Richtlijn 1989/359 - Wijziging van Richtlijn 77/93/EEG betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de lidstaten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31989L0359

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31989L0359

Richtlijn 89/359/EEG van de Raad van 29 mei 1989 tot wijziging van Richtlijn 77/93/EEG betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen

Publicatieblad Nr. L 153 van 06/06/1989 blz. 0028 - 0028

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 29 blz. 0105

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 29 blz. 0105

*****

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 29 mei 1989

tot wijziging van Richtlijn 77/93/EEG betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen

(89/359/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Overwegende dat de Raad bij Richtlijn 77/93/EEG (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/572/EEG (4), beschermende maatregelen heeft vastgesteld tegen het binnenbrengen, op het grondgebied van de Lid-Staten, van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen; dat bescherming van de gewassen tegen deze organismen volstrekt nodig is voor de verhoging van de produktiviteit in de landbouw, die een van de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid is;

Overwegende dat zaden niet worden vermeld bij de in bijlage V bij Richtlijn 77/93/EEG genoemde planten, plantaardige produkten of andere materialen die door het land van oorsprong of het land van verzending aan een planteziektenkundig onderzoek moeten worden onderworpen voordat zij op het grondgebied van de Lid-Staten mogen worden binnengebracht;

Overwegende dat maatregelen waardoor zeker wordt gesteld dat zaad aan een officieel onderzoek wordt onderworpen dat waarborgt dat het voldoet aan de in bijlage IV, deel A, bij voornoemde richtlijn vastgestelde bijzondere eisen op communautair niveau, moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat sedert de vaststelling van Richtlijn 77/93/EEG door middel van een wijziging van bijlage IV, deel B, bijzondere eisen met betrekking tot invoer van een aantal zaadsoorten in bepaalde Lid-Staten in deze richtlijn zijn opgenomen; dat de Lid-Staten op grond van artikel 6, lid 2, controlemaatregelen moeten vaststellen om te waarborgen dat wordt voldaan aan de eisen die in de bijlagen bij voornoemde richtlijn zijn gesteld; dat de maatregelen waardoor zeker wordt gesteld dat wordt voldaan aan de in deel B van bijlage IV en de in deel A van bijlage IV vastgestelde eisen met betrekking tot het binnenbrengen van zaad in de Lid-Staten, op communautair niveau moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat de voor de vaststelling van de communautaire maatregelen vastgestelde termijn te kort is gebleken en daarom moet worden verlengd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 7, lid 3, van Richtlijn 77/93/EEG:

  • wordt de vermelding »artikel 6, lid 3," vervangen door »artikel 6, lid 2, voor zover het zaad betreft als bedoeld in bijlage IV, deel B, en artikel 6, lid 3," en
  • wordt de datum »31 december 1986" vervangen door »31 december 1991".

Artikel 2

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 29 mei 1989.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • C. 
    ROMERO HERRERA
  • (1) 
    PB nr. C 254 van 30. 9. 1988, blz. 4.
  • (2) 
    PB nr. C 326 van 19. 12. 1988, blz. 288.
  • (3) 
    PB nr. L 26 van 31. 1. 1977, blz. 20.
  • (4) 
    PB nr. L 313 van 19. 11. 1988, blz. 39.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.