Verordening 1993/3691 - Vaststelling, voor 1994, van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31993R3691

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31993R3691

VERORDENING (EG) Nr. 3691/93 VAN DE RAAD van 21 december 1993 tot vaststelling, voor 1994, van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren

Publicatieblad Nr. L 341 van 31/12/1993 blz. 0096 - 0103

VERORDENING (EG) Nr. 3691/93 VAN DE RAAD van 21 december 1993 tot vaststelling, voor 1994, van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot instelling van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur(1) , inzonderheid op artikel 8, lid 4,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de Gemeenschap en Noorwegen overeenkomstig de procedure die met name is vastgesteld in de artikelen 2 en 7 van de Overeenkomst betreffende de visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen(2) overleg hebben gepleegd over de wederzijdse visrechten in 1994 en over het beheer van de gemeenschappelijke biologische rijkdommen;

Overwegende dat delegaties bij dit overleg zijn overeengekomen hun onderscheiden autoriteiten aan te bevelen voor 1994 bepaalde vangstquota vast te stellen voor vaartuigen van de andere partij;

Overwegende dat in de Overeenkomst van 19 december 1966 tussen Denemarken, Noorwegen en Zweden inzake de onderlinge verlening van visrechten in het Skagerrak en het Kattegat is bepaald dat elke partij de vaartuigen van de andere partijen visrechten verleent in haar visserijzone in het Skagerrak en een gedeelte van het Kattegat tot 4 zeemijl gemeten van de basislijnen;

Overwegende dat de nodige maatregelen dienen te worden getroffen om gevolg te geven aan de uitkomsten van het overleg voor 1994 tussen de delegaties van de Gemeenschap en Noorwegen om een onderbreking van de wederzijdse visserij vanaf 31 december 1993 te voorkomen;

Overwegende dat het aan de Raad is onder meer de bijzondere voorwaarden die daarbij in acht moeten worden genomen vast te stellen;

Overwegende dat de in de onderhavige verordening bedoelde visserijactiviteiten onderworpen zijn aan de desbetreffende controlemaatregelen die zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid(3) ;

Overwegende dat in artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1381/87 van de Commissie van 20 mei 1987 inzake uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de kentekens voor vissersvaartuigen en met betrekking tot documenten aan boord van die vaartuigen(4) is bepaald dat alle vaartuigen met tanks voor gekoeld zeewater een door een bevoegde instantie gewaarmerkt document aan boord dienen te hebben waarin de capaciteit van de tanks in kubieke meter voor iedere 10 cm hoogte van die tanks wordt aangegeven,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren, mogen tot en met 31 december 1994 in de 200-mijlsvisserijzone van de Lid-Staten in de Noordzee, het Skagerrak, het Kattegat, de Oostzee en de Atlantische Oceaan benoorden 43°00& prime; noorderbreedte overeenkomstig het bepaalde in deze verordening vissen op de in bijlage I vermelde soorten binnen de in die bijlage vastgestelde geografische en kwantitatieve grenzen.
  • 2. 
    De bij lid 1 toegestane visserij mag slechts worden uitgeoefend in de gedeelten van de visserijzone van 200 mijl zeewaarts van 12 zeemijl vanaf de basislijnen vanwaar de visserijzones van de Lid-Staten worden gemeten; vissen in het Skagerrak is evenwel toegestaan zeewaarts van 4 zeemijl vanaf de basislijnen van Denemarken.
  • 3. 
    Vissen in de gedeelten van ICES-sector III a, begrensd in het westen door een lijn van de vuurtoren van Hanstholm tot de vuurtoren van Lindesnes en in het zuiden door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar de vuurtoren van Tistlarna en vandaar naar de dichtstbij gelegen kust van Zweden, is niet onderworpen aan kwantitatieve beperkingen, behalve voor makreel en koolvis.
  • 4. 
    Niettegenstaande lid 1 zijn onvermijdelijke bijvangsten van een soort waarvoor in een zone geen quotum is vastgesteld, toegestaan binnen de grenzen vastgesteld in de instandhoudingsmaatregelen die in de betrokken zone gelden.
  • 5. 
    Bijvangsten in een bepaalde zone van een soort waarvoor in die zone een quotum is vastgesteld, worden van dat quotum afgetrokken.

Artikel 2

  • 1. 
    Vaartuigen die vissen in het kader van de in artikel 1 vastgestelde quotaregeling dienen zich te houden aan de instandhoudings- en controlemaatregelen en aan alle overige voorschriften inzake de uitoefening van de visserij in de in dat artikel bedoelde zones.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde vaartuigen dienen een logboek bij te houden waarin de in bijlage II genoemde gegevens moeten worden opgenomen.
  • 3. 
    De in lid 1 bedoelde vaartuigen, met uitzondering van die welke vissen in ICES-sector III a, dienen de Commissie de in bijlage III genoemde informatie te verstrekken. Deze gegevens dienen te worden medegedeeld overeenkomstig de voorschriften van deze bijlage.
  • 4. 
    De in lid 1 bedoelde vaartuigen met tanks voor gekoeld zeewater dienen een door een bevoegde instantie gewaarmerkt document aan boord te hebben waarin de capaciteit van de tanks in kubieke meter voor iedere 10 cm hoogte van die tanks wordt aangegeven.
  • 5. 
    De registratieletters en de registratienummers van de in lid 1 bedoelde vaartuigen dienen duidelijk op beide zijden van de boeg van het vaartuig te zijn aangebracht.

Artikel 3

  • 1. 
    In het kader van de in artikel 1 vastgestelde quotaregeling mogen vaartuigen van meer dan 200 brt alleen in de ICES-gebieden vissen als namens de Gemeenschap door de Commissie een vergunning is verleend en de in de vergunning vermelde voorwaarden in acht worden genomen.

Noorwegen meldt de Commissie de namen en de kenmerken van de vaartuigen waarvoor vergunningen kunnen worden afgegeven.

  • 2. 
    De Commissie geeft de in lid 1 bedoelde vergunningen af voor alle vaartuigen waarvoor de Noorse autoriteiten een vergunning aanvragen.

Verzoeken om wijziging in de lijst van vaartuigen kunnen te allen tijde worden ingediend en zullen snel worden behandeld.

  • 3. 
    Een vergunning geldt slechts voor één vaartuig. Als twee of meer vaartuigen samen vissen, moet ieder vaartuig in het bezit zijn van een vergunning.
  • 4. 
    Vergunningen kunnen worden ingetrokken met het oog op de afgifte van nieuwe vergunningen. De intrekking geldt in dat geval vanaf de dag vóór de datum waarop de nieuwe vergunningen door de Commissie worden afgegeven. Nieuwe vergunningen gelden vanaf de dag waarop zij worden afgegeven.
  • 5. 
    De vergunningen worden geheel of gedeeltelijk ingetrokken vóór de datum waarop zij aflopen, als de in artikel 1 bedoelde quota zijn uitgeput.
  • 6. 
    Als niet aan de in deze verordening vastgestelde voorwaarden wordt voldaan, wordt de vergunning ingetrokken.
  • 7. 
    Voor vaartuigen waarvoor de in deze verordening vastgestelde verplichtingen niet zijn nagekomen, wordt gedurende hoogstens twaalf maanden geen vergunning afgegeven.
  • 8. 
    Vaartuigen die op 31 december een vergunning hebben voor de uitoefening van de visserij, mogen vanaf het begin van het volgende jaar blijven vissen op grond van deze vergunning totdat de nieuwe voor het betrokken jaar geldende lijsten van vaartuigen zijn goedgekeurd.

Artikel 4

Bij het indienen van een aanvraag voor een vergunning bij de Commissie dienen de volgende inlichtingen te worden verstrekt:

  • a) 
    naam van het vaartuig,
  • b) 
    registratienummer,
  • c) 
    op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en identificatienummers,
  • d) 
    haven van registratie,
  • e) 
    naam en adres van de eigenaar of huurder,
  • f) 
    brutotonnage en lengte over alles,
  • g) 
    motorvermogen,
  • h) 
    oproepnummer en radiofrequentie,
  • i) 
    vismethode waarvan gebruik zal worden gemaakt,
  • j) 
    zone waarin zal worden gevist,
  • k) 
    vissoorten waarop zal worden gevist,
  • l) 
    periode waarvoor de vergunning wordt aangevraagd.

Artikel 5

Vissen op blauwe leng, leng en lom in het kader van de in artikel 1 bedoelde quotaregeling is slechts toegestaan met beuglijnen in de de ICES-sectoren en -deelgebieden V b, VI en VII.

Artikel 6

Het gebruik van trawlnetten en ringzegens voor de vangst van pelagische soorten is verboden in het Skagerrak van zaterdag te middernacht tot zondag te middernacht.

Artikel 7

In geval van naar behoren geconstateerde overtredingen stellen de Lid-Staten de Commissie onverwijld in kennis van de naam van het betrokken vaartuig en de eventueel getroffen maatregelen.

De Commissie meldt Noorwegen, namens de Gemeenschap, de naam en de kenmerken van de Noorse vaartuigen die, wegens een overtreding van de voorschriften van de Gemeenschap, geen vergunning krijgen om in de komende maand(en) in de communautaire visserijzone te vissen.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1994.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 21 december 1993.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • A. 
    BOURGEOIS
  • (1) 
    PB nr. L 389 van 31. 12. 1992, blz. 1.
  • (2) 
    PB nr. L 226 van 29. 8. 1980, blz. 48.
  • (3) 
    PB nr. L 261 van 20. 10. 1993, blz. 1.
  • (4) 
    PB nr. L 132 van 21. 5. 1987, blz. 9.

BIJLAGE I

Vangstquota Noorwegen voor 1994 "(in ton levend gewicht)

"" ID="1">Makreel > ID="2">ICES VI a(1) + VII d, e, f, h + II a> ID="3">19 000(2) "> ID="1">Haring > ID="2">ICES VI a(3) > ID="3">6 200"> ID="1">Sprot > ID="2">ICES IV > ID="3">20 000"> ID="1">Kabeljauw > ID="2">ICES IV > ID="3">8 800"> ID="1">Schelvis > ID="2">ICES IV > ID="3">20 000"> ID="1">Koolvis > ID="2">ICES IV en Skagerrak(4) > ID="3">40 000"> ID="1">Wijting > ID="2">ICES IV > ID="3">10 000"> ID="1">Schol > ID="2">ICES IV > ID="3">6 000"> ID="1">Makreel > ID="2">ICES IV, III a > ID="3">63 790(5) "> ID="1">Zandspiering, kever/blauwe wijting > ID="2">ICES IV> ID="3">50 000(6) "> ID="1">Blauwe wijting > ID="2">ICES II, IV a, VI a(7) , VI b, VII(8) > ID="3">205 000(9) (10) "> ID="1">Blauwe leng > ID="2">ICES IV, V b, VI, VII, II a> ID="3">1 000"> ID="1">Leng en lom > ID="2">ICES IV, V b, VI, VII, II a> ID="3">15 000(11) (12) "> ID="1">Hondshaai > ID="2">ICES IV, VI, VII> ID="3">1 500(13) "> ID="1">Reuzenhaai (8) > ID="2">ICES IV, VI, VII> ID="3"> 100"> ID="1">Haringhaai > ID="2">ICES IV, VI, VII> ID="3"> 200"> ID="1">Garnaal > ID="2">ICES IV> ID="3"> 100"> ID="1">Andere soorten > ID="2">ICES IV, II a> ID="3">5 000(14) "> ID="1">Haring > ID="2">ICES IV a, b> ID="3">50 000(15) "> ID="1">Horsmakreel > ID="2">ICES IV> ID="3">5 000"> ID="1">Grenadiersvissen > ID="2">ICES V b, VI, VII> ID="3">2 000(16) "> ID="1">Zwarte heilbot > ID="2">ICES II a, VI> ID="3">1 700(17) "">

  • (1) 
    Ten noorden van 56°30& prime; noorderbreedte.
  • (2) 
    In het westen begrensd door een lijn van de vuurtoren van Hanstholm tot de vuurtoren van Lindesnes en in het zuiden door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar de vuurtoren van Tistlarna en vandaar naar de dichtstbij gelegen kust van Zweden.
  • (3) 
    Waarvan de hoeveelheid zandspiering niet meer mag bedragen dan 50 000 ton en de hoeveelheid kever en blauwe wijting te zamen niet meer dan 50 000 ton. Hoogstens 10 000 ton van de vangsthoeveelheid voor kever mag worden gevist in ICES-sector VI a ten noorden van 56°30& prime; noorderbreedte. Deze hoeveelheid dient in mindering te worden gebracht op het quotum voor kever en zandspiering en blauwe wijting in ICES-deelgebied IV.
  • (4) 
    Ten westen van 12° westerlengte.
  • (5) 
    Waarvan hoogstens 40 000 ton in ICES-sector IV a mag worden gevangen.
  • (6) 
    Waarvan incidentele vangsten van andere soorten ter hoogte van 25 % per vaartuig zijn toegelaten op elk ogenblik in de ICES-deelgebieden VI en VII. Dit percentage mag worden overschreden de eerste 24 uur volgende op het aanvangen van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond. De totale incidentele vangsten van andere soorten mogen echter niet meer bedragen dan 3 000 ton.
  • (7) 
    Waarvan de hoeveelheid leng niet meer mag bedragen dan 12 000 ton of de hoeveelheid lom niet meer dan 7 000 ton en de hoeveelheid blauwe leng niet meer dan 3 000 ton.
  • (8) 
    Reuzenhaailever.
  • (9) 
    Een supplement van 10 000 ton zal indien nodig worden toegestaan.
  • (10) 
    Mag slechts worden gevangen in ICES-sector IV a met uitzondering van 3 000 ton die mag worden gevangen in ICES-sector III a.
  • (11) 
    Waarvan tot 8 000 ton mag worden gevangen als zilvervis.
  • (12) 
    Met inbegrip van lenglijnvangsten van Deania calceus, Etmopterus princeps, Lepidorfinus equamosus, Etmopterus posillus en Centrocumus coelallpis.
  • (13) 
    Met inbegrip van niet specifiek vermelde visserijen; uitzonderingen kunnen worden opgenomen na overleg zoals gepast; geen gerichte visserij op tong is voorzien in 1994.
  • (14) 
    Waarvan 19 000 ton mag worden gevangen van 1 oktober tot en met 31 december 1994 in de communautaire wateren in ICES-sector VI a.
  • (15) 
    Uitsluitend met langlijn; met inbegrip van coelorhynchus rhumchus coelo, mora-mora en gaffelkabeljauw.
  • (16) 
    Uitsluitend met langlijn.

BIJLAGE II

Bij het vissen in de 200-mijlszone van de Lid-Staten van de Gemeenschap waarvoor de communautaire visserijvoorschriften gelden, moeten onmiddellijk na de hierna volgende activiteiten de volgende gegevens in het logboek worden genoteerd:

  • 1. 
    na iedere trek:

1.1. gevangen hoeveelheid van elke soort (in kilogram levend gewicht);

1.2. datum en tijdstip van de trek;

1.3. geografische positie tijdens de trek;

1.4. gebruikte vismethode;

  • 2. 
    na iedere overlading op of vanuit een ander vaartuig:

2.1. de vermelding "ontvangen van" of "overgeladen op";

2.2. overgeladen hoeveelheid van elke soort (in kilogram levend gewicht);

2.3. naam, identificatieletters en -nummers van het vaartuig waarop of waaruit de overlading plaatsvond;

  • 3. 
    na iedere aanvoer in een haven van de Gemeenschap:

3.1. naam van de haven;

3.2. aangevoerde hoeveelheid van elke soort (in kilogram levend gewicht);

  • 4. 
    na ieder bericht aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen:

4.1. datum en tijdstip van het bericht;

4.2. aard van het bericht: IN, OUT, ICES, WKL of 2 WKL;

4.3. bij een radiobericht: naam van het radiostation.

BIJLAGE III

  • 1. 
    De hierna gevraagde gegevens moeten aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen worden meegedeeld volgens het onderstaande schema.

1.1. Telkens wanneer het vaartuig de 200-mijlszone van de Lid-Staten van de Gemeenschap binnenvaart waarvoor communautaire visserijvoorschriften gelden:

  • a) 
    de in punt 1.5 bedoelde gegevens;
  • b) 
    de hoeveelheden in het ruim (in kilogram levend gewicht), per vissoort;
  • c) 
    datum en ICES-gebied waar de kapitein zal beginnen te vissen.

Wanneer het vaartuig om visserijtechnische redenen de hierboven bedoelde zone op een bepaalde dag meer dan eenmaal moet binnenvaren, is één mededeling bij het eerste binnenvaren voldoende.

1.2. Telkens wanneer het vaartuig de in punt 1.1 bedoelde zone verlaat:

  • a) 
    de in punt 1.5 bedoelde gegevens;
  • b) 
    de hoeveelheden in het ruim (in kilogram levend gewicht), per vissoort;
  • c) 
    de na het vorige bericht gevangen hoeveelheid van elke soort (in kilogram levend gewicht);
  • d) 
    het ICES-gebied waar de vangsten zijn gedaan;
  • e) 
    de hoeveelheden (in kilogram levend gewicht), per vissoort, die op en/of vanuit andere vaartuigen zijn overgeladen sinds het vaartuig de zone is binnengevaren, onder vermelding van het vaartuig waarop de hoeveelheden zijn overgeladen;
  • f) 
    de hoeveelheden (in kilogram levend gewicht), per vissoort, die in een haven van de Gemeenschap zijn aangevoerd sinds het vaartuig de zone is binnengevaren.

Wanneer het vaartuig om visserijtechnische redenen de in punt 1.1 bedoelde zone op een bepaalde dag meer dan eenmaal moet binnenvaren, is één mededeling bij het laatste buitenvaren voldoende.

1.3. Wanneer op haring en makreel wordt gevist, om de drie dagen, te beginnen op de derde dag nadat het vaartuig voor het eerst de in punt 1.1 bedoelde zone is binnengevaren, en wanneer op andere soorten dan haring en makreel wordt gevist, elke week, te beginnen op de zevende dag nadat het vaartuig voor het eerst de in punt 1.1 bedoelde zone is binnengevaren:

  • a) 
    de in punt 1.5 bedoelde gegevens;
  • b) 
    de sedert het vorige bericht gevangen hoeveelheden (in kilogram levend gewicht), per vissoort;
  • c) 
    het ICES-gebied waar de vangsten zijn gedaan.

1.4. Telkens wanneer het vaartuig van het ene naar het andere ICES-gebied overvaart:

  • a) 
    de in punt 1.5 bedoelde gegevens;
  • b) 
    de sedert het vorige bericht gevangen hoeveelheden (in kilogram levend gewicht), per vissoort;
  • c) 
    het ICES-gebied waar de vangsten zijn gedaan.

1.5. a) Naam, roepnaam, identificatienummers en -letters van het vaartuig en naam van de kapitein;

  • b) 
    nummer van de vergunning, als het vaartuig met een vergunning vist;
  • c) 
    volgnummer van het bericht voor de betrokken reis;
  • d) 
    aanduiding van de aard van het bericht;
  • e) 
    datum, tijdstip en geografische positie van het vaartuig.

2.1. De in punt 1 bedoelde gegevens moeten aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen te Brussel (telex 24189 FISEU B) worden medegedeeld via één van de in punt 3 vermelde radiostations, en wel in de in punt 4 aangegeven vorm.

2.2. Indien het bericht wegens overmacht niet door het vaartuig kan worden verzonden, mag het namens dat vaartuig door een ander vaartuig worden doorgezonden.

  • 3. 
    Naam van het radiostation

Oproepletters van het radiostation

Skagen OXP

Blaavand OXB

Roenne OYE

Norddeich DAF DAK

DAH DAL

DAI DAM

DAJ DAN

Scheveningen PCH

Oostende OST

North Foreland GNF

Humber GKZ

Cullercoats GCC

Wick GKR

Portpatrick GPK

Anglesey GLV

Ilfracombe GIL

Niton GNI

Stonehaven GND

Portishead GKA

GKB

GKC

Land's End GLD

Valentia EJK

Malin Head EJM

Boulogne FFB

Brest FFU

Saint-Nazaire FFO

Bordeaux-Arcachon FFC

Thorshavn OXJ

Bergen LGN

Farsund LGZ

Floroe LGL

Rogaland LGQ

Tjoeme LGT

AAlesund LGA.

  • 4. 
    Vorm van de berichten

De in punt 1 bedoelde gegevens moeten onderstaande elementen bevatten en in onderstaande volgorde worden verstrekt:

  • naam van het vaartuig;
  • roepnaam van het vaartuig;
  • op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en -nummers;
  • volgnummer van het bericht voor de betrokken visreis;
  • aanduiding van de aard van het bericht aan de hand van de volgende code:
  • bericht bij het binnenvaren in een van de zones bedoeld in punt 1.1: IN,
  • bericht bij het verlaten van een van de zones bedoeld in punt 1.1: OUT,
  • bericht bij het veranderen van de ene naar de andere ICES-sector: ICES,
  • wekelijks bericht: WKL,
  • bericht om de drie dagen: 2 WKL;
  • datum, tijdstip en geografische positie;
  • ICES-deelgebied waar de visserijactiviteit naar verwachting zal aanvangen;
  • datum waarop de visserijactiviteit naar verwachting zal aanvangen;
  • het gewicht (in kilogram levend gewicht) van de vangsten, per vissoort, die zich in de ruimen bevinden, met gebruikmaking van de in punt 5 vermelde code;
  • de sedert het vorige bericht gevangen hoeveelheden (in kilogram levend gewicht), per vissoort, met gebruikmaking van de in punt 5 vermelde code;
  • ICES-deelgebied waar de vangsten zijn gedaan;
  • de sedert het vorige bericht op en/of vanuit andere vaartuigen overgeladen hoeveelheden (in kilogram levend gewicht), per vissoort;
  • naam en roepnaam van het vaartuig waarop en/of waaruit deze hoeveelheden zijn overgeladen;
  • gewicht (in kilogram levend gewicht) van de hoeveelheden, per vissoort, die sinds het vorige bericht zijn aangevoerd in een haven van de Gemeenschap;
  • naam van de kapitein.
  • 5. 
    Code voor het mededelen van de in punt 4 bedoelde vissoorten die zich aan boord bevinden:

PRA - Noorse garnaal (Pandalus borealis),

HKE - Heek (Merluccius merluccius),

GHL - Zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides),

COD - Kabeljauw (Gadus morhus),

HAD - Schelvis (Melanogrammus aeglefinus),

HAL - Heilbot (Hippoglossus hippoglossus),

MAC - Makreel (Scomber scombrus),

HOM - Horsmakreel (Trachurus trachurus),

RNG - Roundnose Grenadier (Coryphaenoides rupestris),

POK - Zwarte koolvis (Pollachius virens),

WHG - Wijting (Merlangus merlangus),

HER - Haring (Clupea harengus),

SAN - Zandspiering (Ammodytes spp.),

SPR - Sprot (Sprattus sprattus),

PLE - Schol (Pleuronectes platessa),

NOP - Kever (Trisopterus esmarkii),

LIN - Leng (Molva molva),

PEZ - Garnaal (Pandalidae),

ANE - Ansjovis (Engraulis encrasicholus),

RED - Roodbaars (Sebastes spp.),

PLA - Schotse schol (Hypoglossoides platessoides),

SQX - Inktvis (Illex spp.),

YEL - Schar (Limanda ferruginea),

WHB - Blauwe wijting (Micromesistius poutassou),

TUN - Tonijn (Thunnidae),

BLI - Blauwe leng (Molva dypterygia),

USK - Lom (Brosme brosme),

DGS - Doornhaai (Squalus acanthias),

BSK - Reuzenhaai (Cetorinhus maximus),

POR - Makreelhaai (Lamma nasus),

SQC - Inktvis (Loligo spp.),

POA - Braam (Brama brama),

PIL - Sardine (Sardina pilchardus),

CSH - Garnaal (Crangon crangon),

LEZ - Schartong (Lepidorhombus spp.),

MNZ - Zeeduivel (Lophius spp.),

NEP - Langoestine (Nephrops norvegicus),

POL - Witte koolvis (Pollachius pollachius),

ARG - Zilvervis (Argentina sphyraena),

OTH - Andere.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.