Verordening 1994/355 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 918/83 betreffende de instelling van een gemeenschappelijke regeling inzake douanevrijstellingen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31994R0355

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31994R0355

Verordening (EG) nr. 355/94 van de Raad van 14 februari 1994 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 918/83 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen

Publicatieblad Nr. L 046 van 18/02/1994 blz. 0005 - 0006

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 2 Deel 11 blz. 0041

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 2 Deel 11 blz. 0041

VERORDENING (EG) Nr. 355/94 VAN DE RAAD van 14 februari 1994 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 918/83 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 28,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat artikel 45 van Verordening (EEG) nr. 918/83 (4) bepaalt dat goederen die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers afkomstig uit een derde land, van rechten bij invoer zijn vrijgesteld, voor zover het invoer betreft waaraan elk handelskarakter vreemd is;

Overwegende dat volgens artikel 47 van Verordening (EEG) nr. 918/83 de totale waarde van van rechten bij invoer vrijgestelde goederen ten hoogste 45 ecu per reiziger mag bedragen; dat volgens de tweede alinea van artikel 47 de Lid-Staten dit bedrag voor reizigers beneden de 15 jaar tot 23 ecu kunnen beperken;

Overwegende dat rekening moet worden gehouden met de maatregelen die ten gunste van reizigers worden bepleit door de gespecialiseerde internationale organisaties, met name die welke zijn vervat in bijlage F.3 bij de Internationale Overeenkomst inzake de vereenvoudiging en de harmonisatie van douaneprocedures;

Overwegende dat deze doelstelling kan worden verwezenlijkt door een verhoging van het bedrag van de vrijstellingen;

Overwegende dat, voor een beperkte duur, moet worden voorzien in een afwijking ten gunste van de Bondsrepubliek Duitsland, gezien de economische moeilijkheden die kunnen worden veroorzaakt door de bedragen van de vrijstellingen, inzonderheid voor wat betreft het reizigersverkeer dat het grondgebied van deze Lid-Staat binnenkomt via de landsgrenzen met andere derde landen dan EVA-Staten, dan wel via de kustvaart vanuit die landen;

Overwegende dat er tussen continentaal Spanje en Ceuta en Melilla bijzondere banden bestaan,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 918/83 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    artikel 47 wordt vervangen door:

"Artikel 47

Wat andere dan de in artikel 46 vermelde goederen betreft, wordt de in artikel 45 bedoelde vrijstelling per reiziger verleend tot een totale waarde van ten hoogste 175 ecu.

De Lid-Staten kunnen dit bedrag voor reizigers beneden de 15 jaar tot 90 ecu beperken.";

  • 2. 
    het volgend artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 47 bis

  • 1. 
    In afwijking van artikel 47, eerste alinea, wordt Spanje gemachtigd om tot en met 31 december 2000 een vrijstelling van 600 ecu toe te passen bij de invoer van de goederen in kwestie uit Ceuta en Melilla, die binnenkomen in het douanegebied zoals ten aanzien van Spanje is gedefinieerd in artikel 3, lid 1, vierde streepje, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (5).
  • 2. 
    In afwijking van artikel 47, tweede alinea, kan Spanje, voor reizigers beneden de 15 jaar deze vrijstelling tot 150 ecu beperken.

".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 april 1994.

Voor de Bondsrepubliek Duitsland is deze verordening van toepassing met ingang van 1 januari 1998 voor goederen die worden ingevoerd door reizigers die het Duitse grondgebied binnenkomen via een landgrens met andere derde landen dan EVA-Staten, dan wel via de kustvaart vanuit die landen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 14 februari 1994.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • Y. 
    PAPANTONIOU
  • (1) 
    PB nr. C 254 van 11. 10. 1986, blz. 7.
  • (2) 
    PB nr. C 13 van 18. 1. 1988, blz. 173.
  • (3) 
    PB nr. C 105 van 24. 4. 1987, blz. 4.
  • (4) 
    PB nr. L 105 van 23. 4. 1983, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzig bij Verordening (EEG) nr. 3357/91 (PB nr. L 318 van 20. 11. 1991, blz. 3).
  • (5) 
    PB nr. L 302 van 19. 10. 1992, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.