Besluit 1990/160 - Sluiting van het Verdrag tussen Duitsland en de EEG enerzijds en Oostenrijk anderzijds inzake de samenwerking op het gebied van de waterhuishouding in het stroomgebied van de Donau

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31990D0160

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31990D0160

90/160/EEG: Besluit van de Raad van 22 maart 1990 betreffende de sluiting van het Verdrag tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de Europese Economische Gemeenschap enerzijds en de Republiek Oostenrijk anderzijds inzake de samenwerking op het gebied van de waterhuishouding in het stroomgebied van de Donau

Publicatieblad Nr. L 090 van 05/04/1990 blz. 0018 - 0019

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 9 blz. 0187

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 9 blz. 0187

*****

BESLUIT VAN DE RAAD

van 22 maart 1990

betreffende de sluiting van het Verdrag tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de Europese Economische Gemeenschap enerzijds en de Republiek Oostenrijk anderzijds inzake de samenwerking op het gebied van de waterhuishouding in het stroomgebied van de Donau

(90/160/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Gezien de resolutie van de Raad van de Europese Gemeenschappen en van de vertegenwoordigers van de Regeringen van de Lid-Staten, in het kader van de Raad bijeen, van 19 oktober 1987 inzake de voortzetting en uitvoering van een communautair milieubeleid en milieuactieprogramma (1987-1992) (4) en het vierde milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschappen dat is opgenomen in de bijlage van die resolutie, hierna »vierde actieprogramma" genoemd,

Overwegende dat in het vierde actieprogramma, in aansluiting op eerdere actieprogramma's, bewaking en controle met het oog op de verbetering van de waterkwaliteit en het terugdringen van verontreiniging tot de voornaamste werkterreinen worden gerekend;

Overwegende dat in het vierde actieprogramma wordt aangedrongen op actieve deelneming door de Gemeenschap en haar Lid-Staten aan internationale maatregelen op het gebied van de milieubescherming en dat hierin in dit verband bijzondere betekenis wordt gehecht aan bilaterale betrekkingen met derde landen;

Overwegende dat het Verdrag tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de Europese Economische Gemeenschap enerzijds en de Republiek Oostenrijk anderzijds inzake de samenwerking op het gebied van de waterhuishouding in het stroomgebied van de Donau, dat op 1 december 1987 in Regensburg werd ondertekend, met name voorziet in de oprichting van een Permanente Watercommissie, die de aanbevelingen zal richten tot de verdragsluitende partijen ten aanzien van de te treffen maatregelen om, onder meer, bij te dragen tot verbetering van de kwaliteit van de waterreserves in het stroomgebied van de Donau, voor zover deze onder dit Verdrag vallen;

Overwegende dat de in bijlage bij het Slotprotocol van het Verdrag opgenomen 15 richtlijnen van toepassing zijn op het stroomgebied van de Donau;

Overwegende dat het voor de Gemeenschap noodzakelijk lijkt dit Verdrag goed te keuren ten einde een van de doelstellingen van de Gemeenschap op het gebied van het behouden, beschermen en verbeteren van de kwaliteit van het milieu te verwezenlijken, zoals bepaald in de Europese Akte;

Overwegende dat voornoemd Verdrag op 1 december 1987 namens de Gemeenschap is ondertekend,

BESLUIT:

Artikel 1

Het Verdrag tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de Europese Economische Gemeenschap enerzijds en de Republiek Oostenrijk anderzijds inzake de samenwerking op het gebied van de waterhuishouding in het stroomgebied van de Donau wordt namens de Europese Economische Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van het Verdrag is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De Voorzitter van de Raad van de Europese Gemeenschappen verricht namens de Europese Economische Gemeenschap de in artikel 12 van het Verdrag bedoelde nederlegging van de akte van bekrachtiging. Aangezien zowel de Europese Economische Gemeenschap als de Bondsrepubliek Duitsland partij zijn bij dit Verdrag zullen hun respectieve autoriteiten hun tijdschema's zo cooerdineren dat de akten van bekrachtiging van beide partijen gelijktijdig worden nedergelegd.

Gedaan te Brussel, 22 maart 1990.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • P. 
    FLYNN
  • (1) 
    PB nr. C 98 van 19. 4. 1989, blz. 10.
  • (2) 
    PB nr. C 256 van 9. 10. 1989, blz. 152.
  • (3) 
    PB nr. C 298 van 27. 11. 1989, blz. 1.
  • (4) 
    PB nr. C 328 van 7. 12. 1987, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.