Verordening 1982/606 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 1785/81 houdende een gemeenschappelijke marktordening in de sector suiker

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31982R0606

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31982R0606

Verordening (EEG) nr. 606/82 van de Raad van 16 maart 1982 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1785/81 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker

Publicatieblad Nr. L 074 van 18/03/1982 blz. 0001 - 0002

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 24 blz. 0233

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 24 blz. 0233

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 14 blz. 0234

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 14 blz. 0234

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 606/82 VAN DE RAAD

van 16 maart 1982

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1785/81 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Overwegende dat bij artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 1785/81 van de Raad van 30 juni 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (3), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 192/82 (4), een vereveningsstelsel van de opslagkosten is ingesteld dat een forfaitaire vergoeding en de financiering daarvan door middel van een bijdrage behelst; dat deze regeling, volgens bijzondere voorschriften, ook geldt voor preferentiële suiker die in de Gemeenschap wordt ingevoerd en/of geraffineerd krachtens Protocol nr. 7 inzake ACS-suiker, dat aan de tweede Overeenkomst van Lomé (5) is gehecht, krachtens de Overeenkomst met India (6), alsmede krachtens Besluit 80/1186/EEG (7);

Overwegende dat het vereveningsstelsel van de opslagkosten onder meer ten doel heeft bij te dragen tot de stabiliteit van de suikermarkt van de Gemeenschap door de afzet op deze markt, naar gelang van de vraag, over het gehele verkoopseizoen te spreiden; dat de opgedane ervaring aantoont dat de leveringen van preferentiële suiker thans regelmatig over het gehele verkoopseizoen zijn gespreid met het gevolg dat de gemiddelde opslagduur voor deze suiker sterk verkort is; dat de handhaving van de regeling voor preferentiële suiker gezien deze tendens derhalve niet gerechtvaardigd is, met name gezien de beheerskosten die er voortaan voor de betrokken Lid-Staten uit voortvloeien; dat deze regeling derhalve voor een bepaalde periode moet worden geschorst en dat de situatie vóór het verstrijken van die periode opnieuw moet worden bezien om de gevolgen van deze maatregel te beoordelen;

Overwegende dat de betrokken regeling in hoofdzaak is gebaseerd op het principe van de verevening van vergoeding en bijdrage voor elk verkoopseizoen; dat, wanneer het totaal van de ontvangen bijdragen in een verkoopseizoen niet gelijk is aan het totaal van de uitgekeerde vergoedingen, het verschil derhalve moet worden overgedragen naar een volgend verkoopseizoen; dat op grond van de analyse van de gegevens betreffende de te schorsen regeling het vermoeden bestaat dat er aan het begin van die schorsing een dergelijk verschil optreedt; dat dit beginsel derhalve onder bepaalde voorwaarden niet op preferentiële suiker moet worden toegepast,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 1785/81 wordt het volgende lid toegevoegd:

»2 bis. Onverminderd de toepassing van artikel 12 op preferentiële suiker is lid 2 niet van toepassing op deze suiker in de verkoopseizoenen 1982/1983 tot en met 1984/1985.

In afwijking van het in lid 1 bedoelde financieringsprincipe wordt, voor de berekening van het op deze suiker van toepassing zijnde bedrag van de opslagheffing, het totaal van de te verwachten terugbetalingen voor het verkoopseizoen 1985/1986 verminderd met het negatieve saldo dat op 30 juni 1982 resulteert uit de toepassing van lid 2 op preferentiële suiker, en wel tot een maximumbedrag van 2,045 miljoen Ecu.".

Artikel 2

Aan artikel 8, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 wordt de volgende tekst toegevoegd:

»c) hij onderzoekt vóór 1 mei 1985, aan de hand van een verslag van de Commissie, de gevolgen van de toepassing van lid 2 bis en neemt zo nodig de vereiste maatregelen.".

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 16 maart 1982.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • P. 
    de KEERSMAEKER
  • (1) 
    PB nr. C 346 van 31. 12. 1981, blz. 5.
  • (2) 
    PB nr. C 66 van 15. 3. 1982, blz. 110.
  • (3) 
    PB nr. L 177 van 1. 7. 1981, blz. 4.
  • (4) 
    PB nr. L 21 van 29. 1. 1982, blz. 1.
  • (5) 
    PB nr. L 347 van 22. 12. 1980, blz. 144.
  • (6) 
    PB nr. L 190 van 23. 7. 1975, blz. 36.
  • (7) 
    PB nr. L 361 van 31. 12. 1980, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.