Verordening 2001/1037 - Machtiging tot aanbieding of levering, voor rechtstreekse menselijke consumptie, van bepaalde ingevoerde wijnen waarop oenologische procédés kunnen zijn toegepast die niet zijn geregeld in Verordening (EG) nr. 1493/1999

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32001R1037

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32001R1037

Verordening (EG) nr. 1037/2001 van de Raad van 22 mei 2001 houdende machtiging tot aanbieding of levering, voor rechtstreekse menselijke consumptie, van bepaalde ingevoerde wijnen waarop oenologische procédés kunnen zijn toegepast die niet zijn geregeld in Verordening (EG) nr. 1493/1999

Publicatieblad Nr. L 145 van 31/05/2001 blz. 0012 - 0015

Verordening (EG) nr. 1037/2001 van de Raad

van 22 mei 2001

houdende machtiging tot aanbieding of levering, voor rechtstreekse menselijke consumptie, van bepaalde ingevoerde wijnen waarop oenologische procédés kunnen zijn toegepast die niet zijn geregeld in Verordening (EG) nr. 1493/1999

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt(1), met name artikel 45, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Op grond van artikel 45, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1493/1999, die met ingang van 1 augustus 2000 in de plaats getreden is van Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad(2), worden de in lid 1 van dat artikel bedoelde afwijkende bepalingen voor ingevoerde producten aangenomen volgens de procedure van artikel 133 van het Verdrag.
  • (2) 
    In artikel 68, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 is bepaald dat de in artikel 1, lid 2, onder a) en b), van die verordening bedoelde producten slechts mogen worden ingevoerd wanneer zij vergezeld gaan van een certificaat waarin wordt verklaard dat de producten voldoen aan de bepalingen die in het derde land van die producten gelden voor de productie, het in het verkeer brengen en, in voorkomend geval, de levering voor rechtstreekse menselijke consumptie.
  • (3) 
    Op grond van Verordening (EEG) nr. 1873/84(3) mag bij wijze van uitzondering Amerikaanse wijn worden ingevoerd waarvoor bepaalde oenologische procédés zijn toegepast die door de Gemeenschapsvoorschriften niet zijn toegestaan. Voor bepaalde oenologische procédés geldt deze machtiging slechts tot en met 31 december 2003.
  • (4) 
    Bij artikel 81 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 is een aantal Raadsverordeningen, onder andere Verordening (EEG) nr. 1873/84, met ingang van 1 augustus 2000 ingetrokken. Op grond van Verordening (EG) nr. 1608/2000 van de Commissie van 24 juli 2000 tot vaststelling van overgangsmaatregelen in afwachting van de definitieve uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1493/1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt(4), is de toepassing van een aantal bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1873/84 verlengd tot de vaststelling van de onderhavige verordening door de Raad, doch uiterlijk tot en met 31 december 2003.
  • (5) 
    Momenteel worden tussen de Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Commissie, en de Verenigde Staten van Amerika onderhandelingen gevoerd over het sluiten van een overeenkomst over de handel in wijn. Deze onderhandelingen hebben onder andere betrekking op de respectieve oenologische procédés van de beide partijen, alsmede op de bescherming van geografische benamingen. De Landbouwraad van 23 oktober 2000 heeft akte genomen van het in artikel 1, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 1873/84 bedoelde verslag van de Commissie over de stand van de onderhandelingen, verklaard dat hij bij de onderhandelingen vooruitgang wil boeken en in dit verband onderhandelingsrichtsnoeren vastgesteld.
  • (6) 
    Met het oog op een vlotter verloop van deze onderhandelingen is het dienstig de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1873/84 weer van toepassing te verklaren, en met name de Amerikaanse oenologische procédés zoals bedoeld in de bijlage, punt 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 1873/84, bij wijze van overgangsmaatregel verder toe te staan tot de inwerkingtreding van de uit deze onderhandelingen resulterende overeenkomst, doch uiterlijk tot en met 31 december 2003, zoals voorgeschreven in Verordening (EG) nr. 2839/98 van de Raad, houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1873/84.
  • (7) 
    In verband met de ontwikkeling van de regelgeving en de oenologische procédés is een technische bijwerking van de bijlage noodzakelijk om deze in overeenstemming te brengen met de huidige voorschriften,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Producten van de GN-codes 2204 10, 2204 21, 2204 29, en 2204 30 10 die zijn verkregen uit op het grondgebied van de Verenigde Staten van Amerika geoogste en tot wijn verwerkte druiven en waarvoor tijdens de bereiding of de opslag, in overeenstemming met de in de Verenigde Staten van Amerika geldende voorschriften, een of meer van de in punt 1, onder a) en b), van de bijlage genoemde oenologische procédés kunnen zijn gebruikt, mogen in afwijking van artikel 45, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 voor rechtstreekse consumptie in de Gemeenschap worden aangeboden of geleverd.

Voor het gebruik van de in punt 1, onder b), van de bijlage genoemde oenologische procédés geldt deze toestemming echter slechts tot de inwerkingtreding van de overeenkomst die zal voortvloeien uit de onderhandelingen met de Verenigde Staten van Amerika over het sluiten van een overeenkomst betreffende de handel in wijn, die met name betrekking heeft op oenologische procédés en op de bescherming van geografische benamingen en uiterlijk tot en met 31 december 2003.

  • 2. 
    De lidstaten mogen de aanbieding en de levering voor rechtstreekse menselijke consumptie van wijn die verkregen is uit de op het grondgebied van de Verenigde Staten van Amerika geoogste en overeenkomstig de in dit land geldende voorschriften tot wijn verwerkte druiven, niet verbieden op grond van het feit dat een of meer van de in punt 2, onder a) en b), van de bijlage genoemde oenologische procédés kunnen zijn gebruikt.
  • 3. 
    Wijn die uit op het grondgebied van de Verenigde Staten van Amerika geoogste en tot wijn verwerkte druiven verkregen is en waaraan suiker in waterige oplossing is toegevoegd, mag in de Gemeenschap niet voor rechtstreekse menselijke consumptie worden aangeboden of geleverd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 mei 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    Winberg
  • (1) 
    PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2826/2000 (PB L 328 van 23.12.2000, blz. 2).
  • (2) 
    PB L 84 van 27.3.1987, blz. 1.
  • (3) 
    PB L 176 van 3.7.1984, blz. 6. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2839/98 (PB L 354 van 30.12.1998, blz. 12).
  • (4) 
    PB L 185 van 25.7.2000, blz. 24. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 491/2001 (PB L 71 van 13.3.2001, blz. 3).

BIJLAGE

  • 1. 
    Toegestane oenologische procédés
  • a) 
    zonder tijdsbeperking:
  • katalase, afgeleid van Aspergillus niger,
  • glucoseoxidase, afgeleid van Aspergillus niger,
  • ferrosulfaat,
  • sojameel;
  • b) 
    uiterlijk tot en met 31 december 2003:
  • dimethylpolysiloxaan,
  • polyoxyethyleenmonostearaat (40),
  • sorbitanmonostearaat,
  • fumaarzuur,
  • ionenwisselaars,
  • melkzuur,
  • appelzuur.
  • 2. 
    Oenologische procédés die gelijk zijn aan of vergelijkbaar met die welke in de Gemeenschap zijn toegestaan
  • a) 
    gelijke oenologische procédés:
  • Arabische gom,
  • actieve kool,
  • dierlijke albumine (inclusief ovalbumine in poedervorm of in oplossing),
  • dibasisch ammoniumfosfaat,
  • ascorbinezuur,
  • bentoniet (Wyoming),
  • suspensie van bentoniet,
  • kooldioxyde,
  • caseïne,
  • citroenzuur,
  • gecomprimeerde lucht (beluchting),
  • kopersulfaat,
  • infusoriënaarde,
  • pectine-enzym, afgeleid van Aspergillus niger,
  • voedselgelatine,
  • vloeibare gelatine,
  • vislijm,
  • stikstof,
  • kaliumbitartraat,
  • kaliumcaseïnaat,
  • kaliumdisulfiet,
  • kaliumsorbaat,
  • kiezeldioxide (gel of colloïdale oplossing 30 %),
  • sorbinezuur,
  • tannine,
  • wijnsteenzuur,
  • calciumcarbonaat, eventueel kleine hoeveelheden calciumdubbelzout van L (+) wijnsteenzuur en L (-) appelzuur bevattend,
  • calciumsulfaat, voor de bereiding van likeurwijn,
  • polyvinylpolypyrrolidon (PVPP),
  • zuurstof;
  • b) 
    vergelijkbare oenologische procédés:
  • agar-agar,
  • ammoniumcarbonaat,
  • monobasisch ammoniumfosfaat,
  • kurkkorrels,
  • melkpoeder,
  • niet-gecalcineerde en niet-behandelde gemalen eikenspaanders,
  • kaliumcarbonaat,
  • carrageen,
  • cellulose afgeleid van Aspergillus niger,
  • cellulose,
  • geautolyseerde gist,
  • samenstellingen verkregen door menging van kaliumferrocyanide en ferrosulfaat in waterige oplossing, eventueel in combinatie met kopersulfaat en actieve kool.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.