Richtlijn 1992/14 - Beperking van de exploitatie van de vliegtuigen van bijlage 16 van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, boekdeel I, deel 2, hoofdstuk 2, tweede uitgave (1988)

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31992L0014

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31992L0014

Richtlijn 92/14/EEG van de Raad van 2 maart 1992 betreffende de beperking van de exploitatie van de vliegtuigen van bijlage 16 van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, boekdeel I, deel 2, hoofdstuk 2, tweede uitgave (1988)

Publicatieblad Nr. L 076 van 23/03/1992 blz. 0021 - 0027

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 7 Deel 4 blz. 0080

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 7 Deel 4 blz. 0080

RICHTLIJN 92/14/EEG VAN DE RAAD van 2 maart 1992 betreffende de beperking van de exploitatie van de vliegtuigen van bijlage 16 van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, boekdeel I, deel 2, hoofdstuk 2, tweede uitgave (1988)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 84, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie(1) ,

Gezien het advies van het Europese Parlement(2) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(3) ,

Overwegende dat de toepassing van geluidsemissienormen op civiele subsonische straalvliegtuigen belangrijke gevolgen heeft voor het aanbod van luchtvervoerdiensten, in het bijzonder wanneer dergelijke normen beperkingen betekenen voor de levensduur van de door luchtvaartmaatschappijen geëxploiteerde vliegtuigen; dat bij Richtlijn 80/51/EEG(4) grenswaarden voor dergelijke geluidsemissies zijn vastgesteld;

Overwegende dat bij Richtlijn 89/629/EEG(5) beperkingen zijn gesteld aan de inschrijving in de registers van de Lid-Staten van vliegtuigen die slechts voldoen aan de normen van boekdeel I, deel 2, hoofdstuk 2, van bijlage 16 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (tweede uitgave, 1988); dat in dezelfde richtlijn is bepaald dat beperking van de inschrijving slechts een eerste stap is;

Overwegende dat in het milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschappen(6) is gewezen op het zwaarwegende karakter van het probleem van de geluidshinder en in het bijzonder op de noodzaak om maatregelen te nemen tegen door het luchtverkeer veroorzaakte geluidshinder;

Overwegende dat het, gelet op het probleem van de toenemende verzadiging van het luchtruim boven luchthavens in de Gemeenschap, van essentieel belang is dat optimaal gebruik wordt gemaakt van bestaande faciliteiten; dat dit enkel mogelijk is indien er uit milieuoogpunt aanvaardbare vliegtuigen worden gebruikt;

Overwegende dat uit door de Commissie in samenwerking met andere internationale instanties verrichte werkzaamheden blijkt dat, wil men het milieu doelmatig beschermen, een eventueel verbod op de inschrijving in de registers van de Lid-Staten van vliegtuigen die niet aan de normen van hoofdstuk 3 van bijlage 16 voldoen, moet worden gevolgd door maatregelen tot beperking van de exploitatie ervan;

Overwegende dat gemeenschappelijke voorschriften dienaangaande volgens een redelijk tijdschema dienen te worden ingevoerd, zodat er in de hele Gemeenschap een geharmoniseerde aanpak komt, ter aanvulling van bestaande voorschriften; dat dit bijzonder belangrijk is in het licht van de recent geconstateerde tendens om over te gaan tot een geleidelijke liberalisering van het Europese luchtvaartverkeer;

Overwegende dat het vliegtuiglawaai verder moet worden teruggedrongen, rekening houdend met milieufactoren, technische uitvoerbaarheid en economische gevolgen;

Overwegende dat het wenselijk is de exploitatie van in de registers van de Lid-Staten ingeschreven civiele subsonische straalvliegtuigen te beperken tot die welke aan de normen van hoofdstuk 3 van bijlage 16 voldoen; dat het in het belang is van zowel luchtvaartmaatschappijen als fabrikanten een tijdschema vast te stellen om vliegtuigen die niet voldoen aan de normen van dit hoofdstuk, geleidelijk uit de registers van de Lid-Staten te schrappen;

Overwegende dat speciale aandacht moet worden geschonken aan de problemen van ontwikkelingslanden;

Overwegende dat het in geval van technische of economische moeilijkheden redelijk is beperkte ontheffingen te verlenen,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Deze richtlijn heeft ten doel de exploitatie van de civiele subsonische straalvliegtuigen als omschreven in artikel 2 te beperken.
  • 2. 
    Deze richtlijn is niet van toepassing op vliegtuigen met een maximaal startgewicht van ten hoogste 34 000 kg, waarvan de voor het bepaalde type vliegtuig goedgekeurde maximale binnenruimte ten hoogste 19 passagiersstoelen omvat, de stoelen voor de bemanning niet meegerekend.

Artikel 2

  • 1. 
    De Lid-Staten zien erop toe dat, met ingang van 1 april 1995, civiele subsonische straalvliegtuigen met motoren met een omloopverhouding van minder dan 2, alleen op luchthavens op hun grondgebied worden geëxploiteerd wanneer voor deze luchtvaartuigen akoestische goedkeuring is verleend op grond van:
  • a) 
    de normen van boekdeel I, deel 2, hoofdstuk 3, van bijlage 16 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, tweede uitgave, 1988, of
  • b) 
    de normen van boekdeel I, deel 2, hoofdstuk 2, van bijlage 16 bij genoemd Verdrag, mits het eerste individuele luchtwaardigheidsbewijs minder dan 25 jaar geleden is afgegeven.
  • 2. 
    De Lid-Staten zien erop toe dat vanaf 1 april 2002 alle civiele subsonische straalvliegtuigen die op luchthavens op hun grondgebied worden geëxploiteerd, aan het bepaalde in lid 1, onder a), voldoen.
  • 3. 
    Het in de leden 1 en 2 genoemde grondgebied omvat niet de overzeese departementen bedoeld in artikel 227, lid 2, van het Verdrag.

Artikel 3

De in de bijlagen bij deze richtlijn genoemde vliegtuigen worden van het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder a) en b), ontheven, voor zover:

  • a) 
    deze civiele subsonische straalvliegtuigen in een te zamen met de betrokken Staten gekozen referentieperiode van twaalf maanden tussen 1986 en 1990, gebruikt werden voor vluchten op luchthavens in de Gemeenschap en volgens de normen van deel II, hoofdstuk 2, titel 1, van bijlage 16 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, tweede uitgave (1988), akoestisch waren goedgekeurd;
  • b) 
    deze vliegtuigen in het referentiejaar in de in de bijlage bij deze richtlijn vermelde ontwikkelingslanden geregistreerd waren en verder geëxploiteerd worden door in die landen gevestigde natuurlijke of rechtspersonen.

Artikel 4

De Lid-Staten kunnen voor vliegtuigen waarvoor de luchtvaartmaatschappij aantoont dat de voortgang van haar activiteiten anders in buitensporige mate nadelig wordt beúnvloed, in totaal voor ten hoogste drie jaar ontheffing van de in artikel 2, lid 1, onder b), bedoelde termijn van 25 jaar verlenen.

Artikel 5

  • 1. 
    De Lid-Staten verlenen voor vliegtuigen die niet aan de normen van hoofdstuk 3 van bijlage 16 beantwoorden, doch wel kunnen worden omgebouwd om aan die normen te voldoen, ontheffing van het bepaalde in artikel 2, lid 1, mits:
  • a) 
    er voor het betrokken vliegtuigtype een passende ombouwuitrusting bestaat en beschikbaar is;
  • b) 
    vliegtuigen die van deze ombouwuitrusting zijn voorzien, voldoen aan de normen van hoofdstuk 3 van bijlage 16, welke zijn bepaald volgens de door de Lid-Staten aanvaarde technische normen en procedures, tot op het moment dat op communautair niveau gemeenschappelijke normen en procedures worden vastgesteld;
  • c) 
    de luchtvaartmaatschappij de uitrusting vóór 1 april 1994 heeft besteld;
  • d) 
    de vroegst mogelijke leveringsdatum voor deze ombouw door de maatschappij is aanvaard.
  • 2. 
    De Lid-Staten kunnen voor vliegtuigen van historisch belang ontheffing van het bepaalde in artikel 2 verlenen.

Artikel 6

De Lid-Staten kunnen ontheffing van het bepaalde in artikel 2, lid 1, verlenen voor elk vliegtuig ter vervanging waarvan er vóór 1 april 1994 een vliegtuig is besteld dat aan de normen van hoofdstuk 3 van bijlage 16 voldoet, mits de vroegst mogelijke leveringsdatum door de maatschappij is aanvaard.

Artikel 7

Onder voorbehoud van machtiging door de bevoegde autoriteit van een Lid-Staat kan, overeenkomstig artikel 2, lid 1, niet van luchtvaartmaatschappijen worden verlangd dat het percentage vliegtuigen dat niet voldoet aan de normen van hoofdstuk 3 van bijlage 16, en dat uit de registers moet worden geschrapt, per jaar meer bedraagt dan 10 % van de totale vloot van civiele subsonische straalvliegtuigen.

Artikel 8

In afzonderlijke gevallen kunnen de Lid-Staten toestaan dat op luchthavens op hun grondgebied tijdelijk gebruik wordt gemaakt van vliegtuigen die uit hoofde van andere bepalingen van deze richtlijn niet mogen worden geëxploiteerd. Deze ontheffing is beperkt tot:

  • a) 
    vliegtuigen waarvan de exploitatie zo uitzonderlijk van aard is dat het niet redelijk zou zijn daarvoor geen tijdelijke ontheffing te verlenen;
  • b) 
    vliegtuigen die voor ombouw-, reparatie- of onderhoudsdoeleinden niet-commerciële vluchten uitvoeren.

Artikel 9

  • 1. 
    Een Lid-Staat die ontheffingen verleent krachtens de artikelen 4 tot en met 7, stelt de bevoegde autoriteiten van de andere Lid-Staten en de Commissie daarvan in kennis onder opgave van de redenen voor zijn beslissing.
  • 2. 
    De Lid-Staten erkennen de door een andere Lid-Staat verleende ontheffingen ten aanzien van in de registers van die Staat ingeschreven vliegtuigen.

Artikel 10

  • 1. 
    De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om vóór 1 juli 1992 aan deze richtlijn te voldoen.

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

  • 2. 
    De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede, die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 11

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 2 maart 1992.

Voor de Raad De Voorzitter Joao PINHEIRO

  • (1) 
    PB nr. C 111 van 26. 4. 1991, blz. 5.
  • (2) 
    PB nr. C 13 van 20. 1. 1992.
  • (3) 
    PB nr. C 339 van 31. 12. 1991, blz. 89.
  • (4) 
    PB nr. L 18 van 24. 1. 1980, blz. 26. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 83/206/EEG (PB nr. L 117 van 4. 5. 1983, blz. 15).
  • (5) 
    PB nr. L 363 van 13. 12. 1989, blz. 27.
  • (6) 
    PB nr. C 328 van 7. 12. 1987, blz. 1.

BIJLAGE

LIJST VAN VLIEGTUIGEN DIE IN AANMERKING KOMEN VOOR EEN ONTHEFFING OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 3

ALGERIJE VliegtuigTypeRegistratieMaatschappijB-727-2D67T-VEHAIR ALGERIE

B-727-2D67T-VEIAIR ALGERIE

B-727-2D67T-VEMAIR ALGERIE

B-727-2D67T-VEPAIR ALGERIE

B-737-2D67T-VEEAIR ALGERIE

B-737-2D67T-VEGAIR ALGERIE

B-737-2D67T-VEJAIR ALGERIE

B-737-2D67T-VEKAIR ALGERIE

B-737-2D67T-VELAIR ALGERIE

B-737-2D67T-VENAIR ALGERIE

B-737-2D67T-VEDAIR ALGERIE

B-737-2D67T-VEQAIR ALGERIE

BURKINA FASO B-707-336CXT-ABXNAGANGANNI

CHILI B-707-331CCC-CUEFAST AIR CARRIER SF

DOMINICAANSE REPUBLIEK B-707-399CHI-442CTDOMINICANA DE AVIACIÓN

EGYPTE B-707-328CSU-DAAZAS AIRLINE

B-707-336CSU-DACZAS AIRLINE

B-737-266SU-BBXEGYPT AIR

B-737-266SU-AYLEGYPT AIR

B-737-266SU-AYKEGYPT AIR

B-737-266SU-AYIEGYPT AIR

B-737-266SU-BBWEGYPT AIR

B-737-266SU-AYOEGYPT AIR

GHANA F-28-20009G-ABZGHANA AIRWAYS CORPORATION

KENIA DC-8-635Y-ZEBAFRICAN SAFARI AIRWAYS Ltd

LIBIË B 727-2L55A-DICLIBYIAN ARAB AIRLINES

B 727-2L55A-DIBLIBYIAN ARAB AIRLINES

B 727-2L55A-DIALIBYIAN ARAB AIRLINES

B 727-2L55A-DIDLIBYIAN ARAB AIRLINES

B 727-2L55A-DIELIBYIAN ARAB AIRLINES

MAURITANIË F 28-40005T-CLFAIR MAURITANIE

F 28-40005T-CLGAIR MAURITANIE

MAROKKO B 727-2B6CN-RMOROYAL AIR MAROC

B 727-2B6CN-CCFROYAL AIR MAROC

B 727-2B6CN-CCGROYAL AIR MAROC

B 727-2B6CN-CCHROYAL AIR MAROC

B 727-2B6CN-CCWROYAL AIR MAROC

B 737-2B6CN-RMIROYAL AIR MAROC

B 737-2B6CN-RMJROYAL AIR MAROC

B 737-2B6CN-RMKROYAL AIR MAROC

B 707-351CCN-RMBROYAL AIR MAROC

B 707-351CCN-RMCROYAL AIR MAROC

NIGERIA B 707-351C5N-ASYEAS CARGO AIRLINES

B 707-338C5N-ARQDAS AIR CARGO

B 707-3F9C5N-ABKNIGERIA AIRWAYS Ltd

RWANDA B 707-328C9XR-JAAIR RWANDA

SOEDAN B 707-338CST-ALPTRANS ARABIAN AIR TRANSPORT

PARAGUAY DC-8-63ZP-CCHLÍNEAS AÉREAS PARAGUAYAS (AIR PARAGUAY)

URUGUAY B-707-387BCX-BNUPRIMERAS LÍNEAS URUGUAYAS DE NAVEGACIÓN

AÉREA (PLUNA)

SWAZILAND DC-8F-543D-ADVAFRICAN INTERNATIONAL AIRWAYS (PTY) Ltd

TUNESIË B-727-2H3TS-JHTTUNIS AIR

ZAÏRE B-707-329C90-CBSSCIBE AIRLIFT

ZIMBABWE B-707-330BZ-WKUAIR ZIMBABWE

B-707-330BZ-WKVAFRICAN AIRLINES INTERNATIONAL

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.