Verordening 1986/3477 - Opening, de verdeling en de wijze van beheer van gemeenschappelijke tariefcontingenten voor bepaalde bereidingen en conserven van vis van post ex 16.04 van het gemeenschappelijk douanetarief, van herkomst uit Portugal (1987)

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31986R3477

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31986R3477

Verordening (EEG) nr. 3477/86 van de Raad van 10 november 1986 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde bereidingen en conserven van vis van post ex 16.04 van het gemeenschappelijk douanetarief, van herkomst uit Portugal (1987)

Publicatieblad Nr. L 320 van 15/11/1986 blz. 0001

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3477/86 VAN DE RAAD

van 10 november 1986

betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde bereidingen en conserven van vis van post ex 16.04 van het gemeenschappelijk douanetarief, van herkomst uit Portugal (1987)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, inzonderheid op artikel 362,

Gezien de door de Commissie ingediende ontwerp-verordening,

Overwegende dat in artikel 362 van de Toetredingsakte wordt bepaald dat gedurende de periode waarin de douanerechten tussen de Gemeenschap van de Tien en Portugal geleidelijk worden afgeschaft de bereidingen en conserven van sardines, de bereidingen en conserven van tonijn en de bereidingen en conserven van makreel van de posten 16.04 D, E en ex F van het gemeenschappelijk douanetarief, van herkomst uit Portugal, in het kader van jaarlijkse communautaire tariefcontingenten van respectievelijk 5 000 ton, 1 000 ton en 1 000 ton vrij van rechten in de Gemeenschap van de Tien kunnen worden ingevoerd; dat deze tariefcontingenten voor het jaar 1987 dienen te worden geopend;

Overwegende dat met name dient te worden gewaarborgd dat alle importeurs van de Gemeenschap van de Tien te allen tijde en in gelijke mate gebruik kunnen maken van de bedoelde contingenten en dat de daaraan verbonden rechten in deze Lid-Staten zonder onderbreking worden toegepast op alle invoer van de betrokken produkten tot op het tijdstip waarop de contingenten geheel zijn uitgeput; dat een systeem voor de benutting van de communautaire tariefcontingenten, gebaseerd op een verdeling over deze Lid-Staten, in overeenstemming lijkt te zijn met het communautaire karakter van die contingenten in het licht van de hierboven uiteengezette beginselen; dat die verdeling, om zo goed mogelijk de werkelijke ontwikkeling op de markt van bedoelde produkten weer te geven, moet geschieden naar verhouding van de behoeften van de Lid-Staten, berekend enerzijds op grond van de statistische gegevens betreffende de invoer van genoemde produkten uit Portugal over een representatieve referentieperiode, en anderzijds op grond van de economische vooruitzichten voor de betrokken contingentsperiode;

Overwegende dat van de invoer in de Gemeenschap van de betrokken produkten uit Portugal gedurende de laatste drie jaren waarover statistieken beschikbaar zijn, de afzonderlijke Lid-Staten de hierna genoemde percentages voor hun rekening namen:

1.2.3.4 // // // // // Lid-Staten // 1983 // 1984 // 1985 // // // //

Sardines

1.2.3.4 // // // // // Benelux // 7,4 // 6,7 // 6,4 // Denemarken // 1,6 // 2,1 // 2,6 // Duitsland // 28,3 // 23,1 // 28,1 // Griekenland // 0,2 // 0,1 // - // Frankrijk // 21,4 // 17,0 // 19,0 // Ierland // 0,2 // 0,1 // 0,3 // Italië // 5,1 // 4,5 // 7,1 // Verenigd Koninkrijk // 35,8 // 46,4 // 36,5 // // // //

Tonijn

1.2.3.4 // // // // // Benelux // - // - // - // Denemarken // - // - // - // Duitsland // - // 1,1 // 0,7 // Griekenland // - // - // 2,1 // Frankrijk // 2,9 // 7,2 // 2,1 // Ierland // - // - // - // Italië // 97,1 // 91,7 // 95,1 // Verenigd Koninkrijk // - // - // - // // // //

Makreel

1.2.3.4 // // // // // Benelux // 10,3 // 7,4 // 5,7 // Denemarken // - // - // - // Duitsland // - // - // - // Griekenland // - // - // - // Frankrijk // - // 0,3 // - // Ierland // - // - // - // Italië // 89,7 // 90,0 // 94,3 // Verenigd Koninkrijk // - // 2,3 // - // // // //

Overwegende dat rekening moet worden gehouden met deze percentages en met de door sommige Lid-Staten verstrekte ramingen alsmede met de noodzaak om in het onderhavige geval een billijke verdeling over de Lid-Staten van de bij de Akte van Toetreding aangegane verplichting te waarborgen; dat derhalve de percentages voor het aanvankelijke aandeel in het totale contingent bij benadering als volgt kunnen worden bepaald:

1.2.3.4 // // // // // Lid-Staten // Sardines // Tonijn // Makreel // // // // // Benelux // 7,1 // 1,0 // 10,0 // Denemarken // 1,9 // 1,0 // 1,0 // Duitsland // 31,1 // 3,0 // 1,0 // Griekenland // 0,2 // 5,0 // 1,0 // Frankrijk // 15,0 // 10,0 // 1,0 // Ierland // 0,3 // 1,0 // 1,0 // Italië // 4,8 // 77,0 // 84,0 // Verenigd Koninkrijk // 39,6 // 1,0 // 1,0 // // // //

Overwegende dat, ten einde rekening te houden met de ontwikkeling van de invoer van de betrokken produkten in de verschillende Lid-Staten, de contingenten in twee gedeelten moeten worden gesplitst, waarvan het eerste gedeelte over de Lid-Staten wordt verdeeld, terwijl het tweede gedeelte een reserve vormt ter voorziening in de verdere behoeften van de Lid-Staten die hun aanvankelijke quota hebben opgebruikt; dat, ten einde aan de importeurs van elke Lid-Staat een zekere waarborg te geven, het eerste gedeelte van elk communautair contingent zou moeten worden vastgesteld op een niveau dat in het onderhavige geval ongeveer 80 % van het volume van elk contingent zou kunnen bedragen;

Overwegende dat de aanvankelijke quota van de Lid-Staten meer of minder spoedig kunnen zijn opgebruikt; dat het, ten einde daarmee rekening te houden en elke onderbreking te voorkomen, van belang is dat iedere Lid-Staat die een van zijn aanvankelijke quota nagenoeg geheel heeft benut, een extra quotum uit de overeenkomstige reserve opneemt; dat deze opneming door elke Lid-Staat moet worden verricht wanneer elk van zijn extra quota vrijwel geheel is benut, en wel zo vaak als de reserve dit toelaat; dat de aanvankelijke en de extra quota moeten gelden tot aan het einde van de contingentsperiode; dat deze wijze van beheer een nauwe samenwerking vereist tussen de Lid-Staten en de Commissie, die met name de uitputtingsgraad van de contingenten moet kunnen volgen en de Lid-Staten daarover moet kunnen inlichten;

Overwegende dat het, indien er in een Lid-Staat op een bepaald tijdstip van de contingentsperiode een aanzienlijk overschot van een van de aanvankelijke quota bestaat, noodzakelijk is dat dat land daarvan een aanmerkelijk percentage terugstort in de overeenkomstige reserve, ten einde te voorkomen dat in een Lid-Staat een gedeelte van een der communautaire tariefcontingenten onbenut blijft, terwijl andere Lid-Staten er gebruik van zouden kunnen maken;

Overwegende dat, aangezien het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie, elke handeling met betrekking tot het beheer van de aan de genoemde Economische Unie toegewezen quota kan worden verricht door een van haar leden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Van 1 januari tot en met 31 december 1987 worden de bij de invoer in de Gemeenschap van de Tien toepasselijke douanerechten voor de volgende produkten geschorst tot de niveaus en binnen de grenzen van communautaire tariefcontingenten zoals bij de produkten is aangegeven:

1.2.3.4.5 // // // // // // Volg- nummer // Nr. van het gemeen- schappelijk douanetarief // Omschrijving // Omvang van het contingent (in ton) // Contingent- rechten // // // // // // 09.0501 // 16.04 D // Sardines, van herkomst uit Portugal // 5 000 // vrij // 09.0502 // 16.04 E // Tonijn, van herkomst uit Portugal // 1 000 // vrij // 09.0503 // ex 16.04 F // Makreel, van herkomst uit Portugal // 1 000 // vrij // // // // //

Artikel 2

  • 1. 
    De in artikel 1 bedoelde tariefcontingenten worden in twee gedeelten gesplitst.
  • 2. 
    a) Het eerste gedeelte van ieder contingent wordt over de Lid-Staten verdeeld; de quota die, behoudens artikel 5, tot en met 31 december 1987 gelden, bedragen de volgende hoeveelheden:

(in ton)

1.2,4 // // // // Bereidingen en conserven van // // 1.2.3.4 // // Sardines // Tonijn // Makreel // // // // // Benelux // 284 // 8 // 80 // Denemarken // 76 // 8 // 8 // Duitsland // 1 244 // 24 // 8 // Griekenland // 8 // 8 // 8 // Frankrijk // 600 // 80 // 8 // Ierland // 12 // 8 // 8 // Italië // 192 // 624 // 672 // Verenigd Koninkrijk // 1 584 // 8 // 8 // Totaal // 4 000 // 768 // 800 // // // //

  • b) 
    Het tweede gedeelte van ieder contingent, ter grootte van respectievelijk 1 000, 232 en 200 ton, vormt de overeenkomstige reserve.

Artikel 3

  • 1. 
    Indien een van de aanvankelijke quota van een Lid-Staat, zoals vastgesteld in artikel 2, lid 2, dan wel dat zelfde quotum verminderd met het bij toepassing van artikel 5 in de reserve teruggestorte gedeelte, voor 90 % of meer is benut, gaat deze Lid-Staat, door middel van een kennisgeving aan de Commissie, onverwijld over tot opneming, voor zover in de reserve nog een voldoende hoeveelheid aanwezig is, van een tweede quotum ter grootte van 10 % van zijn aanvankelijke quotum, eventueel op de volgende eenheid naar boven afgerond.
  • 2. 
    Indien een Lid-Staat, na volledige benutting van een van zijn aanvankelijke quota, het door hem opgenomen tweede quotum voor 90 % of meer heeft aangewend, gaat hij, op de wijze als bepaald in lid 1, over tot opneming, voor zover in de reserve nog een voldoende hoeveelheid aanwezig is, van een derde quotum, gelijk aan 5 % van zijn aanvankelijke quotum, eventueel op de volgende eenheid naar boven afgerond. 3. Indien een Lid-Staat, na volledige benutting van een tweede quotum, het door hem opgenomen derde quotum voor 90 % of meer heeft aangewend, gaat hij, op de wijze als bepaald in lid 1, over tot opneming van een vierde quotum, dat gelijk is aan het derde.

Deze procedure wordt toegepast totdat de reserve is uitgeput.

  • 4. 
    In afwijking van het bepaalde in de leden 1 tot en met 3 kunnen de Lid-Staten overgaan tot opneming van geringere hoeveelheden dan de in die leden vastgestelde quota, wanneer er aanleiding is om aan te nemen dat deze quota wellicht niet geheel zullen worden benut. Zij delen aan de Commissie de redenen mede die tot toepassing van het onderhavige lid hebben geleid.

Artikel 4

Alle overeenkomstig artikel 3 opgenomen extra quota gelden tot en met 31 december 1987.

Artikel 5

De Lid-Staten storten uiterlijk op 1 oktober 1987 van het niet-benutte gedeelte van hun aanvankelijke quotum in de reserve terug het deel dat op 15 september 1987 20 % van het aanvankelijke quotum te boven gaat. Zij kunnen een grotere hoeveelheid terugstorten, indien er gronden zijn om aan te nemen dat deze wellicht onbenut zal blijven.

De Lid-Staten geven de Commissie uiterlijk op 1 oktober 1987 kennis van de totale invoer van de betrokken produkten, die tot en met 15 september 1987 heeft plaatsgevonden en op de communautaire contingenten is afgeboekt, alsmede eventueel van het gedeelte van elk van hun aanvankelijke quota, dat zij in de overeenkomstige reserve terugstorten.

Artikel 6

De Commissie houdt boek van de hoeveelheden van de door de Lid-Staten overeenkomstig de artikelen 2 en 3 geopende quota en brengt, zodra de opgaven haar bereiken, elke Lid-Staat op de hoogte van de uitputtingsgraad van de reserves.

Zij stelt de Lid-Staten uiterlijk op 5 oktober 1987 in kennis van de omvang der reserves na de met toepassing van artikel 5 verrichte terugstortingen.

Zij ziet erop toe dat de opneming waardoor de reserve wordt uitgeput tot de nog beschikbare hoeveelheid beperkt blijft en deelt daartoe aan de Lid-Staat die deze laatste opneming verricht mede, hoeveel dit saldo bedraagt.

Artikel 7

  • 1. 
    De Lid-Staten treffen alle dienstige maatregelen opdat bij opening van de met toepassing van artikel 3 door hen opgenomen extra quota, de door hen ingevoerde hoeveelheden zonder onderbreking kunnen worden afgeboekt op hun gecumuleerde aandelen in de communautaire contingenten.
  • 2. 
    De Lid-Staten waarborgen de importeurs van de betrokken produkten vrije toegang tot de hun toegekende quota.
  • 3. 
    De Lid-Staten boeken de ingevoerde hoeveelheden van de betrokken produkten op hun quota af naargelang de produkten bij de douane ten invoer in het vrije verkeer worden aangegeven.
  • 4. 
    De uitputtingsgraad van de quota van de Lid-Staten wordt vastgesteld op grond van de invoer van herkomst uit Portugal die bij de douane ten invoer in het vrije verkeer wordt aangegeven.

Artikel 8

Op verzoek van de Commissie stellen de Lid-Staten de Commissie op de hoogte van de invoer die daadwerkelijk op hun quota is afgeboekt.

Artikel 9

De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om te bereiken dat deze verordening wordt nagekomen.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1987.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 10 november 1986.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • J. 
    MOORE

DE VOORZITTER

J . MOORE

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.