Verordening 1982/449 - Organisatie van een enquête inzake de structuur van de landbouwbedrijven 1983 - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EEG) nr. 449/82 van de Raad van 15 februari 1982 houdende organisatie van een enquête inzake de structuur van de landbouwbedrijven 1983
Publicatieblad Nr. L 059 van 02/03/1982 blz. 0001 - 0009
++++
VERORDENING ( EEG ) Nr . 449/82 VAN DE RAAD
van 15 februari 1982
houdende organisatie van een enquête inzake de structuur van de landbouwbedrijven 1983
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 43 ,
Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ) ,
Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,
Overwegende dat krachtens Verordening ( EEG ) nr . 218/78 ( 3 ) in 1979-1980 een enquête inzake de structuur van de landbouwbedrijven is gehouden in het kader van een programma van communautaire enquêtes ten behoeve van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ;
Overwegende dat als onderdeel van het voornoemde programma ook voor 1983 een enquête moet worden gehouden , ten einde te kunnen nagaan hoe de structuur van de landbouwbedrijven zich ontwikkelt , aangezien deze ontwikkeling een belangrijk element vormt bij het bepalen van het gemeenschappelijk lanbouwbeleid ;
Overwegende dat deze ontwikkeling alleen kan worden vastgesteld indien voor de gehele Gemeenschap vergelijkbare gegevens beschikbaar zijn ;
Overwegende dat deze enquête derhalve hetzelfde waarnemingsgebied moet hebben als de enquête inzake de structuur van de landbouwbedrijven van 1979-1980 ;
Overwegende dat het derhalve in beginsel noodzakelijk is voor de enquête van 1983 inzake de structuur van de landbouwbedrijven de kenmerken en de definities ervan , die voor de enquête van 1979-1980 respectievelijk bij Verordening ( EEG ) nr . 218/78 en bij Beschikking 78/592/EEG ( 4 ) zijn vastgesteld , alsmede het communautaire schema voor een tabellenprogramma , de uniforme code en de wijze van toepassing voor het opnemen van de gegevens van deze tabellen op magneetband , die voor de enquête van 1979-1980 zijn vastgesteld bij Beschikking 79/833/EEG ( 5 ) en aangevuld bij Beschikking 80/722/EEG ( 6 ) , te handhaven ;
Overwegende dat het , ten einde de omvang van de andere winstgevende werkzaamheden van het bedrijfshoofd en van de leden van zijn gezin vast te stellen , noodzakelijk is in deze enquête gegevens in te zamelen over een aantal kenmerken die met dit onderwerp verband houden ;
Overwegende dat derhalve deze kenmerken dienen te worden bepaald en omschreven en een communautair tabellenschema dient te worden vastgesteld waarin deze gegevens zijn opgenomen ;
Overwegende dat het voor de specifieke behoeften van de enquête van 1983 noodzakelijk is enkele kleine wijzigingen aan te brengen in de definities , het communautaire schema voor een tabellenprogramma , de uniforme code en de wijze van toepassing voor het opnemen van de gegevens van deze tabellen op magneetband , die voor de enquête van 1979-1980 zijn vastgesteld ;
Overwegende dat , om de uitvoering van de bepalingen van deze verordening te vergemakkelijken , een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie dient te worden gehandhaafd , met name in het kader van het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek , ingesteld bij Besluit 72/279/EEG ( 7 ) ;
Overwegende dat , aangezien Italië niet in staat was de enquête van 1979-1980 uit de voeren , het noodzakelijk is in deze enquête bijzondere bepalingen voor deze Lid-Staat vast te stellen ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1
De Lid-Staten houden tussen 1 oktober 1982 en 31 januari 1984 een enquête over de structuur van de landbouwbedrijven op hun grondgebied , hierna te noemen " enquête " .
Artikel 2
1 . De enquête wordt gehouden in één of meer fasen en wel in de vorm van een algemene telling of met behulp van zodanige steekproeven dat het aantal steekproettouten tot een minimum beperkt blijft . In beide gevallen nemen de Lid-Staten de maatregelen die nodig zijn om het aantal waarnemingsfouten zo klein mogelijk te houden . Wanneer van steekproeven gebruik wordt gemaakt moet de omvang ervan groot genoeg zijn om door middel van extrapolatie statistisch betrouwbare resultaten voor de in artikel 6 , lid 1 , sub a ) en b ) , bedoelde niveaus van aggregatie te verkrijgen .
2 . Daar Italië niet in staat was de enquête inzake de structuur van de landbouwbedrijven 1979-1980 binnen de bij Verordening ( EEG ) nr . 218/78 vastgestelde termijnen te houden , houdt Italië ditmaal een algemene telling .
Artikel 3
1 . Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder :
a ) landbouwbedrijf : een technisch-economische eenheid die onder één beheer is geplaatst en landbouwprodukten voortbrengt ;
b ) oppervlakte cultuurgrond : het totale oppervlak aan bouwland , blijvend grasland , meerjarige cultures en tuinen voor eigen gebruik .
2 . Het waarnemingsgebied van de enquête omvat :
a ) landbouwbedrijven met een oppervlakte cultuurgrond van 1 ha of meer ;
b ) landbouwbedrijven met een oppervlakte cultuurgrond van minder dan 1 ha , indien zij in bepaalde mate voor de verkoop produceren of indien de produktie-eenheid ervan boven bepaalde fysieke drempels ligt .
Artikel 4
1 . In geval van gecombineerde cultures wordt de oppervlakte cultuurgrond over de geteelde plantaardige produkten verdeeld naar rata van het gebruik van de grond voor deze produkten .
2 . De oppervlakte ingenomen door de op elkaar volgende secundaire teelten wordt vermeld naast de oppervlakte cultuurgrond .
Artikel 5
De Lid-Staten houden de enquête aan de hand van de in de bijlage vermelde kenmerken .
In Italië wordt de enquête evenwel gehouden aan de hand van de volledige lijst van kenmerken vermeld in de bijlage bij Verordening ( EEG ) nr . 218/78 en van de in rubriek M in de bijlage bij de onderhavige verordening vermelde lijst van kenmerken .
De definities van deze kenmerken en van de in artikel 6 bedoelde regionale niveaus worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 10 .
Artikel 6
1 . De Lid-Staten :
a ) werken de resultaten van de enquête op nationaal en regionaal niveau uit in de vorm van een volgens een communautair schema opgesteld tabellenprogramma . Dit schema wordt opgesteld volgens de procedure van artikel 10 ;
b ) met uitzondering van Nederland , delen de resultaten van de enquête in agrarische probleemgebieden in de zin van artikel 3 van Richtlijn 75/268/EEG ( 8 ) en berggebieden in de zin van lid 3 van genoemd artikel . In overleg met de betrokken Lid-Staten kan de Commissie tot samenvoeging van deze gebieden besluiten ;
c ) nemen de sub a ) en b ) bedoelde resultaten van de enquête volgens een voor alle Lid-Staten uniform schema op magneetband op . Het uniforme schema en de gedetailleerde regels voor het opnemen van de resultaten worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 10 ;
d ) zenden de sub c ) bedoelde magneetbanden toe aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen . De toezending geschiedt binnen vijftien maanden na beëindiging van het inzamelen van de gegevens in het veld en uiterlijk op 31 maart 1985 .
2 . Italië presenteert de resultaten van zijn enquête terzelfder tijd in de vorm van het tabellenschema dat is vastgesteld bij de Beschikkingen 79/833/EEG en 80/722/EEG en in de vorm zoals omschreven krachtens lid 1 .
Artikel 7
1 . Aan het in artikel 6 bedoelde programma kunnen volgens de procedure van artikel 10 tabellen of geografische niveaus worden toegevoegd , indien deze een aanvaardbare statistische betrouwbaarheid bezitten ; in dat geval worden de onkosten van de Lid-Staten onderzocht .
2 . Indien de Commissie aanvullende studies uitvoert , verstrekken de Lid-Staten voor zover dat nodig en mogelijk is , de door de Commissie gevraagde inlichtingen . Hiertoe wordt tussen de Commissie en de betrokken Lid-Staat een overeenkomst gesloten om met name de statistische geheimhouding te waarborgen .
Artikel 8
De in artikel 6 bedoelde gegevens moeten in een zodanige vorm aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen worden doorgegeven dat de bedrijven niet herkenbaar zijn .
Artikel 9
In samenwerking met de Lid-Staten draagt de Commissie zorg voor de publikatie van resultaten van de enquête .
Artikel 10
1 . In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure , wordt deze bij het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek , hierna te noemen " het Comité " ingeleid door de Voorzitter , hetzij op diens initiatief , hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat .
2 . De vertegenwoordiger van de Commissie dient bij het Comité een ontwerp in van de te nemen maatregelen . Het Comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de Voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van het betrokken vraagstuk . Het Comité spreekt zich uit met een meeerderheid van vijfenveertig stemmen , waarbij de stemmen van de Lid-Staten worden gewogen overeenkomstig het bepaalde in artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De Voorzitter neemt niet deel aan de stemming .
3 . De Commissie stelt maatregelen vast , die onmiddellijk van toepassing zijn . Indien deze maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het door het Comité uitgebrachte advies , worden zij door de Commissie onverwijld ter kennis van de Raad gebracht ; in dat geval kan de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten tot ten hoogste één maand na deze kennisgeving uitstellen .
De Raad kan binnen een maand met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen .
Artikel 11
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .
Gedaan te Brussel , 15 februari 1982 .
Voor de Raad
De Voorzitter
P . de KEERSMAEKER
( 1 ) PB nr . C 314 van 3 . 12 . 1981 , blz . 4 .
( 2 ) PB nr . C 40 van 15 . 2 . 1982 , blz . 33 .
( 3 ) PB nr . L 35 van 4 . 2 . 1978 , blz . 1 .
( 4 ) PB nr . L 195 van 20 . 7 . 1978 , blz . 22 .
( 5 ) PB nr . L 259 van 15 . 10 . 1979 , blz . 45 .
( 6 ) PB nr . L 194 van 28 . 7 . 1980 , blz . 19 .
( 7 ) PB nr . L 179 van 7 . 8 . 1972 , blz . 1 .
( 8 ) PB nr . L 128 van 19 . 5 . 1975 , blz . 1 .
BIJLAGE
LIJST VAN KENMERKEN
Algemene opmerkingen
-
-Behalve voor Italië heben de rubrieken D tot en met I betrekking op het teeltjaar dat overeenkomt met de in 1983 verkregen oogst .
-
-Voor rubriek J worden de data waarop de gegevens over het aantal dieren betrekking hebben door de Lid-Staten aan de diensten van de Commissie opgegeven .
A . Geografische ligging van het bedrijf
01 Gebied
02 Probleemgebied * ja/neen *
a ) Berggebied * ja/neen *
B . Rechtspersoonlijkheid en beheer van het bedrijf ( op de dag van de enquête )
01 Berust de juridische en economische aansprakelijkheid voor het bedrijf bij een natuurlijke persoon ? * ja/neen *
02 Zo ja , is deze persoon ( het bedrijfshoofd ) tevens de bedrijfsleider ? * ja/neen *
C . Exploitatievorm ( gezien vanuit het standpunt van het bedrijfshoofd )
Oppervlakte cultuurgrond : * ha/a *
01 in eigendom * .../... *
02 in pacht * .../... *
03 in deelpacht of in andere exploitatievormen * .../... *
D . Bouwland
Granen voor korrelwinning ( inclusief zaden ) :
01 Zachte tarwe en spelt * .../... *
02 Harde tarwe * .../... *
03 Rogge * .../... *
04 Gerst * .../... *
05 Haver * .../... *
06 Korrelmaïs * .../... *
07 Rijst * .../... *
08 Overige granen * .../... *
09 Peulvruchten ( inclusief zaden en mengsels van granen en droog te oogsten peulvruchten ) * .../... *
10 Aardappelen ( inclusief primeurs en pootaardappelen ) * .../... *
11 Suikerbieten ( exclusief zaden ) * .../... *
12 Voederwortel en koolgewassen ( exclusief zaden ) * .../... *
13 Handsgewassen inclusief zaden van oliehoudende gewassen , doch exclusief zaden van vezelgewassen , hop , tabak en andere handelsgewassen ) , waarvan : * ha/a *
a ) tabak * .../... *
b ) hop ( 1 ) * .../... *
c ) katoen ( 2 ) * .../... *
d ) andere oliehoudende en vezelgewassen en andere handelsgewassen :
i ) andere oliehoudende en vezelgewassen ( 3 ) * .../... *
ii ) andere handelsgewassen ( 3 ) * .../... *
Verse groenten , meloenen , aardbeien :
14 - in open lucht , waarvan :
a ) teelt in volle grond * .../... *
b ) tuinbouw * .../... *
15 - onder glas * .../... *
Bloemen en sierplanten ( exclusief boomkwekerijen ) :
16 - in open lucht * .../... *
17 - onder glas * .../... *
18 Voedergewassen :
a ) tijdelijk grasland * .../... *
b ) overige * .../... *
19 Zaden en planten op bouwland ( exclusief granen , droog te oogsten peulvruchten , aardappelen en oliehoudende gewassen ) * .../... *
20 Overige gewassen op bouwland * .../... *
21 Braakland * .../... *
E . Tuin voor eigen gebruik * .../... *
F . Blijvend grasland ( 4 )
01 Blijvend grasland exclusief weiden met geringe opbrengst * .../... *
02 Weiden met geringe opbrengst * .../... *
G . Meerjarige cultures
01 Boomgaarden en kleinfruit :
a ) vers fruit , inclusief kleinfruit ( 2 ) * .../... *
b ) schaalvruchten ( 2 ) * .../... *
02 Citrusvruchtaanplantingen * .../... *
03 Olijfboomgaarden * .../... *
04 Wijngaarden , waar gewoonlijk :
a ) kwaliteitswijn wordt geproduceerd * .../... *
b ) andere wijn wordt geproduceerd * .../... *
c ) tafeldruiven worden geproduceerd * .../... *
d ) rozijnen en krenten worden geproduceerd ( 2 ) * .../... *
-
*ha/a *
05 Boomkwekerijen * .../... *
06 Overige meerjarige cultures * .../... *
07 Meerjarige cultures onder glas ( 5 ) * .../... *
H . Overige oppervlakten
01 Oppervlakte niet in gebruik zijnde cultuurgrond ( landbouwgrond die niet meer in gebruik is om economische , sociale of andere redenen en die niet in de vruchtwisseling is opgenomen ) * .../... *
02 Oppervlakte bos * .../... *
03 Overige gronden ( gebouwen plus erf , wegen , vijvers , steengroeven , onvruchtbare gronden , rotsen enz . ) ( 6 ) * .../... *
I . Elkaar opvolgende teelten , paddestoelen , irrigatie , staand glas
01 Elkaar opvolgende secundaire teelten van andere dan voedergewassen ( exclusief tuinbouw en teelten onder glas ) ( 7 ) * .../... *
02 Paddestoelen ( 8 ) * .../... *
03 Geïrrigeerde oppervlakten ( 8 ) * .../... *
04 Grondoppervlakte onder staand glas in gebruik ( 8 ) * .../... *
J . Veestapel * Aantal *
01 Eenhoevige dieren * ... *
Runderen :
02 jonger dan 1 jaar * ... *
tussen 1 en 2 jaar oud :
03 Mannelijke dieren * ... *
04 Vrouwelijke dieren * ... *
2 jaar en ouder :
05 Mannelijke dieren * ... *
06 Vaarzen * ... *
07 Melkkoeien * ... *
08 Overige koeien * ... *
Schapen en geiten :
09 Schapen ( alle leeftijden ) * ... *
a ) waarvan ooien ( 8 ) * ... *
10 Geiten ( alle leeftijden ) * ... *
a ) waarvan vrouwelijke voor de voortplanting ( 9 ) * ... *
Varkens : * Aantal *
11 Biggen met een levend gewicht van minder dan 20 kg * ... *
12 Fokzeugen van 50 kg en meer * ... *
13 Andere varkens * ... *
Pluimvee :
14 Mesthoenders * ... *
15 Leghennen * ... *
16 Overig pluimvee ( eenden , kalkoenen , ganzen en parelhoenders ) * ... *
17 Andere dieren ( 10 ) * ... *
L . Landbouwarbeidskrachten ( in de 12 maanden die aan de dag van de enquête voorafgaan )
-
*Landbouwwerk voor het bedrijf ( 2 ) in % van de jaarlijkse arbeidstijd van een persoon met volledige arbeidstijd *
-
*0 - < 25 * 25 - < 50 * 50 - < 75 * 75 - < 100 * 100 *
01 a ) Bedrijfshoofd * * * * * *
02 Op het bedrijf werkende echtgenoot ( echtgenote ) * * * * * *
03 Andere gezinsleden van het bedrijfshoofd * Aantal personen * Aantal personen * Aantal personen * Aantal personen * Aantal personen *
04 Regelmatig werkzame arbeidskrachten , niet-gezinsleden * * * * * *
Niet-regelmatig werkzame arbeidskrachten , niet-gezinsleden :
05 + 06 Equivalent aantal volledige werkdagen : ...
-
** 24 * 25 - 34 * 35 - 44 * 45 - 54 55 - 64 * 65 en ouder *
01 b ) Leeftijd van het bedrijfshoofd ( in jaren ) aankruisen * * * * * * *
01 c ) Geslacht van het bedrijfshoofd aankruisen
mannelijk ...
vrouwelijk ...
07 Heeft het bedrijfshoofd een andere winstgevende werkzaamheid ( 12 ) :
als voornaamste bezigheid ? ... Aankruisen wat van toepassing is
als bijkomende bezigheid ? ... Aankruisen wat van toepassing is
08 Heeft de echtgenoot/echtgenote van het bedrijfshoofd , die landbouwerk voor het bedrijf verricht , een andere winstgevende werkzaamheid :
als voornaamste bezigheid ? ... Aankruisen wat van toepassing is
als bijkomende bezigheid ? ... Aankruisen wat van toepassing is
09 Hebben andere gezinsleden van het bedrijfshoofd die landbouwwerk voor het bedrijf verrichten , een andere winstgevende werkzaamheid ( 13 ) :
als voornaamste bezigheid ? ... Aantal personen
als bijkomende bezigheid ? ... Aantal personen
M . Andere winstgevende werkzaamheid
01 Indien het bedrijfshoofd een andere winstgevende werkzaamheid ( AWIW ) uitoefent , hetzij op het bedrijf zelf , hetzij daarbuiten , is dan de arbeidstijd die hij/zij jaarlijks aan alle andere winstgevende werkzaamheden ( andere dan het landbouwwerk op zijn/haar eigen bedrijf ) besteedt langer of korter dan de tijd die hij/zij aan het landbouwwerk op zijn/haar eigen bedrijf besteedt ?
-
*Aankruisen wat van toepassing is *
Aan AWIW bestede tijd is langer dan de tijd die hij/zij aan het landbouwwerk op het bedrijf besteedt * ... *
Aan AWIW bestede tijd is korter dan of gelijk aan de tijd die hij/zij aan het landbouwwerk op het bedrijf besteedt * ... *
02 Indien de echtgenoot/echtgenote van het bedrijfshoofd enige landbouwwerkzaamheden op het bedrijf verricht en daarnaast ook een andere winstgevende werkzaamheid heeft , hetzij op het bedrijf , hetzij daarbuiten , is dan de arbeidstijd die hij/zij jaarlijks aan alle andere winstgevende werkzaamheden besteedt langer of korter dan de tijd die hij/zij aan het landbouwwerk op het familiebedrijf besteedt ?
-
*Aankruisen wat van toepassing is *
Aan AWIW bestede tijd is langer dan de tijd die hij/zij aan het landbouwwerk op het bedrijf besteedt * ... *
Aan AWIW bestede tijd is korter dan of gelijk aan de tijd die hij/zij aan het landbouwwerk op het bedrijf besteedt * ... *
03 Aard en plaats van de andere winstgevende werkzaamheid ( of werkzaamheden ) van het bedrijfshoofd
-
*Aankruisen wat van toepassing is *
1 . Toerisme op het landbouwbedrijf * ... *
2 . Ambacht op het landbouwbedrijf * ... *
3 . Andere winstgevende werkzaamheid op het eigen landbouwbedrijf , niet hierboven vermeld * ... *
4 . Landbouwwerk buiten het eigen landbouwbedrijf * ... *
5 . Bosbouw en visserij * ... *
6 . Andere winstgevende werkzaamheid buiten het eigen landbouwbedrijf * ... *
04 Aard en plaats van de andere winstgevende werkzaamheid ( of werkzaamheden ) van de echtgenoot/echtgenote wanneer deze ook landbouwwerkzaamheden op het bedrijf verricht
-
*Aankruisen wat van toepassing is *
1 . Toerisme op het landbouwbedrijf * ... *
2 . Ambacht op het landbouwbedrijf * ... *
3 . Andere winstgevende werkzaamheid op het eigen landbouwbedrijf , niet hierboven vermeld * ... *
4 . Landbouwwerk buiten het eigen landbouwbedrijf * ... *
5 . Bosbouw en visserij * ... *
6 . Andere winstgevende werkzaamheid buiten het eigen landbouwbedrijf * ... *
( 1 ) Facultatief voor Griekenland .
( 2 ) Facultatief behalve voor Griekenland .
( 3 ) Facultatief .
( 4 ) Italië en Griekenland mogen rubriek 01 en rubriek 02 samenvoegen .
( 5 ) Facultatief voor Griekenland .
( 6 ) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland mogen rubriek 03 en rubriek 01 samenvoegen .
( 7 ) In een Lid-Staat waar deze rubriek van belang is , kan zij in verscheidene cultures worden onderverdeeld .
( 8 ) Facultatief voor Duitsland .
( 9 ) Facultatief behalve voor Griekenland .
( 10 ) Facultatief .
( 11 ) Exclusief huishoudelijk werk .
( 12 ) Alleen te vragen indien het bedrijfshoofd tevens bedrijfsleider is .
( 13 ) Facultatief voor Denemarken .
6 . ANDERE WINSTGEVENDE WERKZAAMHEID BUITEN HET EIGEN LANDBOUWBEDRIJF
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.