Verordening 1995/2333 - Wijziging van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31995R2333

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31995R2333

Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2333/95 van de Raad van 18 september 1995 tot wijziging van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen

Publicatieblad Nr. L 240 van 07/10/1995 blz. 0001 - 0008

VERORDENING (EG, EURATOM, EGKS) Nr. 2333/95 VAN DE RAAD van 18 september 1995 tot wijziging van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, inzonderheid op artikel 78 novies,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 209,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, inzonderheid op artikel 183,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van de Rekenkamer (3),

Overwegende dat in het Verdrag betreffende de Europese Unie het subsidiariteitsbeginsel verankerd ligt; dat dit beginsel in het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (4), hierna genoemd "Financieel Reglement", dient te worden opgenomen;

Overwegende dat bij dit Verdrag de Rekenkamer tot Instelling is verheven en een nieuwe taak krijgt; dat bijgevolg de bepalingen van het Financieel Reglement betreffende deze Instelling aanpassing en aanvulling behoeven;

Overwegende dat de versterking van de controle die door het Parlement en de Raad, aan de hand van de verslagen van de Rekenkamer en van haar verklaring betreffende de betrouwbaarheid van de rekeningen, op de uitvoering van de begroting wordt uitgeoefend, aanpassing van artikel 89 van het Financieel Reglement noodzakelijk maakt;

Overwegende dat de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte vergt dat, in het kader van het Financieel Reglement, passende bepalingen worden vastgesteld betreffende met name de presentatie in de begroting en de voorwaarden voor de uitvoering van de aanvullende financiële bijdrage uit de financiële deelnemingen van de EVA-Staten;

Overwegende dat het Financieel Reglement met passende bepalingen dient te worden aangevuld om de financiële deelneming van derden aan activiteiten van de Gemeenschap te regelen;

Overwegende dat het dienstig is te preciseren dat de Instellingen zich bij het sluiten van overeenkomsten aan dezelfde verplichtingen moeten houden als die welke krachtens de richtlijnen van de Raad tot coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, op de aanbestedende diensten van de Lid-Staten rusten, wanneer de daarmee gemoeide bedragen de in de betrokken richtlijnen vastgestelde drempels bereiken of overschrijden; dat tegelijkertijd de bepalingen voor overeenkomsten die onder de in de richtlijnen vastgestelde drempels blijven, gepreciseerd en aangepast moeten worden;

Overwegende dat het in de Gemeenschappelijke Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 4 maart 1975 (5) en in artikel 127 van het Financieel Reglement bedoelde overleg heeft plaatsgevonden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het Financieel Reglement wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    er wordt een deel I ingevoegd met als titel: "Bepalingen van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen";
  • 2. 
    artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    aan lid 1, eerste alinea, in fine, wordt de volgende tekst toegevoegd:

"De begroting kan de garantie van de door de Gemeenschap opgenomen en verstrekte leningen omvatten.";

  • b) 
    in lid 1, tweede alinea, tweede streepje, wordt het woord "Economische" geschrapt;
  • 3. 
    aan artikel 2, eerste alinea, in fine, wordt de volgende tekst toegevoegd:

"Hiertoe dient het mobiliseren van de communautaire middelen te worden voorafgegaan door een evaluatie die moet verzekeren dat de eruit voortvloeiende voordelen opwegen tegen de aangewende middelen. Alle acties moeten periodiek, met name in het kader van de begrotingsprocedure, worden getoetst om na te gaan of zij nog steeds gerechtvaardigd zijn.";

  • 4. 
    artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    lid 2 wordt vervangen door:

"2. Voor beleidsactiviteiten biedt het financieel memorandum de financiële en economische elementen om de wetgever in staat te stellen te beoordelen of een optreden van de Gemeenschap overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van artikel 3 B, tweede alinea, van het EG-Verdrag noodzakelijk is. Het financieel memorandum moet met name de meerjarengevolgen van de overwogen maatregelen vermelden. Voorts bevat het nuttige gegevens over eventuele synergieën met andere financieringsinstrumenten; het wordt in voorkomend geval herzien bij de opstelling van het voorontwerp van begroting, rekening houdend met de stand van de uitvoering van het programma.";

  • b) 
    de voetnoot betreffende lid 3 wordt als volgt gewijzigd:

"(1) PB nr. C 331 van 7.12.1993, blz. 1.";

  • c) 
    lid 4 wordt vervangen door:

"4. De Commissie verstrekt, om het risico van fraude en onregelmatigheden te voorkomen, in het financieel memorandum inlichtingen over de voorgenomen of bestaande preventieve en beschermende maatregelen.";

  • d) 
    lid 5 wordt vervangen door:

"5. De Commissie verstrekt bij de aanvang van de begrotingsprocedure, op basis van een kosten/batenanalyse, de passende gegevens voor een vergelijking tussen de ontwikkeling van de kredietbehoeften en de oorspronkelijke ramingen in de financiële memoranda";

  • 5. 
    in artikel 4, lid 2, tweede alinea, wordt de inleidende zin vervangen door:

"In afwijking van de eerste alinea, voor zover de begroting in de passende opnamestructuur voor die ontvangsten voorziet, en onverminderd de bijzondere bepalingen van titel XI, behouden bepaalde ontvangsten hun bestemming; dit geldt met name voor:";

  • 6. 
    de vierde alinea van artikel 6 wordt vervangen door de volgende tekst:

"De uitgetrokken kredieten mogen alleen worden gebruikt ter dekking van uitgaven waarvoor op regelmatige wijze betalingsverplichtingen zijn aangegaan en betaling heeft plaatsgevonden uit hoofde van het begrotingsjaar waarvoor deze kredieten zijn toegekend, behoudens de in de artikelen 7 en 103 bedoelde afwijkingen, alsmede ter dekking van uit voorgaande begrotingsjaren stammende schulden waarvoor op regelmatige wijze betalingsverplichtingen zijn aangegaan en waarvoor geen krediet was overgedragen.";

  • 7. 
    in artikel 9, lid 1 en lid 3, onder b), wordt "EEG-Verdrag" vervangen door "EG-Verdrag";
  • 8. 
    artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    lid 2 wordt vervangen door

"2. De ecu wordt gedefinieerd als de som van bedragen in de valuta's van de Lid-Staten, als gepreciseerd in Verordening (EG) nr. 3320/94 van de Raad van 22 december 1994 betreffende de codificatie van de bestaande communautaire wetgeving inzake de definitie van ecu na de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de Europese Unie (*).

Elke wijziging van de definitie van de ecu waartoe de Raad uit hoofde van het EG-Verdrag besluit, is automatisch van toepassing op deze bepaling.

(*) PB nr. L 350 van 31.12.1994, blz. 27.";

  • b) 
    in lid 4 wordt "in artikel 126" vervangen door "in artikel 139";
  • 9. 
    artikel 13, lid 4, onder a), wordt vervangen door:

"a) ten aanzien van de personeelsformatie van de Instellingen:

  • een uiteenzetting over het beleid ten aanzien van het personeel in vaste en in tijdelijke dienst, met vermelding van de genomen mobiliteits- en herschikkingsmaatregelen per categorie;
  • per personeelscategorie, een organisatieschema met de in de begroting toegestane posten en met de werkelijke personeelsbezetting op de datum van indiening van het voorontwerp van begroting, met de verdeling per rang en per administratieve eenheid of, voor de inrichtingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek, per grote operationele eenheid;
  • bij verandering van de personeelsformatie, een overzicht met een motivering van deze veranderingen;
  • een uitsplitsing van het personeel per activiteitsterrein;";
  • 10. 
    in artikel 15, lid 2, artikel 16, lid 1, artikel 17, lid 1, en in artikel 18 wordt "EEG-Verdrag" vervangen door "EG-Verdrag";
  • 11. 
    in artikel 19, lid 6, worden de woorden "Besluit 88/377/EEG van de Raad van 24 juni 1988" vervangen door de woorden "Besluit 94/729/EG van de Raad van 31 oktober 1994(*)", en de woorden "Besluit 88/376/EEG, Euratom van 24 juni 1988" door de woorden "Besluit 94/728/EG, Euratom van 31 oktober 1994(**)".

"(*) PB nr. L 293 van 12.11.1994, blz. 14.

(**) PB nr. L 293 van 12.11.1994, blz. 9.";

  • 12. 
    artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    in punt 2, wordt onder bb) het volgende streepje toegevoegd:

"- het bedrag van de eventuele ontvangsten die opnieuw kunnen worden aangewend. Dit bedrag wordt vermeld ter indicatie;";

  • b) 
    punt 5, onder a) en b), wordt vervangen door:

"a) in de algemene staat van ontvangsten, de begrotingslijnen die met de desbetreffende verrichtingen overeenkomen en dienen voor het boeken van de eventuele terugbetalingen van begunstigden die aanvankelijk in gebreke waren gebleven, zodat de "honoreringsgarantie" moest worden toegepast. Deze begrotingsonderdelen worden van de vermelding "pro memorie" (p. m.) en van de passende toelichtingen voorzien;

  • b) 
    in de afdeling "Commissie", deel B:
  • de begrotingslijnen betreffende de "honoreringsgarantie" van de Gemeenschap met betrekking tot de desbetreffende verrichtingen. Deze begrotingslijnen worden van de vermelding "pro memorie" (p. m.) voorzien zolang uit dien hoofde niets is gebleken van een daadwerkelijke last die uit de definitieve middelen moet worden gedekt;
  • toelichtingen met verwijzing naar de rechtsgrond en vermelding van het bedrag van de overwogen verrichtingen, de duur en de financiële waarborg die de Gemeenschappen voor de afwikkeling van deze verrichtingen op zich nemen.";
  • 13. 
    artikel 27, lid 5, wordt vervangen door:

"5. In de in lid 1, onder c), en lid 2, onder b), d), e), g) en h), bedoelde gevallen zijn de nieuwe aanwending en de aftrek slechts mogelijk wanneer zulks in de toelichtingen bij de begroting is vastgesteld. In de toelichting worden ter informatie ramingen verstrekt van de voor nieuwe aanwending vastgestelde bedragen. De Instellingen rechtvaardigen de verschillen tussen die ramingen en de bedragen waarvoor daadwerkelijk is overgegaan tot nieuwe aanwending.";

  • 14. 
    artikel 56 wordt vernummerd tot artikel 58 en als volgt gewijzigd:
  • a) 
    in lid 1, eerste alinea, worden de woorden "via een procedure van aanbesteding of offerteaanvraag" geschrapt;
  • b) 
    in lid 1, tweede alinea, wordt "in artikel 58" vervangen door "in artikel 59";
  • c) 
    in lid 1, derde alinea, wordt "in artikel 63" vervangen door "in artikel 60";
  • d) 
    de volgende leden 3 en 4 worden toegevoegd:

"3. De procedures voor uitnodiging tot inschrijving en de selectie- en gunningscriteria worden vastgesteld en geregeld bij de uitvoeringsvoorschriften van artikel 139, met dien verstande dat deze criteria worden bepaald naar analogie van de criteria waarin is voorzien bij de in artikel 56 bedoelde richtlijnen.

  • 4. 
    De procedures voor prijsherziening na het sluiten van overeenkomsten worden beheerst door de uitvoeringsvoorschriften van artikel 139.";
  • 15. 
    artikel 57 wordt vervangen door:

"Artikel 57

Voor andere dan de in artikel 56 bedoelde overeenkomsten zijn de artikelen 58, 59 en 60 van toepassing.";

  • 16. 
    artikel 58 wordt vernummerd tot artikel 59 en vervangen door:

"Artikel 59

Onderhandse overeenkomsten kunnen worden gesloten:

  • a) 
    tot het bij de in artikel 139 bedoelde uitvoeringsvoorschriften vastgestelde maximumbedrag voor aankoop en huur van benodigdheden, meubilair en materieel, voor dienstverrichtingen of voor werken;
  • b) 
    wanneer de aankoop en de huur van benodigdheden, meubilair en materieel, de dienstverrichtingen of de werken zo dringend zijn dat niet kan worden gewacht op de voltooiing van de in artikel 58 bedoelde procedures voor uitnodiging tot inschrijving;
  • c) 
    wanneer de aanbestedingen of offerteaanvragen geen resultaat hebben opgeleverd of tot onaanvaardbare prijzen hebben geleid;
  • d) 
    wanneer wegens technische eisen of feitelijke of juridische omstandigheden de prestatie slechts door een bepaalde aannemer of leverancier kan worden verricht;
  • e) 
    voor bijkomende overeenkomsten inzake leveringen, diensten of werken die om technische redenen niet van de hoofdovereenkomst kunnen worden gescheiden.

De betrokken Instelling moet evenwel de leveranciers of aannemers die de prestatie kunnen uitvoeren in de mate van het mogelijke en met alle gepaste middelen laten mededingen, behalve in de onder b) en e) bedoelde gevallen.";

  • 17. 
    artikel 59 wordt vernummerd tot artikel 62;
  • 18. 
    artikel 60 wordt vernummerd tot artikel 63, en in de eerste en de derde alinea wordt "in artikel 126" vervangen door "in artikel 135";
  • 19. 
    artikel 61 wordt vernummerd tot artikel 64 en wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    in de eerste alinea wordt "in artikel 60" vervangen door "in artikel 63";
  • b) 
    in de tweede alinea wordt "van de leverancier" vervangen door "van de voorgestelde begunstigde";
  • 20. 
    het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 61

Voor het sluiten van alle overeenkomsten inzake aankoop en huur van benodigdheden, meubilair en materieel of inzake het verrichten van diensten of het uitvoeren van werken gelden de artikelen 62 tot en met 64 bis.";

  • 21. 
    artikel 62 wordt vernummerd tot artikel 64 bis en wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    in de eerste en de derde alinea wordt "in artikel 126" vervangen door "in artikel 139";
  • b) 
    in de derde alinea worden na het woord "verplicht" de woorden "voor overeenkomsten voor werken" ingevoegd;
  • 22. 
    artikel 63 wordt vernummerd tot artikel 60 en "in artikel 126" wordt vervangen door "in artikel 139";
  • 23. 
    artikel 64 wordt vernummerd tot artikel 56 en wordt vervangen door:

"Artikel 56

Bij overeenkomsten waarvan het bedrag gelijk is aan of hoger ligt dan de in de richtlijnen van de Raad tot coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten genoemde drempels, dient elke Instelling dezelfde verplichtingen na te komen als die welke krachtens deze richtlijnen op de aanbestedende diensten van de Lid-Staten rusten.

In de in artikel 139 bedoelde uitvoeringsvoorschriften worden daartoe passende bepalingen opgenomen.";

  • 24. 
    in artikel 88, inleidende zin, wordt "in artikel 78 van het EGKS-Verdrag, artikel 206 bis van het EEG-Verdrag en artikel 180 bis van het Euratom-Verdrag" vervangen door "in artikel 45 C van het EGKS-Verdrag, artikel 188 C van het EG-Verdrag en artikel 160 C van het Euratom-Verdrag";
  • 25. 
    het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 88 bis

Te zamen met het in artikel 88 bedoelde jaarverslag legt de Rekenkamer aan het Europees Parlement en aan de Raad een verklaring voor waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd.";

  • 26. 
    artikel 89 wordt vervangen door:

"Artikel 89

  • 1. 
    Vóór 30 april van het volgende jaar verleent het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad, die met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, de Commissie kwijting voor de uitvoering van de begroting.
  • 2. 
    Daartoe onderzoekt het Europees Parlement na de Raad de rekeningen, de financiële staat en de financiële balans, genoemd in artikel 78 quinquies van het EGKS-Verdrag, artikel 205 bis van het EG-Verdrag en artikel 179 bis van het Euratom-Verdrag, het jaarverslag van de Rekenkamer te zamen met de antwoorden van de gecontroleerde Instellingen op de opmerkingen van de Rekenkamer, de relevante speciale verslagen van de Rekenkamer, alsook de verklaring waarin de Rekenkamer de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bevestigt.
  • 3. 
    Alvorens kwijting te verlenen aan de Commissie, kan het Europees Parlement de Commissie verzoeken verantwoording af te leggen ter zake van de uitvoering van de uitgaven of de werking van de financiële controlestelsels. De Commissie verstrekt aan het Europees Parlement op verzoek alle nodige inlichtingen.
  • 4. 
    Indien de in lid 1 genoemde datum niet in acht kan worden genomen, deelt het Europees Parlement of de Raad de Commissie de redenen mee waarom het kwijtingsbesluit moest worden uitgesteld.

Ingeval het Europees Parlement het kwijtingsbesluit uitstelt, tracht de Commissie zo spoedig mogelijk de maatregelen te treffen die de weg tot het nemen van dat besluit kunnen vrijmaken.

  • 5. 
    Het kwijtingsbesluit betreft de rekeningen van alle ontvangsten en uitgaven van de Gemeenschap, alsmede het saldo dat daaruit resulteert en de in de financiële balans opgenomen activa en passiva van de Gemeenschap; het omvat een beoordeling van de verantwoordelijkheid van de Commissie voor de uitvoering van de begroting over het afgelopen begrotingsjaar.
  • 6. 
    De financieel controleur houdt rekening met de opmerkingen in de kwijtingsbesluiten van het Europees Parlement; hij houdt tevens rekening met de opmerkingen waarvan de door de Raad aangenomen aanbevelingen tot kwijting vergezeld gaan.
  • 7. 
    Overeenkomstig artikel 78 octies van het EGKS-Verdrag, artikel 206 van het EG-Verdrag en artikel 180 ter van het Euratom-Verdrag stellen de Commissie en de andere Instellingen alles in het werk om gevolg te geven aan opmerkingen van het Europees Parlement over de uitvoering van de uitgaven, alsook aan de opmerkingen waarvan de door de Raad aangenomen aanbevelingen tot kwijting vergezeld gaan.
  • 8. 
    Op verzoek van het Europees Parlement of de Raad brengen de Instellingen verslag uit over de maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van deze opmerkingen, met name over de instructies die door de Instellingen zijn gegeven aan hun diensten die met de uitvoering van de begroting zijn belast. Deze verslagen worden ook aan de Rekenkamer toegezonden.
  • 9. 
    De Instellingen moeten tevens in een bijlage bij de jaarrekening van het begrotingsjaar dat volgt op het begrotingsjaar waarop het kwijtingsbesluit betrekking heeft, de maatregelen verantwoorden die naar aanleiding van de opmerkingen in de kwijtingsbesluiten werden genomen.
  • 10. 
    De bewijsstukken betreffende de boekhouding en de opstelling van de jaarrekening en de financiële balans worden bewaard gedurende een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de datum van het besluit waarbij kwijting wordt verleend voor de uitvoering van de begroting.

De bewijsstukken betreffende niet definitief afgesloten verrichtingen worden evenwel langer bewaard, namelijk tot het einde van het jaar volgende op de afsluiting van die verrichtingen.

Elke Instelling bepaalt bij welke dienst de bewijsstukken worden bewaard.";

  • 27. 
    in artikel 91 wordt "en XII" vervangen door ",titel XI en deel III";
  • 28. 
    in artikel 92, lid 1, onder d), worden "artikel 130 L van het EEG-Verdrag", "artikel 130 M van het EEG-Verdrag", "in artikel 130 N van het EEG-Verdrag" en "in artikel 130 O van het EEG-Verdrag" respectievelijk vervangen door "artikel 130 K van het EG-Verdrag", "artikel 130 L van het EG-Verdrag", "in artikel 130 M van het EG-Verdrag" en "in artikel 130 N van het EG-Verdrag";
  • 29. 
    in artikel 98, eerste alinea, wordt "en XII" vervangen door "en deel III";
  • 30. 
    artikel 105 wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    in lid 1 wordt "en XII" vervangen door ",titel XI en deel III";
  • b) 
    in lid 3, tweede alinea, wordt "artikel 206 bis van het EEG-Verdrag" vervangen door "artikel 188 C van het EG-Verdrag";
  • 31. 
    in artikel 118, lid 1, wordt na de tweede alinea de volgende alinea toegevoegd:

"De Commissie draagt er zorg voor dat in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen worden bekendgemaakt:

  • a) 
    onder vermelding van doel, inhoud en bedrag van de voorgenomen overeenkomsten,
  • eenmaal per jaar de verwachtingen betreffende na offerteaanvraag te sluiten overeenkomsten inzake diensten en inzake technische samenwerking voor de periode van twaalf maanden na de bekendmaking;
  • eenmaal per kwartaal de bij het eerste streepje bedoelde verwachtingen aan te brengen wijzigingen;
  • b) 
    zo spoedig mogelijk, het resultaat van de offerteaanvragen.";
  • 32. 
    in artikel 119 wordt "de artikelen 56 tot en met 64" vervangen door "de artikelen 56 tot en met 64 bis";
  • 33. 
    in artikel 121 wordt "en XII" vervangen door "en deel III";
  • 34. 
    de volgende titel XI wordt ingevoegd:

"TITEL XI

BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR DE FINANCIËLE DEELNEMINGEN VAN DERDEN OF VAN DIVERSE ORGANISATIES AAN ACTIVITEITEN VAN DE GEMEENSCHAP

AFDELING I

BEPALINGEN VAN ALGEMENE AARD

Artikel 124

Voor de financiële deelnemingen van derden of van diverse organisaties aan activiteiten van de Gemeenschap wordt vooraf door de begrotingsautoriteit toestemming verleend volgens een van de volgende procedures:

  • a) 
    in het kader van de begrotingsprocedure, wanneer zij vooraf gepland zijn. In dit geval stelt de Commissie in het voorontwerp van begroting de passende opnamestructuur voor die in de staat van ontvangsten de begrotingslijn bevat waarop de deelnemingen worden geboekt, en in de staat van uitgaven de begrotingslijn waarop de overeenkomstige kredieten worden geopend, zulks overeenkomstig artikel 125. Het voorziene bedrag alsmede de wijze waarop deze bijdrage wordt berekend, worden afzonderlijk vermeld, ter informatie;
  • b) 
    ingeval het verzoek tot deelneming in de loop van het begrotingsjaar wordt ingediend, stelt de Commissie, indien zij oordeelt dat de deelneming met het belang van de Gemeenschap strookt en indien in de begroting een passende opnamestructuur is opgenomen, de begrotingsautoriteit voor om voor die deelneming toestemming te verlenen. Deze toestemming is verleend indien de Raad, die zich met gekwalificeerde meerderheid van stemmen uitspreekt, en het Europees Parlement het voorstel aanvaarden.

Alle desbetreffende interventiekosten moeten door het bedrag van de deelneming van de derden gedekt worden.

Artikel 125

De in artikel 124 bedoelde deelnemingen geven aanleiding tot opening, in het kader van de uitvoering van de begroting, van aanvullende kredieten, op de volgende wijze:

  • wat de vastleggingskredieten betreft, ten belope van het bedrag van de ten gunste van de Gemeenschap vastgestelde schuldvordering,
  • wat de betalingskredieten betreft, ten belope van de verrichte invorderingen.

Artikel 126

De in artikel 124 bedoelde deelnemingen vormen ontvangsten die overeenkomstig artikel 4, lid 2, tweede alinea, hun bestemming behouden.

Op boekhoudkundig vlak worden alle dienstige maatregelen genomen om te bewerkstelligen dat het gebruik zowel van de uit deze deelnemingen voortvloeiende ontvangsten als van de overeenkomstig artikel 125 geopende bijbehorende kredieten, afzonderlijk wordt gecontroleerd.

AFDELING II

BEPALINGEN VOOR DE IN HET KADER VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE GEPLANDE DEELNEMINGEN

Artikel 127

De structuur voor de opname in de begroting van de deelnemingen van de EVA-Staten is als volgt:

  • a) 
    bij de staat van ontvangsten wordt een begrotingslijn geopend die bestemd is voor het opnemen van het totaal bedrag voor het betrokken begrotingsjaar van de deelneming van de EVA-Staten. Het betrokken bedrag wordt daarin afzonderlijk "ter informatie" vermeld;
  • b) 
    bij de staat van uitgaven:
  • vermeldt de toelichting met betrekking tot elke begrotingslijn betreffende de activiteiten van de Gemeenschap waaraan de EVA-Staten deelnemen, het bedrag van de deelneming "ter informatie";
  • bevat een bijlage, die een integrerend deel van de begroting uitmaakt, alle begrotingslijnen betreffende de activiteiten van de Gemeenschap waaraan de EVA-Staten deelnemen.

Deze bijlage vormt en completeert de opnamestructuur voor de opening van de met deze deelnemingen overeenkomende kredieten, die volgens artikel 128 worden geopend, alsook voor de uitvoering van de uitgaven.

Artikel 128

Krachtens artikel 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven de bedragen betreffende de jaarlijks deelneming van de EVA-Staten - zoals zij aan de Commissie door het Gemengd Comité worden bevestigd overeenkomstig Protocol 32, artikel 1, lid 5, - aanleiding tot de volledige opening, vanaf het begin van het begrotingsjaar, van zowel de kredieten voor vastleggingen als de kredieten voor betalingen die daarmee overeenkomen.

Artikel 129

  • 1. 
    Indien in de loop van het begrotingsjaar de kredieten van begrotingslijnen waaraan de EVA-Staten deelnemen, worden uitgebreid - door middel van gewijzigde of aanvullende begrotingen of overschrijvingen - zonder dat de EVA-Staten, tijdens het betrokken begrotingsjaar, hun bijdrage dienovereenkomstig kunnen aanpassen om de in artikel 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte genoemde "evenredigheidsfactor" in acht te nemen, is de Commissie gemachtigd om, voorlopig en bij wijze van uitzondering aan de hand van de kasmiddelen, het aandeel van de EVA-Staten voor te financieren om een evenwichtige uitvoering van de uitgaven voor de betrokken activiteit te bewerkstelligen. Na een dergelijke uitbreiding van kredieten gaat de Commissie zo spoedig mogelijk over tot afroeping van de dienovereenkomstige bijdragen van de EVA-Staten, tenzij omstandigheden van dwingende aard zulks beletten.

De Commissie licht de begrotingsautoriteit jaarlijks in over de maatregelen die zij overeenkomstig het hierboven bepaalde heeft moeten nemen.

  • 2. 
    De voorfinanciering wordt zo vlug mogelijk in het kader van de begroting van het begrotingsjaar n + 1 geregulariseerd.

Artikel 130

In afwijking van artikel 58, lid 2, met betrekking tot de regels inzake de procedures voor offerteaanvragen, worden de uitnodigingen tot inschrijving in alle Lid-Staten alsook in alle EVA-Staten verspreid, voor zover de offerteaanvragen een uitgave meebrengen op de begrotingslijnen die een deelneming van de EVA-Staten omvatten.

Artikel 131

  • 1. 
    Overeenkomstig artikel 4, lid 2, tweede alinea, derde streepje, zijn de financiële deelnemingen van de EVA-Staten ontvangsten die hun bestemming behouden; bijgevolg worden op boekhoudkundig vlak alle nodige maatregelen getroffen om te bewerkstelligen dat het gebruik zowel van de uit deze deelnemingen voortvloeiende ontvangsten als van de bijbehorende kredieten afzonderlijk wordt gecontroleerd.
  • 2. 
    Artikel 7, punt 4, en artikel 26, lid 9, is op de in lid 1 bedoelde deelnemingen van toepassing.
  • 3. 
    In het kader van het in artikel 34 bedoelde kwartaalverslag behandelt de Commissie afzonderlijk de staat van uitvoering met betrekking tot de deelneming van de EVA-Staten, zowel wat de ontvangsten als wat de uitgaven betreft.

Artikel 132

De controle op het gebied van ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de deelneming van de EVA-Staten wordt uitgeoefend met inachtneming van de bepalingen van het EG-Verdrag, van dit Reglement en van de verordeningen die van toepassing zijn op de in artikel 78 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en Protocol 31 bij die Overeenkomst bedoelde gebieden.";

  • 35. 
    titel XI wordt titel XII;
  • 36. 
    artikel 124 wordt vernummerd tot artikel 133;
  • 37. 
    er wordt een deel II ingevoegd dat als volgt luidt:

"Afdeling II

Bepalingen van toepassing op de verrichtingen ter zake van opgenomen en verstrekte leningen van de Europese Gemeenschappen

Artikel 134

De Commissie brengt twee keer per jaar aan de Raad en het Europees Parlement verslag uit over de situatie van de begrotingsgaranties en de overeenkomstige risico's.

Deze informatie wordt tegelijkertijd aan de Rekenkamer toegezonden.

Artikel 135

De in artikel 81 bedoelde financiële balans geeft de kapitaalverrichtingen en de leningsdienst zodanig weer dat daaruit de bedragen blijken van:

  • de verstrekte leningen;
  • de aflossingen van de opgenomen leningen, alsmede de lasten van de opgenomen leningen;
  • de opgenomen leningen;
  • de aflossingen van de verstrekte leningsbedragen en van de rentebetalingen.

Artikel 136

Binnen de grenzen van de aan de Commissie toegekende bevoegdheden ten aanzien van elk instrument, is de financieel controleur van de Commissie belast met het controleren van de uitvoering van de verrichtingen ter zake van opgenomen en verstrekte leningen.

Daartoe onderzoekt hij met name de volgende aspecten:

  • verificatie van de conformiteit van de verrichtingen met de basisvoorschriften;
  • beoordeling van de risico's;
  • in voorkomend geval, verificatie van de berekeningen van de rentesubsidies, wanneer deze ertoe aanleiding geven dat zij ten laste van de begroting worden genomen;
  • eerbiediging van het beginsel van goed financieel beheer.

Om die functies ten volle te kunnen vervullen:

  • heeft de financieel controleur van de Commissie manueel of met behulp van de computer toegang tot alle gegevens, documenten, boeken, registers, briefwisselingen, rekeningoverzichten of gecomputeriseerde dossiers betreffende de verrichtingen ter zake van de opgenomen en verstrekte leningen;
  • is de financieel controleur gemachtigd om controles ter plaatse te verrichten of daaraan deel te nemen.

Artikel 137

De Commissie verstrekt de Rekenkamer desgevraagd alle nodige inlichtingen over de opgenomen en verstrekte leningen.";

  • 38. 
    titel XII wordt deel III met als titel "Overgangs- en slotbepalingen";
  • 39. 
    artikel 125 wordt vernummerd tot artikel 138;
  • 40. 
    artikel 126 wordt vernummerd tot artikel 139. De verwijzingen naar dit artikel in de artikelen 22, 23, 24, 25, 28, 29, 36, 37, 38, 41, 45, 46, 49, 53, 54, 65, 66, 70, 75, 94, 97 en 123 worden dienovereenkomstig aangepast;
  • 41. 
    artikel 127 wordt vernummerd tot artikel 140;
  • 42. 
    artikel 128 wordt geschrapt;
  • 43. 
    de artikelen 129, 130 en 131 worden respectievelijk vernummerd tot de artikelen 141, 142 en 143.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 18 september 1995.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • P. 
    SOLBES MIRA
  • (1) 
    PB nr. C 254 van 1. 10. 1992, blz. 5, en PB nr. C 56 van 24. 2. 1994, blz. 5.
  • (2) 
    PB nr. C 329 van 6. 12. 1993, blz. 115.
  • (3) 
    PB nr. C 342 van 23. 12. 1992, blz. 1.
  • (4) 
    PB nr. L 356 van 31. 12. 1977 blz. 1. Financieel Reglement laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EGKS, EG, Euratom) nr. 2730/94 (PB nr. L 293 van 12. 11. 1994, blz. 7).
  • (5) 
    PB nr. C 89 van 22. 4. 1975, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.