Besluit 1984/567 - Gemeenschappelijk programma voor de ontwikkeling van de gespecialiseerde informatiemarkt in Europa

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31984D0567

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31984D0567

84/567/EEG: Besluit van de Raad van 27 november 1984 tot vaststelling van een communautair programma voor de ontwikkeling van de gespecialiseerde informatiemarkt in Europa

Publicatieblad Nr. L 314 van 04/12/1984 blz. 0019 - 0023

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 16 Deel 1 blz. 0204

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 16 Deel 1 blz. 0204

*****

BESLUIT VAN DE RAAD

van 27 november 1984

tot vaststelling van een communautair programma voor de ontwikkeling van de gespecialiseerde informatiemarkt in Europa

(84/567/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat de Gemeenschap krachtens artikel 2 van het Verdrag onder meer tot taak heeft de harmonische ontwikkeling van de economische activiteit, alsmede een gestadige en evenwichtige expansie binnen de gehele Gemeenschap te bevorderen;

Overwegende dat informatie over de gehele wereld een van de belangrijkste factoren van economische bedrijvigheid is geworden en dat de doeltreffende exploitatie van informatie een wezenlijk onderdeel van de economische groei en het concurrentievermogen vormt;

Overwegende dat het Europese integratieproces onder meer steeds afhankelijker wordt van een doeltreffende stroom van en toegang tot informatie binnen en tussen alle Lid-Staten;

Overwegende dat het, gezien de toenemende complexiteit van de behoeften aan gespecialiseerde informatie voor het nemen van beslissingen op commercieel en politiek gebied, voor wetenschappelijke en technische ontwikkelingen en voor de beslissingen van het individu en van groepen op professioneel, cultureel, sociaal en economisch gebied, noodzakelijk is geavanceerde oplossingen te ontwikkelen, ten einde op communautair niveau een soepele en doorzichtige informatiemarkt tot stand te brengen;

Overwegende dat de ontwikkeling van de gespecialiseerde informatiemarkt in Europa, met als oogmerk een beter gebruik van de schaalvoordelen en een toereikende Europese onafhankelijkheid op het gebied van de gespecialiseerde informatie, een uitdaging voor de Europese Gemeenschap vormt die een passende ondersteuning van de Gemeenschap vereist; dat de snelle ontwikkelingen op dit gebied een passend programma vergen dat door een grote soepelheid bij het stellen van prioriteiten wordt gekenmerkt;

Overwegende dat de ontwikkeling van de internationale samenwerking tussen Lid-Staten op gebieden van gemeenschappelijk belang een groter belang krijgt met het oog op de versterking van het concurrentievermogen van de Europese informatiemarkt;

Overwegende dat de communautaire activiteiten met betrekking tot de gespecialiseerde informatiemarkt en haar ontwikkeling een noodzakelijke aanvulling vormen op andere communautaire initiatieven, in het bijzonder het ESPRIT-programma dat de positie van de Europese bedrijven in de sector van de informatietechnologieën beoogt te versterken door middel van maatregelen van de Commissie ter bevordering van de samenwerking tussen Europese fabrikanten en instellingen voor onderzoek en ontwikkeling bij de totstandbrenging van geavanceerde componenten-technologieën in de voor-concurrentiefase, het INSIS-project voor de ontwikkeling van een geavanceerd informatie- en communicatiesysteem tussen de Instellingen van de Europese Gemeenschappen en die van de Lid-Staten, en de nieuwe communautaire initiatieven (1983-1987) inzake de beroepsopleiding en nieuwe informatietechnologieën;

Overwegende dat het in de eerste plaats de taak van de Lid-Staten is om via steunprogramma's en beleidsmaatregelen de grondslag te leggen voor een efficiënte markt van gespecialiseerde informatie; dat het effect van deze maatregelen moet worden vergroot en versterkt door middel van specifieke communautaire acties op gebieden van gemeenschappelijk belang, ten einde in Europa ontwikkelingen op gang te brengen, te versnellen en te ondersteunen die tot een beter concurrentievermogen van de Europese informatie-industrieën op internationaal niveau en een gunstiger informatie-milieu binnen de gehele Gemeenschap moeten leiden;

Overwegende dat de resultaten van de drie opeenvolgende driejarenplannen (1975-1983) op het gebied van wetenschappelijke en technische informatie en documentatie, alsmede de noodzaak om de activiteiten op dit gebied te versterken en te consolideren en de continuïteit van de communautaire acties te waarborgen, de uitvoering rechtvaardigen van een communautair programma van activiteiten die noodzakelijk zijn om tot de verwezenlijking van de doelstelling op lange termijn, d. w. z. de totstandbrenging van een gemeenschappelijke informatiemarkt in Europa, te komen; dat het tegelijkertijd noodzakelijk is de geboekte resultaten regelmatig te evalueren en de acties op dit gebied en aanverwante gebieden op nationaal en communautair niveau te cooerdineren;

Overwegende dat het Verdrag niet voorziet in de daartoe vereiste specifieke bevoegdheden;

Overwegende dat het Comité voor Wetenschappelijke en Technische Informatie en Documentatie (CWTID) en het Comité voor Wetenschappelijk en Technisch Onderzoek (CREST) over het voorstel van de Commissie advies hebben uitgebracht,

BESLUIT:

Artikel 1

Er wordt een communautair programma voor de ontwikkeling van de gespecialiseerde informatiemarkt in Europa, zoals omschreven in bijlage I, hierna »programma" te noemen, aangenomen voor een periode van vijf jaar, ingaande op 1 januari 1984.

Artikel 2

De voor de uitvoering van het programma benodigde kredieten, waarvan het bedrag op 25 miljoen Ecu wordt geschat, worden in de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen opgenomen. De voor de uitvoering van het programma in 1984 en 1985 noodzakelijk geachte kredieten bedragen 10 miljoen Ecu.

Artikel 3

De Commissie draagt zorg voor de uitvoering van het programma. Zij beslist in het bijzonder over de vaststelling van gedetailleerde activiteiten en het soort projecten dat dient te worden uitgevoerd. Zij stelt ieder jaar een werkprogramma op dat zij zo nodig aanpast.

Artikel 4

Hoewel de Commissie ten volle verantwoordelijk is voor alle beslissingen en het beheer van het programma, wordt zij geadviseerd door het CWTID, waarvan de bevoegdheden en de werkwijze in bijlage II zijn omschreven.

De Commissie houdt het CWTID regelmatig op de hoogte van de voortgang van de werkzaamheden op dit gebied en op aanverwante gebieden.

Artikel 5

De Commissie draagt er zorg voor dat de uit het programma voortvloeiende kennis toegankelijk wordt gemaakt en verspreid wordt.

Artikel 6

  • 1. 
    Overeenkomstig artikel 228 van het Verdrag kan de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten met derde landen sluiten in het kader van het in bijlage I vastgestelde programma.
  • 2. 
    De Commissie is gemachtigd om, na overeenkomstig punt 3, onder c), van bijlage II, het advies te hebben ingewonnen van het CWTID, te onderhandelen over de in lid 1 bedoelde samen- werkingsovereenkomsten.

Artikel 7

  • 1. 
    De Commissie onderzoekt het programma opnieuw na 24 maanden. Dit onderzoek kan leiden tot een herziening van het programma volgens de passende procedures, met inbegrip van een herziening van de in artikel 2 vermelde raming van de benodigde kredieten.

Zij stelt het Europese Parlement in kennis van de resultaten van dit onderzoek.

  • 2. 
    Het programma kan worden verlengd nadat de Commissie een voorstel in die zin aan de Raad heeft voorgelegd.
  • 3. 
    Tegelijk met het voorstel tot verlenging van het programma legt de Commissie, na raadpleging van het CIDST, de Raad en het Europese Parlement een evaluatieverslag voor over de uitvoering en de resultaten van het programma.

Gedaan te Brussel, 27 november 1984.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • P. 
    BARRY
  • (1) 
    PB nr. C 328 van 2. 12. 1983, blz. 3.
  • (2) 
    PB nr. C 117 van 30. 4. 1984, blz. 9.
  • (3) 
    PB nr. C 140 van 28. 5. 1984, blz. 24.

BIJLAGE I

Het eerste vijfjarenprogramma omvat de volgende beleidsvoornemens:

  • 1. 
    Verbetering van het informatiemilieu en de marktvoorwaarden

Het hoofddoel is het gebruik van informatieprodukten en -diensten van Europese oorsprong te verbeteren, ten einde een zo groot mogelijke economische levensvatbaarheid te waarborgen. Dit kan worden bereikt door passende acties om bestaande belemmeringen uit de weg te ruimen, met als uiteindelijk resultaat een grotere gebruikersvriendelijkheid en een grotere doorzichtigheid van vraag en aanbod op de informatiemarkt.

De te ondernemen activiteiten omvatten:

  • a) 
    Technische aspecten
  • uitbreiding van het concept Euronet-DIANE;
  • toepassing van geavanceerde informatietechnieken voor de verwerking, distributie en het gebruik van informatie;
  • een grotere uitwisselbaarheid van procedures, software en apparatuur voor geavanceerde informatiediensten;
  • uitbreiding en ontwikkeling van netwerken in verband met de toetreding van nieuwe Lid-Staten;
  • het overbruggen van de verschillen tussen de ontwikkelingsniveaus van de diverse Lid-Staten op het gebied van de gespecialiseerde informatie.
  • b) 
    Taalkundige aspecten
  • meertalige verwijzingslijsten en thesauri;
  • meertalige handleidingen, referentiediensten en toegangsprocedures (CCL);
  • totstandbrenging van diensten voor automatische vertalingen.
  • c) 
    Administratieve aspecten
  • harmonisatie van contractuele regelingen;
  • ontwikkeling van gebruikersvriendelijke facturerings- en betalingssystemen;
  • standaardisatie van toegangsprocedures.
  • d) 
    Economische aspecten
  • grotere doorzichtigheid van de tariefstructuren;
  • marktonderzoek om bestaande en zich ontwikkelende marktbehoeften en leemten in het aanbod van informatieprodukten en -diensten op te sporen;
  • export van informatie.
  • e) 
    Juridische aspecten
  • auteursrechten met betrekking tot elektronische uitgeverij en documentverschaffing op het gebied van de gespecialiseerde informatie;
  • restrictieve royaltyregelingen en territoriale rechten.
  • f) 
    Beleidsaspecten
  • onderling verband tussen openbare en particuliere initiatieven op de gespecialiseerde informatiemarkt;
  • economische en politieke aspecten van monopolies op het gebied van gespecialiseerde informatiediensten;
  • betrekkingen met internationale organisaties (OESO, UNESCO);
  • betrekkingen met de ontwikkelingslanden (ACS-LOME).
  • g) 
    Voorlichting en opleiding
  • programma's en voorzieningen voor de beroepsopleiding van gebruikers van gespecialiseerde informatie;
  • vergroting van de vakkennis;
  • maatregelen op het gebied van publiciteit, promotie en voorlichting;
  • opleidingsprogramma's en -voorzieningen, speciaal afgestemd op regionale behoeften.
  • 2. 
    Verbetering van het aanbod en de kwaliteit van Europese produkten en diensten

Het doel is het ontwerpen of ontwikkelen van gespecialiseerde informatieprodukten en -diensten van Europese oorsprong die innoverend en uniek zijn en die een »added value" bieden, ten einde de concurrentiepositie van Europese leveranciers op de Europese en wereldmarkten te verbeteren en beter in te kunnen spelen op de behoeften van een ruime kring van gebruikers waardoor Europa een betrekkelijk onafhankelijke positie kan veroveren. Deze doelstelling moet worden verwezenlijkt door innoverende initiatieven en initiatieven van ondernemingen op de volgende gebieden te bevorderen: a) Informatieprojecten in diverse sectoren

  • verbetering van de kwaliteit, gebruikersvriendelijkheid en economische levensvatbaarheid van bestaande produkten en diensten;
  • verbetering van het aanbod en gebruik van informatiesystemen en -diensten in specifieke, minder ontwikkelde sectoren van gespecialiseerde informatie die in betekenis toenemen en van communautair belang zijn;
  • vaststelling van de mate waarin onder het brede publiek en/of bij specifieke groepen gebruikers behoefte bestaat aan gespecialiseerde informatie en van de wijze waarop hiervoor belangstelling kan worden gewekt;
  • bestudering van de leemten in de regionale distributie van gespecialiseerde informatie en bevordering van passende acties om de situatie te verbeteren.
  • b) 
    Verbeterde informatiediensten
  • totstandbrenging van documentenverschaffing en elektronische uitgeverijdiensten op het gebied van de gespecialiseerde informatie;
  • nieuwe intermediaire en adviserende diensten ertoe aanzetten specifieke groepen gebruikers, zoals het midden- en kleinbedrijf, van betere informatiediensten te voorzien;
  • ontwikkeling van de toepassingen van videotex in die deelsectoren waar eindgebruikers of grote groepen gebruikers met minder opleiding directe toegang tot gespecialiseerde informatie moeten hebben;
  • bevordering van het onderzoek naar nieuwe methoden voor de verwerking, de verspreiding en het gebruik van gespecialiseerde informatie.

BIJLAGE II

BEVOEGDHEDEN EN WERKWIJZE VAN HET COMITÉ VOOR WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNISCHE INFORMATIE EN DOCUMENTATIE (CWTID)

  • 1. 
    Onverminderd de verantwoordelijkheid van de Commissie bij de uitvoering van het eerste vijfjarenprogramma voor de ontwikkeling van de gespecialiseerde informatiemarkt heeft het CWTID tot taak om door zijn adviezen bij te dragen tot een optimale uitvoering van dit programma.
  • 2. 
    In het kader van dit programma raadpleegt de Commissie het CWTID over alle maatregelen die zij overweegt te nemen voor:
  • a) 
    de ontwikkeling van de gespecialiseerde informatiemarkt in de Gemeenschap;
  • b) 
    de bevordering van de technologie en methodologie, ten einde de informatiediensten, in het bijzonder die van Euronet-DIANE, te verbeteren.
  • 3. 
    Voorts wint de Commissie advies in bij het CWTID voor:
  • a) 
    de voorbereiding van toekomstige werkzaamheden op dit gebied;
  • b) 
    de cooerdinatie van dit programma met daarmee samenhangende programma's, met name het meertalige programma;
  • c) 
    het voeren van onderhandelingen met niet-communautaire instellingen, zoals die in derde landen.
  • 4. 
    Het CWTID moet ook worden verzocht een advies uit te brengen over:
  • a) 
    de gedetailleerde uitwerking van beleidsmaatregelen en prioriteiten;
  • b) 
    de jaarlijkse voorbereiding van de begrotingen en de bestemming van de toegestane kredieten;
  • c) 
    de vaststelling van de doelstellingen van en de financiële toewijzingen voor de projecten;
  • d) 
    de uitvoerige beschrijving van de te verrichten arbeid en de vaststelling van de criteria voor de selectie van de contractanten;
  • e) 
    de keuze van de contractanten en het toezicht op de projecten.
  • 5. 
    Het CWTID brengt adviezen uit die worden voorbereid door het secretariaat en ter goedkeuring aan het Comité worden voorgelegd. Elk lid van het Comité kan vragen dat zijn mening in deze adviezen wordt vermeld. Deze adviezen worden toegezonden aan de Commissie, met afschrift aan de Raad.
  • 6. 
    In overleg met de Commissie stelt het CWTID de procedure vast voor de bestudering van de onder 2, 3 en 4 bedoelde maatregelen. Deze procedure mag geen beletsel vormen voor de continuïteit in de uitvoering van het programma, met name in spoedgevallen. Sommige taken zullen ter wille van een soepel beheer worden overgedragen aan werkgroepen.
  • 7. 
    De Commissiediensten brengen periodiek bij het CWTID verslag uit over de getroffen maatregelen en de verkregen resultaten.
  • 8. 
    Het CWTID bestaat uit twee vertegenwoordigers van elke Lid-Staat, die voor drie jaar worden benoemd. De Lid-Staten mogen tevens twee plaatsvervangers benoemen.
  • 9. 
    Het CWTID stelt zijn reglement van orde vast.
  • 10. 
    Het secretariaat van het CWTID wordt gevoerd door de Commissiediensten.
  • 11. 
    De bepalingen van deze bijlage brengen geen wijziging in de bij de resolutie van 24 juni 1971 aan het CWTID opgedragen andere taken, noch in zijn taak van adviseur van het CREST.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.