Verordening 1983/200 - Aanpassing van de statistiek van de buitenlandse handel van de EG aan de richtlijnen inzake de harmonisatie van de procedures voor de uitvoer en het in het vrije verkeer brengen van goederen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31983R0200

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31983R0200

Verordening (EEG) nr. 200/83 van de Raad van 24 januari 1983 betreffende de aanpassing van de statistiek van de buitenlandse handel van de Gemeenschap aan de richtlijnen inzake de harmonisatie van de procedures voor de uitvoer en het in het vrije verkeer brengen van goederen

Publicatieblad Nr. L 026 van 28/01/1983 blz. 0001 - 0002

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 16 Deel 1 blz. 0144

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 16 Deel 1 blz. 0144

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 200/83 VAN DE RAAD

van 24 januari 1983

betreffende de aanpassing van de statistiek van de buitenlandse handel van de Gemeenschap aan de richtlijnen inzake de harmonisatie van de procedures voor de uitvoer en het in het vrije verkeer brengen van goederen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

Overwegende dat bij invoer alle op het statistisch grondgebied van de Gemeenschap in het vrije verkeer gebrachte goederen vallen onder de statistiek van de buitenlandse handel van de Gemeenschap;

Overwegende dat het bijgevolg nodig is, ten einde de volledigheid van de statistiek van de buitenlandse handel van de Gemeenschap zo goed mogelijk te verzekeren, ervoor te zorgen dat alle op het statistisch grondgebied van de Gemeenschap in het vrije verkeer gebrachte goederen, ook al worden zij niet gelijktijdig tot verbruik aangegeven, in de statistiek worden opgenomen;

Overwegende dat Richtlijn 79/695/EEG van de Raad van 24 juli 1979 inzake de harmonisatie van de procedures voor het in het vrije verkeer brengen van goederen (2), de mogelijkheid biedt de aangifte voor het in het vrije verkeer brengen te scheiden van de aangifte tot verbruik;

Overwegende evenwel dat zich bij de in het vrije verkeer gebrachte goederen ook goederen kunnen bevinden die, omdat zij eerder al onder de douaneregeling voor actieve veredeling werden geplaatst, reeds onder het desbetreffende stelsel in de statistiek van de buitenlandse handel van de Gemeenschap zijn geregistreerd; dat moet worden voorkomen dat dergelijke goederen daarin nogmaals overeenkomstig de regels bedoeld in de artikelen 3 tot en met 39 van Verordening (EEG) nr. 1736/75 van de Raad van 24 juni 1975 betreffende de statistieken van de buitenlandse handel van de Gemeenschap en van de handel tussen de Lid-Staten (3) worden behandeld;

Overwegende dat bij uitvoer alle in artikel 9, lid 2, van het Verdrag bedoelde goederen die het statistisch grondgebied van de Gemeenschap definitief verlaten, vallen onder de statistiek van de buitenlandse handel van de Gemeenschap;

Overwegende dat het bijgevolg nodig is, ten einde de volledigheid van de statistiek van de buitenlandse handel van de Gemeenschap zo goed mogelijk te verzekeren, ervoor te zorgen dat al deze goederen die het statistisch grondgebied van de Gemeenschap definitief verlaten, worden geregistreerd, ook al wordt de aangifte tot uitvoer uit het douanegebied van de Gemeenschap ingediend in de Lid-Staat waarheen de betreffende goederen aanvankelijk vanuit een andere Lid-Staat waren verzonden;

Overwegende dat in Richtlijn 81/177/EEG van de Raad van 24 februari 1981 betreffende de harmonisatie van de procedures voor de uitvoer van communautaire goederen (4) is bepaald dat bij uitvoer uit het douanegebied van de Gemeenschap in een bevoegd douanekantoor een aangifte ten uitvoer moet worden ingediend; dat dit kantoor zich kan bevinden in de Lid-Staat waarheen de betreffende goederen aanvankelijk vanuit een andere Lid-Staat waren verzonden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten behoeve van de statistiek van de buitenlandse handel van de Gemeenschap moeten overeenkomstig de regels bedoeld in de artikelen 3 tot en met 39 van Verordening (EEG) nr. 1736/75 worden behandeld:

  • a) 
    bij invoer, de goederen die het statistisch grondgebied van de Gemeenschap binnenkomen of zijn binnengekomen, op het ogenblik waarop zij overeenkomstig de door de Lid-Staten voor de toepassing van Richtlijn 79/695/EEG vastgestelde bepalingen voor het vrije verkeer worden aangegeven, met uitzondering evenwel van goederen die eerder onder de regeling actieve veredeling werden geplaatst;
  • b) 
    bij uitvoer, de goederen die het statistisch grondgebied van de Gemeenschap verlaten of zullen verlaten, op het ogenblik waarop zij overeenkomstig de door de Lid-Staten voor de toepassing van Richtlijn 81/177/EEG vastgestelde bepalingen tot uitvoer uit het douanegebied van de Gemeenschap worden aangegeven,

zelfs indien artikel 2, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 1736/75 niet op deze goederen van toepassing is.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf 1 januari 1983.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 24 januari 1983.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • H. 
    W. LAUTENSCHLAGER
  • (1) 
    PB nr. C 238 van 13. 9. 1982, blz. 90.
  • (2) 
    PB nr. L 205 van 13. 8. 1979, blz. 19.
  • (3) 
    PB nr. L 183 van 14. 7. 1975, blz. 3.
  • (4) 
    PB nr. L 83 van 30. 3. 1981, blz. 40.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.