Verordening 1982/1416 - Financiering van de overblijvende kosten in verband met de instelling van het olijfoliedossier

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31982R1416

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31982R1416

Verordening (EEG) nr. 1416/82 van de Raad van 18 mei 1982 betreffende de financiering van de overblijvende kosten in verband met de instelling van het olijfoliedossier

Publicatieblad Nr. L 162 van 12/06/1982 blz. 0012 - 0012

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 25 blz. 0166

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 25 blz. 0166

++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 1416/82 VAN DE RAAD

van 18 mei 1982

betreffende de financiering van de overblijvende kosten in verband met de instelling van het olijfoliedossier

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 154/75 van de Raad van 21 januari 1975 tot instelling van een olijfoliedossier in de olijfolieproducerende Lid-Staten ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 3453/80 ( 2 ) , inzonderheid op artikel 3 , lid 4 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat in Verordening ( EEG ) nr . 154/75 is bepaald dat een gedeelte van de produktiesteun die gedurende een bepaalde periode aan de olijventelers wordt uitgekeerd , moet worden bestemd voor de financiering van de werkzaamheden in verband met de instelling van het olijfoliedossier ;

Overwegende dat in artikel 3 , lid 4 , van genoemde verordening is bepaald dat , ingeval de opbrengst van bovenbedoelde inhoudingen onvoldoende is om de bovengenoemde kosten te dekken , extra inhoudingen kunnen worden verricht om de overblijvende uitgaven te dekken ;

Overwegende dat het bedrag van de tot nu toe verrichte inhoudingen totaal ontoereikend is om de werkzaamheden in verband met de instelling van het olijfoliedossier te financieren ;

Overwegende dat derhalve moet worden bepaald welke percentages van de produktiesteun in de komende verkoopseizoenen voor de financiering van de overblijvende uitgaven moeten worden bestemd ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Voor de financiering van de overblijvende uitgaven in verband met de instelling van het olijfoliedossier verminderen de bevoegde instanties van de producerende Lid-Staten die met de betaling van de in artikel 5 van Verordening nr . 136/66/EEG bedoelde steun zijn belast , deze steun bij uitkering :

a ) met 2,5 % voor de steun betreffende de verkoopseizoenen 1982/1983 tot en met 1989/1990 in Frankrijk en Italiƫ ;

b ) met 2,5 % voor de steun betreffende de verkoopseizoenen 1984/1985 tot en met 1989/1990 in Griekenland .

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 november 1982 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 18 mei 1982 .

Voor de Raad

De Voorzitter

P . de KEERSMAEKER

( 1 ) PB nr . L 19 van 24 . 1 . 1975 , blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 360 van 31 . 12 . 1980 , blz . 15 .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.