Richtlijn 1992/52 - Volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding die voor de uitvoer naar derde landen is bestemd

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31992L0052

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31992L0052

Richtlijn 92/52/EEG van de Raad van 18 juni 1992 inzake volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding die voor de uitvoer naar derde landen is bestemd

Publicatieblad Nr. L 179 van 01/07/1992 blz. 0129 - 0130

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 11 Deel 19 blz. 0216

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 11 Deel 19 blz. 0216

RICHTLIJN 92/52/EEG VAN DE RAAD van 18 juni 1992 inzake volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding die voor de uitvoer naar derde landen is bestemd

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat in Richtlijn 89/398/EEG van de Raad van 3 mei 1989 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen (4) en in Richtlijn 91/321/EEG van de Commissie (5) communautaire voorschriften zijn vastgesteld voor volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding;

Overwegende dat het gezien de aard van deze produkten wenselijk is dat het toepassingsgebied van communautaire voorschriften of internationale normen voor de samenstelling daarvan wordt uitgebreid tot dergelijke produkten die voor de uitvoer naar derde landen zijn bestemd;

Overwegende dat het om een onjuist gebruik van deze produkten, waardoor de gezondheid van zuigelingen zou kunnen worden geschaad, te voorkomen tevens wenselijk is het toepassingsgebied van de communautaire voorschriften inzake de etikettering van volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding uit te breiden tot dergelijke produkten die voor de uitvoer naar derde landen zijn bestemd;

Overwegende dat produkten die in overeenstemming zijn met Richtlijn 91/321/EEG vanaf 1 december 1992 in de Gemeenschap in de handel kunnen worden gebracht; dat geen enkele wetgeving de uitvoer van dergelijke produkten naar derde landen verbiedt,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Deze richtlijn heeft betrekking op volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding, zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 2, onder c) en d), van Richtlijn 91/321/EEG, die voor de uitvoer naar derde landen is bestemd.

Artikel 2

De Lid-Staten dragen ervoor zorg dat de in artikel 1 genoemde produkten slechts uit de Gemeenschap kunnen worden uitgevoerd, indien zij in overeenstemming zijn met deze richtlijn.

Artikel 3

  • 1. 
    Geen ander produkt dan volledige zuigelingenvoeding mag worden voorgesteld als geschikt om gedurende de eerste vier tot zes levensmaanden volledig aan de voedingsbehoeften van normale gezonde zuigelingen te voldoen.
  • 2. 
    De in artikel 1 genoemde produkten moeten daarnaast in overeenstemming zijn met:
  • a) 
    de artikelen 3, 4, 5 en 6 van Richtlijn 91/321/EEG of desbetreffende internationaal toepasselijke normen die door de Codex Alimentarius zijn vastgesteld;
  • b) 
    artikel 7, leden 2 tot en met 6, van Richtlijn 91/321/EEG;
  • c) 
    Richtlijn 89/396/EEG van de Raad van 14 juni 1989 betreffende de vermelding of merktekens die het mogelijk maken de partij waartoe een levensmiddel behoort te identificeren (6),

tenzij in voorschriften van het invoerende land andere eisen of bepalingen zijn vastgesteld.

  • 3. 
    De produkten worden in een geschikte taal geëtiketteerd, en wel zodanig dat enig risico dat er verwarring ontstaat tussen volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding, wordt vermeden.
  • 4. 
    De in artikel 7, leden 2 tot en met 6, van Richtlijn 91/321/EEG vermelde voorschriften, verboden en beperkingen zijn eveneens van toepassing op de aanbiedingsvorm van de betrokken produkten, en met name op de vorm, het uiterlijk of de verpakking ervan en op de gebruikte verpakkingsmaterialen.

Artikel 4

De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis. Deze maatregelen worden zodanig toegepast dat de uitvoer van produkten die niet aan de bepalingen van deze richtlijn voldoen per 1 juni 1994 wordt verboden.

Wanneer de Lid-Staten de in de eerste alinea bedoelde bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Luxemburg, 18 juni 1992. Voor de Raad

De Voorzitter

Vitor MARTINS

  • (1) 
    PB nr. C 124 van 16. 5. 1992, blz. 14, en PB nr. C 155 van 20. 6. 1992, blz. 18. (2) PB nr. C 125 van 18. 5. 1992. (3) PB nr. C 106 van 27. 4. 1992, blz. 4. (4) PB nr. L 186 van 30. 6. 1989, blz. 27. (5) PB nr. L 175 van 4. 7. 1991, blz. 35. (6) PB nr. L 186 van 30. 6. 1989, blz. 21. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 91/238/EEG (PB nr. L 107 van 27. 4. 1991, blz. 50).

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.