Verordening 1991/2427 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 3928/90 houdende verdeling, voor 1991, van bepaalde vangstquota over de lidstaten voor vaartuigen die vissen in de exclusieve economische zone van Noorwegen en in de visserijzone rond Jan Mayen - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
VERORDENING (EEG) Nr. 2427/91 VAN DE RAAD van 29 juli 1991 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3928/90 houdende verdeling, voor 1991, van bepaalde vangstquota over de Lid-Staten voor vaartuigen die vissen in de exclusieve economische zone van Noorwegen en in de visserijzone rond Jan Mayen -
Publicatieblad Nr. L 222 van 10/08/1991 blz. 0004 - 0005
VERORDENING (EEG) Nr. 2427/91 VAN DE RAAD van 29 juli 1991 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3928/90 houdende verdeling, voor 1991, van bepaalde vangstquota over de Lid-Staten voor vaartuigen die vissen in de exclusieve economische zone van Noorwegen en in de visserijzone rond Jan Mayen
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 170/83 van de Raad van 25 januari 1983 tot instelling van een communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden (1), gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, inzonderheid op artikel 11,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 3928/90 (2) voor 1991 bepaalde vangstquota worden verdeeld over de Lid-Staten voor vaartuigen die vissen in de exclusieve economische zone van Noorwegen en in de visserijzone rond Jan Mayen;
Overwegende dat aan de Gemeenschap voor 1991 een vangstquotum van 150 000 ton zandaal was toegewezen in de Noorse wateren ten zuiden van 62° noorderbreedte; dat dit quotum binnenkort als gevolg van de vangsten van bepaalde vaartuigen uit de Gemeenschap kan zijn verbruikt;
Overwegende dat overeenkomstig de procedure van artikel 2 van de Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen (3) de partijen nader overleg hebben gepleegd over hun wederzijdse visserijrechten voor 1991; dat dit overleg is afgerond en dat als resultaat van dit overleg het bovengenoemde, aan de Gemeenschap toegewezen vangstquotum is vergroot;
Overwegende dat de Gemeenschap luidens artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 170/83 de voorwaarden dient vast te stellen waaronder de vissers van de Gemeenschap van dit aanvullende vangstquotum gebruik kunnen maken;
Overwegende dat voor een doeltreffend beheer van deze vangstmogelijkheden de beschikbare hoeveelheden over de Lid-Staten dienen te worden verdeeld door de vaststelling van quota overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 170/83,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage II van Verordening (EEG) nr. 3928/90 worden de cijfers die betrekking hebben op zandaal in ICES-gebied IV vervangen door de cijfers vermeld in de bijlage van de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 29 juli 1991. Voor de Raad
De Voorzitter
-
H.VAN DEN BROEK
-
(1)PB nr. L 24 van 27. 1. 1983, blz. 1. (2) PB nr. L 378 van 31. 12. 1990, blz. 46. (3) PB nr. L 226 van 29. 8. 1980, blz. 48.
BIJLAGE
Verdeling van de in artikel 1, lid 2, bedoelde vangstquota van de Gemeenschap in de Noorse wateren, voor 1991
(in ton levend gewicht)
Soort ICES-gebied Vangstquota van
de Gemeenschap Aan de Lid-Staten
toegewezen quota Zandaal IV 170 000 Denemarken 161 500 Verenigd Koninkrijk 8 500
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.