Verordening 1994/2807 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 804/68 houdende een gemeenschappelijke marktordening in de sector melk en zuivelprodukten

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31994R2807

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31994R2807

Verordening (EG) nr. 2807/94 van de Raad van 14 november 1994 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 804/68 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten

Publicatieblad Nr. L 298 van 19/11/1994 blz. 0001 - 0002

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 63 blz. 0007

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 63 blz. 0007

VERORDENING (EG) Nr. 2807/94 VAN DE RAAD van 14 november 1994 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 804/68 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Overwegende dat in artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 804/68 (3) een interventieregeling voor boter is vastgesteld; dat de toepassing van deze regeling met name de concurrentiepositie van boter op de markt moet handhaven en in een zo rationeel mogelijke opslag moet voorzien; dat de kwaliteitsnormen waaraan boter moet voldoen, van doorslaggevend belang zijn voor het bereiken van deze doelstellingen;

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 985/68 van de Raad van 15 juli 1968 houdende vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room (4) controlemaatregelen bij de inslag van de boter en na een bepaalde opslagperiode voorgeschreven zijn; dat intussen op internationaal en communautair niveau kwaliteitscontrolemethoden voor boter werden ontwikkeld; dat deze methoden derhalve niet langer buiten beschouwing gelaten kunnen worden en, om de interventie voor boter te rationaliseren en de voorschriften te vereenvoudigen, één enkele definitie van interventieboter moet worden vastgesteld; dat door de vaststelling van deze definitie artikel 27 van Verordening (EEG) nr. 804/68 kan worden geschrapt;

Overwegende dat niet mag worden afgeweken van de kenmerken voor boter die tot nu toe in de interventieregeling hebben gegolden; dat meer in het bijzonder, ten aanzien van de in artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 804/68 bedoelde steun voor de particuliere opslag, een verwijzing naar de nationale kwaliteitsklassen moet blijven bestaan als voorwaarde om van de regeling gebruik te maken, en voorts de in artikel 8, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 985/68 gemaakte uitzondering voor gezouten boter moet worden gehandhaafd;

Overwegende dat ter wille van de eenvoudigheid en de duidelijkheid de algemene voorschriften van Verordening (EEG) nr. 985/68 moeten worden opgenomen in artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 804/68 en eerstgenoemde verordening derhalve moet worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 804/68 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    artikel 6 wordt vervangen door:

"Artikel 6

  • 1. 
    Gedurende het gehele melkprijsjaar koopt het door elke Lid-Staat aangewezen interventiebureau tegen de interventieprijs, onder nader vast te stellen voorwaarden, de hem aangeboden boter die in een erkende onderneming in de Gemeenschap rechtstreeks en uitsluitend uit gepasteuriseerde room is bereid en die
  • a) 
    de volgende kenmerken heeft:
  • zij heeft een minimumgehalte aan botervet van 82 gewichtspercenten en een maximumgehalte aan water van 16 gewichtspercenten;
  • bij de aankoop overschrijdt zij niet een nader te bepalen ouderdom;
  • zij voldoet aan nader te bepalen voorwaarden inzake minimumhoeveelheid en verpakking;
  • b) 
    voldoet aan bepaalde nader vast te stellen vereisten inzake met name:
  • de houdbaarheid, ten aanzien waarvan de interventiebureaus aanvullende eisen kunnen vaststellen;
  • het gehalte aan vrije vetzuren;
  • het peroxidegetal;
  • de microbiologische kwaliteit;
  • de sensorische kenmerken (uitzicht, consistentie, smaak en geur).

Nog vast te stellen nationale kwaliteitsklassen mogen worden vermeld op de verpakking van boter die aan de door de Lid-Staten vastgestelde kwaliteitseisen voldoet.

De interventieprijs is die welke geldt op de dag waarop de boter is bereid en geldt voor boter die franco is geleverd aan een door het interventiebureau aangewezen koelhuis. Forfaitaire vervoerskosten komen, onder nog vast te stellen voorwaarden, voor rekening van het interventiebureau indien de boter is geleverd aan een koelhuis dat zich bevindt op meer dan een nog te bepalen afstand van de plaats waar de boter was opgeslagen.

  • 2. 
    Steun voor de particuliere opslag wordt toegekend voor:
  • room;
  • in een erkende onderneming in de Gemeenschap geproduceerde ongezouten boter met een minimumgehalte aan botervet van 82 gewichtspercenten en een maximumgehalte aan water van 16 gewichtspercenten;
  • in een erkende onderneming in de Gemeenschap geproduceerde gezouten boter met een minimumgehalte aan botervet van 80 gewichtspercenten, een maximumgehalte aan water van 16 gewichtspercenten en een maximumgehalte aan zout van 2 gewichtspercenten.

De boter moet beantwoorden aan de vast te stellen nationale kwaliteitsklassen en moet dienovereenkomstig zijn gemerkt.

Voor de vaststelling van het steunbedrag wordt uitgegaan van de opslagkosten en de verwachte ontwikkeling van de prijs voor verse boter en koelhuisboter. Wanneer zich bij de uitslag een ongunstige marktontwikkeling blijkt te hebben voorgedaan, die bij de inslag niet te voorzien was, kan de steun worden verhoogd.

De steun voor de particuliere opslag wordt slechts toegekend als, volgens nader vast te stellen bepalingen, een opslagcontract wordt gesloten met het interventiebureau van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de betrokken room of boter wordt opgeslagen. Op grond van de marktsituatie kan de Commissie volgens de procedure van artikel 30 besluiten de hoeveelheid room of boter waarvoor contracten voor de particuliere opslag zijn gesloten, gedeeltelijk of geheel weer op de markt te laten brengen.

  • 3. 
    De door de interventiebureaus aangekochte boter wordt afgezet tegen een minimumprijs en onder zodanige nader vast te stellen voorwaarden, dat het evenwicht op de markt niet wordt verstoord en dat de kopers een gelijke behandeling en gelijke toegang tot de te koop aangeboden boter wordt gegarandeerd. Wanneer de te koop aangeboden boter voor uitvoer is bestemd, kunnen bijzondere voorwaarden worden vastgesteld om te waarborgen dat de bestemming van het produkt niet wordt gewijzigd en om rekening te houden met de bijzondere vereisten inzake de betrokken verkoop.

Wanneer door de interventiebureaus aangekochte boter in de loop van een melkprijsjaar niet op normale voorwaarden kan worden afgezet, kunnen bijzondere maatregelen worden genomen. Voor zover dit op grond van die maatregelen verantwoord is, worden ook bijzondere maatregelen genomen om de afzetmogelijkheden te handhaven voor produkten waarvoor de in lid 2 bedoelde steun voor de particuliere opslag is verleend.

  • 4. 
    De interventieregeling wordt zodanig toegepast dat:
  • de concurrentiepositie van boter op de markt gehandhaafd blijft,
  • de oorspronkelijke kwaliteit van de boter zoveel mogelijk behouden blijft,
  • het produkt op de meest rationele wijze wordt opgeslagen.
  • 5. 
    "Room" in de zin van dit artikel is room die rechtstreeks en uitsluitend uit in de Gemeenschap geproduceerde koemelk is bereid.
  • 6. 
    De bepalingen ter uitvoering van dit artikel, en met name het bedrag van de steun voor de particuliere opslag, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 30.";
  • 2. 
    artikel 27 wordt ingetrokken.

Artikel 2

Verordening (EEG) nr. 985/68 wordt per 1 maart 1995 ingetrokken. Zij blijft evenwel van toepassing voor zover dat nodig is om de nakoming van vóór die datum aangegane verplichtingen te garanderen.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 maart 1995.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 14 november 1994.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • J. 
    BORCHERT
  • (1) 
    PB nr. C 83 van 19. 3. 1994, blz. 30.
  • (2) 
    PB nr. C 128 van 9. 5. 1994, blz. 298.
  • (3) 
    PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 13. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 230/94 (PB nr. L 30 van 3. 2. 1994, blz. 1).
  • (4) 
    PB nr. L 169 van 13. 7. 1968, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2045/91 (PB nr. L 187 van 13. 7. 1991, blz. 1).

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.