Verordening 1983/1585 - Vaststelling voor het verkoopseizoen voor suiker 1983/1984 van de prijzen in de sector suiker en van de standaardkwaliteit voor suikerbieten

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31983R1585

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31983R1585

Verordening (EEG) nr. 1585/83 van de Raad van 14 juni 1983 tot vaststelling voor het verkoopseizoen voor suiker 1983/1984 van de prijzen in de sector suiker en van de standaardkwaliteit voor suikerbieten

Publicatieblad Nr. L 163 van 22/06/1983 blz. 0031 - 0032

++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 1585/83 VAN DE RAAD

van 14 juni 1983

tot vaststelling voor het verkoopseizoen voor suiker 1983/1984 van de prijzen in de sector suiker en van de standaardkwaliteit voor suikerbieten

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 43 ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 1785/81 van de Raad van 30 juni 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 606/82 ( 2 ) , inzonderheid op artikel 2 , lid 3 , artikel 3 , lid 4 en artikel 4 , lid 3 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 3 ) ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 4 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 5 ) ,

Overwegende dat er bij de vaststelling van de suikerprijzen rekening moet worden gehouden zowel met de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid als met de bijdrage die de Gemeenschap voor een harmonische ontwikkeling van de wereldhandel wil leveren ; dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid met name ten doel heeft de landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te verzekeren , de voorziening veilig te stellen en redelijke prijzen bij de levering aan verbruikers te verzekeren ;

Overwegende dat , om deze doelstellingen te bereiken , de richtprijs voor suiker op een zodanig peil moet worden vastgesteld dat , mede in verband met het peil dat daaruit voortvloeit voor de interventieprijs , aan de producenten van suikerbieten en suikerriet een billijke beloning wordt verzekerd zonder dat de belangen van de consumenten worden geschaad , en dat een evenwichtige verhouding tussen de prijzen van de voornaamste landbouwprodukten kan worden gehandhaafd ;

Overwegende dat er , gezien de kenmerken van de suikermarkt , aan de commercialisatie van suiker slechts relatief beperkte risico's zijn verbonden ; dat derhalve bij de vaststelling van de interventieprijs voor suiker het verschil tussen de richtprijs en de interventieprijs relatief laag kan worden gehouden ;

Overwegende dat bij de vaststelling van de basisprijs voor suikerbieten rekening moet worden gehouden met de interventieprijs alsmede met de kosten in verband met de verwerking en de levering van de suikerbieten aan de fabrieken en dat moet worden uitgegaan van een rendement dat voor de Gemeenschap kan worden geraamd op 130 kilogram witte suiker per ton suikerbieten met een suikergehalte van 16 % ;

Overwegende dat genoemde kosten forfaitair kunnen worden geraamd op 22,02 Ecu per 100 kilogram witte suiker ; dat dit forfaitaire bedrag wordt verkregen door optelling van de op 20,18 Ecu geraamde verwerkingsmarge en de op 3,73 Ecu geraamde kosten voor de levering van de suikerbieten aan de fabrieken , waarna de verkregen som wordt verminderd met een forfaitair bedrag van 1,89 Ecu dat de uit de verkoop van de melasse voortvloeiende ontvangsten voor de fabriek uitdrukt , welke zijn berekend op basis van een rendement van 38,5 kilogram per ton verwerkte suikerbieten en een prijs af-fabriek van 6,40 Ecu per 100 kilogram melasse ;

Overwegende dat het wenselijk is als standaardkwaliteit voor suikerbieten een kwaliteit te kiezen welke is afgestemd op de kenmerken van de produktie in de belangrijkste suikerbietenstreken van de Gemeenschap ;

Overwegende dat in artikel 46 van Verordening ( EEG ) nr . 1785/81 met name de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd om onder bepaalde voorwaarden aanpassingssteun toe te kennen aan suikerbietentelers en in voorkomend geval aan suikerbietenfabrikanten ; dat daarvoor onder andere de voorwaarde is gesteld dat deze steun degressief is voor de produktie van suiker in Noord-Italië , dat het verkoopseizoen 1982/1983 werd gekenmerkt door een buitengewoon slechte oogst in dit gebied , gepaard gaande met een ernstige crisissituatie voor de Italiaanse suikerbedrijven in het algemeen ; dat het derhalve wenselijk is de vermindering van de steun voor dit gebied van Italië te schorsen , zonder dat zulks van invloed is op de berekening van de vermindering van de steun met ingang van het verkoopseizoen 1984/1985 ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . De richtprijs voor witte suiker wordt vastgesteld op 56,28 Ecu per 100 kilogram .

2 . De interventieprijs voor witte suiker wordt vastgesteld op 53,47 Ecu per 100 kilogram voor de gebieden zonder tekort van de Gemeenschap .

Artikel 2

De basisprijs voor suikerbieten wordt vastgesteld op 40,89 Ecu per ton , geleverd aan de verzamelplaats .

Artikel 3

Suikerbieten van de standaardkwaliteit hebben de volgende eigenschappen :

a ) gezonde handelskwaliteit ,

b ) suikergehalte van 16 % bij de inontvangstneming .

Artikel 4

1 . De toepassing van artikel 46 , lid 2 , tweede alinea , sub b ) , van Verordening ( EEG ) nr . 1785/81 wordt geschorst voor het verkoopseizoen 1983/1984 .

Voor dat verkoopseizoen is lid 2 , tweede alinea , sub a ) , van voornoemd artikel van toepassing op de suikerproduktie in Noord-Italië waarop de steunmachtiging betrekking heeft .

2 . De in lid 1 bedoelde schorsing is niet van invloed op de toepassing van de vermindering van de steun vanaf het verkoopseizoen 1984/1985 als bedoeld in artikel 46 , lid 2 , tweede alinea , sub b ) , van Verordening ( EEG ) nr . 1785/81 .

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Zij is van toepassing voor het verkoopseizoen voor suiker 1983/1984 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Luxemburg , 14 juni 1983 .

Voor de Raad

De Voorzitter

I . KIECHLE

( 1 ) PB nr . L 177 van 1 . 7 . 1981 , blz . 4 .

( 2 ) PB nr . L 74 van 18 . 3 . 1982 , blz . 1 .

( 3 ) PB nr . C 32 van 7 . 2 . 1983 , blz . 8 .

( 4 ) PB nr . C 96 van 11 . 4 . 1983 , blz . 47 .

( 5 ) PB nr . C 81 van 24 . 3 . 1983 , blz . 6 .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.