Verordening 1992/571 - Wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de EG

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31992R0571

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31992R0571

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) Nr. 571/92 van de Raad van 2 maart 1992 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen

Publicatieblad Nr. L 062 van 07/03/1992 blz. 0001 - 0002

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 1 Deel 2 blz. 0165

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 1 Deel 2 blz. 0165

VERORDENING (EEG, EURATOM, EGKS) Nr. 571/92 VAN DE RAAD van 2 maart 1992 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben, inzonderheid op artikel 24,

Gezien het voorstel van de Commissie, gedaan na advies van het Comité voor het Statuut,

Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

Gezien het advies van het Hof van Justitie,

Overwegende dat, overeenkomstig de Jurisprudentie van het Hof van Justitie en met het oog op de naleving van het beginsel van gelijke behandeling, het toepassingsgebied van artikel 11 van bijlage VIII van het Statuut moet worden uitgebreid tot de ambtenaren die als zelfstandige hebben gewerkt en tot de ambtenaren die hun dienst bij de Europese Gemeenschappen beëindigen om in loondienst of als zelfstandige te gaan werken, op grond waarvan zij pensioenrechten verwerven,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 11 van bijlage VIII van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    lid 1 wordt vervangen door:

"1. De ambtenaar die de dienst beëindigt om:

  • in dienst te treden van een overheidsorgaan of een nationale of internationale organisatie die met de Gemeenschappen een overeenkomst ter zake heeft gesloten,
  • in loondienst of als zelfstandige te gaan werken op grond waarvan hij pensioenrechten verwerft volgens een stelsel waarvan de beheersorganen met de Gemeenschappen een overeenkomst ter zake hebben gesloten,

heeft het recht de actuariële tegenwaarde van zijn rechten op ouderdomspensioen bij de Gemeenschappen te doen overschrijven naar het pensioenfonds van dat overheidsorgaan of die organisatie of naar het fonds waarbij de ambtenaar uit hoofde van zijn werkzaamheden in loondienst of als zelfstandige rechten op ouderdomspensioen verwerft.";

  • 2. 
    lid 2, eerste alinea, wordt vervangen door:

"2. De ambtenaar die in dienst van de Gemeenschappen treedt na:

  • de dienst bij een overheidsorgaan, of bij een nationale of internationale organisatie te hebben beëindigd, of,
  • in loondienst of als zelfstandige te hebben gewerkt,

kan bij zijn aanstelling in vaste dienst hetzij de actuariële tegenwaarde van, hetzij de afkoopsom voor de rechten op ouderdomspensioen die hij uit hoofde van bovengenoemde activiteiten heeft verworven, aan de Gemeenschappen doen betalen.".

Artikel 2

Ambtenaren die vóór de inwerkingtreding van deze verordening in vaste dienst zijn aangesteld kunnen bij de Instelling waartoe zij behoren, een verzoek om overschrijving krachtens artikel 1, lid 2, voor als zelfstandige verrichte beroepsactiviteiten indienen.

Het verzoek moet binnen twaalf maanden na inwerkingtreding van deze verordening worden ingediend.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf 1 januari 1962. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 2 maart 1992. Voor de Raad

De Voorzitter

Joao PINHEIRO

  • (1) 
    PB nr. C 280 van 28. 10. 1991, blz. 174.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.