Verordening 1984/1897 - Wijziging van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden van de EG

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31984R1897

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31984R1897

Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 1897/84 van de Raad van 29 juni 1984 tot wijziging van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen

Publicatieblad Nr. L 178 van 05/07/1984 blz. 0001 - 0003

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 01 Deel 4 blz. 0078

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 01 Deel 4 blz. 0078

*****

VERORDENING (EURATOM, EGKS, EEG) Nr. 1897/84 VAN DE RAAD

van 29 juni 1984

tot wijziging van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben,

Gelet op het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 (1) en laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 3681/83 (2), inzonderheid op de artikelen 63, 64, 65 en 82 van het Statuut, alsmede op artikel 20, eerste alinea, en artikel 64 van de Regeling,

Gelet op Besluit 81/1061/Euratom, EGKS, EEG van de Raad van 15 december 1981 tot wijziging van de methode voor de aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Gemeenschappen (3),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat in verband met de aanzienlijke stijging van de kosten van levensonderhoud welke zich in verschillende landen van tewerkstelling van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen in de loop van het tweede halfjaar 1983 heeft voorgedaan, de aanpassingscoëfficiënten die krachtens Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 3647/83 (4) van toepassing zijn op de bezoldigingen en pensioenen van deze ambtenaren en andere personeelsleden dienen te worden aangepast met ingang van 1 januari 1984, alsmede met ingang van 1 november 1983 en van 16 november 1983 voor enkele landen van tewerkstelling waar de stijging van de kosten van levensonderhoud bijzonder sterk is geweest;

Overwegende dat met terugwerkende kracht de aanpassingscoëfficiënten moeten worden aangepast die gelden voor Turkije, Joegoslavië, Israël, Jordanië, Egypte en Marokko, overeenkomstig de thans voor deze landen beschikbare statistieken en dat het gewenst is voor Brazilië een aanpassingscoëfficiënt vast te stellen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in een van de hierna genoemde landen werkzaam zijn, bedragen met ingang van 1 januari 1981:

Marokko 121,1

Joegoslavië 104,8

Israël 179,9.

  • 2. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in een van de hierna genoemde landen werkzaam zijn, bedragen met ingang van 1 mei 1981:

Joegoslavië 128,8

Israël 253,1.

  • 3. 
    De aanpassingscoëfficiënt die van toepassing is op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in het hierna genoemde land werkzaam zijn, bedraagt met ingang van 16 mei 1981:

Marokko 132,4.

  • 4. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in een van de hierna genoemde landen werkzaam zijn, bedragen met ingang van 1 juli 1981:

Marokko 118,8

Joegoslavië 119,8

Israël 137,7.

  • 5. 
    De aanpassingscoëfficiënt die van toepassing is op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in het hierna genoemde land werkzaam zijn, bedraagt met ingang van 1 november 1981:

Israël 196,2.

  • 6. 
    De aanpassingscoëfficiënt die van toepassing is op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in het hierna genoemde land werkzaam zijn, bedraagt met ingang van 16 november 1981:

Joegoslavië 131,4.

  • 7. 
    De aanpassingscoëfficiënt die van toepassing is op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in het hierna genoemde land werkzaam zijn, bedraagt met ingang van 1 januari 1982:

Marokko 122,6.

  • 8. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in een van de hierna genoemde landen werkzaam zijn, bedragen met ingang van 1 mei 1982:

Joegoslavië 149,2

Israël 286,6.

  • 9. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in een van de hierna genoemde landen werkzaam zijn, bedragen met ingang van 1 juli 1982:

Marokko 124,9

Joegoslavië 133,3

Israël 159,8.

  • 10. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in een van de hierna genoemde landen werkzaam zijn, bedragen met ingang van 1 november 1982:

Joegoslavië 150,1

Israël 232,8.

  • 11. 
    De aanpassingscoëfficiënt die van toepassing is op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in het hierna genoemde land werkzaam zijn, bedraagt met ingang van 1 januari 1983:

Marokko 127,3.

  • 12. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in een van de hierna genoemde landen werkzaam zijn, bedragen met ingang van 1 mei 1983:

Turkije 111,8

Joegoslavië 182,1

Israël 370,3

Egypte 261,5.

  • 13. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in een van de hierna genoemde landen werkzaam zijn, bedragen met ingang van 1 juli 1983:

Turkije 89,9

Joegoslavië 100,7

Israël 191,6

Jordanië 201,9

Egypte 263,7

Marokko 114,8

Syrië 149,3.

Artikel 2

  • 1. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in een van de hierna genoemde landen werkzaam zijn, bedragen met ingang van 1 november 1983:

Portugal 88,3

Turkije 104,6

Joegoslavië 133,4

Israël 368,1.

  • 2. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in een van de hierna genoemde landen werkzaam zijn, bedragen met ingang van 16 november 1983:

Griekenland 107,1

Spanje 99,8

Chili 163,1

Marokko 126,7

Syrië 159,8.

  • 3. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in een van de hierna genoemde landen werkzaam zijn, bedragen met ingang van 1 januari 1984:

België 103,1

Denemarken 119,7

Bondsrepubliek Duitsland 111,4

Frankrijk 105,7

Ierland 97,2

Italië (behalve Varese) 101,7

Varese 103,8 (1)

Luxemburg 103,1

Nederland 107,6

Verenigd Koninkrijk 99,8

Zwitserland 145,0

Verenigde Staten

(behalve New York) 172,8

New York 187,1

Canada 155,5

Japan 189,6

Oostenrijk 120,4

Venezuela 176,0

Brazilië 157,6 (1)

Australië 155,3

Thailand 185,2

India 149,6

Algerije 158,7 (1)

Tunesië 119,2

Egypte 256,3

Jordanië 206,6

Libanon 151,6 (1).

  • 4. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op het pensioen worden overeenkomstig artikel 82, lid 1, van het Statuut vastgesteld.

Artikel 3

  • 1. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op het pensioen en op de vergoedingen van de in artikel 2 van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 160/80 (2) bedoelde personen, bedragen met ingang van 1 januari 1984:

België 123,3

Denemarken 148,7

Duitsland 107,4

Frankrijk 137,4

Ierland 116,3

Italië 137,4

Luxemburg 123,3

Nederland 105,5

Verenigd Koninkrijk 93,3.

  • 2. 
    Indien de pensioengerechtigde verklaart zich te vestigen in een ander dan de in dit artikel genoemde landen, wordt op zijn pensioen de voor België geldende aanpassingscoëfficiënt toegepast.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 29 juni 1984.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • L. 
    FABIUS
  • (1) 
    PB nr. L 36 van 4. 3. 1968, blz. 1.
  • (2) 
    PB nr. L 368 van 29. 12. 1983, blz. 1.
  • (3) 
    PB nr. L 386 van 31. 12. 1981, blz. 1.
  • (4) 
    PB nr. L 361 van 24. 12. 1983, blz. 1.
  • (1) 
    Voorlopige coëfficiënt.
  • (1) 
    Voorlopige coëfficiënt.
  • (2) 
    PB nr. L 20 van 26. 1. 1980, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.