Verordening 2002/546 - Vaststelling, voor de oogsten 2002, 2003 en 2004 en per soortengroep, van de garantiedrempels per lidstaat en de premies voor tabaksbladeren

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32002R0546

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32002R0546

Verordening (EG) nr. 546/2002 van de Raad van 25 maart 2002 tot vaststelling, voor de oogsten 2002, 2003 en 2004 en per soortengroep, van de garantiedrempels per lidstaat en de premies voor tabaksbladeren en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2075/92

Publicatieblad Nr. L 084 van 28/03/2002 blz. 0004 - 0007

Verordening (EG) nr. 546/2002 van de Raad

van 25 maart 2002

tot vaststelling, voor de oogsten 2002, 2003 en 2004 en per soortengroep, van de garantiedrempels per lidstaat en de premies voor tabaksbladeren en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2075/92

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 36 en 37,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(3),

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    In artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak(4) is bepaald dat de premiebedragen en de extra bedragen worden vastgesteld, daarbij rekening houdend met de afzetmogelijkheden voor de verschillende tabakssoorten in het verleden en de desbetreffende prognoses, bij normale concurrentievoorwaarden. Het is dienstig de hoogte van de premies vast te stellen en deze te koppelen aan de voor de jaren 2002, 2003 en 2004 vastgestelde garantiedrempels.
  • (2) 
    Op basis van artikel 8, tweede alinea, en artikel 9, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2075/92 moet het niveau van de garantiedrempels voor elke soortengroep en per lidstaat voor de oogsten 2002, 2003 en 2004 worden vastgesteld, daarbij met name rekening houdend met de marktsituatie en de sociaal-economische en agronomische omstandigheden in de betrokken productiegebieden. Deze drempels moeten tijdig worden vastgesteld, om de producenten de mogelijkheid te bieden hun productie voor de genoemde oogsten te plannen.
  • (3) 
    In artikel 6, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2075/92 is bepaald dat de lidstaten voor de teeltcontracten een veilingsysteem kunnen toepassen. Krachtens de momenteel geldende bepalingen moet dit systeem, als het wordt toegepast, gelden voor alle groepen tabakssoorten die in de betrokken lidstaat worden geproduceerd. Tot dusver is dit systeem niet toegepast omdat de lidstaten van mening zijn dat het slechts verantwoord zou zijn voor bepaalde soortengroepen en voor contracten van bepaalde producentenverenigingen die aantonen dat zij hier belang bij hebben. Om de toepassing van het systeem te stimuleren als middel om de handelsprijs van ruwe tabak te verhogen, moeten de voorschriften zodanig worden aangepast dat de lidstaten de toepassing van dit systeem kunnen beperken tot bepaalde soortengroepen en tot bepaalde producentenverenigingen die hieraan willen deelnemen.
  • (4) 
    De op grond van artikel 9, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2075/92 gevormde nationale quotareserve heeft het niet mogelijk gemaakt de ermee nagestreefde doelstellingen, namelijk omschakeling en herstructurering van de bedrijven, te verwezenlijken. De toepassing op nationaal niveau, met name de door de lidstaten vastgestelde criteria voor de verdeling van de reserve en het geringe percentage van de hoeveelheden dat voor de vorming van de reserve is aangewend, is ontoereikend gebleken om het gewenste effect te sorteren. Voorts moet worden geconstateerd dat de bestuurlijke voorzieningen voor het beheer van de nationale reserve zoveel administratief werk hebben veroorzaakt en het beheer van de quota zodanig ingewikkeld hebben gemaakt, dat aanzienlijke vertraging is opgelopen bij de verdeling van de quota. Lidstaten die de regeling nuttig vinden moeten er evenwel gebruik van kunnen blijven maken.
  • (5) 
    Het Verdrag eist dat bij de omschrijving en uitvoering van het beleid en het optreden van de Gemeenschap gezorgd wordt voor een hoog niveau van bescherming van de gezondheid. In het kader van de strategie van de Europese Unie voor duurzame ontwikkeling moet rekening worden gehouden met de economische, sociale en milieugevolgen van het beleid in alle sectoren. In de regio's waar ruwe tabak wordt geproduceerd, dienen derhalve acties te worden ondernomen om voor de telers nieuwe bronnen van inkomsten en economische activiteit te scheppen. Daartoe wordt voorgesteld de werkingssfeer van het Gemeenschappelijk Fonds voor tabak te wijzigen en het agronomisch onderzoek te vervangen door een actie ter ondersteuning van de ontwikkeling van specifieke initiatieven om ervoor te zorgen dat de tabakstelers omschakelen op andere teelten en andere werkgelegenheidsscheppende economische activiteiten.
  • (6) 
    Voorts dient de voor het Fonds bestemde inhouding in 2003 tot 3 % te worden verhoogd om de budgettaire middelen voor de financiering van de voorlichtingsacties over de schadelijke gevolgen van het tabaksverbruik en de omschakelingsinitiatieven te verruimen. Deze laatste actie, die een nieuwe prioriteit is, zal op nationaal niveau kunnen worden uitgevoerd in het kader van specifieke omschakelingsmaatregelen en zal erop gericht zijn het programma voor de opkoop van quota te flankeren en synergieën met dit programma te ontwikkelen. Op basis van een verslag van de Commissie kan de inhouding voor 2004 in voorkomend geval worden opgetrokken tot 5 %, afhankelijk van het gebruik van de kredieten van het Fonds.
  • (7) 
    Verordening (EEG) nr. 2075/92 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage I bij deze verordening worden de premiebedragen voor elke soortengroep voor ruwe tabak en de extra bedragen als bedoeld in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2075/92 vastgesteld voor de oogsten 2002, 2003 en 2004.

Artikel 2

In bijlage II bij deze verordening worden de in de artikelen 8 en 9 van Verordening (EEG) nr. 2075/92 bedoelde garantiedrempels per soortengroep en per lidstaat vastgesteld voor de oogsten 2002, 2003 en 2004.

Artikel 3

Verordening (EEG) nr. 2075/92 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    artikel 6, lid 5, wordt vervangen door: "5. Als dit op grond van de aanwezige structuren verantwoord is, kan de lidstaat op producentenverenigingen die hieraan willen deelnemen een veilingsysteem toepassen dat betrekking heeft op de in lid 1 bedoelde contracten voor een soortengroep die vóór de begindatum van de levering van de tabak zijn gesloten.";
  • 2. 
    in artikel 9 wordt lid 5 vervangen door: "5. De producerende lidstaten kunnen een nationale quotareserve aanleggen, welker wijze van functioneren wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 23.";
  • 3. 
    artikel 13 wordt vervangen door: "Artikel 13
  • 1. 
    Er wordt een Gemeenschappelijk Fonds ('Fonds') voor tabak ingesteld, dat wordt gefinancierd uit een inhouding van:
  • 2 % van de premie voor de oogst 2002,
  • 3 % van de premie voor de oogst 2003.

De Commissie dient vóór 31 december 2003 een verslag in over het gebruik van de kredieten van het Fonds, eventueel vergezeld van een voorstel voor het in het oogstjaar 2004 toe te passen inhoudingspercentage van het Fonds, dat tot 5 % kan oplopen.

  • 2. 
    Het Fonds financiert acties op de volgende gebieden:
  • a) 
    verbetering van de kennis van het publiek over de schadelijke gevolgen van alle vormen van tabaksverbruik, met name via voorlichting en onderwijs, steun voor de verzameling van gegevens met het oog op het vaststellen van tendensen in het tabaksverbruik en de uitvoering van epidemiologische studies inzake tabaksverslaving op het niveau van de Gemeenschap; studie over de preventie van tabaksverslaving;
  • b) 
    specifieke acties, in het kader van het in artikel 14, lid 1, bedoelde programma, inzake omschakeling van de producenten van ruwe tabak op andere teelten of andere werkgelegenheidsscheppende economische activiteiten en studies over de omschakelingsmogelijkheden voor producenten van ruwe tabak op andere teelten of activiteiten.".

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf het oogstjaar 2002.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 maart 2002.

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    M. Birulés y Bertrán
  • (1) 
    PB C 51 E van 26.2.2002, blz. 382.
  • (2) 
    Advies uitgebracht op 14 maart 2002 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).
  • (3) 
    Advies uitgebracht op 20 februari 2002 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).
  • (4) 
    PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1336/2000 (PB L 154 van 27.6.2000, blz. 2).

BIJLAGE I

PREMIES VOOR TABAKSBLADEREN VAN DE OOGSTEN 2002, 2003 EN 2004

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

EXTRA-BEDRAGEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

GARANTIEDREMPELS VOOR DE OOGST 2002

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

GARANTIEDREMPELS VOOR DE OOGSTEN 2003 EN 2004

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.