commissie zendt deze informatie aan alle Lid-Staten toe .

2 . Op basis van de in lid 1 bedoelde informatie en van alle andere relevantie inlichtingen bestudeert de Commissie in overleg met de Lid-Staten de noodzaak en de draagwijdte van de door haar voor te stellen programma's tot onderlinge vergelijking . Dergelijke programma's , die ten doel hebben de vergelijkbaarheid van de gegevens te verbeteren , kunnen , wanneer daartoe aanleiding bestaat , betrekking hebben op uitrusting en bemonsterings - en analysemethoden , alsmede op de referentiematerialen die voor de betrokken verontreinigende stoffen worden gebruikt .

Artikel 7

Op basis van de in deze beschikking bedoelde gegevens en aan de hand van alle andere relevante inlichtingen die ter beschikking van de Commissie worden gesteld , stelt de Commissie jaarverslagen op over de werking van deze onderlinge uitwisseling , zulks in een passende vorm , die in overleg met de nationale coordinatoren wordt vastgesteld . Deze verslagen worden aan de Lid-Staten toegezonden en vervolgens door de Commissie gepubliceerd .

Artikel 8

Beschikking 75/441/EEG wordt per 1 oktober 1982 ingetrokken .

Artikel 9

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 oktober 1982 .

Zij treedt buiten werking na een termijn van zeven jaar , te rekenen vanaf de datum van kennisgeving , tenzij de Raad op voorstel van de Commissie een andersluidend besluit neemt .

Artikel 10

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Luxemburg , 24 juni 1982 .

Voor de Raad

De Voorzitter

F . AERTS

( 1 ) PB nr . C 125 van 17 . 5 . 1982 , blz . 165 .

( 2 ) PB nr . C 64 van 15 . 3 . 1982 , blz . 15 .

( 3 ) PB nr . C 112 van 29 . 12 . 1973 , blz . 3 , en PB nr . C 139 van 13 . 6 . 1977 , blz . 3 .

( 4 ) PB nr . L 194 van 25 . 7 . 1975 , blz . 40 .

BIJLAGE I

MEETRESULTATEN , EENHEDEN , AANTAL DECIMALEN EN TIJDGEMIDDELDEN

1 . Meetresultaten

De resultaten van de metingen worden als volgt uitgedrukt :

  • de zuurgraad , in zwaveldioxyde-equivalent ;
  • zwevende deeltjes , als gemeten met behulp van een directe gravimetrische techniek , via betastraling of elektronenabsorptie dan wel door troebelheidsmeting , in gravimetrische eenheden ;
  • zwarte rook , als bepaald aan de hand van de reflectiecoefficient of de extinctie , omgezet in gravimetrische eenheden .

2 . Eenheden , aantal decimalen en tijdgemiddelden

Bij de registratie van de meetresultaten worden voor iedere verontreinigende stof de volgende eenheden gehanteerd :

Verontreinigende stof * Eenheden *

Zwavelverbindingen * mg/m3 *

Zwevende deeltjes * mg/m3 *

Zwevende deeltjes van zware metalen * mg/m3 *

Stikstofoxyden ( NO2 , NO8 , NO ) * mg/m3 *

Koolmonoxyde * mg/m3 *

Ozon * mg/m3 *

Bij het indienen van de gegevens dienen de met " bij voorkeur " aangeduide aantallen decimalen en tijdgemiddelden te worden gebruikt . In het computerbestand worden het aantal decimalen en de tijdgemiddelden die daadwerkelijk werden opgegeven met de originele gegevens opgeslagen , maar in de tabellen wordt in de regel , terwille van de uniformiteit , alleen het bij voorkeur op te geven aantal decimalen vermeld .

Verontreinigende stof * Aantal decimalen ( bij voorkeur ) * Tijdgemiddelden ( bij voorkeur ) *

Zwavelverbindingen * geen * 24 uur *

Zwevende deeltjes * geen * 24 uur *

Zwevende deeltjes van zware metalen * 3 * 24 uur *

Stikstofoxyden ( NO2 , NO8 , NO ) * geen * 1 uur *

Koolmonoxyde * 1 * 1 uur *

Ozon * geen * 1 uur *

BIJLAGE II

BESCHRIJVINGSFORMULIER

voor de onderlinge uitwisseling van informatie en gegevens van waarnemingsnetten en afzonderlijke stations voor meting van de luchtverontreiniging in de Lid-Staten

N.B . Het antwoord op de met * gemerkte vragen is facultatief . Bij de meeste vragen moet het juiste antwoord worden omcirkeld . De cijfers tussen haakjes zijn uitsluitend voor de Commissie bestemd .

1 . Algemeen

1.1 . Lid-Staat : ... ( 0.01-2 + . 15-40 )

1.2 . Verantwoordelijke autoriteit en persoon , adres : ... ( 0.41-75 )

Telefoon : ...

Telex : ...

2 . Agglomeratie

2.1 . Categorie naar inwonersaantal : ... ( 0.03 )

  • 2 miljoen 1

0,5 - 1 miljoen 3

1 000 - 0,1 miljoen 5

1 - 2 miljoen 2

0,1 - 0,5 miljoen 4

  • 1 000 ( " landelijk " ) 6

2.2 . Naam van de stad ... ( 0.04-5 + . 15-40 )

Agglomeratie : ... ( 0.41-75 )

3 . Station

3.1 . Naam : ... ( 0.08-10 + . 15-40 )

Adres : ...

3.2 . Aard van de agglomeratie ... ( 0.76 )

Niet nader omschreven 0

Voorstad 2

Stad 1

" landelijk " 3

3.3 . Aard van de zone : ... ( 0.77 )

Niet nader omschreven 0

Handel 2

Woonwijk 4

Handel + woonwijk 6

Industrie 1

Industrie + handel 3

Industrie + woonwijk 5

Industrie + handel + woonwijk ( " gemengd " ) 7

  • 3.4 . Verkeerdischtheid in de omgeving van het station : ... ( 0.78 )

Niet nader omschreven 0

Matig 3

Zeer gering 1

Hoog 4

Gering 2

  • 3.5 . Het algemene verontreinigingsniveau bij dit station kan op grond van alle gemeten verontreinigingen of volgens een bepaalde schaal worden gekwalificeerd als : ... ( 0.79 )

Niet nader omschreven 0

Gemiddeld 2

Hoog 1

Laag 3

3.6 . Geografische coordinaten in graden , minuten en seconden of in decimale graden :

Lengte ... E of W Greenwich ( 2.16-24 )

Breedte ... N ( 2.25-33 )

3.7 . Van welk type net vormt het station een onderdeel ? ... ( 3.16 )

Afzonderlijk station S

Nationaal N

Lokaal L

Communautair C

Regionaal R

Internationaal I

  • 3.8 . Datum waarop in het station met de meting van een verontreiniging werd begonnen :

Jaar : ...

Maand : ...

Dag : ... ( 3.17-22 )

3.9 . Hoogte boven de zeespiegel in meter : ... ( 3.23-27 )

  • 3.10 . Naar schatting zijn de gegevens representatief voor ... km2 ( 3.28-30 )
  • 3.11 . Referenties van het station ( maximaal 10 letters of cijfers ) :

Lokaal ... ( 3.31-40 )

Nationaal ... ( 3.41-50 )

Overige ... ( 3.51-60 )

  • 3.12 . Voornaamste verontreinsgingsbronnen : ... ( 4.16-75 )

Afstand ( bij benadering ) tot het station ... km ( 4.76-80 )

3.13 . Meest nabije plaatselijke bronnen van verontreiniging : ... ( 5.16-75 )

Afstand ( bij benadering ) tot het station ... km ( 5.76-80 )

  • 3.14 . Opmerking over de situatie of het station : ... ( 6.16-80 )

4 . In het station gemeten verontreinigingen ... ( 0.11-12 )

Zwaveldioxyde 01

Zwevende deeltjes 03

Koolmonoxyde 06

Stikstofdioxyde 08

Ozon 14

Cadmiumdeeltjes 28

Overige :

Zwarte rook 02

Zuurgraad 04

Stikstofmonoxyde 07

Totaal stikstofoxyden 12

Looddeeltjes 19

5 . Meteorologische parameters

5.1 . In het station gemeten : ... ( 0.11-12 )

Windsnelheid 81

Gemiddelde temperatuur ( in * C ) 83

Minimumtemperatuur ( in * C ) 85

Luchtdruk ( in mb ) 87

Regen ( in mm ) 89

Bewolking ( in % ) 91

Windrichting 82

Maximumtemperatuur ( in * C ) 84

Relatieve vochtigheid ( in % ) 86

Uren zonneschijn 88

Atmosferische stabiliteit 90

5.2 . Op enige afstand van het station gemeten : ... ( 0.11-12 = 80 )

Windsnelheid ? Windrichting ? Gemiddelde temperatuur ? Maximumtemperatuur ? Minimumtemperatuur ? Relatieve vochtigheid ? Luchtdruk ? Uren zonneschijn ? Regen ? Atmosferische stabiliteit ? Bewolking ?

Overige : ... ( 0.15-75 )

Afstand van het station : ... km ( 0.76-79 )

SPECIFIEKE VERONTREINIGINGEN

( één blad per verontreiniging a.u.b . )

Agglomeratie ...

Station ...

1 . Verontreiniging : ... ( 0.11-12 = PL )

2 . Methoden : ... ( 0.13-14 = TM )

2.1 . Bemonsteringsmethode : ... ( 0.15-75 )

2.2 . Analysemethode : ... ( 0.15-75 )

  • 3 . De bijdrage van deze verontreiniging tot de totale verontreiniging bij dat station kan als volgt worden gekwalificeerd :

Niet nader omschreven 0

Gemiddeld 2

Groot 1

Klein 3 ( 0.79 )

4 . Kalibrering :

4.1 . Kalibreringstechniek/methode : ... ( 1.16-75 )

4.2 . Kalibreringsfrequentie : ... alle dagen/weken/maanden ( 1.76-80 )

5 . Normale bemonsteringsduur : ... uur/min . ( 7.16-20 )

( Voor continu werkende , niet integrerende instrumenten dient " C " te worden ingevuld )

6 . Uur van de dag waarop eerste bemonstering begint : ... uur ( 7.21-24 )

  • 7 . Uur van de dag waarop laatste bemonstering wordt beëindigd : ( 7.25-28 )

... uur

8 . Datum waarop de techniek bij dit station voor het eerst werd toegepast : ( 7.29-34 )

Jaar : ...

Maand : ...

Dag : ...

9 . Datum waarop met toepassing van deze techniek werd opgehouden : ( 7.35-40 )

Jaar : ...

Maand : ...

Dag : ...

10 . Afstand van opvangpunt tot weg/straat : ... meter ( 7.41-43 )

11 . Hoogte van opvangpunt boven grond/straatniveau : ... meter ( 7.44-48 )

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.