Verordening 1996/2406 - Gemeenschappelijke handelsnormen voor bepaalde visserijprodukten - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EG) nr. 2406/96 van de Raad van 26 november 1996 houdende vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen voor bepaalde visserijprodukten
Publicatieblad Nr. L 334 van 23/12/1996 blz. 0001 - 0015
VERORDENING (EG) Nr. 2406/96 VAN DE RAAD van 26 november 1996 houdende vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen voor bepaalde visserijprodukten
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 3759/92 van de Raad van 17 december 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten en produkten van de aquacultuur (1), inzonderheid op artikel 2, lid 3,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat er gemeenschappelijke handelsnormen voor bepaalde soorten verse of gekoelde vis enerzijds en voor sommige schaaldieren anderzijds zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 103/76 (2), respectievelijk Verordening (EEG) nr. 104/76 (3); dat er thans in deze verordeningen nieuwe belangrijke wijzigingen moeten worden aangebracht in verband met de marktontwikkeling en de veranderende handelspraktijken; dat het daarom nodig is bovengenoemde bepalingen volledig te herzien en te verwerken tot één enkel rechtsinstrument, zodat ze duidelijker en beter toepasbaar worden; dat derhalve de Verordeningen (EEG) nr. 103/76 en (EEG) nr. 104/76 moeten worden vervangen;
Overwegende dat de gemeenschappelijke handelsnormen voor visserijprodukten met name zijn gericht op kwaliteitsverbetering om daardoor de afzet te vergemakkelijken in het belang van zowel de producent als de consument; dat de kwaliteit van de produkten, die in niet-verwerkte verse of gekoelde staat op de markt worden gebracht, grotendeels wordt bepaald door de graad van versheid, die aan de hand van objectieve criteria via een organoleptisch onderzoek wordt vastgesteld; dat partijen visserijprodukten, willen zij qua versheid homogeen zijn, uitsluitend dienen te bestaan uit produkten van dezelfde soort die afkomstig zijn van dezelfde vangstplaats en hetzelfde vissersvaartuig;
Overwegende dat een beperkt doch toereikend aantal versheidsklassen moet worden vastgesteld aan de hand van een op de produktgroepen afgestemd beoordelingsschema; dat kwaliteitsprodukten ondersteund dienen te worden en dat derhalve uiterlijk met ingang van 1 januari 2000 niet alle versheidsklassen in aanmerking horen te komen voor de interventiemaatregelen in het kader van de gemeenschappelijke marktordening;
Overwegende dat de gemeenschappelijke handelsnormen ook bedoeld zijn om voor de betrokken produkten geharmoniseerde handelskenmerken voor de gehele gemeenschappelijke markt vast te stellen en daardoor concurrentiedistorsies te voorkomen en een uniforme toepassing van het prijsstelsel van de gemeenschappelijke marktordening mogelijk te maken; dat daarom moet worden bepaald dat de visserijprodukten moeten worden ingedeeld volgens een schema dat is gebaseerd op het gewicht of, in sommige bijzondere gevallen, de grootte;
Overwegende dat de gemeenschappelijke handelsnormen van toepassing zijn bij de eerste verkoop op het grondgebied van de Gemeenschap van alle betrokken produkten die bestemd zijn voor menselijke consumptie, ongeacht of zij afkomstig zijn uit de Gemeenschap dan wel uit derde landen; dat de betrokken normen van toepassing zijn onverminderd de gezondheidsvoorschriften of de voorschriften die zijn vastgesteld in het kader van de maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden; dat er met name aan dient te worden herinnerd dat eventuele biologische minimummaten primeren boven de minimummaten die zijn vastgesteld in het kader van de gemeenschappelijke handelsnormen voor de visserijprodukten;
Overwegende dat toepassing van de gemeenschappelijke handelsnormen op produkten van oorsprong uit derde landen meebrengt dat moet worden geëist dat op de verpakking daarvan aanvullende informatie wordt vermeld; dat deze informatie echter niet nodig is voor produkten die door vaartuigen onder de vlag van derde landen op dezelfde wijze als de communautaire produktie in de Gemeenschap worden binnengebracht;
Overwegende dat het, gezien de praktijk in de meeste Lid-Staten, dienstig is dat de indeling in versheids- en grootteklassen wordt uitgevoerd door het bedrijfsleven; dat, met name met het oog op de beoordeling van de versheid aan de hand van organoleptische criteria, een beroep dient te worden gedaan op deskundigen die daartoe door de betrokken organisaties van het bedrijfsleven worden aangewezen;
Overwegende dat het met oog op de wederzijdse informatieverstrekking dienstig is dat elke Lid-Staat aan de andere Lid-Staten en aan de Commissie een lijst doet toekomen met de namen en adressen van de betrokken deskundigen en organisaties van het bedrijfsleven,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
-
A.Algemene bepalingen
Artikel 1
-
1.Bij deze verordening worden, voor bepaalde visserijprodukten, de gemeenschappelijke handelsnormen vastgesteld als bedoeld in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3759/92, hierna te noemen "basisverordening".
-
2.In deze verordening wordt verstaan onder:
-
a)in de handel brengen: het voor het eerst ten verkoop aanbieden en/of verkopen, op het grondgebied van de Gemeenschap, voor menselijke consumptie;
-
b)partij: een bepaalde hoeveelheid vis die tot dezelfde soort behoort, dezelfde behandeling heeft ondergaan en eventueel afkomstig is van dezelfde vangstplaats en hetzelfde vaartuig;
-
c)vangstplaats: gebruikelijke benaming voor de plaats waar de vangst heeft plaatsgevonden;
-
d)aanbiedingsvorm: de vorm waarin de vis in de handel wordt gebracht, zoals "in gehele staat", "ontdaan van ingewanden", "ontdaan van kop", enz.;
-
e)zichtbare parasiet: parasiet of groep parasieten die qua afmeting, kleur of structuur duidelijk van het visvlees is te onderscheiden en bij goed licht zonder optische hulpmiddelen voor het menselijk oog waarneembaar is.
-
3.a) De bepalingen van deze verordening betreffende de versheidsklassen van visserijprodukten zijn van toepassing onverminderd de bepalingen van Richtlijn 91/493/EEG van de Raad van 22 juli 1991 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van visserijprodukten (4).
-
b)In afwachting van de aanneming van een besluit van de Commissie uit hoofde van Richtlijn 91/493/EEG, wordt vis als niet geschikt voor de menselijke consumptie aangemerkt aan de hand van de criteria vermeld in de kolom "niet toegelaten" van bijlage I bij deze verordening.
Artikel 2
-
1.De in artikel 3 bedoelde produkten, van oorsprong uit de Gemeenschap of van herkomst uit derde landen, mogen alleen in de handel worden gebracht als zij voldoen aan de voorschriften van deze verordening.
-
2.Deze verordening is evenwel niet van toepassing op kleine hoeveelheden vis die rechtstreeks door een kustvisser worden verkocht aan een kleinhandelaar of aan een consument.
-
3.De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 32 van de basisverordening.
Artikel 3
-
1.Voor de volgende produkten worden gemeenschappelijke handelsnormen vastgesteld:
-
a)Zeevis van GN-code 0302:
-
-Schol (Pleuronectes platessa)
-
-Witte tonijn (Thunnus alalunga)
-
-Rode tonijn of blauwvintonijn (Thunnus thynnus)
-
-Grootoogtonijn of patudo (Thunnus of Parathunnus obesus)
-
-Haring van de soort Clupea harengus
-
-Kabeljauw van de soort Gadus morhua
-
-Sardines van de soort Sardina pilchardus
-
-Schelvis (Melanogrammus aeglefinus)
-
-Koolvis (Pollachius virens)
-
-Witte koolvis, pollak of vlaswijting (Pollachius pollachius)
-
-Makreel van de soort Scomber scombrus
-
-Makreel van de soort Scomber japonicus
-
-Horsmakreel (Trachurus spp.)
-
-Doornhaai (Squalus acanthias)
-
-Roodbaars (Sebastes spp.)
-
-Wijting (Merlangius merlangus)
-
-Blauwe wijting (Mircomesistius poutassou of Gadus poutassou)
-
-Leng (Molva spp.)
-
-Ansjovis (Engraulis spp.)
-
-Heek van de soort Merluccius merluccius
-
-Schartong (Lepidorhombus spp.)
-
-Braam (Brama spp.)
-
-Zeeduivel (Lophius spp.)
-
-Schar (Limanda limanda)
-
-Tongschar (Microstomus kitt)
-
-Steenbolk (Trisopterus luscus) en dwergbolk (Trisopterus minutus)
-
-Bokvis (Boops boops)
-
-Pikarel (Maena smaris)
-
-Congeraal (Conger conger)
-
-Poon (Trigla spp.)
-
-Harder (Mugil spp.)
-
-Rog (Raja spp.)
-
-Bot (Platichthys flesus)
-
-Tong (Solea spp.)
-
-IJsvis en schedevis (Lepidopus caudatus en Aphanopus carbo).
-
b)Schaaldieren van GN-code 0306, die levend, vers, gekoeld, gestoomd of in water gekookt worden aangeboden:
-
-Garnalen van de soort Crangon crangon en Noorse garnalen (Pandalus borealis)
-
-Noordzeekrabben (Cancer pagurus)
-
-Langoestines (Nephrops norvegicus).
-
c)Koppotigen van GN-code 0307:
-
-Inktvissen (Sepia officinalis en Rossia macrosoma).
-
2.De in lid 1 bedoelde handelsnormen omvatten:
-
a)versheidsklassen,
-
b)grootteklassen.
-
B.Versheidsklassen
Artikel 4
-
1.De versheidsklasse wordt voor elke partij bepaald op grond van de graad van versheid van de produkten en van enkele bijkomende kenmerken.
De graad van versheid wordt vastgesteld aan de hand van het in bijlage I opgenomen beoordelingsschema voor de verschillende soorten visserijprodukten.
-
2.Aan de hand van de in lid 1 bedoelde beoordelingsschema's worden de in artikel 3 bedoelde produkten ingedeeld in partijen van een van de volgende versheidsklassen:
-
a)Extra, A of B voor vis, haaien, koppotigen en langoestines,
-
b)Extra of A voor garnalen.
Levende langoestines worden echter ingedeeld in klasse E.
-
3.Voor de in artikel 3 bedoelde krabben gelden geen bijzondere versheidsnormen.
Er mogen echter alleen hele krabben in de handel worden gebracht, met uitsluiting van vrouwelijke krabben met eitjes en krabben met zacht pantser.
Artikel 5
-
1.Elke partij moet qua versheid homogeen zijn. Een partij van geringe omvang behoeft qua versheid evenwel niet homogeen te zijn; in dat geval wordt de partij ingedeeld in de laagste versheidsklasse die van toepassing is op de in die partij voorkomende produkten.
-
2.De versheidsklasse moet in duidelijk leesbare en onuitwisbare letters van ten minste 5 cm hoog worden vermeld op etiketten die op de partijen worden aangebracht.
Artikel 6
-
1.Voor de in artikel 3 bedoelde vis, haaien, koppotigen en langoestines betekent indeling van een partij in klasse B dat deze partij niet in aanmerking komt voor financiële steun voor het uit de handel nemen ervan als bedoeld in de artikelen 12, 12 bis, 14 en 15 van de basisverordening.
-
2.Vis, haaien, koppotigen en langoestines van versheidsklasse Extra moeten vrij zijn van kneuzingen of schrammen, van vuil en van sterke verkleuring.
-
3.Vis, haaien, koppotigen en langoestines van versheidsklasse A moeten vrij zijn van vuil en van sterke verkleuring. Een zeer klein gedeelte van de partij mag lichte kneuzingen en oppervlakkige schrammen vertonen.
-
4.In het geval van vis, haaien, koppotigen en langoestines van versheidsklasse B mag een zeer klein gedeelte van de partij grotere kneuzingen en oppervlakkige schrammen vertonen. Vis moet vrij zijn van vuil en van sterke verkleuring.
-
5.Bij de indeling van de produkten in de verschillende versheidsklassen wordt, onverminderd de geldende gezondheidsvoorschriften, ook de aanwezigheid van zichtbare parasieten in aanmerking genomen en de mate waarin die, rekening houdend met de aard en de aanbiedingsvorm van het produkt, een ongunstige invloed kunnen hebben op de kwaliteit.
-
6.De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden, voor zover nodig, vastgesteld volgens de procedure van artikel 32 van de basisverordening.
-
C.Grootteklassen
Artikel 7
-
1.De in artikel 3 bedoelde produkten worden in grootteklassen ingedeeld aan de hand van het gewicht of het aantal per kilogram. Garnalen en krabben worden echter in grootteklassen ingedeeld aan de hand van de breedte van het pantser.
-
2.De bij deze verordening volgens de grootte-indeling van bijlage II vastgestelde minimumgrootten gelden onverminderd de voor de lengte voorgeschreven minimummaten die zijn vastgesteld bij:
-
-Verordening (EEG) nr. 1866/86 van de Raad van 12 juni 1986 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden in de Oostzee, de Belten en de Øresund (5);
-
-Verordening (EEG) nr. 3094/86 van de Raad van 7 oktober 1986 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden (6);
-
-Verordening (EEG) nr. 1626/94 van de Raad van 27 juni 1994 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden in de Middellandse Zee (7).
Met het oog op de controle door de bevoegde autoriteiten dienen de onder de handelsnormen vallende soorten te voldoen aan de voorgeschreven biologische minimummaat, die in bijlage II is vermeld.
Artikel 8
-
1.De partijen worden in grootteklassen ingedeeld volgens de grootte-indeling in bijlage II.
-
2.Elke partij moet qua grootte homogeen zijn. Een partij van geringe omvang behoeft qua grootte evenwel niet homogeen te zijn; in dat geval wordt zij ingedeeld in de minst voordelige grootteklasse die van toepassing is op de in die partij voorkomende produkten.
-
3.De grootteklasse en de aanbiedingsvorm moeten in duidelijk leesbare en onuitwisbare cijfers of letters van ten minste 5 cm hoog worden vermeld op etiketten die op de partijen worden aangebracht.
Het nettogewicht in kilogram moet goed zichtbaar en duidelijk leesbaar op elke partij worden vermeld. Voor partijen die ten verkoop worden aangeboden in standaardkisten, is de vermelding van het nettogewicht niet nodig als deze kisten bij de weging die plaatsvindt voordat zij ten verkoop worden aangeboden de veronderstelde hoeveelheid produkt uitgedrukt in kilogram blijken te bevatten.
-
4.De uitvoeringsbepalingen van dit artikel, in het bijzonder de weegmethode en een per partij toegestane variatie in het nettogewicht beneden of boven het vermelde of veronderstelde gewicht, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 32 van de basisverordening.
Artikel 9
Pelagische vis kan aan de hand van steekproeven in de verschillende versheids- en grootteklassen worden ingedeeld. De methode moet waarborgen dat de partij qua versheid en grootte van de vis zo homogeen mogelijk is.
De uitvoeringsbepalingen van dit artikel, in het bijzonder het aantal, het gewicht of de grootte van de monsters en de methoden voor de toetsing van de indeling en voor de gewichtscontrole van de ten verkoop aangeboden partijen, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 32 van de basisverordening.
Artikel 10
Met het oog op de plaatselijke of regionale voorziening van bepaalde kustgebieden van de Gemeenschap met garnalen en krabben, kunnen uitzonderingen op de in bijlage II vastgestelde minimummaten worden toegestaan.
De betrokken gebieden en handelsmaten worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 32 van de basisverordening.
-
D.Produkten van oorsprong uit derde landen
Artikel 11
-
1.Onverminderd artikel 2, lid 1, mogen de in artikel 3 bedoelde produkten van herkomst uit derde landen alleen in de handel worden gebracht als zij worden aangeboden in verpakkingen waarop goed zichtbaar en duidelijk leesbaar zijn vermeld:
-
-de naam van het land van oorsprong in Latijns schrift, in letters van ten minste 20 mm hoog,
-
-de wetenschappelijke benaming en de handelsbenaming van het visserijprodukt,
-
-de aanbiedingsvorm,
-
-de versheids- en de grootteklasse,
-
-het in kilogram uitgedrukte nettogewicht van de produkten in de verpakking,
-
-de datum van indeling en de datum van verzending,
-
-de naam en het adres van de afzender.
-
2.Voor de in artikel 3 bedoelde produkten die door vaartuigen onder de vlag van een derde land rechtstreeks vanaf de vangstplaatsen in een haven van de Gemeenschap worden aangeland en bestemd zijn om in de handel te worden gebracht, gelden echter dezelfde bepalingen als voor de communautaire produktie, onverminderd Verordening (EG) nr. 1093/94 (8).
-
E.Slotbepalingen
Artikel 12
-
1.De indeling in de versheidsklassen Extra, A en B en de diverse grootteklassen wordt verricht door het bedrijfsleven in samenwerking met daartoe door de betrokken organisaties van het bedrijfsleven aangewezen deskundigen. De Lid-Staten controleren of de bepalingen van dit artikel worden nageleefd.
-
2.Indien de indeling niet overeenkomstig de bepalingen van lid 1 geschiedt, mogen de bevoegde nationale instanties die indeling zelf verrichten.
Artikel 13
Elke Lid-Staat doet aan de andere Lid-Staten en aan de Commissie, uiterlijk één maand vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening, een lijst toekomen met de namen en adressen van de in artikel 12 bedoelde deskundigen en organisaties van het bedrijfsleven. Iedere wijziging in deze lijst wordt aan de andere Lid-Staten en aan de Commissie medegedeeld.
Artikel 14
Vóór 31 december 2001 legt de Commissie een verslag voor aan de Raad over de resultaten van de toepassing van artikel 6, lid 1, zo nodig vergezeld van de passende voorstellen.
Artikel 15
De Verordeningen (EEG) nr. 103/76 en (EEG) nr. 104/76 worden ingetrokken. Verwijzingen naar genoemde verordeningen gelden als verwijzingen naar deze verordening.
Artikel 16
-
1.Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1997.
-
2.Niettegenstaande het bepaalde in lid 1, zijn de bepalingen van artikel 6, lid 1, van toepassing met ingang van 1 januari 2000.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 26 november 1996.
Voor de Raad
De Voorzitter
-
E.KENNY
-
(1)PB nr. L 388 van 31. 12. 1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3318/94 (PB nr. L 350 van 31. 12 1994, blz. 15).
-
(2)PB nr. L 20 van 28. 1. 1976, blz. 29. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1935/93 (PB nr. L 176 van 20. 7. 1993, blz. 1).
-
(3)PB nr. L 20 van 28. 1. 1976, blz. 35. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1300/93 (PB nr. L 126 van 9. 6. 1995, blz. 3).
-
(4)PB nr. L 268 van 24. 9. 1991, blz. 15. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/23/EG (PB nr. L 125 van 23. 5. 1996, blz. 10).
-
(5)PB nr. L 162 van 18. 6. 1986, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1821/96 (PB nr. L 241 van 21. 9. 1996, blz. 8).
-
(6)PB nr. L 288 van 11. 10. 1986, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3071/95 (PB nr. L 329 van 30. 12. 1995, blz. 14).
-
(7)PB nr. L 171 van 6. 7. 1994, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1075/96 (PB nr. L 142 van 15. 6. 1996, blz. 1).
-
(8)PB nr. L 121 van 12. 5. 1994, blz. 3.
BIJLAGE I
BEOORDELINGSSCHEMA'S VOOR DE VERSHEIDSINDELING
De in deze bijlage opgenomen beoordelingsschema's zijn op de onderstaande produkten of groepen produkten van toepassing volgens de daarvoor geldende specifieke criteria.
-
A.Magere vis
Schelvis, kabeljauw, koolvis, witte koolvis, pollak of vlaswijting, roodbaars, wijting, leng, heek, braam, zeeduivel, steenbolk en dwergbolk, bokvis, pikarel, congeraal, poon, harder, schol, schartong, tong, schar, tongschar, bot, ijsvis, schedevis.
-
B.Vette vis
Witte tonijn, rode tonijn of blauwvintonijn, grootoogtonijn of patudo, blauwe wijting, haring, sardines, makreel, horsmakreel, ansjovis.
-
C.Haaien
Doornhaai, hondshaai, rog.
-
D.Koppotigen
Inktvissen.
-
E.Schaaldieren
-
1.Garnalen
-
2.Langoestines.
-
A.MAGERE VIS
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
-
C.HAAIEN
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
-
E.SCHAALDIEREN
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
-
(1)Deze kolom is slechts van toepassing totdat er overeenkomstig Richtlijn 91/493/EEG een besluit van de Commissie wordt aangenomen tot vaststelling van de criteria voor vis die niet geschikt is voor menselijke consumptie.
-
(2)Of in een verder gevorderd stadium van bederf.
-
(3)Verse vis waarbij de rigor mortis nog niet is ingetreden, is niet stevig en elastisch, maar wordt niettemin ingedeeld in de klasse Extra.
-
(4)Deze kolom is slechts van toepassing totdat er overeenkomstig Richtlijn 91/493/EEG een besluit van de Commissie wordt aangenomen tot vaststelling van de criteria voor vis die niet geschikt is voor menselijke consumptie.
-
(5)Of in een verder gevorderd stadium van bederf.
BIJLAGE II
GROOTTE-INDELINGEN
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.