Verordening 1993/1946 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 337/75 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31993R1946

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31993R1946

Verordening (EEG) nr. 1946/93 van de Raad van 30 juni 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 337/75 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

Publicatieblad Nr. L 181 van 23/07/1993 blz. 0011 - 0012

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 5 Deel 6 blz. 0073

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 5 Deel 6 blz. 0073

VERORDENING (EEG) Nr. 1946/93 VAN DE RAAD van 30 juni 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 337/75 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van de Rekenkamer (3),

Overwegende dat bij het Verdrag van 22 juli 1975 houdende wijziging van een aantal financiële bepalingen van de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en van het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen heben de procedure volgens welke aan de Commissie kwijting wordt verleend voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen is gewijzigd; dat derhalve, rekening houdend met de gewijzigde procedure zoals neergelegd in artikel 206 ter van het EEG-Verdrag, de procedure volgens welke aan de Raad van Bestuur van het bij Verordening (EEG) nr. 337/75 (4) ingestelde Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding kwijting wordt verleend, moet worden aangepast;

Overwegende dat bij het genoemde Verdrag van 22 juli 1975 in alle teksten waarin sprake is van de Controlecommissie, de term "Controlecommissie" door de term "Rekenkamer" is vervangen;

Overwegende dat bij de Akte van Toetreding van Griekenland en de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal de samenstelling van de Raad van Bestuur van het Centrum is gewijzigd;

Overwegende dat het dienstig is het Jaarlijks Algemeen Verslag van het Centrum aan alle betrokken communautaire instanties te doen toekomen;

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 337/75 derhalve moet worden gewijzigd;

Overwegende dat het Verdrag voor de vaststelling van deze verordening niet in andere bevoegdheden voorziet dan die van artikel 235,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 337/75 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    artikel 4, lid 1, wordt vervangen door:

"1. Het Centrum wordt beheerd door een Raad van Bestuur bestaande uit 39 leden waarvan:

  • a) 
    twaalf leden de Regeringen der Lid-Staten vertegenwoordigen;
  • b) 
    twaalf leden de werkgeversorganisaties vertegenwoordigen;
  • c) 
    twaalf leden de vakbondsorganisaties der werknemers vertegenwoordigen;
  • d) 
    drie leden de Commissie vertegenwoordigen.

De onder a), b) en c) bedoelde leden worden benoemd door de Raad, te weten één per Lid-Staat voor elke van de genoemde categorieën.

De leden die de Commissie vertegenwoordigen, worden door haarzelf benoemd.";

  • 2. 
    artikel 9 wordt geschrapt;
  • 3. 
    artikel 11, leden 1 en 2, wordt vervangen door:

"1. De Raad van Bestuur doet uiterlijk op 31 maart van elk jaar aan de Commissie een raming van zijn ontvangsten en uitgaven toekomen. Deze raming, die een lijst van het aantal ambten bevat, wordt door de Commissie te zamen met het voorontwerp van begroting van de Europese Gemeenschappen aan het Europees Parlement en de Raad toegezonden.

  • 2. 
    De Begrotingsautoriteit stelt vast welke kredieten beschikbaar zijn voor de subsidie ten gunste van het Centrum.

De procedure die geldt voor de overschrijving van kredieten van het ene hoofdstuk naar het andere, is van toepassing op deze kredieten.

De Begrotingsautoriteit stelt de lijst van het aantal ambten van het Centrum vast.";

  • 4. 
    in artikel 12 worden de leden 2 en 3 geschrapt.

Lid 4 wordt lid 2;

  • 5. 
    het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 12 bis

  • 1. 
    Uiterlijk op 31 maart hecht de Raad van Bestuur zijn goedkeuring aan het door de directeur voorbereide Jaarlijks Algemeen Verslag over de werkzaamheden, de financiële situatie en de vooruitzichten van het Centrum en doet dit aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Economisch en Sociaal Comité en de Rekenkamer toekomen.

Verder zendt de Raad van Bestuur uiterlijk op 31 maart aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer de jaarrekeningen, de analyse van het financiële beheer en de financiële balans van het Centrum over het afgelopen begrotingsjaar toe.

De Rekenkamer onderzoekt deze overeenkomstig de bepalingen welke zijn neergelegd in artikel 206 bis van het Verdrag.

  • 2. 
    De Rekenkamer legt de voor de kwijting verantwoordelijke instanties en de Commissie uiterlijk op 30 november zijn jaarverslag te zamen met de antwoorden van het Centrum op de opmerkingen van de Rekenkamer voor en ziet toe op publikatie ervan in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Vóór 30 april van het daaropvolgende jaar verleent het Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad die besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, aan de Raad van Bestuur van het Centrum kwijting volgens de procedures bedoeld in artikel 206 ter van het Verdrag.";

  • 6. 
    artikel 13 wordt vervangen door:

"Artikel 13

De bepalingen betreffende het personeel van het Centrum worden door de Raad op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement aangenomen.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 30 juni 1993.

Vor de Raad

De Voorzitter

  • S. 
    BERGSTEIN
  • (1) 
    PB nr. C 23 van 31. 1. 1991, blz. 26.(2) PB nr. C 13 van 20. 1. 1992, blz. 523.(3) PB nr. C 152 van 10. 6. 1991, blz. 1.(4) PB nr. L 39 van 13. 2. 1975, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.