Besluit 1994/69 - Sluiting van het Raamverdrag van de VN inzake klimaatverandering

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31994D0069

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31994D0069

94/69/EG: Besluit van de Raad van 15 december 1993 betreffende de sluiting van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering

Publicatieblad Nr. L 033 van 07/02/1994 blz. 0011 - 0012

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 11 Deel 29 blz. 0027

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 11 Deel 29 blz. 0027

BESLUIT VAN DE RAAD van 15 december 1993 betreffende de sluiting van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (94/69/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1, juncto artikel 228, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat de Gemeenschap en haar Lid-Staten hebben deelgenomen aan de onderhandelingen die zijn gevoerd in de intergouvernementele werkgroep die door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is opgericht ter voorbereiding van een Raamverdrag inzake klimaatverandering (4);

Overwegende dat het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering door de Gemeenschap en alle Lid-Staten is ondertekend tijdens de Conferentie van de Verenigde Naties over milieu en ontwikkeling in Rio de Janeiro van 3 tot en met 14 juni 1992;

Overwegende dat het Raamverdrag, zoals vermeld in artikel 2, uiteindelijk tot doel heeft in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van het Verdrag een stabilisering van de concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer te bewerkstelligen op een niveau waarop gevaarlijke antropogene verstoring van het klimaatsysteem wordt voorkomen, binnen een tijdsbestek dat toereikend is om ecosystemen in staat te stellen zich op natuurlijke wijze aan te passen aan klimaatverandering, te verzekeren dat de voedselproduktie niet in gevaar komt en de economische ontwikkeling op duurzame wijze te doen voortgaan;

Overwegende dat de ontwikkelde landen en de andere in de lijst van bijlage I van het Raamverdrag genoemde partijen na de bekrachtiging van het Raamverdrag gehouden zijn maatregelen te treffen ten einde de antropogene emissies van CO2 en van andere broeikasgassen die niet onder het Protocol van Montreal vallen, te beperken, om deze antropogene emissies tegen het eind van dit decennium individueel of gezamenlijk terug te brengen tot het niveau van 1990;

Overwegende dat de Gemeenschap en haar Lid-Staten bij de ondertekening van het Raamverdrag hebben bevestigd zich ten doel te stellen de CO2-emissies in de Gemeenschap als geheel tegen het jaar 2000 te stabiliseren op het niveau van 1990, zoals vermeld in de conclusies van de Raad van 29 oktober 1990, 13 december 1991, 5 mei 1992 en 26 mei 1992;

Overwegende dat het Raamverdrag overeenkomstig artikel 22 open staat voor bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring door de staten en regionale organisaties voor economische integratie die het hebben ondertekend;

Overwegende dat er preventieve maatregelen tegen gevaarlijke antropogene klimaatverandering zowel op internationaal als op nationaal niveau moeten worden genomen;

Overwegende dat de Gemeenschap en haar Lid-Staten eigen bevoegdheden bezitten op bepaalde gebieden die onder het Raamverdrag vallen; dat zowel de Gemeenschap als haar Lid-Staten verdragsluitende partijen moeten worden, opdat alle verplichtingen uit hoofde van het Raamverdrag naar behoren kunnen worden nagekomen;

Overwegende dat de in artikel 4, lid 2, van het Raamverdrag neergelegde verbintenis om de antropogene CO2-emissies te beperken door de Gemeenschap als geheel zal worden nagekomen, via maatregelen die de Gemeenschap en haar Lid-Staten binnen hun respectieve bevoegdheden treffen;

Overwegende dat de Raad er nota van neemt dat de Lid-Staten de nodige maatregelen zullen treffen om te bewerkstelligen dat de akten van bekrachtiging of goedkeuring door de Lid-Staten en de Gemeenschap zo spoedig mogelijk en zo mogelijk gelijktijdig worden nedergelegd,

BESLUIT:

Artikel 1

Het in juni 1992 te Rio de Janeiro ondertekende Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering wordt namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van het Verdrag is opgenomen in bijlage A bij dit besluit.

Artikel 2

  • 1. 
    De Voorzitter van de Raad legt namens de Europese Gemeenschap de akte van goedkeuring neder bij de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Verdrag.
  • 2. 
    Tegelijkertijd legt de Voorzitter van de Raad de verklaring van bevoegdheden neder als weergegeven in bijlage B bij dit besluit, overeenkomstig artikel 22, lid 3, van het Verdrag, alsmede de verklaring als weergegeven in bijlage C bij dit besluit.

Gedaan te Brussel, 15 december 1993.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • M. 
    DE GALAN
  • (1) 
    PB nr. C 44 van 16. 2. 1993, blz. 1.(2) PB nr. C 194 van 19. 7. 1993, blz. 358.(3) PB nr. C 201 van 26. 7. 1993, blz. 1.(4) Resolutie 45/212 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 19 december 1990 inzake de bescherming van het wereldklimaat voor de huidige en de toekomstige generaties van de mensheid.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.