Verordening 2001/790 - Uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad met betrekking tot bepaalde gedetailleerde voorschriften en praktische procedures inzake de uitvoering van de controle en de bewaking aan de grenzen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32001R0790

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32001R0790

Verordening (EG) nr. 790/2001 van de Raad van 24 april 2001 tot verlening van uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad met betrekking tot bepaalde gedetailleerde voorschriften en praktische procedures inzake de uitvoering van de controle en de bewaking aan de grenzen

Publicatieblad Nr. L 116 van 26/04/2001 blz. 0005 - 0006

Verordening (EG) nr. 790/2001 van de Raad

van 24 april 2001

tot verlening van uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad met betrekking tot bepaalde gedetailleerde voorschriften en praktische procedures inzake de uitvoering van de controle en de bewaking aan de grenzen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 62, punt 2, onder a) en b), en artikel 67, lid 1,

Gezien het initiatief van de Portugese Republiek(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Het gemeenschappelijk handboek(3) is opgesteld met het oog op de uitvoering van de bepalingen van titel II, hoofdstuk 2, van de op 19 juni 1990 te Schengen ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, hierna "de overeenkomst" te noemen.
  • (2) 
    Bepaalde in het gemeenschappelijk handboek en de bijlagen daarbij opgenomen gedetailleerde voorschriften en praktische procedures inzake de uitvoering van de controle en de bewaking aan de buitengrenzen van de lidstaten die deelnemen aan de nauwere samenwerking bedoeld in artikel 1 van het Schengenprotocol, moeten worden aangenomen en regelmatig worden gewijzigd c.q. bijgewerkt in het licht van de operationele behoeften van de terzake bevoegde grenscontrolediensten.
  • (3) 
    Verscheidene bepalingen van titel II, hoofdstuk 2, van de Overeenkomst, inzonderheid artikel 8, voorzien in uitvoeringsbesluiten van het Uitvoerend Comité, dat is ingesteld bij de Schengenovereenkomsten die voor 1 mei 1999 zijn aangenomen en waarvoor de Raad krachtens artikel 2 van het Schengenprotocol in de plaats is getreden. Krachtens artikel 1 van dit protocol vindt de samenwerking met betrekking tot het Schengenacquis plaats binnen het institutionele en juridische kader van de Europese Unie en met inachtneming van de toepasselijke bepalingen van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
  • (4) 
    Het is bijgevolg passend om in een communautair besluit de procedure voor de aanneming van bedoelde uitvoeringsbesluiten vast te stellen.
  • (5) 
    Aangezien de lidstaten een grotere rol spelen in de ontwikkeling van het grensbeleid - een politiek gevoelig beleidsterrein, met name wanneer het gaat om politieke relaties met derde landen - behoudt de Raad zich het recht voor om gedurende de overgangsperiode van vijf jaar genoemd in artikel 67, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, de bovengenoemde gedetailleerde voorschriften en praktische procedures met eenparigheid van stemmen aan te nemen, te wijzigen of bij te werken, in afwachting van een toetsing door de Raad van de voorwaarden waaronder dergelijke uitvoeringsbevoegdheden na afloop van de genoemde overgangsperiode aan de Commissie zullen worden verleend.
  • (6) 
    Een aantal van die voorschriften en procedures moet vertrouwelijk behandeld worden, ter vermijding van het risico van misbruik.
  • (7) 
    Evenzo moet er een procedure worden vastgesteld om de leden van de Raad en de Commissie onverwijld in kennis te stellen van alle wijzigingen in die bijlagen van het gemeenschappelijk handboek die geheel of gedeeltelijk bestaan uit overzichten met feitelijke informatie die door elke lidstaat volgens de door hem toegepaste voorschriften moet worden verstrekt, en waarvan de aanneming, wijziging of bijwerking derhalve niet bij besluit van de Raad hoeft plaats te vinden.
  • (8) 
    Die onderdelen van het gemeenschappelijk handboek en de bijlagen daarbij die niet hoeven te worden gewijzigd volgens een van de procedures van deze verordening en die niet overeenstemmen met elementen uit de gemeenschappelijke visuminstructie aan de diplomatieke en consulaire beroepsposten (hierna te noemen "gemeenschappelijke visuminstructie")(4) die op grond van Verordening (EG) nr. 789/2001(5) kunnen worden gewijzigd, worden gewijzigd volgens de bepalingen van titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid artikel 62, punt 2), onder a), en artikel 67.
  • (9) 
    Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van dit instrument en is het instrument niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken. Aangezien dit instrument een akte vormt die ertoe strekt het Schengenacquis te ontwikkelen overeenkomstig het bepaalde in titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, is artikel 5 van voornoemd protocol van toepassing,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De Raad wijzigt met eenparigheid van stemmen, op initiatief van een van zijn leden of op voorstel van de Commissie, indien nodig, de punten 1.2, 1.3, 1.3.1, 1.3.3, 2.1, 3.1.2, 3.1.3, 3.1.4, 3.2.4, 4.1, 4.1.1, 4.1.2 van deel I en de punten 1.1, 1.3, 1.4.1, 1.4.1a, 1.4.4, 1.4.5, 1.4.6, 1.4.7, 1.4.8, 2.1, 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4, 2.3, 3.1, 3.2, 3.3.1, 3.3.2, 3.3.3, 3.3.4, 3.3.5, 3.3.6, 3.3.7, 3.3.8, 3.4, 3.5, 4.1, 4.2, 5.2, 5.3, 5.4, 5.5, 5.6, 6.4, 6.5, 6.6, 6.7, 6.8, 6.9, 6.10 en 6.11 van deel II van het gemeenschappelijk handboek, alsmede bijlage 9 daarvan.
  • 2. 
    Voorzover dergelijke wijzigingen betrekking hebben op vertrouwelijke voorschriften en procedures, wordt de daarin vervatte informatie alleen medegedeeld aan door de lidstaten aangewezen autoriteiten en aan personen die door een lidstaat of door een instelling van de Europese Unie, dan wel anderszins naar behoren gemachtigd zijn om van dergelijke informatie kennis te nemen.

Artikel 2

  • 1. 
    Iedere lidstaat stelt de secretaris-generaal van de Raad in kennis van de wijzigingen die hij wenst aan te brengen in punt 1.3.2 van deel I en in de bijlagen 1, 2, 3, 7, 12, 13 van het gemeenschappelijk handboek.
  • 2. 
    Krachtens lid 1 aangebrachte wijzigingen worden geacht van kracht te worden op de datum waarop de secretaris-generaal de leden van de Raad en de Commissie in kennis stelt van die wijzigingen.

Artikel 3

Het secretariaat-generaal van de Raad is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de herziene versies van het gemeenschappelijk handboek en de bijlagen daarbij, teneinde daarin wijzigingen aan te brengen krachtens het bepaalde in de artikelen 1 en 2 van deze verordening en krachtens Verordening (EG) nr. 789/2001, met betrekking tot die elementen van de gemeenschappelijke visuminstructie die overeenstemmen met bepaalde bijlagen van het gemeenschappelijk handboek. Deze versies worden voorzover nodig door het secretariaat-generaal aan de lidstaten toegezonden.

Artikel 4

De wijzigingen in de bijlagen 4, 5, 5a, 6, 6a, 6b, 6c, 8, 8a, 10, 11, 14a en 14b van het gemeenschappelijk handboek worden aangebracht overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 789/2001.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de dag waarop zij wordt aangenomen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Gedaan te Luxemburg, 24 april 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    Winberg
  • (1) 
    PB C 73 van 6.3.2001, blz. 8.
  • (2) 
    Advies bekendgemaakt op 13 maart 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).
  • (3) 
    Vermeld onder kenmerk SCH/Com-ex (99) 13 in bijlage A bij Besluit 1999/435/EG van de Raad van 20 mei 1999 (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 1).
  • (4) 
    Ook vermeld onder nummer SCH/Com-ex (99) 13 in bijlage A bij Besluit 1999/435/EG.
  • (5) 
    Verordening (EG) nr. 789/2001 van de Raad van 24 april 2001 tot verlening van uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad met betrekking tot bepaalde gedetailleerde voorschriften en praktische procedures voor de behandeling van visumaanvragen (Zie blz. 2 van dit Publicatieblad.).

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.