Verordening 1990/2203 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 1581/86 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor interventie in de sector granen, en tot wijziging van de Verordeningen nr. 724/67/EEG en (EEG) nr. 2754/78 wat de interventie in de sector oliën en vetten betreft

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31990R2203

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31990R2203

Verordening (EEG) nr. 2203/90 van de Raad van 24 juli 1990 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1581/86 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor interventie in de sector granen, en tot wijziging van de Verordeningen nr. 724/67/EEG en (EEG) nr. 2754/78 wat de interventie in de sector oliën en vetten betreft

Publicatieblad Nr. L 201 van 31/07/1990 blz. 0005 - 0006

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2203/90 VAN DE RAAD

van 24 juli 1990

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1581/86 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor interventie in de sector granen, en tot wijziging van de Verordeningen nr. 724/67/EEG en (EEG) nr. 2754/78 wat de interventie in de sector oliën en vetten betreft

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1340/90 (2), inzonderheid op artikel 7, lid 5,

Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2902/89 (4), inzonderheid op artikel 12, lid 3, en artikel 26, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat er in de Gemeenschap in de sectoren granen en olijfolie een structureel gebrek aan evenwicht tussen vraag en aanbod is; dat het ontwikkelen van nieuwe gebruiksmogelijkheden een geschikt middel is om deze situatie te verhelpen;

Overwegende dat in deze twee sectoren, alsmede in de sector oliehoudende gewassen de ontwikkeling van gebruiksmogelijkheden buiten de voedingssector de landbouw in de Gemeenschap nieuwe perspectieven kan bieden;

Overwegende dat derhalve steun moet worden verleend voor het onderzoek naar nieuwe afzetmogelijkheden voor granen en oliën en vetten buiten de voedingssector; dat granen en oliën en vetten die in het bezit zijn van de interventiebureaus, bij wijze van steun op vooraf vastgestelde gunstige voorwaarden ter beschikking van de onderzoekers kunnen worden gesteld voor projecten die zijn goedgekeurd volgens een procedure die een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie waarborgt;

Overwegende dat deze samenwerking tot stand kan worden gebracht in het Permanent Comité voor onderzoek in de landbouw;

Overwegende dat derhalve Verordening (EEG) nr. 1581/86 (5), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 195/89 (6), alsmede Verordening nr. 724/67/EEG (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1230/89 (8), en Verordening (EEG) nr. 2754/78 (9) dienen te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1581/86 wordt vervangen door:

»Artikel 4

  • 1. 
    De aankoop van graan bij de interventiebureaus, ter uitvoering van verplichtingen als gevolg van de toewijzing van communautaire voedselhulp in het kader van internationale verdragen of andere aanvullende programma's, geschiedt tegen prijzen en volgens uitvoeringsbepalingen die vooraf zijn vastgesteld.
  • 2. 
    De interventiebureaus kunnen volgens de procedure van artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 2727/75, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1340/90 (*), worden gemachtigd om tegen een vooraf forfaitair vastgestelde prijs hoeveelheden graan te verkopen die nodig zijn voor projecten waarbij nieuwe gebruiksmogelijkheden buiten de voedingssector worden gedemonstreerd en die door de Commissie zijn goedgekeurd volgens de procedure van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 1728/74 (**), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3768/85 (***).
  • 3. 
    Indien bijzondere situaties zulks vereisen, kan de Raad, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen andere dan de in artikel 3 bedoelde verkoopprocedures vaststellen.
  • 4. 
    De voorschriften voor de uitvoering van dit artikel worden volgens de procedure van artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 2727/75 vastgesteld.

(*) PB nr. L 134 van 28. 5. 1990, blz. 1.

(**) PB nr. L 182 van 5. 7. 1974, blz. 1.

(***) PB nr. L 362 van 31. 12. 1985, blz. 8.".

  • 2. 
    Aan artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2754/78 wordt het volgende lid toegevoegd:

»1 bis. De interventiebureaus kunnen volgens de procedure van artikel 38 van Verordening nr. 136/66/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2902/89 (*), worden gemachtigd om tegen een vooraf forfaitair vastgestelde prijs hoeveelheden olijfolie te

verkopen die nodig zijn voor projecten waarbij nieuwe gebruiksmogelijkheden buiten de voedingssector voor olijfolie worden gedemonstreerd en die door de Commissie zijn goedgekeurd volgens de procedure van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 1728/74 (**), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3768/85 (***).

De voorschriften voor de uitvoering van dit lid worden volgens de procedure van artikel 38 van Verordening nr. 136/66/EEG vastgesteld.

(*) PB nr. L 280 van 29. 9. 1989, blz. 2.

(**) PB nr. L 182 van 5. 7. 1974, blz. 1.

(***) PB nr. L 362 van 31. 12. 1985, blz. 8.".

  • 3. 
    De huidige tekst van artikel 2 bis van Verordening nr. 724/67/EEG wordt lid 1 en het volgende lid wordt toegevoegd:

»2. De interventiebureaus kunnen volgens de procedure van artikel 38 van Verordening nr. 136/66/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2902/89 (*), worden gemachtigd om tegen een vooraf forfaitair vastgestelde prijs hoeveelheden oliehoudende gewassen te verkopen die nodig zijn voor projecten waarbij nieuwe gebruiksmogelijkheden buiten de voedingssector voor oliehoudende gewassen worden gedemonstreerd en die door de Commissie zijn goedgekeurd volgens de procedure van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 1728/74 (**), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3768/85 (***).

De voorschriften voor de uitvoering van dit lid worden volgens de procedure van artikel 38 van Verordening nr. 136/66/EEG vastgesteld.

(*) PB nr. L 280 van 29. 9. 1989, blz. 2.

(**) PB nr. L 182 van 5. 7. 1974, blz. 1.

(***) PB nr. L 362 van 31. 12. 1985, blz. 8.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 24 juli 1990.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • C. 
    MANNINO
  • (1) 
    PB nr. L 281 van 1. 11. 1975, blz. 1.
  • (2) 
    PB nr. L 134 van 28. 5. 1990, blz. 1.
  • (3) 
    PB nr. 172 van 30. 9. 1966, blz. 3025/66.
  • (4) 
    PB nr. L 280 van 29. 9. 1989, blz. 2.
  • (5) 
    PB nr. L 139 van 24. 5. 1986, blz. 36.
  • (6) 
    PB nr. L 25 van 28. 1. 1989, blz. 22.
  • (7) 
    PB nr. 252 van 19. 10. 1967, blz. 10.
  • (8) 
    PB nr. L 128 van 11. 5. 1989, blz. 23.
  • (9) 
    PB nr. L 331 van 28. 11. 1978, blz. 13.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.