Richtlijn 1996/99 - Wijziging van Richtlijn 92/12/EEG betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31996L0099

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31996L0099

Richtlijn 96/99/EG van de Raad van 30 december 1996 tot wijziging van Richtlijn 92/12/EEG betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop

Publicatieblad Nr. L 008 van 11/01/1997 blz. 0012 - 0013

RICHTLIJN 96/99/EG VAN DE RAAD van 30 december 1996 tot wijziging van Richtlijn 92/12/EEG betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 99,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende dat het Economisch en Sociaal Comité, geraadpleegd over het voorstel van de Commissie, zijn advies niet binnen de door de Raad krachtens artikel 198 van het Verdrag gestelde termijn heeft uitgebracht; dat de Raad dient te handelen zonder dat advies af te wachten;

Overwegende dat Richtlijn 92/12/EEG (2) de algemene regeling behelst voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop;

Overwegende dat artikel 26 van die richtlijn voorziet in een afwijkende regeling op grond waarvan Denemarken accijnzen kan heffen op door particulieren onder betaling van accijnzen in een andere Lid-Staat verkregen en voor eigen gebruik ingevoerde alcoholhoudende dranken en tabaksfabrikaten die bepaalde hoeveelheden overschrijden;

Overwegende dat de Toetredingsakte van 1994 onder verwijzing naar artikel 26 van Richtlijn 92/12/EEG bepaalt dat Zweden en Finland onder dezelfde voorwaarden accijnzen mogen heffen op een uitgebreidere lijst van alcoholhoudende produkten en tabaksfabrikaten;

Overwegende dat deze afwijkende regelingen zijn toegekend, omdat in een Europa zonder grenzen waarin accijnstarieven beduidend variëren, een volledige en onmiddellijke opheffing van de voor accijnsprodukten geldende beperkingen een onaanvaardbare verlegging van het handelsverkeer en van de inkomstenstroom, alsmede concurrentievervalsing teweeg zou brengen in de betrokken lid-Staten, die van oudsher de betrokken produkten als belangrijke bron van inkomsten en met het oog op de volksgezondheid en maatschappelijke aspecten met hoge accijnzen belasten;

Overwegende dat de afwijkende regelingen mits een herzieningsmechanisme wordt ingesteld in de trant van wat is vastgesteld in artikel 28 terdecies van Richtlijn 77/388/EEG (3) tot en met 31 december 1996 werden toegestaan;

Overwegende dat op 31 december 1996 de minimumtarieven in de Gemeenschap niettemin lager zullen uitvallen dan werd verwacht bij de toekenning van de afwijkende regelingen, zodat de afschaffing daarvan op de geplande datum meer problemen met zich mee zal brengen dan voorzien;

Overwegende dat derhalve aan Denemarken, Finland en Zweden ter aanpassing meer tijd dient te worden verschaft door verlenging van de geldigheidsduur van artikel 26 van Richtlijn 92/12/EEG;

Overwegende dat het in artikel 26 bepaalde echter een afwijking vormt ten opzichte van een grondbeginsel van de interne markt - namelijk het recht van zijn burgers om binnen de Gemeenschap voor eigen gebruik gekochte goederen te vervoeren zonder dat daarop opnieuw accijnzen worden geheven - zodat de effecten ervan tot een minimum beperkt dienen te worden;

Overwegende dat het derhalve dienstig is om enerzijds voor Denemarken en Finland te voorzien in de geleidelijke verruiming van de kwantitatieve maxima die mogen worden toegepast totdat zij op 31 december 2003 volledig zullen worden afgeschaft, en anderzijds de periode gedurende welke ingezetenen het grondgebied van de betrokken Lid-Staat ten minste voor een bepaalde periode moeten hebben verlaten om in aanmerking te komen voor de vrijstelling, te verkorten van 36 tot 24 uur;

Overwegende dat de betrokken Lid-Staten zelf mogen besluiten over de nadere uitwerking van het verruimingsproces, gelet op alle relevante factoren;

Overwegende dat dit proces daarentegen uiterlijk op 30 juni 2000 aan een onderzoek moet worden onderworpen;

Overwegende dat het dienstig is Zweden te machtigen de huidige beperkingen te handhaven tot en met 30 juni 2000 en mits een herzieningsmechanisme wordt ingesteld in de trant van wat is vastgesteld in artikel 28 terdecies van Richtlijn 77/388/EEG;

Overwegende dat in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3925/91 van de Raad van 19 december 1991 betreffende de afschaffing van de controles en formaliteiten die van toepassing zijn op de handbagage en de ruimbagage van personen op intracommunautaire vluchten en op de bagage van personen bij intracommunautaire zeereizen (4), wordt bepaald dat die verordening van toepassing is onverminderd de controles in verband met door de Lid-Staten uitgevaardigde verboden of beperkingen, voor zover deze verenigbaar zijn met de drie Verdragen houdende oprichting van de Europese Gemeenschappen; dat in die context tot dergelijke controles moeten worden gerekend de voor de toepassing van de in artikel 26 bedoelde kwantitatieve beperkingen noodzakelijke controles, en dat deze als zodanig verenigbaar zijn met de Gemeenschapswetgeving,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 26 van Richtlijn 92/12/EEG wordt als volgt gewijzigd:

"Artikel 26

  • 1. 
    Onverminderd het bepaalde in artikel 8, worden Denemarken en Finland tot en met 31 december 2003 gemachtigd de specifieke bepalingen van de tweede en de derde alinea van dit lid toe te passen op bepaalde alcoholhoudende dranken en tabaksprodukten die particulieren voor eigen gebruik in andere Lid-Staten hebben gekocht en op hun grondgebied hebben binnengebracht.

Met ingang van 1 januari 1997 worden Denemarken en Finland gemachtigd om dezelfde beperkingen te blijven toepassen als die welke zij op 31 december 1996 hanteerden voor de hoeveelheid goederen die in hun grondgebied mag worden binnengebracht zonder verdere betaling van accijns. Deze beperkingen worden door de betrokken lid-Staten geleidelijk afgeschaft.

Wanneer dergelijke goederen door ingezetenen van hun grondgebied worden ingevoerd, mogen Denemarken en Finland de afwijkende regeling beperken tot personen die het grondgebied gedurende een periode van meer dan 24 uur hebben verlaten.

  • 2. 
    Uiterlijk op 30 juni 2000 brengt de Commissie bij het Parlement en de Raad verslag uit over de tenuitvoerlegging van lid 1.
  • 3. 
    Onverminderd het bepaalde in artikel 8, wordt Zweden, mits een herzieningsmechanisme wordt ingesteld in de trant van dat hetwelk is vastgesteld in artikel 28 terdecies van Richtlijn 77/388/EEG, van 1 januari 1997 tot en met 30 juni 2000 gemachtigd om dezelfde beperkingen te blijven toepassen als het op 31 december 1996 hanteerde voor de hoeveelheid alcoholhoudende dranken en tabaksprodukten die particulieren voor eigen gebruik op Zweeds grondgebied mogen binnenbrengen zonder verdere betaling van accijns.
  • 4. 
    Denemarken, Finland en Zweden worden gemachtigd accijnzen te heffen en de nodige verificaties te verrichten betreffende de produkten die onder dit artikel vallen.".

Artikel 2

  • 1. 
    De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 1997 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

  • 2. 
    De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn is van toepassing met ingang van 1 januari 1997.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 30 december 1996.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • S. 
    BARRETT
  • (1) 
    Advies van 13. 12. 1996 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).
  • (2) 
    PB nr. L 76 van 23. 3. 1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 94/74/EG (PB nr. L 365 van 31. 12. 1994, blz. 46).
  • (3) 
    PB nr. L 145 van 13. 6. 1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 95/7/EG (PB nr. L 102 van 5. 5. 1995, blz. 18).
  • (4) 
    PB nr. L 374 van 31. 12. 1991, blz. 4.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.