Verordening 1982/1177 - Maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, welke, ten aanzien van vaartuigen die de vlag van bepaalde derde landen voeren, van toepassing zijn in de 200-mijlszone voor de kust van het Franse departement Guyana

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31982R1177

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31982R1177

Verordening (EEG) nr. 1177/82 van de Raad van 11 mei 1982 tot vaststelling van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, welke, ten aanzien van vaartuigen die de vlag van bepaalde derde landen voeren, van toepassing zijn in de 200-mijlszone voor de kust van het Franse departement Guyana

Publicatieblad Nr. L 138 van 19/05/1982 blz. 0001 - 0007

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1177/82 VAN DE RAAD

van 11 mei 1982

tot vaststelling van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, welke, ten aanzien van vaartuigen die de vlag van bepaalde derde landen voeren, van toepassing zijn in de 200-mijlszone voor de kust van het Franse departement Guyana

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

Overwegende dat de Gemeenschap sedert 1977 een regeling inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden heeft ingesteld die van toepassing is op vaartuigen die de vlag van bepaalde derde landen voeren in de 200 mijlszone voor de kust van het Franse departement Guyana, laatstelijk vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 848/81 (2); dat de geldigheidsduur van die verordening op 31 maart 1982 verstrijkt;

Overwegende dat deze regeling ook na genoemde datum moet worden toegepast, door met name de beperking van de activiteit voor het garnaalbestand in deze zone te handhaven om de instandhouding van dit bestand en een adequate opbrengst voor de betrokken vissers te waarborgen;

Overwegende dat de garnaalverwerkende industrie in het Franse departement Guyana afhankelijk is van de aanvoer van vaartuigen van derde landen die vissen in de visserijzone voor de kust van dit departement;

Overwegende dat er derhalve voor dient te worden gezorgd dat vaartuigen contractueel verplicht zijn hun garnalenvangst in het Franse departement Guyana aan te voeren;

Overwegende dat het dienstig is de vangstquota en het aantal vergunningen te verminderen voor vaartuigen van derde landen die geen gebruik hebben gemaakt van de door Verordening (EEG) nr. 848/81 geboden mogelijkheden;

Overwegende dat de overige technische maatregelen en controlevoorschriften die bij Verordening (EEG) nr. 848/81 zijn vastgesteld, van toepassing moeten blijven,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Vaartuigen die de vlag van één van de in bijlage I vermelde landen voeren, mogen onder de bij deze verordening vastgestelde voorwaarden van 1 april 1982 tot en met 31 maart 1983 op de in die bijlage vermelde soorten vissen in de visserijzone die zich uitstrekt tot 200 zeemijl voor de kust van het Franse departement Guyana.
  • 2. 
    Bijvangsten zijn toegestaan voor zover zij plaatsvinden bij het vissen in het kader van een vergunning als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

  • 1. 
    In de in artikel 1 bedoelde zone mag de visserij slechts worden uitgeoefend indien daartoe namens de Gemeenschap door de Commissie een vergunning is afgegeven die aan boord aanwezig is en indien de in die vergunning vermelde voorwaarden alsmede de controlemaatregelen en de andere voorschriften inzake de uitoefening van de visserij in die zone in acht worden genomen.
  • 2. 
    De vergunningen worden aan de autoriteiten van het betrokken derde land op hun verzoek afgegeven.
  • 3. 
    De registratieletters en -nummers van ieder vaartuig waarvoor een vergunning is afgegeven, moeten duidelijk aan beide kanten van de boeg worden aangebracht en aan beide kanten op de bovenbouw, daar waar zij het best zichtbaar zijn. De letters en nummers moeten worden geschilderd in een kleur die afsteekt tegen de kleur van de romp of van de bovenbouw en mogen niet zijn verbleekt, gewijzigd, bedekt of op enige andere wijze onherkenbaar zijn.

Artikel 3

  • 1. 
    Vergunningen voor de garnaalvisserij kunnen worden verleend voor vaartuigen die de vlag voeren van een van de landen bedoeld onder punt 1 van bijlage 1, die contractueel verplicht zijn al hun vangsten aan te voeren in het Franse departement Guyana. Het maximumaantal vergunningen is vastgesteld in punt 1 van bijlage I.

Naast deze vergunningen kunnen onder dezelfde voorwaarden 3 tijdelijke vergunningen worden verleend die verlengd kunnen worden.

  • 2. 
    Deze vergunningen zijn slechts geldig tot het tijdstip waarop het contract dat voorziet in de verplichting tot aanvoer van de vangsten afloopt en uiterlijk tot en met 31 maart 1983.

De in lid 1 bedoelde tijdelijke vergunningen zijn slechts voor een periode van 3 maanden geldig.

Artikel 4

  • 1. 
    Er kunnen vergunningen voor de garnaalvisserij worden verleend voor vaartuigen die de vlag voeren van een van de landen bedoeld onder punt 2 van bijlage 1. Het maximumaantal van deze vergunningen en het maximumaantal dagen op zee waarvoor deze vergunningen gelden zijn voor elk land vastgesteld in punt 2 van bijlage I.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde vergunningen worden verleend op grond van een door de autoriteiten van het betrokken land ingediend visserijprogramma dat door de Commissie is goedgekeurd en waarin de in punt 2 van bijlage I voor het betrokken land vastgestelde maxima in acht worden genomen.
  • 3. 
    De in lid 1 bedoelde vergunningen zijn slechts geldig voor de visperiode die is aangegeven in het visserijprogramma op grond waarvan de vergunning is verleend.
  • 4. 
    Alle in lid 1 bedoelde vergunningen die worden afgegeven aan schepen van een derde land verliezen hun geldigheid zodra wordt geconstateerd dat het in punt 2 van bijlage I voor dit land vastgestelde quotum is opgebruikt.

Artikel 5

  • 1. 
    Vergunningen voor het vissen op andere soorten dan garnaal kunnen worden verleend aan vaartuigen die de vlag voeren van een van de onder punt 3 van bijlage I bedoelde landen. Het maximumaantal van deze vergunningen per land is vastgesteld in punt 3 van bijlage I.
  • 2. 
    Het verlenen van vergunningen voor de vangst van tonijnachtigen wordt afhankelijk gesteld van de verplichting van de reder van het betrokken schip, om, op verzoek van de Commissie, toe te laten dat er een waarnemer aan boord komt.

Artikel 6

  • 1. 
    Bij het indienen van de aanvraag voor een vergunning bij de Commissie dienen de volgende inlichtingen te worden verstrekt:
  • a) 
    naam van het vaartuig;
  • b) 
    registratienummer;
  • c) 
    op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en nummers;
  • d) 
    haven van registratie;
  • e) 
    naam en adres van de eigenaar of de huurder;
  • f) 
    brutotonnage en lengte over alles;
  • g) 
    motorvermogen;
  • h) 
    oproepnummer en radiofrequentie;
  • i) 
    vismethode waarvan gebruik zal worden gemaakt;
  • j) 
    vissoorten waarop zal worden gevist;
  • k) 
    periode waarvoor de vergunning wordt aangevraagd.
  • 2. 
    Een vergunning is slechts geldig voor één enkel vaartuig, wanneer verschillende vaartuigen te zamen vissen, moet ieder vaartuig in het bezit zijn van een vergunning.

Artikel 7

  • 1. 
    Voor het verkrijgen van de in artikel 3 bedoelde vergunning moet voor elk van de betrokken vaartuigen het bestaan worden aangetoond van een geldig contract tussen de reder die de vergunning aanvraagt en een in het Franse departement Guyana gevestigd garnaalverwerkend bedrijf, dat de verplichting inhoudt de totale garnalenvangst van het betrokken vaartuig in dat department aan te voeren met het oog op de verwerking, de verpakking en de opslag in de installaties van dat bedrijf.
  • 2. 
    Het in het vorige lid bedoelde contract moet zijn geviseerd door de Franse autoriteiten die erop toezien dat het contract in overeenstemming is met de reële produktiecapaciteit van het contracterende verwerkende bedrijf.
  • 3. 
    Wanneer de Franse autoriteiten de in lid 2 bedoelde visering weigeren, delen zij deze weigering, vergezeld van een met redenen omkleed advies, aan de betrokkene en aan de Commissie mede.

Artikel 8

  • 1. 
    De aanvraag voor een vergunning moet tenminste één maand vóór de begindatum van de gewenste geldigheidsperiode worden ingediend.
  • 2. 
    Vergunningen kunnen worden geannuleerd met het oog op de afgifte van nieuwe vergunningen. De annulering gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de vergunningen aan de Commissie zijn teruggezonden.

De nieuwe vergunningen worden afgegeven overeenkomstig lid 1.

Artikel 9

  • 1. 
    In de in artikel 1 bedoelde visserijzone mag niet op garnaal worden gevist in water dat minder dan 30 meter diep is. 2. Bij het vissen op andere soorten dan garnaal mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van beuglijnen.

Artikel 10

Na elke trek moet een viskaart worden ingevuld volgens het model in bijlage II.

Een afschrift van deze kaart moet binnen 30 dagen, te rekenen vanaf de laatste dag van elke visreis, aan de Commissie worden toegezonden.

Artikel 11

  • 1. 
    De kapitein van elk vaartuig waarvoor een vergunning als bedoeld in de artikelen 4 en 5 is afgegeven, dient de in bijlage III vermelde bijzondere voorwaarden in acht te nemen en dient met name de daar bedoelde gegevens mede te delen via het radiostation dat in die bijlage is genoemd. Deze voorwaarden maken deel uit van de vergunning.
  • 2. 
    De kapitein van elk vaartuig met een vergunning als bedoeld in artikel 3 legt de Franse autoriteiten bij de aanvoer na elke visreis een aangifte over, voor de juistheid waarvan hij alleen verantwoordelijk is en waarin de hoeveelheden garnaal worden vermeld die hij sedert zijn laatste aangifte heeft gevangen en aan boord gehouden. Voor deze aangifte dient gebruik te worden gemaakt van een formulier volgens het in bijlage IV opgenomen model.

Artikel 12

  • 1. 
    De Franse autoriteiten treffen de nodige maatregelen om de juistheid van de in artikel 11, lid 2, bedoelde aangiften te controleren en vergelijken deze aangiften daartoe met name met de gegevens in het in artikel 10 bedoelde logboek. Na controle wordt de aangifte door de bevoegde beambte ondertekend.
  • 2. 
    De Franse autoriteiten zien erop toe dat voor alle garnaal die in het Franse departement Guyana wordt aangeland door vaartuigen met een in artikel 3 bedoelde vergunning, de in artikel 11, lid 2, bedoelde aangifte wordt opgesteld.
  • 3. 
    De Franse autoriteiten doen de Commissie vóór het einde van elke maand de mededelingen bedoeld in lid 2 betreffende de voorafgaande maand toekomen.

Artikel 13

  • 1. 
    De Franse autoriteiten nemen de nodige maatregelen, waaronder een regelmatige inspectie van de vaartuigen, om de controle op de toepassing van deze verordening te waarborgen.
  • 2. 
    Wanneer naar behoren is vastgesteld dat een overtreding is begaan, delen de Franse autoriteiten de Commissie onverwijld de naam van het betrokken vaartuig en de eventueel getroffen maatregelen mede.

Artikel 14

  • 1. 
    De vergunning van een vaartuig, waarvoor de verplichtingen die bij deze verordening zijn vastgesteld of de verplichting tot aanvoer die is opgenomen in een contract als bedoeld in artikel 3 niet in acht zijn genomen, kan worden ingetrokken.
  • 2. 
    Wanneer in de in artikel 1 bedoelde zone wordt gevist door een vaartuig zonder geldige vergunning dat eigendom is van een reder die één of meer vaartuigen bezit waarvoor vergunningen zijn afgegeven, kan één van deze vergunningen worden ingetrokken.
  • 3. 
    Gedurende een periode van 4 tot 12 maanden na de datum waarop een overtreding is begaan, wordt geen vergunning afgegeven voor een vaartuig waarvoor de verplichtingen die zijn vastgesteld bij deze verordening, of de verplichting tot aanvoer die is opgenomen in een contract als bedoeld in artikel 3 niet in acht zijn genomen.
  • 4. 
    Tijdens de in lid 3 bedoelde periode wordt geen enkele vergunning afgegeven voor een vaartuig dat eigendom is van een reder die een vaartuig bezit waarvan de vergunning is ingetrokken op grond van dit artikel of dat zonder vergunning heeft gevist in de in artikel 1 vermelde zone.

Artikel 15

  • 1. 
    Indien de Commissie gedurende een periode van een maand geen mededeling als bedoeld in artikel 11, lid 1, betreffende een vaartuig met een vergunning als bedoeld in de artikelen 4 en 5 ontvangt wordt de vergunning van dat vaartuig ingetrokken.
  • 2. 
    Indien een vaartuig met een vergunning als bedoeld in artikel 3 gedurende één maand geen gebruik maakt van die vergunning, wordt de vergunning van dit vaartuig ingetrokken, behalve
  • indien het vaartuig in herstelling is,
  • in geval van overmacht.

Artikel 16

De vergunningen die op 31 maart 1982 geldig zijn krachtens artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 848/81 kunnen tot 15 mei 1982 worden verlengd indien de autoriteiten van het betrokken land daarom verzoeken. De vergunningen waarvan de geldigheidsduur aldus werd verlengd worden tijdens de periode van deze verlenging in mindering gebracht op het aantal overeenkomstige vergunningen vastgesteld in bijlage I.

Artikel 17

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing van 1 april 1982 tot en met 31 maart 1983. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 11 mei 1982.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • P. 
    de KEERSMAEKER
  • (1) 
    Advies uitgebracht op 23 april 1982 (nog niet verschenen in het PB).
  • (2) 
    PB nr. L 87 van 1. 4. 1981, blz. 1.

BIJLAGE I

  • 1. 
    Vergunningen bedoeld in artikel 3

1.2 // // // Vaartuigen die de vlag voeren van // Maximumaantal vergunningen // // // Verenigde Staten van Amerika Japan Korea // 78 vergunningen 3 tijdelijke vergunningen // //

  • 2. 
    Vergunningen bedoeld in artikel 4

1.2.3.4 // // // // // Vaartuigen die de vlag voeren van // Hoeveelheid van de toe- gelaten vangst in ton // Maximumaantal vergunningen // Maximumaantal dagen op zee // // // // // Barbados // p.m. // p.m. // p.m. // Guyana // p.m. // p.m. // p.m. // Suriname // 144 // 18 // 1 200 // Trinidad en Tobago // 69 // 9 // 600 // // // //

  • 3. 
    Vergunningen bedoeld in artikel 5

1.2.3 // // // // Soort // Vaartuig dat de vlag voert van // Maximumaantal vergunningen // // // // a) tonijnachtigen // Japan // 5 // // Korea // 10 // b) andere // Venezuela // 6 // // Barbados // 5 // // //

BIJLAGE III

Bijzondere voorwaarden

  • 1. 
    Vaartuigen met een vergunning als bedoeld in de artikelen 3, 4 en 5 dienen de Commissie van de Europese Gemeenschappen te Brussel (telexadres 24189 FISEU-B) via het radiostation Cayenne (oproepletters FFI) gegevens mede te delen volgens het onderstaande schema:
  • a) 
    bij het binnenvaren van de zone die zich uitstrekt tot 200 zeemijl voor de kusten van het Franse departement Guyana, hierna »de zone" te noemen;
  • b) 
    bij het verlaten van de zone;
  • c) 
    bij het binnenvaren van een haven van een Lid-Staat;
  • d) 
    bij het verlaten van een haven van een Lid-Staat;
  • e) 
    om de zeven dagen, te beginnen op de zevende dag nadat het vaartuig voor het eerst de sub a) bedoelde zone is binnengevaren of op de zevende dag nadat het vaartuig een sub d) bedoelde haven heeft verlaten.
  • 2. 
    In de berichten welke volgens de bepalingen van de vergunning en volgens het tijdschema van punt 1 worden doorgezonden, dienen de volgende gegevens, voor zover van toepassing, te worden opgenomen in de onderstaande volgorde:
  • de naam van het vaartuig;
  • roepnaam van het vaartuig;
  • nummer van de vergunning;
  • volgnummer van het bericht voor de betrokken visreis;
  • aanduiding van het soort van bericht volgens het tijdschema van punt 1;
  • datum;
  • tijdstip;
  • geografische positie;
  • voor vaartuigen die een vergunning bezitten als bedoeld in artikel 3, de activiteit van het vaartuig in de bedoelde periode (onderweg, vissend, aan het anker, aan de kade, lossend, in herstelling, andere);
  • gewicht (in kg) van de vangst per vissoort in het ruim;
  • gewicht (in kg) van de vangst, per vissoort, sinds het vorige bericht;
  • geografische cooerdinaten van de plaats waar de vangst is verricht;
  • gewicht (in kg) van de vangst, per vissoort, die sedert het vorige bericht op andere vaartuigen is overgeladen;
  • naam, roepnaam en eventueel nummer van de vergunning van het vaartuig waarop de vis is overgeladen;
  • naam van de gezagvoeder.
  • 3. 
    Codes voor het mededelen van de in punt 2 bedoelde soorten aan boord:

S: Garnaal (Penaeidae)

Z: Tonijn

R: Andere

  • 4. 
    Indien het bericht wegens overmacht niet door het vaartuig waarvoor de vergunning is afgegeven, kan worden doorgezonden, mag het namens dat vaartuig door een ander vaartuig worden doorgezonden.

BIJLAGE IV

Aangifte overeenkomstig artikel 11, lid 2

AANVOERAANGIFTE (1)

1.2.3.4 // Naam van het vaartuig: Naam van de kapitein: Handtekening van de kapitein: // // // Registratienummer: Naam van de gemachtigde: // Visreis van // // tot en met // // Aanvoerhaven: // // // 1,3 // // Aangevoerde hoeveelheden (in kg) // // 1.2.3 // // // // Garnalen, van kop ontdaan: // // kg // // zijnde ( × 1,6) = // kg garnalen in gehele staat // // // // Garnalen, in gehele staat: // // kg // // 1.2 // Tonijnachtigen: kg // Andere soorten: kg // //

  • (1) 
    Een exemplaar wordt bewaard door de kapitein, een tweede exemplaar wordt bewaard door de met de controle belaste beambte en een derde exemplaar wordt toegezonden aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.