Richtlijn 1986/465 - Gemeenschappelijke lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van Richtlijn 75/268/EEG (Duitsland)

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31986L0465

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31986L0465

Richtlijn 86/465/EEG van de Raad van 14 juli 1986 betreffende de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van Richtlijn 75/268/EEG (Duitsland)

Publicatieblad Nr. L 273 van 24/09/1986 blz. 0001 - 0103

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 14 juli 1986 betreffende de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van Richtlijn 75/268/EEG (Duitsland) (86/465/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 75/268/EEG van de Raad van 28 april 1975 betreffende de landbouw in bergstreken en in sommige probleemgebieden (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 797/85 (2), inzonderheid op artikel 2, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (3),

Overwegende dat bij Richtlijn 75/270/EEG van de Raad van 28 april 1975 betreffende de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van Richtlijn 75/268/EEG (4) de gebieden in de Bondsrepubliek Duitsland zijn aangewezen die worden aangemerkt als probleemgebieden in de zin van artikel 3, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn 75/268/EEG;

Overwegende dat de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland de Commissie overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Richtlijn 75/268/EEG heeft verzocht om uitbreiding van de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van artikel 3, lid 4, van Richtlijn 75/268/EEG, op grond van een nieuwe definitie van de criteria voor het aanwijzen van de probleemgebieden en het transfereren van gebieden die voorheen waren ingedeeld bij de gebieden als bedoeld in artikel 3, lid 5, van die richtlijn en die integraal deel uitmaken van de voornoemde aan de lijst toegevoegde homogene gebieden ; dat die Regering bovendien heeft verzocht om toevoeging van bepaalde gebieden met een geringe oppervlakte en met specifieke handicaps aan de lijst van gebieden als bedoeld in artikel 3, lid 5, van de richtlijn;

Overwegende dat de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland de Commissie overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Richtlijn 75/268/EEG heeft medegedeeld welke gebieden kunnen worden opgenomen in de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden en gegevens heeft medegedeeld met betrekking tot de kenmerken van deze gebieden;

Overwegende dat de zeer ongunstige klimatologische omstandigheden als bedoeld in artikel 3, lid 3, eerste streepje, van Richtlijn 75/268/EEG en de ligging op een hoogte van ten minste 800 meter (centrum van de plaats of gemiddelde hoogte van de gemeente) als criteria zijn gehanteerd;

Overwegende dat bij combinatie van klimatologische factoren met de hellingsfactor als bedoeld in artikel 3, lid 3, derde streepje, van Richtlijn 75/268/EEG, als criteria een ligging op een hoogte van ten minste 600 meter en een steilte van ten minste 18 % zijn aangemerkt;

Overwegende dat wat betreft de aanwezigheid van minder produktieve grond en aanzienlijk beneden het gemiddelde liggende bedrijfsresultaten als bedoeld in artikel 3, lid 4, onder a) en b), van Richtlijn 75/268/EEG, voor het aanwijzen van de gebieden een complex criterium is gehanteerd, het zogenaamd criterium van agrarische vergelijkbaarheid (Landwirtschaftliche Vergleichszahl, LVZ) dat door de belastingdiensten wordt gehanteerd ten aanzien van de bedrijfsresultaten van de ondernemingen ; dat dit criterium (1) PB nr. L 128 van 19.5.1975, blz. 1. (2) PB nr. L 93 van 30.3.1985, blz. 1. (3) PB nr. C 227 van 8.9.1986, blz. 153. (4) PB nr. L 128 van 19.5.1975, blz. 10. gebaseerd is op de natuurlijke produktiviteit (bodemkwaliteit en klimaat), gecorrigeerd aan de hand van factoren zoals heterogeen karakter van de grond, natuurlijke situatie inzake waterafvoer, enz., met inbegrip van andere dan natuurlijke produktieomstandigheden;

Overwegende dat de maximale waarde van genoemd criterium voor de agrarische probleemgebieden werd vastgesteld op 28, wat overeenkomt met 70 % van het nationale gemiddelde (40) (behalve voor twee gebieden : 29,1 en 29,2) ; dat voor bepaalde specifieke gevallen deze waarde is vastgesteld op 32,5 voor agrarische probleemgebieden waar de oppervlakte van weiden en blijvend grasland meer dan 80 % van de totale oppervlakte cultuurgrond (OCG) uitmaakt;

Overwegende dat als criterium inzake geringe bevolkingsdichtheid als bedoeld in artikel 3, lid 4, onder c), van Richtlijn 75/268/EEG een relatief hoge waarde van 130 inwoners per km2 is gehanteerd (waarbij, in één geval, de bevolking van stedelijke en industriële centra niet is meegerekend) ; dat dit criterium desalniettemin op ongeveer 50 % ligt van het nationale gemiddelde (247) ; dat dit een afspiegeling is van de situatie in een dichtbevolkte Lid-Staat met een sterk gedecentraliseerde secundaire en tertiaire sector die zijn verschillende gebieden met talrijke voorzieningen en diensten (infrastructuur) heeft uitgerust ; dat de rentabiliteit van deze voorzieningen en diensten een relatief hoge bevolkingsdichtheid vereist ; dat bovendien als minimumaandeel van de landbouwberoepsbevolking in de totale beroepsbevolking 15 % is aangehouden, behalve voor twee gebieden (7,7 en 12,1 %), terwijl het nationale gemiddelde 5,1 % bedraagt;

Overwegende dat voor het aanwijzen van de gebieden die met specifieke handicaps te kampen hebben en die met probleemgebieden kunnen worden gelijkgesteld, als bedoeld in artikel 3, lid 5, van Richtlijn 75/268/EEG, als criteria zowel het bestaan van voor de produktie ongunstige omstandigheden (LVZ in het algemeen minder dan 25) als problemen die voortvloeien uit de verplichtingen in verband met de kustbescherming en het behoud van het landschap in aanmerking werden genomen ; dat bovendien de totale oppervlakte van deze gebieden niet meer dan 4 % van de totale oppervlakte van de betrokken Lid-Staat bedraagt;

Overwegende dat de aard en het niveau van de voornoemde, door de Regering van de Duitse Bondsrepubliek gehanteerde criteria voor het aanwijzen van de drie soorten aan de Commissie opgegeven gebieden beantwoorden aan de kenmerken van respectievelijk berggebieden, probleemgebieden en gebieden met specifieke problemen, als bedoeld in artikel 3, lid 3, lid 4 en lid 5, van Richtlijn 75/268/EEG;

Overwegende dat volgens door de betrokken Lid-Staat verstrekte gegevens, deze gebieden over toereikende collectieve voorzieningen beschikken,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage vermelde gebieden van de Bondsrepubliek Duitsland worden opgenomen in de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van artikel 3, lid 3, lid 4 en lid 5, van Richtlijn 75/268/EEG.

Artikel 2

Richtlijn 75/270/EEG wordt ingetrokken.

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.

Gedaan te Brussel, 14 juli 1986.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • M. 
    JOPLING

BIJLAGE

>PIC FILE= "T0028985">

>PIC FILE= "T0028986">

>PIC FILE= "T0028987">

>PIC FILE= "T0028988">

>PIC FILE= "T0028989">

>PIC FILE= "T0028990">

>PIC FILE= "T0028991">

>PIC FILE= "T0028992">

>PIC FILE= "T0028993">

>PIC FILE= "T0028994">

>PIC FILE= "T0028995">

>PIC FILE= "T0028996">

>PIC FILE= "T0028997">

>PIC FILE= "T0028998">

>PIC FILE= "T0028999">

>PIC FILE= "T0029000">

>PIC FILE= "T0029001">

>PIC FILE= "T0029002">

>PIC FILE= "T0029003">

>PIC FILE= "T0029004">

>PIC FILE= "T0029005">

>PIC FILE= "T0029006">

>PIC FILE= "T0029007">

>PIC FILE= "T0029008">

>PIC FILE= "T0029009">

>PIC FILE= "T0029010">

>PIC FILE= "T0029011">

>PIC FILE= "T0029012">

>PIC FILE= "T0029013">

>PIC FILE= "T0029014">

>PIC FILE= "T0029015">

>PIC FILE= "T0029016">

>PIC FILE= "T0029017">

>PIC FILE= "T0029018">

>PIC FILE= "T0029019">

>PIC FILE= "T0029020">

>PIC FILE= "T0029021">

>PIC FILE= "T0029022">

>PIC FILE= "T0029023">

>PIC FILE= "T0029024">

>PIC FILE= "T0029025">

>PIC FILE= "T0029026">

>PIC FILE= "T0029027">

>PIC FILE= "T0029028">

>PIC FILE= "T0029029">

>PIC FILE= "T0029030">

>PIC FILE= "T0029031">

>PIC FILE= "T0029032">

>PIC FILE= "T0029033">

>PIC FILE= "T0029034">

>PIC FILE= "T0029035">

>PIC FILE= "T0029036">

>PIC FILE= "T0029037">

>PIC FILE= "T0029038">

>PIC FILE= "T0029039">

>PIC FILE= "T0029040">

>PIC FILE= "T0029041">

>PIC FILE= "T0029042">

>PIC FILE= "T0029043">

>PIC FILE= "T0029044">

>PIC FILE= "T0029045">

>PIC FILE= "T0029046">

>PIC FILE= "T0029047">

>PIC FILE= "T0029048">

>PIC FILE= "T0029049">

>PIC FILE= "T0029050">

>PIC FILE= "T0029051">

>PIC FILE= "T0029052">

>PIC FILE= "T0029053">

>PIC FILE= "T0029054">

>PIC FILE= "T0029055">

>PIC FILE= "T0029056">

>PIC FILE= "T0029057">

>PIC FILE= "T0029058">

>PIC FILE= "T0029059">

>PIC FILE= "T0029060">

>PIC FILE= "T0029061">

>PIC FILE= "T0029062">

>PIC FILE= "T0029063">

>PIC FILE= "T0029064">

BAYERN

Der Gemeindeteilsname aus dem amtlichen Ortsverzeichnis für Bayern erstreckt sich weitgehend nur auf den siedlungsgeographischen Begriff "Wohnplatz", der einen amtlich verliehenen Namen hat.

Zu dem mit dem Gemeindenamen bezeichneten benachteiligten Gebiet zählen bei der nachfolgenden Aufstellung nicht in jedem Fall auch die landwirtschaftlichen Betriebsstätten des genannten Ortes.

Die mit (*) gekennzeichneten Gemeindeteile werden im amtlichen Ortsverzeichnis für Bayern nicht oder nicht mehr geführt. Die grundstückscharfe Abgrenzung liegt am jeweiligen Amt für Landwirtschaft vor. >PIC FILE= "T0029065">

>PIC FILE= "T0029066">

>PIC FILE= "T0029067">

>PIC FILE= "T0029068">

>PIC FILE= "T0029069">

>PIC FILE= "T0029070">

>PIC FILE= "T0029071">

>PIC FILE= "T0029072">

>PIC FILE= "T0029073">

>PIC FILE= "T0029074">

>PIC FILE= "T0029075">

>PIC FILE= "T0029076">

>PIC FILE= "T0029077">

>PIC FILE= "T0029078">

>PIC FILE= "T0029079">

>PIC FILE= "T0029080">

>PIC FILE= "T0029081">

>PIC FILE= "T0029082">

>PIC FILE= "T0029083">

>PIC FILE= "T0029084">

>PIC FILE= "T0029085">

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.