Verordening 1982/3626 - Toepassing in de EG van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantesoorten

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31982R3626

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31982R3626

Verordening (EEG) nr. 3626/82 van de Raad van 3 december 1982 betreffende de toepassing in de Gemeenschap van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantesoorten

Publicatieblad Nr. L 384 van 31/12/1982 blz. 0001 - 0061

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 15 Deel 4 blz. 0021

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 15 Deel 4 blz. 0021

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 4 blz. 0060

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 4 blz. 0060

++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 3626/82 VAN DE RAAD

van 3 december 1982

betreffende de toepassing in de Gemeenschap van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier - en plantesoorten

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 235 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,

Overwegende dat op 3 maart 1973 de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier - en plantesoorten , hierna " de Overeenkomst " te noemen , ter ondertekening werd opengesteld ; dat de Overeenkomst ten doel heeft bepaalde bedreigde in het wild levende dier en plantesoorten te beschermen door reglementering van de internationale handel in dieren of planten van deze soorten , alsmede in gemakkelijk herkenbare delen van of produkten verkregen uit deze dieren of planten ;

Overwegende dat in de resolutie van de Raad van de Europese Gemeenschappen en de Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten , in het kader van de Raad bijeen , van 17 mei 1977 betreffende de voortzetting en verwezenlijking van een beleid en een actieprogramma van de Europese Gemeenschappen inzake het milieu ( 4 ) met nadruk is gesteld dat de gehele Gemeenschap betrokken is bij de bescherming van in het wild levende dier - en plantesoorten en dat de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst een belangrijke maatregel ter bescherming van deze soorten vormt ;

Overwegende dat de Overeenkomst voor het bereiken van de gewenste doelstellingen voornamelijk een beroep doet op handelspolitieke instrumenten door het beperken en streng controleren van de internationale handel in specimens van bedreigde in het wild levende dier - en plantesoorten ;

Overwegende dat met het oog op de bescherming van de bedreigde in het wild levende dier - en plantesoorten op Gemeenschapsniveau zorg moet worden gedragen voor de uniforme toepassing van bepaalde , uit hoofde van de Overeenkomst ten uitvoer te leggen handelspolitieke instrumenten ; dat deze verordening , gezien haar werkingssfeer , de nationale bevoegdheden inzake het nemen van beschermende maatregelen van andere aard onverlet moet laten ;

Overwegende dat de toepassingsbepalingen van de Overeenkomst betreffende de handel niet van invloed mogen zijn op het vrije verkeer van goederen binnen de Gemeenschap en slechts mogen gelden voor de handel met derde landen ;

Overwegende dat het bestaan van niet-geharmoniseerde toepassingsbepalingen in de Lid-Staten zou kunnen leiden tot concurrentievervalsing binnen de Gemeenschap ;

Overwegende dat de Overeenkomst betrekking heeft op levende of dode dieren en planten en gemakkelijk herkenbare delen van of produkten verkregen uit deze dieren of planten ; dat het voor een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst noodzakelijk is een gemeenschappelijke lijst vast te stellen van de belangrijkste delen en produkten en de voorwaarden waaronder andere goederen onder de werkingssfeer van deze verordening vallen ;

Overwegende dat het wenselijk is dat de Gemeenschap , gezien de huidige bescherming van bepaalde soorten , verdergaande beschermende maatregelen neemt dan die waarin de Overeenkomst voorziet ;

Overwegende dat het in bepaalde gevallen , met het oog op een zo efficiënt mogelijke bescherming van in het wild levende dier - en plantesoorten , noodzakelijk kan zijn dat de Lid-Staten overeenkomstig het Verdrag strengere maatregelen handhaven of nemen dan die waarin deze verordening voorziet ;

Overwegende dat voor de uitvoering van deze verordening de instelling is vereist van een gemeenschappelijke procedure voor het afgeven en overleggen van vergunningen voor de uitvoer , de wederuitvoer , de invoer en de aanvoer vanuit de zee van specimens van onder de Overeenkomst vallende soorten ; dat de toepassing van deze verordening tevens inhoudt dat in de Lid-Staten administratieve instanties en wetenschappelijke autoriteiten moeten worden aangewezen ;

Overwegende dat , ten einde de doeltreffendheid van het invoerverbod volledig te waarborgen , voorwaarden voor het in de handel brengen van specimens van de soorten vermeld in bijlage I van de Overeenkomst en in bijlage C , deel 1 , van deze verordening moeten worden vastgesteld ;

Overwegende dat voor bepaalde ingevoerde specimens die naar een andere Lid-Staat worden verzonden , de plaats van bestemming specifiek moet worden gecontroleerd ;

Overwegende dat het ter versoepeling van de formaliteiten voor het binnenbrengen in de Gemeenschap van de in de bijlagen II en III van de Overeenkomst vermelde en niet in bijlage C van deze verordening opgenomen soorten mogelijk is dat de Lid-Staten een eenvoudiger procedure dan de invoervergunningen toepassen ;

Overwegende dat de Lid-Staten de mogelijkheid moeten hebben om , ter vereenvoudiging van de douaneprocedures , één of meer plaatsen van in - en uitvoer aan te wijzen waar de betrokken goederen ter controle moeten worden aangeboden ;

Overwegende dat merken , loodjes en zegels , bestemd ter identificatie van de goederen , moeten overeenkomen met uniforme modellen ten einde de controle te vergemakkelijken ;

Overwegende dat bij de bescherming van bedreigde soorten nog problemen rijzen in verband waarmede wetenschappelijk onderzoek moet worden verricht en dat dit onderzoek het tevens mogelijk zal maken de doeltreffendheid van de getroffen maatregelen te evalueren ; dat het voorts noodzakelijk is methodes te ontwikkelen voor het toezicht op de handel in bepaalde delen van en produkten verkregen uit deze soorten ;

Overwegende dat het van belang is de uniforme toepassing van deze verordening te waarborgen en dat daartoe binnen redelijke termijnen een communautaire procedure moet worden ingesteld voor het vaststellen van de desbetreffende toepassingsbepalingen ; dat het nodig is in een comité een nauwe en doeltreffende samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie op dit terrein tot stand te brengen ;

Overwegende dat de doeleinden van de Overeenkomst overeenstemmen met bepaalde doelstellingen van de Gemeenschap op milieugebied , zoals deze zijn neergelegd in de actieprogramma's inzake het milieu ; dat de voorschriften van de Overeenkomst in de Gemeenschap op uniforme wijze moeten worden toegepast ; dat , aangezien het Verdrag niet voorziet in de daartoe vereiste specifieke bevoegdheden , gebruik moet worden gemaakt van artikel 235 van het Verdrag ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

De in bijlage A opgenomen Overeenkomst is onder de voorwaarden van de hierna volgende artikelen , van toepassing in de Gemeenschap .

Bij de toepassing van deze verordening zullen de doelstellingen en de beginselen van de Overeenkomst worden nageleefd .

Artikel 2

De specimens waarop deze verordening van toepassing is , zijn de volgende :

a ) elk dier of elke plant , levend of dood , van de in bijlage I van de Overeenkomst opgenomen soorten ; elk deel van een dier of plant van deze soorten of elk daaruit verkregen produkt , opgenomen in bijlage B , evenals alle andere goederen , voor zover uit een begeleidend document , de verpakking , een merk of etiket , of uit ongeacht welke andere omstandigheden blijkt dat het gaat om delen van dieren of planten van deze soorten of om daaruit verkregen produkten ;

b ) elk dier of elke plant , levend of dood , van de in bijlage II van de Overeenkomst opgenomen soorten ; elk deel van een dier of plant van deze soorten of elk daaruit verkregen produkt , opgenomen in bijlage B van deze verordening , evenals alle andere goederen , voor zover uit een begeleidend document , de verpakking , een merk of etiket of uit ongeacht welke andere omstandigheden blijkt dat het gaat om delen van dieren van deze soorten of om daaruit verkregen produkten ;

c ) elk dier of elke plant , levend of dood , van de in bijlage III van de Overeenkomst opgenomen soorten en elk deel van een dier of plant van deze soorten of elk daaruit verkregen produkt , opgenomen in bijlage B .

Artikel 3

1 . De specimens van de soorten die in bijlage C , deel 1 , zijn vermeld , worden beschouwd als specimens van de in bijlage I van de Overeenkomst opgenomen soorten .

2 . Voor het binnenbrengen in de Gemeenschap van specimens van de in bijlage C , deel 2 , genoemde soorten is een invoervergunning vereist overeenkomstig artikel 10 , lid 1 , sub b ) .

Artikel 4

Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de bijlagen I , II en III van de Overeenkomst en in bijlage B van deze verordening ingevolge wijzigingen waartoe de partijen bij de Overeenkomst hebben besloten en die door de Gemeenschap zijn aanvaard , alsmede eventuele toevoegingen in bijlage B , vinden plaats volgens de procedure van artikel 21 , lid 2 en lid 3 .

Artikel 5

1 . Voor het binnenbrengen van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde specimens in de Gemeenschap is een daartoe in artikel 10 voorgeschreven invoervergunning of -certificaat vereist , over te leggen op het douanekantoor waar de douaneformaliteiten worden vervuld .

2 . Voor de uitvoer of wederuitvoer uit de Gemeenschap van de in artikel 2 bedoelde specimens is een daartoe in artikel 10 , lid 3 , voorgeschreven document vereist , dat moet worden overgelegd op het douanekantoor waar de douaneformaliteiten worden vervuld .

3 . De douanekantoren sturen de overeenkomstig de leden 1 en 2 overgelegde vergunningen terug aan de administratieve instantie van de Lid-Staat waaronder zij ressorteren .

4 . In afwijking van de leden 1 en 2 is de in artikel 10 voorgeschreven vergunning niet vereist indien het om in de Gemeenschap binnengebrachte specimens gaat die hetzij onder de doorvoerprocedure , hetzij onder een stelsel van voorlopige opslag vallen , mits door de administratieve instantie van het land van uitvoer een voor deze specimens geldend uitvoerdocument wordt afgegeven . In dat geval kunnen de Lid-Staten de overlegging eisen van de in de Overeenkomst voorgeschreven uitvoerdocumenten of een afdoend bewijs van het bestaan ervan .

Artikel 6

1 . Het tentoonstellen voor handelsdoeleinden , het verkopen , het in bezit hebben met het oog op verkoop , het ten verkoop aanbieden of het vervoeren met het oog op verkoop van de in artikel 2 , sub a ) , en artikel 3 , lid 1 , bedoelde specimens is verboden , tenzij de Lid-Staten om onderstaande redenen een afwijking toestaan , met inachtneming van de doelstellingen van de Overeenkomst alsmede van de voorschriften van Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand ( 5 ) :

a ) de specimens zijn , overeenkomstig de Overeenkomst en voor de inwerkingtreding van deze verordening , binnengekomen op een grondgebied waar deze verordening van toepassing is ;

b ) de specimens van een diersoort zijn in gevangenschap gefokt , de specimens van een plantesoort zijn kunstmatig gekweekt of de specimens zijn een deel van zo'n dier of zo'n plant of zijn daaruit geproduceerd ;

c ) de specimens zijn bestemd voor onderzoeks - , onderwijs - of teeltdoeleinden ;

d ) de specimens , afkomstig van een Lid-Staat , zijn overeenkomstig de in die Lid-Staat van kracht zijnde wetgeving of met toestemming van de bevoegde instanties van deze Lid-Staat aan de natuur onttrokken ;

e ) de specimens zijn , overeenkomstig de Overeenkomst en na de inwerkingtreding van deze verordening , binnengekomen op een grondgebied waar deze verordening van toepassing is en worden niet voor hoofdzakelijk commerciële doeleinden gebruikt .

2 . De in lid 1 bedoelde verbodsbepaling geldt ook voor de niet onder lid 1 vallende specimens in de zin van artikel 2 , sub b ) en sub c ) , voor zover deze in strijd met artikel 5 zijn binnengebracht .

3 . De bevoegde instanties van de Lid-Staten kunnen , met inachtneming van met name artikel VIII van de Overeenkomst , de specimens verkopen die zij uit hoofde van deze verordening of van andere nationale wetten in beslag hebben genomen ; deze specimens kunnen dan voor alle doeleinden worden gebruikt alsof zij legaal waren binnengebracht .

Artikel 7

De Lid-Staten sturen de Commissie een lijst met adressen toe van de administratieve instanties en wetenschappelijke autoriteiten , bedoeld in artikel IX van de Overeenkomst , alsmede , in voorkomend geval , van de andere in deze verordening bedoelde bevoegde instanties . De Commissie maakt deze gegevens bekend in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Artikel 8

De bevoegde instanties van de Lid-Staten :

a ) verlenen de in artikel 10 bedoelde vergunningen en certificaten of viseren de in artikel 10 , lid 2 , voorgeschreven invoercertificaten ;

b ) staan de in artikel 6 beoogde afwijkingen toe ;

c ) geven de in artikel 11 bedoelde certificaten en het in artikel 12 bedoelde etiket af ;

d ) sturen de vergunningen die de douanekantoren hun uit hoofde van artikel 5 hebben doen toekomen , terug aan de administratieve instanties die deze hebben verleend ;

e ) delen de Commissie alle gegevens mede die nodig zijn voor het opstellen van de in artikel VIII , leden 6 en 7 , van de Overeenkomst bedoelde registers en rapporten .

Artikel 9

1 . Onverminderd artikel 15 erkent iedere Lid-Staat de beslissingen van de bevoegde instanties van de andere Lid-Staten .

2 . Met uitzondering van het document , vermeld in artikel 11 , sub a ) , zijn de in deze verordening bedoelde vergunningen en certificaten die in een Lid-Staat zijn verleend , geldig in de gehele Gemeenschap .

3 . Aanvragen voor de in artikel 10 , lid 1 , bedoelde invoervergunning dienen te worden gericht tot de administratieve instantie waaronder de plaats van bestemming van het specimen ressorteert .

4 . Aanvragen voor een vergunning voor het binnenbrengen van specimens die uit zee afkomstig zijn , dienen te worden gericht tot de administratieve instantie waaronder de plaats van binnenkomst van de specimens ressorteert .

5 . Aanvragen voor de in artikel 10 , lid 3 , bedoelde uitvoervergunningen en certificaten voor wederuitvoer voor levende specimens , dienen te worden gericht tot de administratieve instantie van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan het specimen zich bevindt .

Artikel 10

1 . a ) Voor het binnenbrengen vanuit derde landen of vanuit zee in de Gemeenschap van specimens , bedoeld in artikel 2 , sub a ) , en in artikel 3 , is een invoervergunning vereist .

b ) De invoergunning , bedoeld in artikel 3 , lid 2 , wordt alleen afgegeven , indien :

  • het duidelijk is of de aanvrager aannemelijk kan maken dat het aan de natuur onttrekken van het specimen geen ongunstige invloed heeft op het behoud van de soorten , noch op de omvang van het verspreidingsgebied van de betrokken populaties van een soort ;
  • de aanvrager aan de hand van de door de bevoegde instanties van het land van oorsprong afgegeven documenten aantoont dat het specimen is verkregen in overeenstemming met de wettelijke voorschriften ter bescherming van de betrokken soort ;
  • de aanvrager , indien het gaat om de invoer van een levend dier , aantoont dat degene voor wie het dier bestemd is , de beschikking heeft over inrichtingen die geschikt zijn om het dier , gelet op soort en gedrag , te huisvesten , en een vakkundige verzorging is gewaarborgd ;
  • andere belangen betreffende het behoud van de soort de afgifte niet in de weg staan .

De vergunningen moeten worden voorzien van aanvullende bepalingen voor zover dit nodig is om te waarborgen dat aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan .

2 . Voor het binnenbrengen vanuit derde landen of vanuit zee in de Gemeenschap van specimens van alle andere onder de verordening vallende soorten is een invoervergunning vereist , dan wel een door de douanediensten geviseerd invoercertificaat waaruit blijkt dat de door de Overeenkomst vereiste formaliteiten zijn vervuld .

De invoervergunning en het invoercertificaat worden op een identiek formulier opgesteld .

3 . Voor de uitvoer of de wederuitvoer uit de Gemeenschap van de specimens , bedoeld in artikel 2 , is een uitvoervergunning of een certificaat voor wederuitvoer vereist of , voor gekweekte planten , een van deze twee documenten dan wel het in artikel 11 , sub b ) , bedoelde document .

Artikel 11

De bevoegde instanties geven op verzoek van de belanghebbende en na overlegging van de nodige bewijsstukken , de volgende certificaten af :

a ) een document waaruit blijkt dat een bepaald specimen , overeenkomstig de Overeenkomst en voor de inwerkingtreding van deze verordening , werd ingevoerd op een grondgebied waar deze verordening van toepassing is , dan wel werd verkregen voordat de Overeenkomst op genoemd specimen van toepassing was ;

b ) een document waaruit blijkt dat een specimen van een diersoort in gevangenschap is geboren en gefokt , of dat een specimen van een plantesoort kunstamatig is gekweekt of dat het gaat om delen van of produkten verkregen uit in gevangenschap gefokte dieren of kunstmatig gekweekte planten .

Artikel 12

In afwijking van artikel 5 , behoeven de in artikel 10 voorgeschreven documenten in het algemeen niet te worden overgelegd wanneer het gaat om een lening , een schenking of een uitwisseling voor niet-commerciële doeleinden tussen wetenschapsmensen en wetenschappelijke instellingen die bij een administratieve instantie van hun Staat zijn geregistreerd , van specimens uit herbaria en van andere geconserveerde , gedroogde en ingesloten specimens uit musea en van levende planten die voorzien zijn van een etiket waarvan het model wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 21 , of van een gelijksoortig etiket , afgegeven of goedgekeurd door de administratieve instantie van een derde land .

Artikel 13

1 . Indien de specimens bedoeld in artikel 2 , sub a ) , en in artikel 3 , lid 1 , die luidens de invoervergunning op een bepaald adres moeten worden bewaard , na het in het vrije verkeer brengen naar een andere Lid-Staat worden verzonden , moet aan de bevoegde instanties van de Lid-Staat van verzending het bewijs worden geleverd dat de goederen de voorgeschreven bestemming hebben bereikt .

2 . Voor het vervoer binnen de Gemeenschap van levende dieren van de in artikel 2 , sub a ) , en in artikel 3 , lid 1 , bedoelde soorten vanaf het in de invoervergunning opgegeven adres is een voorafgaande toestemming vereist die wordt gegeven door de betrokken administratieve instantie(s ) .

3 . Indien de in lid 1 en lid 2 bedoelde specimens onder de regeling van communautair douanevervoer worden geplaatst , dient de aangever een van de onderstaande vermeldingen aan te brengen in het voor de omschrijving van de goederen bestemde vakje op het formulier voor de aangifte voor communautair douanevervoer :

  • " Udryddelsestruede arter "
  • " Gefaehrdete Arten "

!***

  • " Endangered species "
  • " Espèces menacées d'extinction "
  • " Specie minacciate di estinzione "
  • " Bedreigde soorten " .

Artikel 14

Voor specimens die onder persoonlijke bezittingen of huisraad vallen , kunnen door de Lid-Staten afwijkingen van de artikelen 5 en 10 worden toegestaan .

Artikel 15

1 . Ten aanzien van de soorten waarop deze verordening van toepassing is , kunnen de Lid-Staten met het oog op een of meer van de onderstaande doelstellingen strengere maatregelen handhaven of nemen met inachtneming van het Verdrag , inzonderheid artikel 36 :

a ) het bieden van betere overlevingskansen voor levende specimens in de landen van bestemming ;

b ) de instandhouding van inheemse soorten ;

c ) de instandhouding van een soort of van een populatie van een soort in het land van oorsprong daarvan .

Wanneer een Lid-Staat , overeenkomstig dit lid , dergelijke maatregelen neemt die in geen geval mogen zijn ingegeven door handelspolitieke overwegingen , moeten die ook gelden voor het handelsverkeer met derde landen .

2 . Indien een Lid-Staat voornemens is lid 1 toe te passen , dien hij de Commissie onverwijld in kennis te stellen van de voorgenomen maatregelen .

3 . Ter bescherming van de gezondheid en het leven van dieren of planten kunnen de Lid-Staten ten aanzien van niet onder deze verordening vallende soorten soortgelijke maatregelen nemen als bedoeld in deze verordening .

Artikel 16

De plaatsen van in - en uitvoer die in voorkomend geval door de Lid-Staten overeenkomstig artikel VIII , lid 3 , van de Overeenkomst zijn aangeduid , worden door de Lid-Staten aan de Commissie medegedeeld . Deze publiceert de lijst in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Artikel 17

1 . De Lid-Staten en de Commissie stellen elkaar in kennis van de voor de toepassing van deze verordening vereiste gegevens .

2 . De uit hoofde van deze verordening verstrekte inlichtingen mogen niet worden verspreid , noch gebruikt voor een ander doel dan waarvoor zij zijn gevraagd , tenzij degene die deze heeft verstrekt daarvoor uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven en voor zover de bepalingen die van kracht zijn in de Lid-Staat die deze heeft ontvangen , een dergelijk gebruik niet verbieden .

Alle inlichtingen die onder het beropesgeheim vallen , genieten de bescherming die voor dergelijke inlichtingen wordt geboden zowel door de wetgeving van de Lid-Staat die de inlichtingen heeft ontvangen als door de overeenkomstige bepalingen die op Gemeenschapsinstanties van toepassing zijn

Onder het beroepsgeheim vallende inlichtingen mogen met name uitsluitend worden verstrekt aan personen die in de Lid-Staten of in de instellingen van de Gemeenschap een functie bekleden op grond waarvan zij toegang moeten hebben tot deze inlichtingen .

Artikel 18

De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van alle vereiste gegevens inzake het onderzoek naar de situatie van bedreigde soorten en de methodes voor de controle op de handel in delen van dieren of planten en daaruit verkregen produkten , zodat de Commissie indien nodig de passende initiatieven ter coordinering van dat onderzoek kan nemen .

De Lid-Staten houden bij hun werk rekening met de activiteiten van bij dit onderwerp betrokken internationale organisaties .

Artikel 19

Er wordt een comité voor de Overeenkomst opgericht , hierna " het Comité " te noemen , bestaande uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en onder voorzitterschap van een vertegenwoordiger van de Commissie .

Artikel 20

Het Comité onderzoekt elk vraagstuk inzake de toepassing van deze verordening , dat door zijn voorzitter , hetzij op diens initiatief , hetzij op verzoek van een vertegenwoordiger van een Lid-Staat , aan de orde wordt gesteld .

Artikel 21

1 . Volgens de procedure van lid 2 en lid 3

a ) stelt het Comité het model vast van de in de artikelen 10 en 11 bedoelde documenten , het model van de in artikel 12 bedoelde etiketten en de in artikel VI van de Overeenkomst bedoelde merktekens , loodjes en stempels ;

b ) stelt het Comité uniforme voorwaarden vast voor het afgeven van de in de artikelen 10 en 11 bedoelde documenten ;

c ) stelt het Comité de beginselen vast met betrekking tot de geldigheid en het gebruik van het in artikel 11 , sub a ) , genoemde document en het toestaan van de in artikel 14 genoemde afwijkingen .

2 . De vertegenwoordiger van de Commissie legt aan het Comité een ontwerp voor van de te treffen maatregelen . Het Comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de voorzitter naar gelang van de urgentie van het betrokken vraagstuk kan bepalen . Het Comité spreekt zich uit met een meerderheid van 45 stemmen , waarbij de stemmen van de Lid-Staten worden gewogen overeenkomstig artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De voorzitter neemt geen deel aan de stemming .

3 . a ) De Commissie stelt de beoogde bepalingen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het Comité ;

b ) wanneer de beoogde bepalingen niet in overeenstemming zijn met het advies van het Comité of bij gebreke van een advies , doet de Commissie onverwijld een voorstel aan de Raad betreffende de te treffen maatregelen . De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen ;

c ) indien de Raad drie maanden na indiening van het voorstel geen besluit heeft genomen , worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld .

Artikel 22

Elke Lid-Staat stelt de Commissie in kennis van de maatregelen die hij met het oog op de toepassing van deze verordening treft .

De Commissie stelt de overige Lid-Staten daarvan in kennis .

Artikel 23

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

De artikelen 1 tot en met 17 zijn van toepassing met ingang van 1 januari 1984 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 3 december 1982 .

Voor de Raad

De Voorzitter

Ch . CHRISTENSEN

( 1 ) PB nr . C 243 van 22 . 9 . 1980 , blz . 16 .

( 2 ) PB nr . C 327 van 14 . 12 . 1981 , blz . 105 .

( 3 ) PB nr . C 138 van 9 . 6 . 1981 , blz . 5 .

( 4 ) PB nr . C 139 van 13 . 6 . 1977 , blz . 1 .

( 5 ) PB nr . L 103 van 25 . 4 . 1979 , blz . 1 .

BIJLAGE A

Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier - en plantesoorten

DE OVEREENKOMSTSLUITENDE STATEN ,

ERKENNENDE dat de in het wild levende dier - en plantesoorten door hun schoonheid en verscheidenheid een onvervangbaar onderdeel vormen van de natuurlijke stelsels , dat moet worden beschermd ten behoeve van de huidige en komende generaties ;

ZICH BEWUST van de steeds toenemende waarde van in het wild levende dier - en plantesoorten , uit een esthetisch , wetenschappelijk , cultureel , recreatief en economisch oogpunt ;

ERKENNENDE dat de volken en Staten de beste beschermers van hun in het wild levende dier - en plantesoorten zijn en behoren te zijn ;

BOVENDIEN ERKENNENDE dat internationale samenwerking van wezenlijk belang is voor de bescherming van bepaalde in het wild levende dier - en plantesoorten tegen overmatige exploitatie ten gevolge van de internationale handel ;

OVERTUIGD van de dringende noodzaak hiertoe passende maatregelen te nemen ,

ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT :

Artikel I

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent , tenzij uit het zinsverband duidelijk anders blijkt :

a ) " soort " : elke soort , ondersoort of een van hun geografisch geïsoleerde populaties ;

b ) " specimen " :

i ) elk dier of elke plant , levend of dood ;

ii ) in geval van een dier : ten aanzien van de in bijlagen I en II opgenomen soorten , elk gemakkelijk herkenbaar deel van een dier of elk daaruit verkregen produkt , en ten aanzien van de in bijlage III opgenomen soorten , elk gemakkelijk herkenbaar deel van een dier of elk daaruit verkregen produkt dat in deze bijlage is genoemd ;

iii ) in geval van een plant : ten aanzien van de in bijlage I opgenomen soorten , elk gemakkelijk herkenbaar deel van de plant of elk daaruit verkregen produkt en ten aanzien van de in bijlagen II en III opgenomen soorten , elk gemakkelijk herkenbaar deel van de plant of elk daaruit verkregen produkt dat in deze bijlage is genoemd ;

c ) " handel " : de uitvoer , de wederuitvoer , de invoer en het inbrengen van uit de zee voortkomende dieren en planten ;

d ) " wederuitvoer " : de uitvoer van elk tevoren ingevoerd specimen ;

e ) " aanvoer van uit de zee voortkomende planten en dieren " : het tot binnen de grenzen van een Staat vervoeren van specimens van soorten die zijn gehaald uit zeegebied dat niet tot het rechtsgebied van een Staat behoort ;

f ) " wetenschappelijke autoriteit " : een overeenkomstig artikel IX aangewezen nationale wetenschappelijke autoriteit ;

g ) " administratieve instantie " : een overeenkomstig artikel IX aangewezen nationale administratieve instantie ;

h ) " partij " : een Staat ten aanzien van wie dit Verdrag in werking is getreden .

Artikel II

Grondbeginselen

1 . Bijlage I omvat alle met uitsterven bedreigde soorten die door de handel worden of zouden kunnen worden getroffen . De handel in specimens van deze soorten moet aan bijzonder strenge voorschriften worden onderworpen ten einde hun voortbestaan niet verder in gevaar te brengen en zij moet slechts in buitengewone gevallen worden toegestaan .

2 . Bijlage II omvat

a ) alle soorten die weliswaar niet noodzakelijkerwijze thans worden bedreigd met uitsterven , maar die hieraan zouden kunnen worden blootgesteld indien de handel in specimens van deze soorten niet zou worden onderworpen aan strenge voorschriften die ten doel hebben de hun voortbestaan bedreigende exploitatie te vermijden ;

b ) andere soorten die aan voorschriften moeten worden onderworpen ten einde de in alinea a ) bedoelde controle op de handel in specimens van de in bijlage II opgenomen soorten doeltreffend te maken .

3 . Bijlage III omvat alle soorten waarvan een Partij verklaart dat deze , binnen de grenzen van haar rechtsbevoegdheid , zijn onderworpen aan een verordening die ten doel heeft hun exploitatie te verhinderen of te beperken en waarvoor de samenwerking met de andere Partijen bij de controle op de handel noodzakelijk is .

4 . De Partijen staan de handel in specimens van de in bijlagen I , II en III opgenomen soorten slechts toe indien deze in overeenstemming is met de bepalingen van deze Overeenkomst .

Artikel III

Reglementering van de handel in specimens van in bijlage 1 opgenomen soorten

1 . Alle handel in specimens van in bijlage I opgenomen soorten moet in overeenstemming zijn met de bepalingen van dit artikel .

2 . Voor het uitvoeren van een specimen van een in bijlage I opgenomen soort is de voorafgaande verlening en overlegging van een uitvoervergunning vereist . Een uitvoervergunning kan slechts worden verleend indien aan de volgende voorwaarden is voldaan :

a ) een wetenschappelijke autoriteit van de Staat van uitvoer heeft verklaard dat deze uitvoer het voortbestaan van de betrokken soort niet schaadt ;

b ) ten genoegen van een administratieve instantie van de Staat van uitvoer is aangetoond dat de verkrijging van het specimen niet in strijd is geweest met de in die Staat van kracht zijnde wetten inzake het behoud van dier - en plantesoorten ;

c ) ten genoegen van een administratieve instantie van de Staat van uitvoer is aangetoond dat elk levend specimen op zodanige wijze wordt gereedgemaakt voor verzending en vervoerd dat risico's van verwondingen , schade aan de gezondheid of ruwe behandeling tot een minimum worden beperkt ;

d ) ten genoegen van een administratieve instantie van de Staat van uitvoer is aangetoond dat een invoervergunning voor genoemd specimen is uitgereikt .

3 . Voor het invoeren van een specimen van een in bijlage I opgenomen soort is de voorafgaande verlening en overlegging van een invoervergunning en van hetzij een uitvoervergunning , hetzij een certificaat van wederuitvoer nodig . Een invoervergunning kan slechts worden verleend indien aan de volgende voorwaarden is voldaan :

a ) een wetenschappelijke autoriteit van de Staat van invoer heeft verklaard dat de invoer doeleinden dient welke het voortbestaan van genoemde soort niet schaden ;

b ) ten genoegen van een wetenschappelijke autoriteit van de Staat van invoer is aangetoond , dat degene voor wie een levend specimen is bestemd , voldoende is uitgerust om het te huisvesten en te verzorgen ;

c ) ten genoegen van een administratieve instantie van de Staat van invoer is aangetoond dat het specimen niet zal worden gebruikt voor overwegend commerciële doeleinden .

4 . Voor de wederuitvoer van een specimen van een in bijlage I opgenomen soort is de voorafgaande verlening en overlegging van een certificaat van wederuitvoer vereist . Een certificaat van wederuitvoer kan slechts worden verleend indien aan de volgende voorwaarden is voldaan :

a ) ten genoegen van een administratieve instantie van de Staat van wederuitvoer is aangetoond dat het specimen overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag in die Staat is ingevoerd ;

b ) ten genoegen van een administratieve instantie van de Staat van wederuitvoer is aangetoond dat elk levend specimen op zodanige wijze wordt gereedgemaakt voor verzending en vervoerd dat risico's van verwondingen , schade aan de gezondheid of ruwe behandeling tot een minimum worden beperkt ;

c ) ten genoegen van een administratieve instantie van de Staat van wederuitvoer is aangetoond dat een invoervergunning voor elk levend specimen is verleend .

5 . Voor aanvoer vanuit zee van een specimen van een in bijlage I opgenomen soort is een certificaat vereist dat tevoren is uitgereikt door de administratieve instantie van de Staat waar het specimen is aangevoerd . Genoemd certificaat kan slechts worden verleend indien aan de volgende voorwaarden is voldaan :

a ) een wetenschappelijke autoriteit van de Staat waar het specimen is aangevoerd heeft verklaard dat deze aanvoer het voortbestaan van de betrokken soort niet schaadt ;

b ) ten genoegen van een administratieve instantie van de Staat waar het specimen is aangevoerd , is aangetoond dat degene voor wie een levend specimen is bestemd , voldoende is uitgerust om het te huisvesten en te verzorgen ;

c ) ten genoegen van een administratieve instantie van de Staat waar het specimen is aangevoerd , is aangetoond dat het specimen niet zal worden gebruikt voor overwegend commerciële doeleinden .

Artikel IV

Reglementering van de handel in specimens van in bijlage II opgenomen soorten

1 . Alle handel in specimens van in bijlage II opgenomen soorten moet in overeenstemming zijn met de bepalingen van dit artikel .

2 . Voor de uitvoer van een specimen van een in bijlage II opgenomen soort is de voorafgaande verlening en overlegging van een uitvoervergunning vereist . Een uitvoervergunning kan slechts worden verleend indien aan de volgende voorwaarden is voldaan :

a ) een wetenschappelijke autoriteit van de Staat van uitvoer heeft verklaard dat deze uitvoer het voortbestaan van de betrokken soort niet schaadt ;

b ) ten genoegen van een administratieve instantie van de Staat van uitvoer is aangetoond dat de verkrijging van het specimen niet in strijd is geweest met de in die Staat van kracht zijnde wetten inzake het behoud van dier - en plantesoorten ;

c ) ten genoegen van een administratieve instantie van de Staat van uitvoer is aangetoond dat elk levend specimen op zodanige wijze wordt gereedgemaakt voor verzending en vervoerd dat risico's van verwondingen , schade aan de gezondheid of ruwe behandeling tot een minimum worden beperkt .

3 . Een wetenschappelijke autoriteit van elke Partij dient voortdurend toezicht te houden zowel op de verlening door genoemde Partij van uitvoervergunningen voor de specimens van in bijlage II opgenomen soorten als op de feitelijke uitvoer van die specimens . Wanneer een wetenschappelijke autoriteit vaststelt dat de uitvoer van specimens van een van deze soorten zou moeten worden beperkt , ten einde deze soort in zijn gehele verspreidingsgebied te behouden op een niveau , dat overeenkomt met zijn rol in de ecosystemen waarin hij voorkomt , en dat tevens duidelijk hoger ligt dan het peil dat aanleiding zou geven tot opname van die soort in bijlage I , dan stelt zij de bevoegde administratieve instantie in kennis van de geëigende maatregelen die moeten worden genomen om de verlening van uitvoervergunningen voor specimens van genoemde soort te beperken .

4 . Voor het invoeren van een specimen van een in bijlage II opgenomen soort is de voorafgaande overlegging vereist van hetzij een uitvoervergunning hetzij een certificaat van wederuitvoer .

5 . Voor de wederuitvoer van een specimen van een in bijlage II opgenomen soort is de voorafgaande uitreiking en overlegging van een certificaat van wederuitvoer vereist . Een certificaat van wederuitvoer kan slechts worden verleend indien aan de volgende voorwaarden is voldaan :

a ) ten genoegen van een administratieve instantie van de Staat van wederuitvoer is aangetoond dat het specimen overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag in deze Staat is ingevoerd ;

b ) ten genoegen van een administratieve instantie van de Staat van wederuitvoer is aangetoond dat elk levend specimen op zodanige wijze wordt gereedgemaakt voor verzending en vervoerd dat risico's van verwondingen , schade aan de gezondheid of ruwe behandeling tot een minimum worden beperkt .

6 . Voor aanvoer vanuit zee van een specimen van een in bijlage II opgenomen soort is een certificaat vereist dat tevoren is uitgereikt door een administratieve instantie van de Staat waar dit specimen is aangevoerd . Dit certificaat kan slechts worden verleend indien aan de volgende voorwaarden is voldaan :

a ) een wetenschappelijke autoriteit van de Staat waar het specimen is aangevoerd heeft verklaard dat de aanvoer het voortbestaan van genoemde soort niet schaadt ;

b ) ten genoegen van een administratieve instantie van de Staat waar het specimen is aangevoerd , is aangetoond dat elk levend specimen op zodanige wijze zal worden behandeld dat risico's van verwondingen , schade aan de gezondheid of ruwe behandeling tot een minimum worden beperkt .

7 . De in het zesde lid van dit artikel bedoelde certificaten kunnen worden uitgereikt op advies van een wetenschappelijke autoriteit , nadat deze overleg heeft gepleegd met andere nationale of eventueel internationale wetenschappelijke autoriteiten over de totale aantallen specimens die mogen worden aangevoerd gedurende perioden van niet langer dan een jaar .

Artikel V

Reglementering van de handel in specimens van in bijlage III opgenomen soorten

1 . Alle handel in specimens van in bijlage III opgenomen soorten moet in overeenstemming zijn met de bepalingen van dit artikel .

2 . Voor het uitvoeren van een specimen van een in bijlage III opgenomen soort vanuit elke Staat die genoemde soort in bijlage III heeft laten opnemen is de voorafgaande uitreiking en overlegging vereist van een uitvoervergunning . Een uitvoervergunning kan slechts worden verleend indien aan de volgende voorwaarden is voldaan :

a ) ten genoegen van een administratieve instantie van de Staat van uitvoer is aangetoond dat het verkrijgen van het betreffende specimen niet in strijd is geweest met de in die Staat van kracht zijnde wetten inzake het behoud van dier - en plantesoorten ;

b ) ten genoegen van een administratieve instantie van de Staat van uitvoer is aangetoond dat elk levend specimen op zodanige wijze wordt gereedgemaakt voor verzending en vervoerd dat risico's van verwondingen , schade aan de gezondheid of ruwe behandeling tot een minimum worden beperkt .

3 . Met uitzondering van de in het vierde lid van dit artikel bedoelde gevallen , is voor de invoer van elk specimen van een in bijlage III opgenomen soort vereist dat tevoren een certificaat van herkomst wordt overgelegd en in geval van invoer vanuit een Staat die genoemde soort in bijlage III heeft laten opnemen , een uitvoervergunning .

4 . In geval van wederuitvoer dient een door de administratieve instantie van de Staat van wederuitvoer uitgereikt certificaat waarin wordt verklaard dat het specimen in die Staat is verwerkt of opnieuw wordt uitgevoerd , door de Staat van invoer als bewijs te worden aanvaard dat de bepalingen van deze Overeenkomst ten aanzien van de betreffende specimens zijn nagekomen .

Artikel VI

Vergunningen en certificaten

1 . De krachtens de bepalingen van de artikelen III , IV en V uitgereikte vergunningen en certificaten moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van dit artikel .

2 . Een uitvoervergunning moet de inlichtingen bevatten zoals aangeduid in het model dat in bijlage IV is weergegeven en is slechts gedurende een periode van zes maanden te rekenen van de datum van afgifte geldig voor de uitvoer .

3 . Elke vergunning of elk certificaat verwijst naar de titel van deze Overeenkomst en bevat de naam en het stempel van de administratieve instantie die de uitreiking heeft verricht en een door haar toegekend controlenummer .

4 . Elk door een administratieve instantie uitgereikt afschrift van een vergunning of van een certificaat moet duidelijk als zodanig worden gemerkt en kan niet worden gebruikt in plaats van het origineel , tenzij op het afschrift anders is aangegeven .

5 . Een afzonderlijke vergunning of afzonderlijk certificaat is vereist voor elke zending specimens .

6 . Een administratieve instantie van de Staat van invoer van enig specimen dient de uitvoervergunning of het certificaat van wederuitvoer en elke bij de invoer van genoemd specimen overgelegde overeenkomstige invoervergunning ongeldig te verklaren en in te nemen .

7 . Indien zinvol en uitvoerbaar kan een administratieve instantie een specimen ter identificatie van een kenteken voorzien . Voor dit doel betekent " kenteken " elk onuitwisbaar merkteken , loden zegel of ander geschikt middel waarmee een specimen geïdentificeerd kan worden en dat zo is ontworpen dat namaak ervan zoveel mogelijk is bemoeilijkt .

Artikel VII

Uitzonderingen en andere bijzondere voorzieningen betreffende de handel

1 . De bepalingen van de artikelen III , IV en V zijn niet van toepassing op de doorvoer of overlading van specimens op het gebied van een Partij wanneer deze specimens onder douanecontrole blijven .

2 . Wanneer ten genoegen van een administratieve instantie van de Staat van uitvoer of van wederuitvoer is aangetoond dat een specimen is verkregen voordat de bepalingen van dit Verdrag van toepassing waren op genoemd specimen , zijn de bepalingen van de artikelen III , IV en V niet van toepassing op dit specimen , op voorwaarde dat genoemde administratieve instantie hiertoe een certificaat uitreikt .

3 . De bepalingen van de artikelen III , IV en V zijn niet van toepassing op specimens die vallen onder persoonlijke bezittingen of huisraad . Deze uitzondering is evenwel niet van toepassing :

a ) indien het gaat om specimens van een in bijlage I opgenomen soort , wanneer deze door hun eigenaar zijn verkregen buiten de Staat waar hij permanent verblijf heeft en in die Staat worden ingevoerd ; of

b ) indien het gaat om specimens van een in bijlage II opgenomen soort ,

i ) wanneer deze door hun eigenaar zijn verkregen tijdens een verblijf buiten de Staat waar hij zijn gewoonlijk verblijf heeft en in een Staat waar genoemde specimens uit het wild zijn gehaald ;

ii ) wanneer deze worden ingevoerd in de Staat waar de eigenaar zijn gewoonlijk verblijf heeft ; en

iii ) wanneer de Staat waar genoemde specimens uit het wild zijn gehaald de voorafgaande uitreiking van een uitvoervergunning eist ;

tenzij ten genoegen van een administratieve instantie is aangetoond , dat deze specimens zijn verkregen voordat de bepalingen van deze Overeenkomst van toepassing zijn geworden op de betreffende specimens .

4 . De specimens van een in bijlage I opgenomen diersoort die in gevangenschap voor commerciële doeleinden zijn gefokt , of van een in bijlage I opgenomen plantesoort die kunstmatig voor commerciële doeleinden is gekweekt , worden beschouwd als specimens van in bijlage II opgenomen soorten .

5 . Wanneer ten genoegen van een administratieve instantie van de Staat van uitvoer is aangetoond dat een specimen van een diersoort in gevangenschap is gefokt of dat een specimen van een plantesoort kunstmatig is gekweekt of wanneer het een deel van een zodanig dier of een zodanige plant of een van de produkten daarvan betreft dan wordt een door die administratieve instantie hiertoe uitgereikt certificaat aanvaard in plaats van overeenkomstig de bepalingen van de artikelen III , IV of V benodigde vergunningen en certificaten .

6 . De bepalingen van de artikelen III , IV en V zijn niet van toepassing op uitlening , schenking of uitwisseling voor niet-commerciële doeleinden tussen wetenschapsmensen en wetenschappelijke instituten die door een administratieve instantie van hun Staat zijn geregistreerd , van specimens uit herbaria , van andere geconserveerde , gedroogde of ingesloten specimens uit musea en van levende planten die een door een administratieve instantie uitgereikt of goedgekeurd merkteken dragen .

7 . Een administratieve instantie van elke Staat kan uitzonderingen op de verplichtingen van de artikelen III , IV en V toestaan en machtiging verlenen om specimens die deel uitmaken van een reizende diergaarde , een circus , een menagerie , een plantententoonstelling of andere reizende tentoonstelling , zonder vergunning of certificaten te verplaatsen , op voorwaarde dat :

a ) de exporteur of de importeur de volledige kenmerken van die specimens bij de administratieve instantie registreert ;

b ) die specimens vallen onder een van de in het tweede of vijfde lid van dit artikel aangeduide categorieën ; en

c ) ten genoegen van de administratieve instantie is aangetoond dat elk levend specimen op zodanige wijze wordt vervoerd en behandeld dat risico's van verwondingen , schade aan de gezondheid of ruwe behandeling tot een minimum worden beperkt .

Artikel VIII

Door de Partijen te nemen maatregelen

1 . De Partijen nemen gepaste maatregelen om de bepalingen van deze Overeenkomst uit te voeren en de handel in specimens waarbij deze worden overtreden , te verbieden

Deze maatregelen omvatten :

a ) het strafbaar stellen van de handel in of het bezit van dergelijke specimens , of beide ; en

b ) het treffen van voorzieningen ter verbeurdverklaring of terugzending aan de Staat van uitvoer van dergelijke specimens .

2 . Behalve de op grond van het eerste lid van dit artikel genomen maatregelen , kan een Partij , wanneer zij dit nodig acht , voorzieningen treffen voor een methode van vergoeding over en weer van de gemaakte kosten die voortvloeiden uit de verbeurdverklaring van een specimen dat werd verhandeld met schending van de krachtens de bepalingen van dit Verdrag genomen maatregelen .

3 . De Partijen dragen er zoveel mogelijk zorg voor dat de voor de handel in specimens vereiste formaliteiten zo snel mogelijk worden uitgevoerd . Ten einde deze formaliteiten te vergemakkelijken , kan elke Partij havens voor vertrek en havens voor aankomst aanwijzen waar de specimens bij de douane moeten worden aangegeven . De Partijen dragen er eveneens zorg voor dat alle levende specimens gedurende de tijd van doorvoer , verblijf of vervoer op gepaste wijze worden behandeld zodat risico's van verwondingen , schade aan de gezondheid en ruwe behandeling tot een minimum worden beperkt .

4 . Bij verbeurdverklaring van een levend specimen als gevolg van de bepalingen van het eerste lid van dit artikel , gelden de volgende afspraken :

a ) het specimen wordt toevertrouwd aan een administratieve instantie van de Staat die tot verbeurdverklaring is overgegaan ;

b ) na overleg met de Staat van uitvoer zendt de administratieve instantie deze het specimen op kosten van die Staat terug of zendt het naar een bewaarplaats of enige andere plaats die deze instantie geschikt en in overeenstemming met de doeleinden van deze Overeenkomst acht , en

c ) de administratieve instantie kan het advies inwinnen van een wetenschappelijke autoriteit of het Secretariaat raadplegen wanneer zij dit wenselijk acht , teneinde de onder letter b ) van dit lid bedoelde beslissing met inbegrip van de keus van een bewaarplaats , te vergemakkelijken .

5 . Een bewaarplaats , zoals bedoeld in het vierde lid van dit artikel , is een door een administratieve instantie aangewezen instelling die zorg draagt voor het welzijn van levende specimens , in het bijzonder die welke verbeurd zijn verklaard .

6 . Elke Partij houdt een register bij van de handel in specimens van in bijlagen I , II en III opgenomen soorten , waarin worden opgetekend :

a ) de namen en adressen van exporteurs en importeurs ; en

b ) het aantal en de soort van uitgereikte vergunningen en certificaten ; de Staten waarmee deze handel heeft plaats gevonden ; de aantallen of hoeveelheden en typen specimens , namen van soorten zoals in bijlagen I , II en III opgenomen en , indien toepasselijk , de afmetingen en het geslacht van genoemde specimens .

7 . Elke Partij stelt periodieke rapporten op over de uitvoering van deze Overeenkomst door deze Partij en doet het Secretariaat toekomen :

a ) een jaarrapport dat een samenvatting van de in het zesde lid , letter b ) , van dit artikel genoemde inlichtingen bevat ; en

b ) een tweejaarlijks rapport over de voor de toepassing van deze Overeenkomst genomen wettelijke , reglementaire en administratieve maatregelen .

8 . De in het zevende lid van dit artikel bedoelde inlichtingen staan ter beschikking van het publiek voor zover dit niet in strijd is met de wettelijke en reglementaire bepalingen van de betrokken Partij .

Artikel IX

Administratieve instanties en wetenschappelijke autoriteiten

1 . Voor de toepassing van deze Overeenkomst benoemt elke Partij :

a ) een of meer administratieve instanties die bevoegd zijn vergunningen of certificaten namens deze Partij uit te reiken , en

b ) een of meer wetenschappelijke autoriteiten .

2 . Bij de nederlegging van de akten van bekrachtiging , toetreding , goedkeuring of aanvaarding , stelt elke Staat de depot-Regering tegelijkertijd in kennis van de naam en het adres van de administratieve instantie die gemachtigd is in verbinding te treden met andere Partijen en met het Secretariaat .

3 . Elke wijziging in de aanwijzingen of machtigingen die ingevolge de bepalingen van dit artikel zijn gedaan , moet door de betrokken Partij ter kennis worden gebracht van het Secretariaat dat alle andere Partijen op de hoogte stelt .

4 . De in het tweede lid van dit artikel bedoelde administratieve instantie moet , indien daarom wordt verzocht door het Secretariaat of de administratieve instantie van een andere Partij , hun de afdruk doen toekomen van de stempels , zegels of andere middelen die worden gebruikt om vergunningen of certificaten te legaliseren .

Artikel X

Handel met Staten die geen Partij bij deze Overeenkomst zijn

In geval van uitvoer of wederuitvoer naar of van invoer uit een Staat die geen partij is bij deze Overeenkomst , kunnen de Partijen , in plaats van de door dit Verdrag vereiste vergunningen en certificaten , gelijksoortige , door de bevoegde autoriteiten van genoemde Staat uitgereikte documenten aanvaarden ; deze documenten moeten in essentie overeenstemmen met de in dit Verdrag voor vergunningen en certificaten vereiste voorwaarden .

Artikel XI

Conferentie der Partijen

1 . Het Secretariaat roept niet later dan twee jaar na de inwerkingtreding van dit Verdrag een vergadering van de Conferentie der Partijen bijeen .

2 . Vervolgens roept het Secretariaat , tenzij de Conferentie anders besluit , ten minste eenmaal per twee jaar gewone vergaderingen bijeen , en buitengewone zittingen te allen tijde op schriftelijk verzoek van ten minste een derde deel der Partijen .

3 . Tijdens gewone of buitengewone vergaderingen van deze Conferentie geven de Partijen een overzicht van de uitvoering van deze Overeenkomst en kunnen :

a ) de nodige maatregelen nemen om het Secretariaat in staat te stellen zijn taken uit te voeren ;

b ) overeenkomstig artikel XV voorstellen tot wijziging van bijlagen I en II overwegen en aanvaarden ;

c ) de voortgang bespreken ten aanzien van het herstel en behoud van de in bijlagen I , II en III opgenomen soorten ;

d ) elk door het Secretariaat of door enige Partij voorgelegd rapport in ontvangst nemen en behandelen ; en

e ) zo nodig aanbevelingen doen ter verbetering van de doeltreffendheid van deze Overeenkomst .

4 . Tijdens elke gewone vergadering kunnen de Partijen de datum en de plaats vaststellen van de volgende welke overeenkomstig de bepalingen van het tweede lid van dit artikel dient te worden gehouden .

5 . Tijdens elke vergadering kunnen de Partijen het huishoudelijk reglement voor die vergadering opstellen en aanvaarden .

6 . De Organisatie der Verenigde Naties , haar gespecialiseerde organisaties en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie , benevens elke bij deze Overeenkomst niet Partij zijnde Staat kunnen op de vergaderingen van de Conferentie worden vertegenwoordigd door waarnemers die recht van deelname maar geen stemrecht hebben .

7 . Alle op het gebied van bescherming , behoud of beheer van wilde dier - en plantesoorten technisch gekwalificeerde instanties of instellingen die het Secretariaat in kennis hebben gesteld van hun wens zich door waarnemers te laten vertegenwoordigen op de vergaderingen van de Conferentie , worden toegelaten - tenzij ten minste een derde van de aanwezige Partijen hiertegen bezwaar aantekent - op voorwaarde dat zij tot een der volgende categorieën behoren :

a ) internationale , wel of niet van overheidswege ingestelde , instanties of instellingen en nationale , van overheidswege ingestelde , instanties of instellingen ; en

b ) nationale , niet van overheidswege ingestelde instanties of instellingen , die door de Staat waar zij zijn gevestigd voor dit doel zijn goedgekeurd .

Wanneer deze waarnemers eenmaal zijn toegelaten , hebben zij wel recht op deelname maar geen stemrecht .

Artikel XII

Het Secretariaat

1 . Bij de inwerkingtreding van dit Verdrag voorziet de algemeen directeur van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties in een Secretariaat . Voor zover hij dit nodig acht , kan hij terzijde worden gestaan door internationale of nationale , hiertoe geschikte wel of niet van overheidswege ingestelde bevoegde en op het gebied van bescherming , behoud en beheer van wilde dier - en plantesoorten technisch gekwalificeerde instanties .

2 . Het Secretariaat heeft de volgende taken :

a ) het organiseren van de conferenties der Partijen en het verlenen van de daarbij behorende diensten ;

b ) het uitvoeren van de taken die op grond van de bepalingen van de artikelen XV en XVI van deze Overeenkomst aan het Secretariaat zijn toevertrouwd ;

c ) het ondernemen van wetenschappelijke en technische studies overeenkomstig de door de Conferentie der Partijen vastgestelde programma's , welke een bijdrage leveren aan de toepassing van deze Overeenkomst met inbegrip van studies over de normen voor de gepaste wijze van gereedmaken voor verzending en vervoer van levende specimens en studies over de middelen ter identificatie van deze specimens ;

d ) het bestuderen van de rapporten der Partijen en het aan de Partijen verzoeken om nadere inlichtingen hierover welke het nodig acht om de toepassing van deze Overeenkomst te verzekeren ;

e ) het vestigen van de aandacht der Partijen op elk vraagstuk dat betrekking heeft op de doeleinden van deze Overeenkomst ;

f ) het geregeld laten verschijnen en aan de Partijen doen toekomen van bijgewerkte lijsten van bijlagen I , II en III benevens alle inlichtingen die de identificatie van de specimens van de in deze bijlagen opgenomen soorten kunnen vergemakkelijken ;

g ) het ten behoeve van de Partijen opstellen van jaarverslagen over zijn eigen werkzaamheden en over de toepassing van deze Overeenkomst , benevens elk ander door de Partijen tijdens de vergaderingen van de Conferentie gevraagd rapport ;

h ) het doen van aanbevelingen voor het nastreven van de doeleinden en de toepassing van de bepalingen van deze Overeenkomst , met inbegrip van de uitwisseling van wetenschappelijke of technische inlichtingen ;

i ) het vervullen van alle andere taken die de Partijen aan het Secretariaat kunnen toevertrouwen .

Artikel XIII

Internationale maatregelen

1 . Wanneer het Secretariaat , op grond van ontvangen inlichtingen , van mening is dat een in bijlage I of II opgenomen soort door de handel in specimens van deze soort nadeel ondervindt of dat de bepalingen van deze Overeenkomst niet doeltreffend worden toegepast , stelt het de bevoegde administratieve instantie van de betrokken Partij of Partijen hiervan in kennis .

2 . Wanneer een Partij inlichtingen ontvangt als bedoeld in het eerste lid van dit artikel , stelt zij zo snel mogelijk en voor zover haar wetgeving dit toestaat , het Secretariaat op de hoogte van alle daarmede verband houdende feiten en stelt eventueel corrigerende maatregelen voor . Wanneer de Partij meent dat een onderzoek wenselijk is , kan dit worden uitgevoerd door een of meer door genoemde Partij speciaal hiertoe gemachtigde personen .

3 . De inlichtingen die door de Partij worden verschaft of voortvloeien uit een onderzoek zoals bedoeld in het tweede lid van dit artikel , worden behandeld tijdens de eerstvolgende Conferentie der Partijen , welke elke aanbeveling kan doen die haar goeddunkt .

Artikel XIV

Gevolgen voor binnenlandse wetgeving en internationale overeenkomsten

1 . De bepalingen van deze Overeenkomst zijn op geen enkele wijze van invloed op het recht der Partijen de volgende maatregelen te nemen :

a ) strengere binnenlandse maatregelen wat betreft de voorwaarden waaraan de handel , het in bezit nemen , het in bezit hebben of het vervoer van specimens van in bijlagen I , II en III opgenomen soorten , moeten voldoen , welke maatregelen kunnen worden uitgebreid tot een volledig verbod ; of

b ) binnenlandse maatregelen die de handel , het in bezit nemen , het in bezit hebben of het vervoer van niet in bijlage I , II of III opgenomen soorten beperken of verbieden .

2 . De bepalingen van deze Overeenkomst zijn op geen enkele wijze van invloed op de binnenlandse maatregelen of de verplichtingen der Partijen die voortvloeien uit alle verdragen , of internationale overeenkomsten betreffende andere aspecten van de handel , het in bezit nemen , het in bezit hebben of het vervoer van specimens , welke ten aanzien van elke Partij van kracht zijn of kunnen worden , met inbegrip van elke maatregel op het gebied van de douane , de volksgezondheid , de diergeneeskunde of de quarantaine van planten .

3 . De bepalingen van deze Overeenkomst zijn op geen enkele wijze van invloed op de bepalingen van of de verplichtingen die voortvloeien uit een tussen Staten reeds gesloten of nog te sluiten verdrag , een nationale of andere overeenkomst waarbij een unie of een regionale handelszone in het leven wordt geroepen die de instelling of de handhaving van gemeenschappelijke douanecontrole aan de buitengrenzen en de opheffing van douanecontrole tussen de partijen met zich brengt , voor zover deze bepalingen of verplichtingen betrekking hebben op de handel tussen de Lid-Staten van een dergelijke unie of handelszone .

4 . Een bij deze Overeenkomst Partij zijnde Staat die eveneens Partij is bij een ander verdrag , of een andere internationale overeenkomst welke van kracht is op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst en waarvan de bepalingen bescherming verlenen aan de in bijlage II opgenomen mariene soorten , wordt ontheven van de verplichtingen die hem op grond van de bepalingen van deze Overeenkomst zijn opgelegd , wat betreft de handel in specimens van in bijlage II opgenomen soorten die door in die Staat geregistreerde schepen en in overeenstemming met de bepalingen van dat andere verdrag of van die andere internationale overeenkomst , uit de zee zijn verkregen .

5 . Niettegenstaande de bepalingen van de artikelen III , IV en V is voor de uitvoer van een overeenkomstig het vierde lid van dit artikel verkregen specimen slechts een certificaat vereist van een administratieve instantie van de Staat waar dit specimen is aangevoerd , waarin wordt verklaard dat het specimen overeenkomstig de bepalingen van het andere desbetreffende verdrag , of de andere internationale overeenkomst , is verkregen .

6 . De bepalingen van deze Overeenkomst laten onverlet de codificatie en de ontwikkeling van het zeerecht door de Conferentie der Verenigde Naties over het Zeerecht , bijeengeroepen op grond van Resolutie nr . 2750 C ( XXV ) van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties , benevens de huidige of toekomstige eisen en juridische standpunten van elke Staat inzake het zeerecht en de aard en omvang van zijn rechtsmacht ten aanzien van het zeegebied langs zijn kust en de onder zijn vlag varende schepen .

Artikel XV

Wijzigingen in bijlagen I en II

1 . De volgende bepalingen zijn van toepassing met betrekking tot de wijziging van bijlagen I en II die worden voorgesteld tijdens de vergaderingen van de Conferentie der Partijen :

a ) Elke Partij kan een wijziging van bijlage I of II voorstellen ter behandeling tijdens de volgende vergadering . De tekst van het wijzigingsvoorstel wordt ten minste 150 dagen voor de vergadering aan het Secretariaat medegedeeld . Het Secretariaat raadpleegt de andere Partijen en betrokken instanties over de wijziging , overeenkomstig de bepalingen van het tweede lid , letters b ) en c ) , van dit artikel , en doet ten minste dertig dagen voor de vergadering de antwoorden toekomen aan alle Partijen .

b ) De wijzigingen worden aangenomen met een twee derde meerderheid der aanwezige en hun stem uitbrengende Partijen . In dit verband betekent " aanwezige en hun stem uitbrengende Partijen " de Partijen die aanwezig zijn en die een stem voor of tegen uitbrengen . Bij het berekenen van de voor het aannemen van de wijziging vereiste twee derde meerderheid , worden onthoudingen niet meegeteld .

c ) De tijdens een vergadering aangenomen wijzigingen worden 90 dagen na deze vergadering van kracht voor alle Partijen , met uitzondering van die welke overeenkomstig de bepalingen van het derde lid van dit artikel een voorbehoud maken .

2 . De volgende bepalingen zijn van toepassing met betrekking tot de wijzigingen van bijlagen I en II die worden voorgesteld in de periode tussen de vergaderingen van de Conferenties der Partijen :

a ) Elke Partij kan een wijziging van bijlage I of II voorstellen ter behandeling in de periode tussen de vergaderingen volgens de in dit lid vastgestelde wijze van stemming per brief .

b ) Wat betreft de mariene soorten zendt het Secretariaat de tekst van de voorgestelde wijziging direct na ontvangst door aan de Partijen . Het pleegt eveneens overleg met de intergouvernementele instellingen die op het terrein van deze soorten werkzaam zijn , in het bijzonder met het oog op het verkrijgen van wetenschappelijke gegevens die deze instanties kunnen verschaffen en het verzekeren van de coordinatie van alle door deze instanties getroffen maatregelen tot behoud van deze soorten . Het Secretariaat stelt de Partijen zo snel mogelijk op de hoogte van de door deze instanties tot uitdrukking gebrachte meningen en verschafte gegevens benevens van zijn eigen conclusies en aanbevelingen .

c ) Wat betreft de niet mariene soorten zendt het Secretariaat de tekst van de voorgestelde wijziging direct na ontvangst door aan de Partijen . Vervolgens doet het hun zo snel mogelijk zijn eigen aanbevelingen toekomen .

d ) Elke Partij kan , binnen 60 dagen na de datum waarop het Secretariaat ingevolge het bepaalde in letter b ) of c ) van dit lid zijn aanbevelingen aan de Partijen heeft doen toekomen , aan dit Secretariaat opmerkingen aangaande de voorgestelde wijziging benevens relevante wetenschappelijke gegevens en inlichtingen toezenden .

e ) Het Secretariaat deelt de Partijen zo snel mogelijk de antwoorden mede die het heeft ontvangen , vergezeld van zijn eigen aanbevelingen .

f ) Indien het Secretariaat geen bezwaar tegen de voorgestelde wijziging heeft ontvangen binnen 30 dagen na de datum waarop het de op grond van het bepaalde in letter e ) van dit lid ontvangen antwoorden en aanbevelingen heeft medegedeeld , wordt de wijziging 90 dagen later van kracht voor alle Partijen met uitzondering van die welke overeenkomstig het bepaalde in het derde lid van dit artikel een voorbehoud maken .

g ) Indien het Secretariaat een bezwaar van een Partij ontvangt , moet over de voorgestelde wijziging overeenkomstig het bepaalde in de letters h ) , i ) en j ) van dit lid per brief worden gestemd .

h ) Het Secretariaat stelt de Partijen in kennis van een ingediend bezwaar .

i ) Tenzij het Secretariaat de stemmen voor of tegen of de onthoudingen van ten minste de helft der Partijen heeft ontvangen binnen 60 dagen na de datum der kennisgeving overeenkomstig letter h ) van dit lid , wordt de voorgestelde wijziging verwezen naar de volgende vergadering van de Conferentie om opnieuw te worden behandeld .

j ) Mits door ten minste de helft der Partijen een stem is uitgebracht , wordt de voorgestelde wijziging aangenomen bij een meerderheid van twee derde der Partijen die hetzij één stem voor , hetzij één stem tegen hebben uitgebracht .

k ) Het Secretariaat stelt alle Partijen in kennis van het resultaat der stemming .

l ) Indien de voorgestelde wijziging is aangenomen , wordt zij 90 dagen na de datum van kennisgeving door het Secretariaat van de aanvaarding van kracht voor alle Partijen , met uitzondering van die welke overeenkomstig de bepalingen van het derde lid van dit artikel een voorbehoud maken .

3 . Tijdens de periode van 90 dagen zoals bedoeld in letter c ) van het eerste lid of in letter l ) van het tweede lid van dit artikel , kan elke Partij , door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de depot-Regering , een voorbehoud maken ten aanzien van de wijziging . Zolang dit voorbehoud niet is ingetrokken , wordt deze Partij beschouwd als een Staat die geen Partij is bij deze Overeenkomst wat betreft de handel in bedoelde soorten .

Artikel XVI

Bijlage III en wijzigingen van deze bijlage

1 . Elke Partij kan te allen tijde aan het Secretariaat een lijst voorleggen van soorten , waarvan hij verklaart dat hij hen , binnen de grenzen van zijn bevoegdheid , tot het onderwerp heeft gemaakt van een regeling ter verwezenlijking van de in het derde lid van artikel II voorziene doeleinden . Bijlage III bevat de namen van de Partijen die de soort daarop hebben doen opnemen , de wetenschappelijke namen van die soorten en de delen der betreffende dieren en planten en de hieruit verkregen produkten welke uitdrukkelijk worden vermeld met betrekking tot de soort overeenkomstig het bepaalde in letter b ) van artikel I .

2 . Elke ingevolge het bepaalde in het eerste lid van dit artikel voorgelegde lijst , wordt door het Secretariaat zo spoedig mogelijk na ontvangst aan de Partijen medegedeeld . De lijst wordt als een integrerend deel van bijlage III van kracht 90 dagen na de datum van een dergelijke mededeling . Elke Partij kan , te allen tijde na ontvangst van deze lijst , door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de depot-Regering , een voorbehoud ten aanzien van elke soort , elk deel van of elk produkt verkregen uit de betreffende dieren of planten , indienen en zolang dit voorbehoud niet is ingetrokken , wordt die Staat beschouwd als een Staat die geen Partij bij deze Overeenkomst is wat betreft de handel in de soort of het deel van of het verkregen produkt uit de betreffende dieren of planten .

3 . Een Partij die een soort in bijlage III heeft laten opnemen , kan dit te allen tijde weer ongedaan maken door middel van een schriftelijke kennisgeving aan het Secretariaat dat alle Partijen hiervan in kennis stelt . De ongedaanmaking wordt 30 dagen na de datum van deze kennisgeving van kracht .

4 . Elke Partij die op grond van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel een lijst voorlegt , doet aan het Secretariaat een afschrift toekomen van alle binnenlandse wetten en bepalingen die van toepassing zijn op de bescherming van deze soorten , vergezeld van alle toelichtingen die de Partij nodig acht of welke het Secretariaat haar kan vragen . Zolang deze soorten in bijlage III opgenomen blijven , doet de Partij mededeling van elke wijziging in deze wetten en bepalingen of elke nieuwe toelichting , zodra deze zijn aangenomen .

Artikel XVII

Wijziging van de Overeenkomst

1 . Indien ten minste een derde der Partijen hiertoe een schriftelijk verzoek indient wordt door het Secretariaat een buitengewone vergadering van de Conferentie der Partijen uitgeschreven , ten einde wijzigingen in deze Overeenkomst te behandelen en aan te nemen . Deze wijzigingen worden aangenomen met een meerderheid van twee derde der aanwezige en hun stem uitbrengende Partijen . In dit verband betekent " aanwezige en hun stem uitbrengende Partijen " de Partijen die aanwezig zijn en die een stem voor of tegen uitbrengen . Bij het berekenen van de voor het aannemen van een wijziging vereiste twee derde meerderheid , worden onthoudingen niet meegeteld .

2 . Het Secretariaat doet de tekst van elk wijzigingsvoorstel ten minste 90 dagen voor de zitting van de Conferentie aan alle Partijen toekomen .

3 . Een wijziging wordt van kracht voor de Partijen die deze hebben goedgekeurd op de zestigste dag nadat twee derde der Partijen een akte van goedkeuring van de wijziging bij de depot-Regering hebben nedergelegd . Vervolgens wordt de wijziging voor elke andere Partij van kracht 60 dagen na de nederlegging door genoemde Partij van haar akte van goedkeuring van de wijziging .

Artikel XVIII

Regeling van geschillen

1 . Over elk tussen twee of meer Partijen bij deze Overeenkomst gerezen geschil ten aanzien van de interpretatie of de toepassing van de bepalingen van deze Overeenkomst , wordt tussen bij het geschil betrokken Partijen onderhandeld .

2 . Indien het geschil niet overeenkomstig de in het eerste lid van dit artikel kan worden geregeld , kunnen de Partijen met wederzijds goedvinden het geschil aan arbitrage onderwerpen , met name aan die van het Permanente Hof van Arbitrage te 's-Gravenhage ; de Partijen die het geschil aan arbitrage hebben onderworpen , zijn door de arbitrale uitspraak gebonden .

Artikel XIX

Ondertekening

Deze Overeenkomst staat open voor ondertekening te Washington tot 30 april 1973 en na deze datum te Bern tot 31 december 1974 .

Artikel XX

Bekrachtiging , aanvaarding , goedkeuring

Deze Overeenkomst moet worden bekrachtigd , aanvaard of goedgekeurd . De akten van bekrachtiging , aanvaarding of goedkeuring worden nedergelegd bij de Regering van de Zwitserse Bondsstaat die optreedt als depot-Regering .

Artikel XXI

Toetreding

Deze Overeenkomst staat voor onbepaalde tijd open voor toetreding . De akten van toetreding worden nedergelegd bij de depot-Regering .

Artikel XXII

Inwerkingtreding

1 . Deze Overeenkomst treedt in werking 90 dagen na de nederlegging van de tiende akte van bekrachtiging , aanvaarding , goedkeuring of toetreding bij de depot-Regering .

2 . Voor elke Staat die deze Overeenkomst bekrachtigt , aanvaardt , goedkeurt of daartoe toetreedt na de nederlegging van de tiende akte van bekrachtiging , aanvaarding , goedkeuring of toetreding , treedt deze Overeenkomst in werking 90 dagen na de nederlegging door die Staat van zijn akte van bekrachtiging , aanvaarding , goedkeuring of toetreding .

Artikel XXIII

Voorbehouden

1 . Ten aanzien van deze Overeenkomst kunnen geen algemene voorbehouden worden gemaakt . Overeenkomstig het bepaalde in dit artikel en in de artikelen XV en XVI kunnen slechts bijzondere voorbehouden worden gemaakt .

2 . Elke Staat kan bij de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging , aanvaarding , goedkeuring of toetreding , een bijzonder voorbehoud maken betreffende :

a ) elke in bijlage I , II of III opgenomen soort ; of

b ) alle delen van of alle produkten verkregen uit een dier of een plant van een in bijlage III opgenomen soort .

3 . Zolang een Partij haar op grond van de bepalingen van dit artikel gemaakt voorbehoud niet intrekt , wordt deze beschouwd als een Staat die geen Partij bij deze Overeenkomst is wat betreft de handel in soorten , delen van of produkten verkregen uit een dier of een plant , zoals nader aangeduid in genoemd voorbehoud .

Artikel XXIV

Opzegging

Elke Partij kan deze Overeenkomst opzeggen door middel van een aan de depot-Regering gerichte schriftelijke kennisgeving . De opzegging treedt in werking twaalf maanden nadat de depot-Regering deze kennisgeving heeft ontvangen .

Artikel XXV

Depositaris

1 . Het oorspronkelijke exemplaar van deze Overeenkomst , waarvan de Chinese , de Engelse , de Franse , de Russische en de Spaanse tekst gelijkelijk authentiek zijn , wordt nedergelegd bij de depot-Regering die daarvan voor eensluidend gewaarmerkte afschriften doet toekomen aan alle Staten die haar hebben ondertekend of die akten van toetreding tot deze Overeenkomst hebben nedergelegd .

2 . De depot-Regering stelt de ondertekenende en tot deze Overeenkomst toetredende Staten en het Secretariaat in kennis van de ondertekeningen , de nederlegging van akten van bekrachtiging , aanvaarding , goedkeuring of toetreding , de inwerkingtreding van deze Overeenkomst , wijzigingen daarvan , de indiening en intrekking van voorbehouden en kennisgevingen van opzegging .

3 . Zodra deze Overeenkomst in werking is getreden , doet de depot-Regering een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van deze Overeenkomst toekomen aan het Secretariaat der Verenigde Naties ter registratie en publikatie overeenkomstig artikel 102 van het Handvest der Verenigde Naties .

Ten blijke waarvan de ondergetekende Gevolmachtigden , hiertoe behoorlijk gemachtigd , deze Overeenkomst hebben ondertekend .

Gedaan te Washington drie maart negentienhonderd drieënzeventig .

BIJLAGEN I EN II ( 1 )

Interpretatie

1 . De in deze bijlagen opgenomen soorten worden aangeduid :

a ) door de naam of de soort ; of

b ) door de verzamelnaam der soorten die behoren tot een hoger taxon of een aangegeven deel daarvan .

2 . De afkorting " spp . " dient ter aanduiding van alle soorten van een hoger taxon .

3 . Andere verwijzingen naar taxa die hoger dan de soort zijn , worden uitsluitend ter informatie of classificatie gegeven .

4 . De afkorting " p.e . " wordt gebruikt ter aanduiding van mogelijk uitgestorven soorten .

5 . Een sterretje ( * ) achter de naam van een soort of een hoger taxon betekent dat één of meer geografisch geïsoleerde populaties , ondersoorten of soorten van die soort of dat taxon in bijlage I zijn opgenomen en dat die populaties , ondersoorten of soorten niet in bijlage II zijn opgenomen .

6 . Twee sterretjes ( * * ) achter de naam van een soort of een hoger taxon betekenen dat een of meer geografisch geïsoleerde populaties , ondersoorten of soorten van die soort of dat taxon in bijlage II zijn opgenomen en dat die populaties , ondersoorten of soorten niet in bijlage I zijn opgenomen .

7 . Het teken " + " gevolgd door een nummer , geplaatst achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat alleen nader aangegeven geografisch geïsoleerde populaties , ondersoorten of soorten van die soort of taxon zijn opgenomen in de betrokken bijlage en wel als volgt :

  • 201 Zuid-Amerikaanse populatie
  • 202 Populaties in Bhoetan , India , Nepal en Pakistan
  • 203 Italiaanse populatie
  • 204 Alle ondersoorten in Noord-Amerika
  • 205 Aziatische populatie
  • 206 Indiase populatie
  • 207 Australische populatie
  • 208 Populatie in de Himalaya
  • 209 Alle soorten in Nieuw-Zeeland
  • 210 Chileense populatie
  • 211 Alle soorten van de familie in de beide Amerika's
  • 212 Australische populatie .

8 . Het teken " - " gevolgd door een nummer , geplaatst achter de naam van een soort of hoger taxon betekent de uitsluiting uit de betrokken bijlage van de aangegeven geografisch geïsoleerde populaties , ondersoorten , soorten , groepen soorten of families van dat soort of taxon en wel als volgt :

  • 101 Populaties in Bhoetan , India , Nepal en Pakistan
  • 102 Panthera tigris altaica ( = amurensis )
  • 103 Australische populatie
  • 104 Cathartidae
  • 105 Populatie in Noord-Amerika met uitzondering van Groenland
  • 106 Populatie in de Verenigde Staten van Amerika
  • 107 Melopsittacus undulatus , Nymphicus hollandicus et Psittacula krameri
  • 108 Populatie in Papoea-Nieuw-Guinea
  • 109 Chileense populatie
  • 110 Alle soorten die geen succulenten zijn .

9 . Het teken " > " gevolgd door een cijfer achter de naam van een soort of een hoger taxon dient om delen of produkten te omschrijven die in dit verband ter fine van de onderhavige overeenkomst zijn vermeld , als volgt :

> 1 ter omschrijving van wortels ,

> 2 ter omschrijving van hout ,

> 3 ter omschrijving van stammen .

( 1 ) De vermeldingen " ( C 1 ) " of " ( C 2 ) " achter de naam van een soort of hoger taxon betekenen dat een of meer ondersoorten of soorten van die soort of dat taxon voorkomen in bijlage C , deel 1 of deel 2 van de verordening .

  • Bijlage I * Bijlage II *

FAUNA

MAMMALIA

MONOTREMATA * * *

Tachyglossidae * * Zaglossus spp . ( C 2 ) *

MARSUPIALIA * * *

Macropodidae * Bettongia spp . * *

  • Caloprymnus campestris p.e . * *
  • * Dendrolagus bennettianus ( C 2 ) *
  • * Dendrolagus lumholtzi ( C 2 ) *
  • * Dendrolagus inustus ( C 2 ) *
  • * Dendrolagus ursinus ( C 2 ) *
  • Lagorchestes hirsutus * *
  • Lagostrophus fasciatus * *
  • Onychogalea frenata * *
  • Onychogalea lunata * *

Phalangeridae * * Phalanger maculatus *

  • * Phalanger orientalis *

Burramyidae * * Burramys parvus *

  • Bijlage I * Bijlage II *

Vombatidae * Lasiorhinus krefftii * *

Peramelidae * Chaeropus ecaudatus p.e . * *

  • Macrotis lagotis * *
  • Macrotis leucura * *
  • Perameles bougainville * *

Dasyuridae * Sminthopsis longicaudata * *

  • Sminthopsis psammophila * *

Thylacinidae * Thylacinus cynocephalus p.e . * *

INSECTIVORA * * *

Erinaceidae * * Erinaceus frontalis *

PRIMATES * * PRIMATES spp . ( * ) ( C 2 ) *

Lemuridae * Allocebus spp . * *

  • Cheirogaleus spp . * *
  • Hapalemur spp . * *
  • Lemur spp . * *
  • Lepilemur spp . * *
  • Microcebus spp . * *
  • Phaner spp . * *

Indriidae * Avahi spp . * *

  • Indri spp . * *
  • Propithecus spp . * *

Daubentoniidae * Daubentonia madagascariensis * *

Callithricidae * Callimico goeldii * *

  • Callithrix aurita * *
  • Callithrix flaviceps * *
  • Bijlage I * Bijlage II *

Callithricidae * Leontopithecus ( = Leontideus ) spp . * *

  • Saguinus bicolor * *
  • Saguinus leucopus * *
  • Saguinus oedipus ( geoffroyi ) * *

Cebidae * Alouatta palliata ( villosa ) * *

  • Ateles geoffroyi frontatus * *
  • Ateles geoffroyi panamensis * *
  • Brachyteles arachnoides * *
  • Cacajao spp . * *
  • Chiropotes albinasus * *
  • Saimiri oerstedii * *

Cercopithecidae * Cercocebus galeritus galeritus * *

  • Cercopithecus diana * *
  • Colobus badius kirkii * *
  • Colobus badius rufomitratus * *
  • Macaca silanus * *
  • Nasalis larvatus * *
  • Papio ( = Mandrillus ) leucophaens * *
  • Papio ( = Mandrillus ) sphinx * *
  • Presbytis entellus * *
  • Presbytis geei * *
  • Presbytis pileatus * *
  • Presbytis potenziani * *
  • Pygathrix nemaeus * *
  • Simias concolor * *
  • Bijlage I * Bijlage II *

Hylobatidae * Hylobates spp . * *

  • Symphalangus syndactylus * *

Pongidae * Pongidae spp . * *

EDENTATA * * *

Myrmecophagidae * * Myrmecophaga tridactyla ( C 1 ) *

  • * Tamandua tetradactyla chapadensis ( C 1 ) *

Bradypodidae * * Bradypus boliviensis *

Dasypodidae * Priodontes giganteus ( = maximus ) * *

PHOLIDOTA * * *

Manidae * * Manis crassicaudata ( C 1 ) *

  • * Manis javanica ( C 1 ) *
  • * Manis pentadactyla ( C 1 ) *
  • Manis temmincki * *

LAGOMORPHA * * *

Leporidae * Caprolagus hispidus * *

  • * Nesolagus netscheri *
  • Romerolagus diazi * *

RODENTIA * * *

Sciuridae * Cynomys mexicanus * *

  • * Lariscus hosei *
  • * Ratufa spp . ( C 1 ) *

Heteromyidae * * Dipodomys phillipsii phillipsii *

Muridae * Leporillus conditor * *

  • * Notomys spp . *
  • Pseudomys fumeus * *
  • Bijlage I * Bijlage II *

Muridae * Pseudomys praeconis * *

  • * Pseudomys shortridgei *
  • Xeromys myoides * *
  • Zyzomys pedunculatus * *

Chinchillidae * Chinchilla spp . + 201 * *

CETACEA * * CETACEA spp . ( * ) ( C 1 ) *

Platanistidae * Lipotes vexillifer * *

  • Platanista spp . * *

Physetaridae * Physeter catodon ( = macrocephalus ) * *

Delphinidae * Sotalia spp . * *

  • Sousa spp . * *

Phocaenidae * neophocaena phocaenoides * *

  • Phocoena sinus * *

Eschrichtidae * Eschrichtius robustus ( glaucus ) * *

Balaenopteridae * Balaenoptera borealis * *

  • Balaenoptea musculus * *
  • Balaenoptera physalus * *
  • Megaptera novaeangliae * *

Balaenidae * Balaena mysticetus * *

  • Eubalaena spp . * *

CARNIVORA * * *

Canidae * Canis lupus ( * * ) + 202 * Canis lupus ( * ) - 101 ( C 2 ) *

  • * Chrysocyon brachyurus ( C 2 ) *
  • Bijlage I * Bijlage II *

Canidae * * Cuon alpinus *

  • * Dusicyon culpaeus *
  • * Dusicyon fulvipes *
  • * Dusicyon griseus *
  • Speothos venaticus * *
  • * Vulpes cana *
  • Vulpes velox hebes * *

Ursidae * Helarctos malayanus * *

  • Selenarctos thibetanus * *
  • Tremarctos ornatus * *
  • Ursus arctos ( * * ) + 203 * Ursus arctos ( * ) + 204 *
  • Ursus arctos isabellinus * *
  • Ursus arctos nelsoni * *
  • Ursus arctos pruinosus * *
  • * Ursus ( = Thalarctos ) maritimus ( C 2 ) *

Procyonidae * * Ailurus fulgens ( C 2 ) *

Mustelidae * Aonyx microdon * *

  • * Conepatus humboldti *
  • Enhydra lutris nereis * *
  • Lutra felina * *
  • Lutra longicaudis ( platensis / annectens ) * *
  • Lutra lutra * *
  • Lutra provocax * *
  • * Lutrinae spp . ( * ) ( C 2 : Lutra enudris Lutra incarum ) *
  • Mustela nigripes * *
  • Pteronura brasiliensis * *
  • Bijlage I * Bijlage II *

Viverridae * * Cryptoprocta ferox *

  • * Cynogale bennetti ( C 1 ) *
  • * Eupleres goudotii ( C 1 ) *
  • * Eupleres major ( C 1 ) *
  • * Fossa fossa ( C 1 ) *
  • * Hemigalus derbyanus *
  • * Prionodon linsang ( C 1 ) *
  • Prionodon pardicolor * *

Hyaenidae * Hyaena brunnea * *

Felidae * * Felidae spp . ( * ) ( C 2 : Felis bengalensis ( * ) *

  • * Felis concolor ( * ) *
  • * Felis geoffroyi *
  • * Felis pajeros *
  • * Felis pardalis ( * ) *
  • * Felis serval *
  • * Felis tigrina ( * ) *
  • * Felis wiedii ( * ) *
  • * Felis yagouaroundi ( * ) *
  • * Felis lynx ( * ) *
  • * Felis sylvestris ) *
  • Acinonyx jubatus * *
  • Felis bengalensis bengalenis * *
  • Felis caracal ( * * ) + 205 * *
  • Felis concolor coryi * *
  • Felis concolor costaricensis * *
  • Felis concolor cougar * *
  • Felis jacobita * *
  • Felis marmorata * *
  • Bijlage I * Bijlage II *

Felidae * Felis nigripes * *

  • Felis pardalis mearnsi * *
  • Felis pardalis mitis * *
  • Felis planiceps * *
  • Felis rubiginosa ( * * ) + 206 * *
  • Felis ( Lynx ) rufa escuinapae * *
  • Felis temmincki * *
  • Felis tigrina oncilla * *
  • Felis wiedii nicaraguae * *
  • Felis wiedii salvinia * *
  • Felis yagouaroundi cacomitli * *
  • Felis yagouaroundi fossata *
  • Felis yagouaroundi panamensis * *
  • Felis yagouaroundi tolteca * *
  • Neofelis nebulosa * *
  • Panthera leo persica * *
  • Panthera onca * *
  • Panthera pardus * *
  • Panthera tigris ( * * ) - 102 * *
  • Panthera uncia * *

PINNIPEDIA * * *

Otariidae * * Arctocephalus spp . ( * ) *

  • Arctocephalus townsendi * *

Phocidae * * Mirounga angustirostris ( C 1 ) *

  • * Mirounga leonina ( C 1 ) *
  • Monachus spp . * *

TUBULIDENTATA * * *

Orycteropodidae * * Orycteropu * afer *

  • Bijlage I * Bijlage II *

PROBOSCIDEA * * *

Elephantidae * Elephas maximus * *

  • * Loxodonta africana *

SIRENIA * * *

Dugongidae * Dugong dugon ( * * ) - 103 * Dugong dugon ( * ) + 207 ( C 1 ) *

Trichechidae * Trichechus inunguis * *

  • Trichechus manatus * *
  • * Trichechus senegalensis ( C 1 ) *

PERISSODACTYLA * * *

Equidae * Equus grevyi * *

  • * Equus hemionus ( * ) ( C 1 ) *
  • Equus hemionus hemionus * *
  • Equus hemionus khur * *
  • Equus przewalskii * *
  • * Equus zebra hartmannae ( C 1 ) *
  • Equus zebra zebra * *

Tapiridae * Tapirus bairdii * *

  • Tapirus indicus * *
  • Tapirus pinchaque * *
  • * Tapirus terrestris ( C 1 ) *

Rhinocerotidae * Rhinocerotidae spp . * *

ARTIODACTYLA * * *

Suidae * Babyrousa babyrussa * *

  • Sus salvanius * *

Hippopotamidae * * Choeropsis liberiensis ( C 2 ) *

Camelidae * * Lama guanicoe *

  • Vicugna vicugna * *

Cervidae * Axis ( = Hyelaphus ) calamianensis * *

  • Bijlage I * Bijlage II *

Cervidae * Axis ( = Hyelaphus ) kuhli * *

  • Axis ( = Hyelaphus ) porcinus annamiticus * *
  • Blastocerus dichotomus * *
  • Cervus duvauceli * *
  • * Cervus elaphus bactrianus *
  • Cervus elaphus hanglu * *
  • Cervus eldi * *
  • Dama mesopotamica * *
  • Hippocamelus antisensis * *
  • Hippocamelus bisulcus * *
  • * Moschus spp . ( * ) *
  • Moschus moschiferus ( * * ) + 208 * *
  • Ozotoceros bezoarticus * *
  • * Pudu mephistophiles ( C 2 ) *
  • Pudu pudu * *

Antilocapridae * * Antilocapra americana mexicana ( C 1 ) *

  • Antilocapra americana peninsularis * *
  • Antilocapra americana sonoriensis * *

Bovidae * * Addax nasomaculatus *

  • Bison bison athabascae * *
  • Bos gaurus * *
  • Bos ( grunniens ) mutus * *
  • Bubalus ( = Anoa ) depressicornis * *
  • Bubalus ( = Anoa ) mindorensis * *
  • Bubalus ( = Anoa ) quarlesi * *
  • * Capra falconeri ( * ) ( C 1 ) *
  • Bijlage I * Bijlage II *

Bovidae * Capra falconeri chiltanensis * *

  • Capra falconeri jerdoni * *
  • Capra falconeri megaceros * *
  • Capricornis sumatraensis * *
  • * Cephalophus monticola *
  • * Damaliscus dorcas dorcas *
  • * Hippotragus equinus *
  • Hippotragus niger variani * *
  • * Kobus leche *
  • Nemorhaedus goral * *
  • Novibos ( = Bos ) sauveli * *
  • * Oryx ( tao ) dammah ( C 1 ) *
  • Oryx leucoryx * *
  • * Ovis ammon ( * ) ( C 2 ) *
  • Ovis ammon hodgsoni * *
  • * Ovis canadensis *
  • Ovis orientalis ophion * *
  • Ovis vignei * *
  • Pantholops hodgsoni * *
  • Rupicapra rupicapra ornata * *

AVES

RHEIFORMES * * *

Rheidae * Pterocnemia pennata * *

  • * Rhea americana albescens *

TINAMIFORMES * * *

Tinamidae * * Rhynchotus rufescens maculicollis *

  • * Rhynchotus rufescens pallescens *
  • Bijlage I * Bijlage II *

Tinamidae * * Rhynchotus rufescens rufescens *

  • Tinamus solitarius * *

SPHENISCIFORMES * * *

Spheniscidae * * Spheniscus demersus ( C 1 ) *

PODICIPEDIFORMES * * *

Podicipedidae * Podilymbus gigas * *

PROCELLARIIFORMES * * *

Diomedeidae * Diomedea albatrus * *

PELECANIFORMES * * *

Palecanidae * * Pelecanus crispus ( C 1 ) *

Sulidae * Sula abbotti * *

Fregatidae * Fregata andrewsi * *

CICONIIFORMES * * *

Ciconiidae * Ciconia ciconia boyciana * *

  • * Ciconia nigra ( C 1 ) *

Threskiornithidae * * Geronticus calvus *

  • Geronticus eremita * *
  • Nipponia nippon * *
  • * Platealea leucorodia ( C 1 ) *

Phoenicopteridae * * Phoenicoparrus andinus ( C 1 ) *

  • * Phoenicoparrus jamesi ( C 1 ) *
  • * Phoenicopterus ruber chilensis ( C 1 ) *
  • * Phoenicopterus ruber ruber ( C 1 ) *

ANSERIFORMES * * *

Anatidae * * Anas aucklandica aucklandica ( C 2 ) *

  • * Anas aucklandica chlorotis ( C 2 ) *
  • Bijlage I * Bijlage II *

Anatidae * Anas aucklandica nesiotis * *

  • * Anas bernieri ( C 2 ) *
  • Anas laysanensis * *
  • Anas oustaleti * *
  • * Anser albifrons gambelli *
  • Branta canadensis leucopareia * *
  • * Branta ruficollis ( C 1 ) *
  • Branta sandvicensis * *
  • Cairina scutulata * *
  • * Coscoroba coscoroba ( C 1 ) *
  • * Cygnus bewickii jankowskii ( C 1 ) *
  • * Cygnus melancoryphus *
  • * Dendrocygna arborea *
  • Rhodonessa caryophyllacea p.e . * *
  • * Sarkidiornis melanotos *

FALCONIFORMES * * FALCONIFORMES spp . ( * ) - 104 ( C 1 ) *

Cathartidae * Gymnogyps californianus * *

  • Vultur gryphus * *

Accipitridae * Aquila heliaca * *

  • Chondrohierax wilsonii * *
  • Haliaeetus albicilla * *
  • Haliaeetus leucocephalus * *
  • Harpia harpyja * *
  • Pithecophaga jefferyi * *

Falconidae * Falco araea * *

  • Falco newtoni aldabranus * *
  • Falco peregrinus ( peligrinoides/babylonicus ) * *
  • Falco punctatus * *
  • Falco rusticolus ( * * ) - 105 * *
  • Bijlage I * Bijlage II *

GALLIFORMES * * *

Magapodiidae * Macrocephalon maleo * *

  • * Megapodius freycinet abbotti *
  • * Megapodius freycinet nicobariensis *

Cracidae * Crax blumenbachii * *

  • Mitu mitu mitu * *
  • Creophasis darbianus * *
  • Penelope albipennis * *
  • Pipile jacutinga * *
  • Pipile pipile pipile * *

Tetraonidae * * Lyrurus mlokosiewiczi *

  • Tympanuchus cupido attwateri * *

Phasianidae * * Argusianus argus ( C 1 ) *

  • Catraeus wallichii * *
  • Colinus virginianus ridgwayi * *
  • Crossoptilon crossoptilon * *
  • Crossoptilon mantchuricum * *
  • * Cyrtonyx montezumae mearnsi - 106 ( C 1 ) *
  • * Cyrtonyx montezumae montezumae ( C 1 ) *
  • * Francolinus ochropectus ( C 1 ) *
  • * Francolinus swierstrai ( C 1 ) *
  • * Gallus sonneratii ( C 1 ) *
  • * Ithaginis cruentus ( C 1 ) *
  • Lophophorus impejanus * *
  • Lophophorus lhuysii * *
  • Lophophorus sclateri * *
  • Bijlage I * Bijlage II *

Phasianidae * Lophura edwardsi * *

  • Lophura imperialis * *
  • Lophura swinhoii * *
  • * Pavo muticus *
  • * Polyplectron bicalcaratum ( C 1 ) *
  • Polyplectron emphanum * *
  • * Polyplectron germaini ( C 1 ) *
  • * Polyplectron malacense ( C 1 ) *
  • Syrmaticus ellioti * *
  • Syrmaticus humiae * *
  • Syrmaticus mikado * *
  • Tetraogallus caspius * *
  • Tetraogallus tibetanus * *
  • Tragopan blythii * *
  • Tragopan caboti * *
  • Tragopan melanocephalus * *

GRUIFORMES * * *

Turnicidae * * Turnix melanogaster *

Pedionomidae * * Pedionomus torquatus *

Gruidae * * Balearica regulorum *

  • Grus americana * *
  • Grus canadensis nesiotes * *
  • * Grus canadensis pratensis ( C 1 ) *
  • Grus canadensis pulla * *
  • Grus japonensis * *
  • Grus leucogeranus * *
  • Grus monacha * *
  • Grus nigricollis * *
  • Bijlage I * Bijlage II *

Gruidae * Grus vipio * *

Rallidae * * Gallirallus australis hectori ( C 2 ) *

  • Tricholimnas sylvestris * *

Rhynochetidae * Rhynochetos jubatus * *

Otididae * Chlamydotis undulata * *

  • Choriotis nigriceps * *
  • Eupodotis bengalensis * *
  • * Otis tarda ( C 1 ) *

CHARADRIIFORMES * * *

Scolopacidae * Numenius borealis * *

  • * Numenius minutus *
  • * Numenius tenuirostris ( C 1 ) *
  • Tringa guttifer * *

Laridae * * Larus brunnicephalus ( C 1 ) *

  • Larus relictus * *

COLUMBIFORMES * * *

Columbidae * Caloenas nicobarica * *

  • Ducula mindorensis * *
  • * Gallicolumba luzonica ( C 2 ) *
  • * Goura cristata ( C 1 ) *
  • * Goura scheepmakeri ( C 1 ) *
  • * Goura victoria *

PSITTACIFORMES * * PSITTACIFORMES spp . - 107 *

  • * Psittaciformes ( C 2 : Psittacidae spp . - 107 ) *

Psittacidae * Amazona arausiaca * *

  • Bijlage I * Bijlage II *

Psittacidae * Amazona barbadensis * *

  • Amazona brasiliensis * *
  • Amazona guildingii * *
  • Amazona imperialis * *
  • Amazona leucocephala * *
  • Amazona pretrei pretrei * *
  • Amazona rhodocorytha * *
  • Amazona versicolor * *
  • Amazona vinacea * *
  • Amazona vittata * *
  • Anodorhynchus glaucus p.e . * *
  • Anodorhynchus leari * *
  • Aratinga guaruba * *
  • Cyanopsitta spixii * *
  • Cyanoramphus auriceps forbesi * *
  • Cyanoramphus novaezelandiae * *
  • Cyclopsitta ( = Opopsitta ) diophtalma coxeni * *
  • Geopsittacus occidentalis p.e . * *
  • Neophema chrysogaster * *
  • Pezoporus wallicus * *
  • Pionopsitta pileata * *
  • Psephotus chrysopterygius * *
  • Psephotus pulcherrimus p.e . * *
  • Psittacula krameri echo * *
  • Bijlage I * Bijlage II *

Psittacidae * Psittacus erithacus princeps * *

  • Pyrrhura cruentata * *
  • Rhynchopsitta spp . * *
  • Strigops habroptilus * *

CUCULIFORMES * * *

Musophagidae * * Gallirex porphyreolophus ( C 1 ) *

  • * Tauraco corythaix ( C 1 ) *

STRIGIFORMES * * STRIGIFORMES spp . ( * ) ( C 1 ) *

Thytonidae * Tyto soumagnei * *

Strigidae * Athene blewitti * *

  • Ninox novaeseelandiae royana * *
  • Ninox squamipila natalis * *
  • Otus gurneyi * *

APODIFORMES * * *

Trochilidae * Ramphodon dohrnii * *

TROGONIFORMES * * *

Trogonidae * Pharomachrus miconno costaricensis * *

  • Pharomachrus mocinno mocinno * *

CORACIIFORMES * * *

Bucerotidae * * Aceros narcondami ( C 1 ) *

  • * Buceros bicornis ( * ) ( C 1 ) *
  • Buceros bicornis homrai * *
  • * Buceros hydrocorax hydrocorax ( C 1 ) *
  • * Buceros rhinoceros rhinoceros ( C 1 ) *
  • Rhinoplax vigil * *
  • Bijlage I * Bijlage II *

PICIFORMES * * *

Picidae * Campephilus imperialis * *

  • Dryocupus javensis richardsi * *
  • * Picus squamatus flavirostris ( C 1 ) *

PASSERIFORMES * * *

Pittidae * * Pitta brachyura nympha ( C 2 ) *

  • Pitta kochi * *

Cotingidae * Cotinga maculata * *

  • * Rupicola peruviana ( C 2 ) *
  • * Rupicola rupicola ( C 2 ) *
  • Xipholena atropurpurea * *

Atrichornithidae * Atrichornis clamosa * *

Hirundinidae * * Pseudochelidon sirintarae ( C 1 ) *

Muscicapidae * Dasyornis brachypterus longirostris p.e . * *

  • Dasyornis broadbenti littoralis p.e . * *
  • * Muscicapa ruecki *
  • Picathartes gymnocephalus * *
  • Picathartes oreas * *
  • * Psophodes nigrogularis ( C 2 ) *

Zosteropidae * Zosterops albogularis * *

Meliphagidae * Meliphaga cassidix * *

Fringillidae * Spinus cucullatus * *

  • * Spinus yarrellii *

Estrildidae * * Emblema oculata *

  • * Poephila cincta cincta *
  • Bijlage I * Bijlage II *

Sturnidae * Leucopsar rothschildi * *

Paradisaeidae * * Paradisaeidae spp . ( C 1 ) *

REPTILIA

TESTUDINATA * * Dermatemys mawii *

Dermatemytidae * * *

Emydidae * Batagur baska * *

  • * Clemmys muhlenbergi *
  • Geoclemys ( = Damonia ) hamiltonii * *
  • Geomyda ( = Nicoria ) tricarinata * *
  • Kachuga tecta tecta * *
  • Morenia ocellata * *
  • Terrapene coahuila * *

Testudinidae * * Testudinidae spp . ( * ) ( C 2 ) *

  • * ( C 1 : Testudo graeca *
  • * Testudo hermanni *
  • * Testudo marginata ) *
  • Geochelone ( = Testudo ) elephantopus * *
  • Geochelone ( = Testudo ) radiata * *
  • Geochelone ( = Testudo ) yniphora * *
  • Geopherus flavomarginatus * *
  • Psammobates ( = Testudo ) geometrica * *

Cheloniidae * Cheloniidae spp . * *

Dermochelyidae * Dermochelys coriacea * *

  • Bijlage I * Bijlage II *

Trionychidae * Lissemys punctata punctata * *

  • Trionyx ater * *
  • Trionyx gangeticus * *
  • Trionyx hurum * *
  • Trionyx nigricans * *

Pelomedusidae * * Podocnemis spp . ( C 2 ) *

Chelidae * Pseudemydura umbrina * *

CROCODYLIA * * *

Alligatoridae * * Alligatoridae spp . ( * ) ( C 2 ) *

  • Alligator sinensis * *
  • Caiman crocodilus apaporiensis * *
  • Caiman latirostris * *
  • Melanosuchus niger * *

Crocodylidae * * Crocodylidae spp . ( * ) ( C 2 ) *

  • Crocodylus acutus * *
  • Crocodylus cataphractus * *
  • Crocodylus intermedius * *
  • Crocodylus moreletii * *
  • Crocodylus niloticus * *
  • Crocodylus novaeguineae mindorensis * *
  • Crocodylus palustris * *
  • Crocodylus porosus ( * * ) - 108 * *
  • Crocodylus rhombifer * *
  • Crocodylus siamensis * *
  • Osteolaemus tetraspis * *
  • Bijlage I * Bijlage II *

Crocodylidae * Tomistoma schlegelii * *

Gavialidae * Gavialis gangeticus * *

RHYNCHOCEPHALIA * * *

Sphenodontidae * Sphenodon puncatus * *

SAURIA * * *

Gekkonidae * * Cyrtodactyhus serpensinsula *

  • * Phelsuma spp . ( C 2 ) *

Pygopodidae * * Paradelma orientalis *

Agamidae * * Uromastyx spp . ( C 2 ) *

Chamaeleonidae * * Chamaeleo spp . ( C 1 : Chamaeleo *

  • * Chamaeleon ) *

Iguanidae * * Amblyrhynchus cristatus ( C 2 ) *

  • * Conolophus spp . ( C 2 ) *
  • Brachylophus spp . * *
  • Cyclura spp . * *
  • * Iguana spp . *
  • * Phrynosoma coronatum blainvillei *

Cordylidae * * Cordylus spp . *

  • * Pseudocordylus spp . *

Teiidae * * Cnemidophorus hyperythrus ( C 1 ) *

  • * Crocodilurus lacertinus *
  • * Dracaena guianensis *
  • * Tupinambis spp . *

Helodermatidae * * Heloderma spp . ( C 1 ) *

Varanidae * * Varanus spp . ( * ) ( C 2 ) *

  • Varanus bengalensis * *
  • Varanus flavescens * *
  • Bijlage I * Bijlage II *

Varanidae * Varanus griseus * *

  • Varanus komodoensis * *

SERPENTES * * *

Boidae * * Boidae spp . ( * ) ( C 2 : Constrictor ( = Boa ) constrictor *

  • * Eunectes spp . *
  • * Python spp . ( * ) *
  • * Eryx jaculus ) *
  • Acrantophis spp . * *
  • Bolyeria spp . * *
  • Casarea spp . * *
  • Epicrates inornatus * *
  • Epicrates subflavus * *
  • Python molurus molurus * *
  • Sanzinia madagascariensis * *

Colubridae * * Cyclagras gigas *

  • * Elachistodon westermanni *
  • * Pseudoboa cloelia *
  • * Thamnophis elegans hammondi *

AMPHIBIA

URODELA * * *

Cryptobranchidae * Andrias ( = Megalobatrachus ) davidianus * *

  • Andrias ( = Megalobatrachus ) japonicus * *

Ambystomidae * * Ambystoma dumerilii *

  • * Ambystoma lermaensis *
  • * Ambystoma mexicanum *

SALIENTIA * * *

Bufonidae * Bufo periglenes * *

  • Bijlage I * Bijlage II *

Bufonidae * * Bufo retiformis ( C 2 ) *

  • Bufo superciliaris * *
  • Nectophrynoides spp . * *

Atelopodidae * Atelopus varius zeteki * *

PISCES

COELACANTHIFORMES * * *

Coelacanthidae * * Latimeria chaluminae Coelacanthe *

CERATODIFORMES * * *

Ceratodidae * * Neoceratodus forsteri Dipneuste *

ACIPENSERIFORMES * * *

Acipenseridae * Acipenser brevirostrum * *

  • * Acipenser fulvescens *
  • * Acipenser oxyrhynchus *
  • * Acipenser sturio *

OSTEOGLOSSIFORMES * * *

Osteoglossidae * * Arapaima gigas ( C 1 ) *

  • Scleropages formosus * *

SALMONIFORMES * * *

Salmonidae * Coregonus alpenae * *

  • * Salmo chrysogaster *
  • * Stenodus leucichthys leucichthys *

CYPRINIFORMES * * *

Cyprinidae * * Caecobarbus geertsi *

  • * Plagopterus argentissimus *
  • Bijlage I * Bijlage II *

Cyprinidae * Probarbus jullieni * *

Catastomidae * Chamistes cujus * *

  • * Ptychocheilus lucius *

SILURIFORMES * * *

Schilbeidae * Pangasianodon gigas * *

ATHERINIFORMES * * *

Cyprinodontidae * * Cynolebias constanciae *

  • * Cynolebias marmoratus *
  • * Cynolebias minimus *
  • * Cynolebias opalescens *
  • * Cynolebias splendens *

Poeciliidae * * Xiphophorus couchianus *

PERCIFORMES * * *

Percidae * Stizostedion vitreum glaucum * *

Sciaenidae * Cynoscion macdonaldi * *

MOLLUSCA

ANISOMYARIA * * *

Mytilidae * * Mytilus chorus *

NAIADOIDA * * *

Unionidae * Conradilla caelata * *

  • * Cyprogenia aberti *
  • Dromus dromas * *
  • Epioblasma ( = Dysnomia ) florentina curtisi * *
  • Epioblasma ( = Dysnomia ) florentina florentina * *
  • Epioblasma ( = Dysnomia ) sampsoni * *
  • Bijlage I * Bijlage II *

Unionidae * Epioblasma ( = Dysnomia ) sulcata perobliqua * *

  • Epioblasma ( = Dysnomia ) torulosa gubernaculum * *
  • * Epioblasma ( = Dysnomia ) torulosa rangiana *
  • Epioblasma ( = Dysnomia ) torulosa torulosa * *
  • Epioblasma ( = Dysnomia ) turgidula * *
  • Epioblasma ( = Dysnomia ) walkeri * *
  • Fusconaia cuneolus * *
  • Fusconaia edgariana * *
  • * Fusconaia subrotunda *
  • * Lampsilis brevicula *
  • Lampsilis higginsi * *
  • Lampsilis orbiculata orbiculata * *
  • Lampsilis satura * *
  • Lampsilis virescens * *
  • * Lexingtonia dolabelloides *
  • Plethobasis cicatricosus * *
  • Plethobasis cooperianus * *
  • Pleurobema plenum * *
  • Potamilus ( = Proptera ) capax * *
  • Quadrula intermedia * *
  • Quadrula sparsa * *
  • Toxolasma ( = Carunculina ) cylindrella * *
  • Unio ( Megalonaias / ? / ) nickliniana * *
  • Unio ( Lampsilis / ? / ) tampicoensis tecomatensis * *
  • Villosa ( = Micromya ) trabalis * *
  • Bijlage I * Bijlage II *

STYLOMMATOPHORA * * *

Camaenidae * * Pupustyla ( = Papuina ) pulcherrima *

Paryphantidae * * Paryphanta spp . + 209 *

PROSOBRANCHIA * * *

Hydrobiidae * * Coahuilix hubbsi *

  • * Cochliopina milleri *
  • * Durangonella coahuilae *
  • * Mexipyrgus carranzae *
  • * Mexipyrgus churinceanus *
  • * Mexipyrgus escobedae *
  • * Mexipyrgus lugoi *
  • * Mexipyrgus mojarralis *
  • * Mexithauma multilineatus *
  • * Mexipyrgus quadripaludium *
  • * Nymphophilus minckleyi *
  • * Paludiscala caramba *

INSECTA

LEPIDOPTERA * * *

Papilionidae * * Ornithoptera spp . ( sensu D'Abrera ) ( C 1 ) *

  • * Trogonoptera spp . ( sensu D'Abrera ) ( C 1 ) *
  • * Troides spp . ( sensu D'Abrera ) ( C 1 ) *
  • * Parnassius apollo ( C 1 ) *

ANTHOZOA

Antipatharia * * Antipatharia spp . ( C 2 ) *

  • Bijlage I * Bijlage II *

FLORA

APOCYNACEAE * * Pachypodium spp . ( * ) *

  • Pachypodium mamagnanum * *

ARACEAE * Alocasia sanderiana * *

  • Alocasia zebrina * *

ARALIACEAE * * Panax quinquefolius > 1 *

ARAUCARIACEAE * Araucaria araucana ( * * ) + 210 * Araucaria araucana ( * ) - 109 > 2 *

ASCLEPIADACEAE * * Ceropegia spp . *

  • * Frerea indica *

BYBLIDACEAE * * Byblis spp . *

CACTACEAE * * CACTACEAE spp . ( * ) + 211 *

  • Ariocarpus agavoides * *
  • Ariocarpus scapharostrus * *
  • Aztekium ritteri * *
  • Echinocereus lindsayi * *
  • Obregonia denegrii * *
  • Pelecyphora aselliformis * *
  • Pelecyphora strobiliformis * Rhipsalis spp . *

CARYOCARACEAE * Caryocar costaricense * *

CARYOPHYLLACEAE * Gymnocarpos przewalskii * *

  • Melandrium mongolicus * *
  • Silene mongolica * *
  • Stellaria pulvinata * *

CEPHALOTACEAE * * Cephalotus follicularis *

CHLOANTHACEAE * * CHLOANTHACEAE spp . + 212 *

  • Bijlage I * Bijlage II *

COMPOSITAE * * Saussurea lappa > 1 *

CUPRESSACEAE * Fitzroya cupressoides * *

  • Pilgerodendron uviferum * *

CYATHEACEAE * * CYATHEACEAE spp . > 3 *

CYCADACEAE * * CYCADACEAE spp . ( * ) *

  • Microcycas calocoma * *

DICKSONIACEAE * * DICKSONIACEAE spp . > 3 *

DIDIEREACEAE * * DIDIEREACEAE spp . *

DIOSCOREACEAE * * Dioscorea deltoidea > 1 *

EUPHORBIACEAE * * Euphorbia spp . - 110 *

FAGACEAE * * Quercus copeyensis > 2 *

GENTIANACEAE * Prepusa hookeriana * *

HAEMODORACEAE * * Anigozanthos spp . *

  • * Macropidia fuliginosa *

HUMIRIACEAE * Vantanea barbourii * *

JUGLANDACEAE * Engelhardtia pterocarpa * *

LEGUMINOSAE * Ammopiptanthus mongolicum * *

  • Cynometra hemitomophylla * *
  • Platymiscium pleiostachyum * *
  • Tachigalia versicolor * *
  • * Thermopsis mongolica *

LILIACEAE * * Aloe spp . ( * ) *

  • Aloe albida * *
  • Aloe pillansii * *
  • Aloe polyphylla * *
  • Aloe thorncropftii * *
  • Aloe vossii * *

MELASTOMATACEAE * Lavoisiera itambana * *

  • Bijlage I * Bijlage II *

MELIACEAE * Guarea longipetiola * *

  • * Swietenia humilis > 2 *

MORACEAE * Batocarpus costaricensis * *

MYRTACEAE * * Verticordia spp . *

NEPENTHACEAE * Nepenthes rajali * *

ORCHIDACEAE * * ORCHIDACEAE spp . ( * ) ( C 1 : 106 species ) *

  • Cattleya skinneri * *
  • Cattleya trianae * *
  • Didiciea cunninghamii * *
  • Laelia jongheana * *
  • Laelia lobata * *
  • Lycaste virginalis var . alba * *
  • Peristeria elata * *
  • Renanthera imschootiana * *
  • Vancia caerulea * *

PALMAE * * Areca ipot *

  • * Chrysalidocarpus decipiens *
  • * Chrysalidocarpus lutescens *
  • * Neodypsis decaryi *
  • * Phoenix hanceana var . philippinensis *
  • * Zalacca clemensiana *

PINACEAE * Abies guatemalensis * *

  • Abies nebrodensis * *

PODOCARPACEAE * Podocarpus costalis * *

  • Podocarpus parlatorei * *

PORTULACACEAE * * Anacampseros spp . *

PRIMULACEAE * * Cyclamen spp . ( C 1 : Cyclamen graecum ( incl . Cyclamen mindleri ) *

  • * Cyclamen creticum *
  • * Cyclamen balearicum *
  • * Cyclamen persicum *
  • Bijlage I * Bijlage II *

PRIMULACEAE * * C 2 : Cyclamen hederifolium ( Cyclamen neapolitanum ) *

  • * Cyclamen purpurascens ( Cyclamen europaeum auct . ) *
  • * Cyclamen repandum ( Cyclamen vernale ) ) *

PROTEACEAE * * Banksia spp . *

  • * Conospermum spp . *
  • * Dryandra formosa *
  • * Dryandra polycephala *
  • Orothamnus zeyheri * *
  • Protea odorata * *
  • * Xylomelum spp . *

RUBIACEAE * Balmea stormae * *

RUTACEAE * * Boronia spp . *

  • * Crowea spp . *
  • * Geleznowia verrucosa *

SAXIFRAGACEAE ( GROSSULARIACEAE ) * Ribes sardoum * *

SOLANACEAE * * Solanum sylvestre *

STANGERIACEAE * * STANGERIACEAE spp . ( * ) *

  • Stangeria eriopus * *

STERCULIACEAE * * Basiloxylon excelsum > 2 *

THYMELAEACEAE * * Pimelea physodes *

ULMACEAE * Celtis aetnensis * *

VERBENACEAE * * Caryopteris mongolica *

WELWITSCHIACEAE * * WELWITSCHIACEAE spp . ( * ) *

  • Welwitschia bainesii * *

ZAMIACEAE * * ZAMIACEAE spp . ( * ) *

  • Encephalartos spp . * *

ZINGIBERACEAE * Hedychium philippinense * *

ZYGOPHYLLACEAE * * Guaiacum sanctum > 2 *

BIJLAGE III ( 1 )

Interpretatie

1 . De in deze bijlagen opgenomen soorten worden aangeduid :

a ) door de naam van de soort ; of

b ) door de verzamelnaam der soorten die behoren tot een hoger taxon of een aangegeven deel daarvan .

2 . De afkorting " spp . " dient ter aanduiding van alle soorten van een hoger taxon .

3 . Andere verwijzingen naar taxa die hoger dan de soort zijn , worden uitsluitend ter informatie of classificatie gegeven .

4 . Een sterretje ( * ) na de naam van een soort of een hoger taxon betekent dat een of meer geografisch geïsoleerde populaties , ondersoorten of soorten van die soort of dat taxon in bijlage I zijn opgenomen en dat die populaties , ondersoorten of soorten niet in bijlage III zijn opgenomen .

5 . Twee sterretjes ( * * ) na de naam van een soort of een hoger taxon betekenen dat een of meer geografisch geïsoleerde populaties , ondersoorten of soorten van die soort of dat taxon in bijlage II zijn opgenomen en dat die populaties , ondersoorten of soorten niet in bijlage III zijn opgenomen .

6 . De namen van de landen die deze soorten of taxa voor opneming in deze bijlage hebben ingediend zijn bij de namen van de betrokken soorten of andere taxa vermeld .

7 . Alle levende of dode dieren en planten , alsmede alle gemakkelijk herkenbare delen daarvan of daaruit verkregen produkten , van een soort of andere taxon die in deze bijlage is opgenomen , vallen onder de bepalingen van de Overeenkomst .

( 1 ) De vermelding " ( C 1 ) " of " ( C 2 ) " achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat een of meer ondersoorten of soorten van die soort of dat taxon voorkomen in bijlage C , deel 1 of deel 2 van de verordening .

  • Soort * Staat *

FAUNA

MAMMALIA

CHIROPTERA * * *

Phyllostomatidae * Vampyrops lineatus * Uruguay *

EDENTATA * * *

Myrmecophagidae * Tamandua tetradactyla ( * * ) * Guatemala *

  • Soort * Staat *

Bradypodidae * Bradypus griseus * Costa Rica *

  • Choloepus hoffmanni * Costa Rica *

Dasypodidae * Cabassous centralis * Costa Rica *

  • Cabassous gymnurus ( tatouay ) * Uruguay *

PHOLIDOTA * * *

Manidae * Manis gigantea * Ghana *

  • Manis longicaudata * Ghana *
  • Manis tricuspis * Ghana *

RODENTIA * * *

Sciuridae * Epixerus ebii * Ghana *

  • Sciurus deppei * Costa Rica *

Anomaluridae * Anomalurus spp . * Ghana *

  • Idiurus spp . * Ghana *

Hystricidae * Hystrix spp . * Ghana *

Erethizontidae * Coendou spinosus * Uruguay *

CARNIVORA * * *

Canidae * Fennecus zerda * Tunesië *

Procyonidae * Bassaricyion gabbii * Costa Rica *

  • Bassariscus sumichrasti * Costa Rica *
  • Nasua nasua solitaria * Uruguay *

Mustelidae * Galictis allamandi * Costa Rica *

  • Mellivora capensis * Ghana , Botswana *

Viverridae * Viverra civetta * Botswana *

Hyaenidae * Proteles cristatus * Botswana *

PINNIPEDIA * * *

Odobenidae * Odobenus rosmarus * Canada *

  • Soort * Staat *

ARTIODACTYLA * * *

Tayassuidae * Tayassu tajacu * Guatemala *

Hippopotamidae * Hippopotamus amphibius ( C 2 ) * Ghana *

Tragulidae * Hyemoschus aquaticus * Ghana *

Cervidae * Cervus elaphus barbarus * Tunesië *

  • Mazama americana cerasina * Guatemala *
  • Odocoileus virginianus mayensis * Guatemala *

Bovidae * Ammotragus lervia * Tunesië *

  • Antilope cervicapra * Nepal *
  • Boocercus ( Taurotragus ) euryceros * Ghana *
  • Bubalus bubalis * Nepal *
  • Damaliscus lunatus * Ghana *
  • Gazella dorcas * Tunesië *
  • Gazella gazella cuvieri * Tunesië *
  • Gazella leptoceros * Tunesië *
  • Tetracerus quadricornis * Nepal *
  • Tragelaphus spekei * Ghana *

AVES

RHEIFORMES * * *

Rheidae * Rhea americana ( * * ) * Uruguay *

CICONIIFORMES * * *

Ardeidae * Ardea goliath * Ghana *

  • Bubulcus ibis ( C 1 ) * Ghana *
  • Casmerodius albus ( C 1 ) * Ghana *
  • Egretta garzetta ( C 1 ) * Ghana *

Ciconiidae * Ephippiorhynchus senegalensis * Ghana *

  • Leptoptilos crumeniferus * Ghana *
  • Soort * Staat *

Threskiornithidae * Hagedashia hagedash * Ghana *

  • Lampribis rara * Ghana *
  • Threskiornis aethiopica * Ghana *

ANSERIFORMES * * *

Anatidae * Anatidae spp . ( * ) ( * * ) * Ghana *

  • ( C 1 : Cygnus colombianus ( Cygnus bewickii jankowskii ) * *
  • Alopochen aegyptiacus * *
  • Anas querquedula * *
  • Aythya nyroca ) * *

GALLIFORMES * * *

Cracidae * Crax rubra ( C 2 ) * Costa Rica *

  • Ortalis vetula ( C 2 ) * Guatemala *
  • Penelopina nigra ( C 2 ) * Guatemala *

Phasianidae * Agelastes meleagrides * Ghana *

  • Tragopan satyra * Nepal *

Meleagrididae * Agriocharis ocellata * Guatemala *

CHARADRIIFORMES * * *

Burhimidae * Burhinus bistriatus * Guatemala *

COLUMBIFORMES * * *

Columbidae * Columbidae spp . ( * ) ( * * ) ( C 1 : Columba livia ) * Ghana *

  • Nesoenas mayeri * Mauritius *

PSITTACIFORMES * * *

Psittacidae * Psittacula krameri ( * ) * Ghana , Costa Rica *

CUCULIFORMES * * *

Musophagidae * Musophagidae spp . ( * * ) * Ghana *

PICIFORMES * * *

Rhamphastidae * Rhamphastos sulphuratus * Guatemala *

  • Soort * Staat *

PASSERIFORMES * * *

Muscicapidae * Bebrornis rodericanus * Mauritius *

  • Tchitrea ( Terpsiphone ) bourbonnensis * Mauritius *

Emberizidae * Gubernatrix cristata * Uruguay *

Icteridae * Xanthopsar flavus * Uruguay

Fringillidae * Fringillidae spp . ( * ) ( * * ) * Ghana *

Ploceidae * Ploceidae spp . * Ghana *

REPTILIA

TESTUDINATA * * *

Trionichidae * Trionyx triunguis * Ghana *

Pelomedusidae * Pelomedusa subrufa * Ghana *

  • Pelusios spp . * Ghana *

FLORA

GNETACEAE * Gnetum montanum * Nepal *

MAGNIOLIACEAE * Talauma hodgsonii * Nepal *

PAPAVERACEAE * Meconopsis regia * Nepal *

PODOCARPACEAE * Podocarpus nerifolius * Nepal *

TETRACENTRACEAE * Tetracentron spp . * Nepal *

BIJLAGE B

Delen of produkten van de in artikel 2 bedoelde dieren of planten

Volgnummer * Nummer gemeenschappelijk douanetarief * Omschrijving van de goederen *

1 a ) * ex 41.01 , ex 41.02 C , ex 41.05 B , ex 43.01 , ex 43.02 * Pelzen en vellen ( compleet of alleen van buik of flanken ) van de Colobus angolensis , Colobus guereza en Colobus polykomos , alsmede van dieren , behorend tot de in de bijlagen I , II en III van de Overeenkomst opgenomen soorten van de " Canidae " , " Ursidae " , " Lutrinae " , " Felidae " , " Arctocephalus " , " Elephantidae " , " Equidae " , " Camelidae " en " Viverridae " *

1 b ) * ex 43.03 B * Van de onder 1 a ) opgenomen pelzen en vellen vervaardigde kleding , dekens , vloer - en wandkleden *

2 * ex 05.09 , ex 05.15 B , ex 99.05 * Schedels , trofeeën of delen van trofeeën van de " Choeropsis liberiensis " en van dieren , behorend tot de in de bijlagen I , II en III van de Overeenkomst opgenomen soorten " Elephantidae " , " Rhinocerotidae " , " Suidae " , " Cervidae " en " Bovidae " *

3 a ) * ex 05.09 , ex 95.05 B , ex 99.05 * Slagtanden van " Elephantidae " , " Monodon monoceros " en stoottanden van " Odobenus rosmarus " en aanzienlijke delen daarvan *

3 b ) * ex hoofdstukken 66 , 71 , 92 , 97 , 98 en 99 * Geheel of gedeeltelijk van het onder 3 a ) bedoelde ivoor gemaakte artikelen *

4 * ex 05.09 , ex 95.05 B , ex 99.05 * Al dan niet bewerkte horens van " Rhinocerotidae " *

5 * ex 05.14 * Muskus van alle soorten " Moschus " *

6 * ex 53.02 B , ex 53.05 * Wol van Vicugna vicugna en Lama guanicoe *

7 * ex 02.04 C , ex 02.06 C , ex 05.15 B , ex 16.03 , ex 23.01 A * Vlees en slachtafvallen , meel , vleesextracten en vleessappen van alle soorten " Cetacea " *

  • ex 05.09 * Walvisbaarden , ruw of eenvoudig voorbehandeld , doch niet in vorm gesneden *
  • ex 15.04 , ex 15.08 , ex 15.12 * Oliën en vetten van cetaceeën *
  • 15.15 A * Walschot ( spermaceti ) , ruw , geperst of geraffineerd , ook indien gekleurd *
  • ex hoofdstuk 41 * Huiden , vellen en leder behandeld met al dan niet gewijzigde walvisolie of olie van andere cetaceeën *
  • ex hoofdstukken 42 , 43 en 64 * Alle onderstaande produkten , behandeld met al dan niet gewijzigde walvisolie of olie van andere cetaceeën of geconfectioneerd uit huiden , vellen en leder , behandeld met deze olie : *
  • * - Lederwaren ; zadel - en tuigmakerswerk ; reisartikelen , dameshandtassen en dergelijke bergingsmiddelen ; pelterijen en bontwerk ; schoeisel , beenkappen en dergelijke artikelen , delen daarvan *

8 * ex 05.07 B , ex 67.01 , ex 99.05 * Huiden , delen van huiden en veren van vogels van de in de bijlagen I , II en III van de Overeenkomst opgenomen soorten en daarvan vervaardigde voorwerpen *

9 * ex 04.05 A II , ex 99.05 * Eieren en eierschalen van vogels van de in de bijlagen I , II en III van de Overeenkomst opgenomen soorten *

10 * ex 05.09 , ex 95.05 B , ex 99.05 * Snavel van de Rhinoplax vigil en daaruit gesneden voorwerpen *

Volgnummer * Nummer gemeenschappelijk douanetarief * Omschrijving van de goederen *

11 a ) * ex 41.01 , ex 41.05 , ex 99.05 * Complete huiden en aanzienlijke delen van huiden van de in de bijlagen I , II en III van de Overeenkomst opgenomen soorten reptielen *

11 b ) * ex 42.02 B , ex 42.03 * Reisartikelen , handtassen en andere bergingsmiddelen , kleding en kledingtoebehoren , vervaardigd van de in 11 a ) opgenomen huiden *

12 * ex 05.09 , ex 05.15 B , ex 95.05 B , ex 99.05 * Schilden van land - en zeeschildpadden , ruw of eenvoudig voorbehandeld , ontdaan van de hoornplaat *

13 * ex 02.04 C II , ex 02.06 C II , ex 21.05 A * Schildpadvlees en - soep *

14 * ex 05.15 B , ex 99.05 * Vleugels van de in de bijlagen I en II van de Overeenkomst opgenomen soorten vlinders en van deze vleugels vervaardigde goederen *

15 * ex 99.05 * Geprepareerde of opgezette dieren van de in de bijlagen I en II opgenomen soorten *

16 * ex 06.02 , ex 06.04 , ex 44.03 B * Stammen van " Cyatheaceeën " en van " Dicksoniaceeën " , evenals in bijlage II van de Overeenkomst aangewezen hout en wortels *

BIJLAGE C

LIJST VAN DE SOORTEN

die een specifieke behandeling van de Gemeenschap krijgen

N.B .

Een sterretje ( * ) achter de naam van een soort of een hoger taxon betekent dat een of meer geografisch geïsoleerde populaties , ondersoorten of soorten van die soort of dat taxon al in bijlage I van de Overeenkomst zijn opgenomen .

DEEL 1

IN ARTIKEL 3 , LID 1 , BEDOELDE SOORTEN

FAUNA

MAMMALIA

EDENTATA

Myrmecophagidae

Myrmecophaga tridactyla

Tamandua tetradactyla chapadensis

PHOLIDOTA

Manidae

Manis spp .

RODENTIA

Sciuridae

Ratufa spp .

CETACEA spp . ( * ) ( 1 )

CARNIVORA

Viverridae

Cynogale bennetti

Eupleres goudotii

Eupleres major

Fossa fossa

Prionodon linsang

PINNIPEDIA

Phocidae

Mirounga angustirostris

Mirounga leonina

SIRENIA

Dugongidae

Dugong dugon ( * )

Trichechidae

Trichechus senegalensis

PERISSODACTYLA

Equidae

Equus hermionus ( * )

Equus zebra hartmannae

Tapiridae

Tapirus terrestris

ARTIODACTYLA

Antilocapridae

Antilocapra americana mexicana

Bovidae

Capra falconeri ( * )

Oryx ( tao ) dammah

AVES

SPHENISCIFORMES

Spheniscidae

Spheniscus demersus

PELECANIFORMES

Pelecanidae

Pelecanus crispus

CICONIIFORMES

Ardeidae

Bubulcus ibis

Casmerodius albus ( syn . Egretta alba )

Egretta garzetta

Ciconiidae

Ciconia nigra

Threskiornithidae

Platalea leucorodia

Phoenicopteridae

Phoenicoparrus andinus

Phoenicoparrus jamesi

Phoenicopterus ruber chilensis

Phoenicopterus ruber ruber

ANSERIFORMES

Anatidae

Coscoroba coscoroba

Cygnus columbianus ( syn . Cygnus bewickii jankowskii )

Branta ruficollis

Alopochen aegyptiacus

Anas querquedula

Aythya nyroca

FALCONIFORMES spp . ( * )

GALLIFORMES

Phasianidae

Argusianus argus

Cyrtonyx montezumae mearnsi - 106

Cyrtonyx montezumae montezumae

Francolinus ochropectus

Gallus sonneratii

Ithaginis cruentus

Polyplectron bicalcaratum

Polyplectron germaini

Polyplectron malacense

GRUIFORMES

Gruidae

Grus canadensis pratensis

Otidiae

Otis tarda

CHARADRIIFORMES

Scolopacidae

Numenius tenuirostris

Laridae

Larus brunnicephalus

COLUMBIFORMES

Columbidae

Columba livia

Goura cristata

Goura scheepmakeri

Goura victoria

CUCULIFORMES

Musophagidae

Gallirex porphyreolophus

Tauraco corythaix

STRIGIFORMES spp . ( * )

CORACIIFORMES

Bucerotidae

Aceros narcondami

Buceros bicornis ( * )

Buceros hydrocorax hydrocorax

Buceros rhinoceros rhinoceros

PICIFORMES

Picidae

Picus squamatus flavirostris

PASSERIFORMES

Hirundinidae

Pseudochelidon sirintarae

Paradisaeidae spp .

REPTILIA

TESTUDINATA

Testudinidae

Testudo graeca

Testudo hermanni

Testudo marginata

SAURIA

Chamaeleonidae

Chamaeleo chamaeleon

Teiidae

Cnemidorphorus hyperythrus

Helodermatidae

Heloderma spp .

PISCES

OSTEOGLOSSIFORMES

Osteoglossidae

Arapaima gigas

INSECTA

LEPIDOPTERA

Papilionidae

Ornithoptera spp . ( sensu D'Abrera )

Parnassius apollo

Trogonoptera spp . ( sensu D'Abrera )

Troides spp . ( sensu D'Abrera )

FLORA

ORCHIDACEAE

Cypripedium calceolus

Epipactis palustris

Epipactis helleborine

Epipactis leptochila

Epipactis muelleri

Epipactis dunensis

Epipactis purpurata

Epipactis phyllanthes

Epipactis atrorubens

Epipactis microphylla

Cephalanthera damasonium

Cephalanthera longifolia

Cephalanthera cucullata

Cephalanthera epipactoides

Cephalanthera rubra

Limodorum abortivum

Epipogium aphyllum

Neottia nidus-avis

Listera ovata

Listera cordata

Spiranthes spiralis

Spiranthes aestivalis

Spiranthes romanzoffiana

Goodyera repens

Gennaria diphylla

Herminium monorchis

Neottianthe cucullata

Platanthera bifolia

Platanthera chlorantha

Chamorchis alpina

Gymnadenia conopsea

Gymnadenia odoratissima

Pseudorchis albida

Pseudorchis frivaldii

Nigritella nigra

Coeloglossum viride

Dactylorhiza iberica

Dactylorhiza sambucina

Dactylorhiza sulphurea

Dactylorhiza incarnata

Dactylorhiza majalis

Dactylorhiza cordigera

Dactylorhiza traunsteineri

Dactylorhiza russowii

Dactylorhiza elata

Dactylorhiza maculata

Dactylorhiza fuchsii

Dactylorhiza saccifera

Neotinea maculata

Traunsteinera globosa

Orchis papilionacea

Orchis boryi

Orchis morio

Orchis longicornu

Orchis coriophora

Orchis sancta

Orchis ustulata

Orchis tridentata

Orchis lactea

Orchis italica

Orchis simia

Orchis militaris

Orchis punctulata

Orchis purpurea

Orchis saccata

Orchis patens

Orchis spitzelii

Orchis mascula

Orchis pallens

Orchis provincialis

Orchis anatolica

Orchis quadripunctata

Orchis laxiflora

Aceras anthropophorum

Himantoglossum hircinum

Barlia robertiana

Anacamptis pyramidalis

Serapias cordigera

Serapias neglecta

Serapias vomeracea

Serapias lingua

Serapias parviflora

Ophrys insectifera

Ophrys speculum

Ophrys lutea

Ophrys fusca

Ophrys pallida

Ophrys sphegodes

Ophrys spruneri

Ophrys ferrum-equinum

Ophrys bertolonii

Ophrys lunulata

Ophrys argolica

Ophrys reinholdii

Ophrys crotica

Ophrys carmela

Ophrys scolopax

Ophrys fuciflora

Ophrys arachnitiformis

Ophrys tenthredinifera

Ophrys apifera

Ophrys bombyliflora

Corallorhiza trifida

Liparis loeselii

Microstylis monophyllos

Hammarbya paludos

PRIMULACEAE

Cyclamen graecum ( incl . Cyclamen mindleri )

Cyclamen creticum

Cyclamen balearicum

Cyclamen persicum

DEEL 2

IN ARTIKEL 3 , LID 2 , BEDOELDE SOORTEN

FAUNA

MAMMALIA

MONOTREMATA

Tachyglossidae

Zaglossus spp .

MARSUPIALIA

Macropodidae

Dendrolagus bennettianus

Dendrolagus lumholtzi

Dendrolagus inustus

Dendrolagus ursinus

PRIMATES spp . ( * )

CARNIVORA

Canidae

Canis lupus ( * )

Chrysocyon brachyurus

Ursidae

Ursus ( = Tharlactos ) maritimus

Procyonidae

Ailurus fulgens

Mustelidae

Lutra enudris

Lutra incarum

Felidae

Felis bengalensis ( * )

Felis concolor ( * )

Felis geoffroyi

Felis pajeros

Felis pardalis ( * )

Felis serval

Felis tigrina ( * )

Felis wiedii ( * )

Felis yagouaroundi ( * )

Felis lynx ( * )

Felis sylvestris

PROBOSCIDEA

Elephantidae

Loxodonta africana

ARTIODACTYLA

Hippopotamidae

Choeropsis liberiensis

Hippopotamus amphibius

Cervidae

Pudu mephistophiles

Bovidae

Ovis ammon

AVES

ANSERIFORMES

Anatidae

Anas aucklandica aucklandica

Anas aucklandica chlorotis

Anas bernieri

GALLIFORMES

Cracidae

Crax rubra

Ortalis vetula

Penelopina nigra

GRUIFORMES

Rallidae

Gallirallus australis hectori

COLUMBIFORMES

Columbidae

Gallicolumba luzonica

PSITTACIFORMES

Psittacidae spp . - 107 ( Melopsittacus undulatus , Nymphicus hollandicus , Psittacula krameri )

PASSERIFORMES

Pittidae

Pitta brachyura nympha

Cotingidae

Rupicola peruviana

Rupicola rupicola

Muscicapidae

Psophodes nigrogularis

REPTILIA

TESTUDINATA

Testudinidae spp . ( met uitzondering van de volgende drie soorten : Testudo graeca , Testudo hermanni en Testudo marginata ; deze staan in deel 1 )

Pelomedusidae

Podocnemis spp .

CROCODYLIA

Alligarotidae spp . ( * )

Crocodylidae spp . ( * )

SAURIA

Gekkonidae

Phelsuma spp .

Agamidae

Uromastyx spp .

Iguanidae

Amblyrhynchus cristatus

Conolophus spp .

Varanidae

Varanus spp . ( * )

SERPENTES

Boidae

Constrictor constrictor ( syn . Boa constrictor )

Eunectes spp .

Python spp . ( * )

Eryx jaculus

Colubridae

Cyclagras gigas

AMPHIBIA

SALIENTIA

Bufonidae

Bufo retiformis

ANTHOZOA

ANTIPATHARIA spp .

FLORA

PRIMULACEAE

Cyclamen hederifolium ( Cyclamen neapolitanum )

Cyclamen purparascens ( Cyclamen europaeum auto )

Cyclamen repandum ( Cyclamen vernale )

( 1 ) Met uitzondering van de specimens van de soorten van bijlage II van de Overeenkomst , alsook van de produkten en de daarvan afgeleide produkten , die door de Groenlanders worden gevangen op grond van een door de bevoegde autoriteiten van Groenland of Denemarken verleende vergunning .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.