Besluit 2003/1229 - Opstelling van richtsnoeren voor trans-Europese netwerken in de energiesector

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32003D1229

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32003D1229

Beschikking nr. 1229/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot opstelling van richtsnoeren voor trans-Europese netwerken in de energiesector en houdende intrekking van Beschikking nr. 1254/96/EG

Publicatieblad Nr. L 176 van 15/07/2003 blz. 0011 - 0028

Beschikking nr. 1229/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad

van 26 juni 2003

tot opstelling van richtsnoeren voor trans-Europese netwerken in de energiesector en houdende intrekking van Beschikking nr. 1254/96/EG

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 156, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's(3),

Handelende volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(4),

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Sinds vaststelling van Beschikking nr. 1254/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 1996 tot opstelling van richtsnoeren voor trans Europese netwerken in de energiesector(5) is de behoefte ontstaan daarin nieuwe prioriteiten op te nemen, teneinde meer aandacht te geven aan belangrijke projecten, de lijst met projecten te actualiseren en de procedure voor de selectie van de projecten aan te passen.
  • (2) 
    Deze nieuwe prioriteiten vloeien voort uit de totstandbrenging van een meer open en concurrentiegerichte interne energiemarkt als gevolg van de uitvoering van Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit(6) en Richtlijn 98/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas(7). Zij sluiten aan op de conclusies van de Europese Raad van Stockholm van maart 2001 inzake de ontwikkeling van de infrastructuren die noodzakelijk zijn voor de goede werking van de energiemarkt. Er dient een speciale inspanning te worden verricht om de doelstelling van een toenemend gebruik van duurzame energiebronnen te bereiken, teneinde daarmee bij te dragen tot een beleid voor duurzame ontwikkeling.
  • (3) 
    Als regel dienen de bouw en het onderhoud van energie-infrastructuur onderworpen te zijn aan beginselen van de vrije markt. Dit is tevens in overeenstemming met de voorstellen van de Commissie voor de totstandbrenging van de interne energiemarkt en met de gemeenschappelijke voorschriften van het mededingingsrecht, die erop gericht zijn een opener en concurrerender interne energiemarkt tot stand te brengen. Financiële steun van de Gemeenschap voor bouw en onderhoud moet daarom tot de hoge uitzonderingen behoren. Deze uitzonderingen moeten naar behoren worden gemotiveerd.
  • (4) 
    De energie-infrastructuur dient zodanig te worden aangelegd en onderhouden dat de interne markt voor energie efficiënt kan werken, waarbij ten volle rekening wordt gehouden met strategische criteria en universele dienstverlening. Deze nieuwe prioriteiten vloeien tevens voort uit het feit dat de trans-Europese energienetwerken steeds belangrijker worden teneinde de gasvoorziening in de Gemeenschap te diversifiëren, de energienetwerken van de kandidaat lidstaten te integreren en te bewerkstelligen dat de elektriciteitsnetten in Europa en in de landen aan de Middellandse Zee en de Zwarte Zee op elkaar zijn afgestemd.
  • (5) 
    Binnen de projecten op het gebied van de trans-Europese energienetwerken dienen prioritaire projecten te worden aangewezen die van groot belang zijn voor de goede werking van de interne energiemarkt of voor de continuïteit van de energievoorziening.
  • (6) 
    De procedure voor de selectie van de projecten met betrekking tot de trans-Europese energienetwerken dient te worden aangepast ten behoeve van een evenwichtige toepassing van Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken(8).
  • (7) 
    De procedure voor de selectie van de projecten met betrekking tot de trans-Europese energienetwerken dient op twee niveaus te worden aangepast: een eerste fase waarin een beperkt aantal thematisch gedefinieerde projecten van gemeenschappelijk belang wordt aangewezen, en een tweede fase waarin tot de gedetailleerde beschrijving, de zogenoemde specificaties, van de projecten wordt overgegaan.
  • (8) 
    Aangezien de specificaties van de projecten vatbaar zijn voor wijziging, betreft het hier indicatieve specificaties. De Commissie dient dan ook gemachtigd te blijven deze bij te werken. Aangezien het project aanzienlijke politieke en economische gevolgen kan hebben, dient het juiste evenwicht te worden gevonden tussen wetgevingstoezicht en flexibiliteit bij het vaststellen van projecten die eventueel voor communautaire steun in aanmerking komen.
  • (9) 
    De voor de uitvoering van deze beschikking vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(9).
  • (10) 
    De vaststelling van de projecten van gemeenschappelijk belang, van de specificaties van deze projecten en van de prioritaire projecten dient te geschieden zonder vooruit te lopen op de uitkomsten van de milieueffectbeoordeling van de projecten of van de plannen of programma's.
  • (11) 
    Het is raadzaam de termijn waarbinnen de Commissie krachtens Beschikking nr. 1254/96/EG het periodieke verslag inzake de uitvoering van de richtsnoeren moet uitbrengen te verlengen, aangezien de Commissie uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2236/95 jaarlijks een verslag indient dat informatie bevat over de voortgang van de projecten, en met name van de prioritaire projecten.
  • (12) 
    Gezien de ingrijpende wijzigingen die worden aangebracht in Beschikking nr. 1254/96/EG is het duidelijkheidshalve en om redenen van rationalisatie wenselijk de betrokken bepalingen in een nieuw rechtsinstrument op te nemen,

HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Doel

Bij deze beschikking worden de aard en de strekking van het richtinggevend beleid van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese energienetwerken omschreven. Daartoe worden richtsnoeren opgesteld die de doelstellingen, de prioriteiten en de grote lijnen van het beleid van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese energienetwerken bestrijken. In deze richtsnoeren worden projecten van gemeenschappelijk belang, met inbegrip van die welke prioriteit hebben, op het gebied van de trans-Europese elektriciteits en aardgasnetwerken aangegeven.

Artikel 2

Werkingssfeer

Deze beschikking betreft:

  • 1. 
    bij elektriciteitsnetwerken:
  • a) 
    alle hoogspanningsleidingen, met uitzondering van leidingen van distributienetten, en de onderzeese verbindingen voor zover deze infrastructuur gebruikt wordt voor interregionaal of internationaal elektriciteitstransport/interregionale of internationale elektriciteitsverbindingen;
  • b) 
    alle apparatuur en installaties die voor de goede werking van het betreffende systeem onontbeerlijk zijn, met inbegrip van de beveiligings-, controle- en regelsystemen;
  • 2. 
    bij aardgasnetwerken:
  • a) 
    de hogedrukgasleidingen, met uitzondering van leidingen van distributienetten, waarmee de regio's van de Gemeenschap vanuit binnen of buiten de Gemeenschap gelegen bronnen van aardgas kunnen worden voorzien;
  • b) 
    de met bovengenoemde hogedrukgasleidingen verbonden ondergrondse opslaginstallaties;
  • c) 
    de terminals voor de aanlanding, opslag en hervergassing van vloeibaar aardgas (LNG), alsmede methaantankers naar gelang van hun capaciteit;
  • d) 
    alle apparatuur en installaties die voor de goede werking van het betreffende systeem onontbeerlijk zijn, met inbegrip van de beveiligings-, controle- en regelsystemen.

Artikel 3

Doelstellingen

De Gemeenschap bevordert de onderlinge koppeling, de interoperabiliteit en de ontwikkeling van de trans-Europese energienetwerken alsmede de toegang tot die netwerken, overeenkomstig het bestaande Gemeenschapsrecht, teneinde:

  • a) 
    de doeltreffende werking van de interne markt in het algemeen, en van de interne markt voor energie in het bijzonder, te bevorderen, en tevens de rationele productie en distributie en het rationele gebruik van energiebronnen en de ontwikkeling van en verbinding met hernieuwbare bronnen aan te moedigen, om de kosten van energie voor de consument te beperken en bij te dragen tot de diversificatie van de energiebronnen;
  • b) 
    de ontwikkeling en ontsluiting van de minder begunstigde en insulaire gebieden in de Gemeenschap te vergemakkelijken en aldus tot de versterking van de economische en sociale samenhang bij te dragen;
  • c) 
    de continuïteit van de energievoorziening te verhogen onder meer door de betrekkingen met derde landen op energiegebied in wederzijds belang te verbeteren, met name in het kader van het Verdrag inzake het Energiehandvest en de door de Gemeenschap gesloten samenwerkingovereenkomsten.

Artikel 4

Prioriteiten

De prioriteiten van het Gemeenschapsbeleid op het gebied van trans-Europese energienetwerken moeten verenigbaar zijn met duurzame ontwikkeling en luiden als volgt:

  • 1. 
    voor zowel elektriciteits- als aardgasnetwerken:
  • a) 
    aanpassing en ontwikkeling van de energienetwerken ter ondersteuning van de werking van de interne energiemarkt en met name oplossing van de problemen in verband met (in het bijzonder grensoverschrijdende) knelpunten, congestie en ontbrekende schakels, gelet op de behoeften die voortvloeien uit het functioneren van de interne markt voor elektriciteit en aardgas en de uitbreiding van de Europese Gemeenschap;
  • b) 
    totstandbrenging van energienetwerken in insulaire, geïsoleerde, perifere en ultraperifere gebieden met bevordering van de diversificatie van de energiebronnen en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, alsook aansluiting van die netwerken waar nodig;
  • 2. 
    voor elektriciteitsnetwerken:
  • a) 
    aanpassing en ontwikkeling van netten ter bevordering van de integratie/aansluiting van installaties voor de productie van hernieuwbare energie;
  • b) 
    interoperabiliteit van de elektriciteitsnetwerken binnen de Europese Gemeenschap met die in de kandidaat-lidstaten en in andere landen van Europa en het Middellandse- en Zwarte-Zeegebied;
  • 3. 
    voor aardgasnetwerken:

ontwikkeling van aardgasnetwerken om aan de vraag van de Europese Gemeenschap naar aardgas te voldoen, regulering van de aardgasvoorzieningssystemen, interoperabiliteit van de aardgasnetwerken met die van andere landen in Europa en de landen van het Middellandse Zee-gebied en het Zwarte Zee-gebied en diversificatie van de aardgasbronnen en aanvoerroutes.

Artikel 5

Beleidslijnen

De hoofdlijnen van het beleid van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese energienetten zijn:

  • a) 
    de aanwijzing van de projecten van gemeenschappelijk belang;
  • b) 
    het creëren van een gunstiger klimaat voor het ontwikkelen van deze netwerken, overeenkomstig artikel 156, eerste alinea, van het Verdrag.

Artikel 6

Aanvullende criteria voor projecten van gemeenschappelijk belang

  • 1. 
    De algemene criteria die moeten worden toegepast wanneer een besluit wordt genomen over wijzigingen, specificaties of aanvragen tot aanpassing van projecten van gemeenschappelijk belang zijn de volgende:
  • a) 
    de projecten moeten binnen de werkingssfeer van artikel 2 vallen;
  • b) 
    de projecten moeten beantwoorden aan de doelstellingen van artikel 3 en aan de prioriteiten van artikel 4;
  • c) 
    de projecten moeten uitzicht bieden op potentiële economische levensvatbaarheid.

Voor projecten van gemeenschappelijk belang die het grondgebied van een lidstaat betreffen, is de goedkeuring van de betrokken lidstaat vereist.

  • 2. 
    De aanvullende criteria voor de aanwijzing van de projecten van gemeenschappelijk belang staan in bijlage II.
  • 3. 
    Elke wijziging die een verandering inhoudt van de omschrijving van de aanvullende criteria voor projecten van gemeenschappelijk belang, zoals deze in bijlage II zijn opgenomen, waaronder aanzienlijke wijzigingen die van invloed zijn op deze criteria, zoals volkomen nieuwe projecten of nieuwe landen van bestemming, wordt volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag behandeld.
  • 4. 
    Alleen de in bijlage III genoemde projecten die voldoen aan de criteria van de leden 1 en 2 komen in aanmerking voor financiële bijstand van de Gemeenschap ingevolge Verordening (EG) nr. 2236/95.
  • 5. 
    De indicatieve projectspecificaties, waaronder, indien van toepassing, de geografische beschrijving ervan, staan in bijlage III. Deze specificaties worden bijgewerkt volgens de procedure bedoeld in artikel 10, lid 2. Actualiseringen zijn technisch van aard en moeten zich beperken tot technische wijzigingen van projecten, bij voorbeeld een noodzakelijke wijziging van een bepaald deel van de gespecificeerde route of een beperkte aanpassing van de projectlocatie.
  • 6. 
    De lidstaten nemen alle maatregelen die zij nodig achten om de verwezenlijking van projecten van gemeenschappelijk belang te vergemakkelijken en te versnellen en vertragingen tot een minimum te beperken, met inachtneming van de communautaire regelgeving en de internationale overeenkomsten op het gebied van het milieu. Met name de vereiste vergunningsprocedures worden snel afgewikkeld.
  • 7. 
    Wanneer delen van projecten van gemeenschappelijk belang op het grondgebied van derde landen worden uitgevoerd, kan de Commissie in overleg met de betrokken lidstaten voorstellen doen, in voorkomend geval in het kader van het beheer van de akkoorden van de Gemeenschap met die derde landen en overeenkomstig het Verdrag inzake het Energiehandvest voor de derde landen die dat Verdrag hebben ondertekend, zodat ook de betrokken derde landen de projecten als van wederzijds belang erkennen, om aldus de verwezenlijking ervan te vergemakkelijken.
  • 8. 
    De evaluatie van de economische levensvatbaarheid, bedoeld in lid 1, onder c), wordt gebaseerd op een kosten-batenanalyse, waarbij rekening wordt gehouden met alle kosten en baten, ook op middellange en/of lange termijn, uit het oogpunt van de milieuaspecten, de continuïteit van de voorziening en de bijdrage tot de economische en sociale samenhang.

Artikel 7

Prioritaire projecten

  • 1. 
    De in artikel 6, lid 4, bedoelde projecten van gemeenschappelijk belang die onder bijlage I vallen, zijn prioritair wat betreft het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap ingevolge Verordening nr. 2236/95. Besluiten tot wijziging van bijlage I worden genomen volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag.
  • 2. 
    De betrokken lidstaten en de Commissie streven er binnen hun bevoegdheid naar, de uitvoering van de prioritaire projecten te bevorderen, in het bijzonder wanneer het om grensoverschrijdende projecten gaat.
  • 3. 
    Prioritaire projecten zijn verenigbaar met duurzame ontwikkeling en voldoen aan de navolgende criteria:
  • a) 
    zij hebben gevolgen van betekenis voor de het functioneren van de mededinging op de interne markt en/of
  • b) 
    zij verbeteren de continuïteit van de voorziening in de Gemeenschap.

Artikel 8

Gevolgen voor de mededinging

Wanneer een project wordt overwogen, wordt ernaar gestreefd de gevolgen voor de mededinging in aanmerking te nemen. Particuliere financiering of financiering door de betrokken marktdeelnemers wordt aangemoedigd. Concurrentievervalsing tussen de marktdeelnemers wordt vermeden, overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag.

Artikel 9

Beperkingen

  • 1. 
    Deze beschikking loopt niet vooruit op de financiële verplichtingen van een lidstaat of van de Gemeenschap.
  • 2. 
    Deze beschikking loopt niet vooruit op het resultaat van de milieueffectbeoordeling van de projecten en van de plannen of programma's die het toekomstige kader vormen voor het verlenen van vergunningen voor dergelijke projecten. Er wordt rekening gehouden met het resultaat van een milieueffectbeoordeling, wanneer een dergelijke beoordeling krachtens het Gemeenschapsrecht ter zake vereist is, voordat een besluit wordt genomen om de projecten effectief uit te voeren overeenkomstig de toepasselijke Gemeenschapswetgeving.

Artikel 10

Comité

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door een comité.
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

  • 3. 
    Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 11

Verslag

De Commissie stelt over de uitvoering van deze beschikking om de twee jaar een verslag op dat zij aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité, en het Comité van de regio's voorlegt. In dat verslag wordt ook aandacht besteed aan de verwezenlijking en de vorderingen met de uitvoering van de prioritaire projecten die betrekking hebben op de in bijlage II, punten 1, 2 en 7, genoemde grensoverschrijdende verbindingen, alsmede aan de wijze van financiering van deze projecten, met name wat de financiële bijdrage van de Gemeenschap betreft.

Artikel 12

Deze beschikking treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 13

Beschikking nr. 1254/96/EG wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten inzake de toepassing van oornoemde beschikking. Verwijzingen naar Beschikking nr. 1254/96/EG gelden als verwijzingen naar deze beschikking.

Artikel 14

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 26 juni 2003.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • P. 
    Cox

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    Tsochatzopoulos
  • (1) 
    PB C 151 E van 25.6.2002, blz. 207.
  • (2) 
    PB C 241 van 7.10.2002, blz. 146.
  • (3) 
    PB C 278 van 14.11.2002, blz. 35.
  • (4) 
    Advies van het EP van 24.10.2002 (nog niet verschenen in het PB), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 6.2.2003 (PB C 64 E van 18.3.2003, blz. 22) en beschikking van het EP van 4.6.2003 (nog niet verschenen in het PB).
  • (5) 
    PB L 161 van 29.6.1996, blz. 147. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking nr. 1741/1999/EG (PB L 207 van 6.8.1999, blz. 1).
  • (6) 
    PB L 27 van 30.1.1997, blz. 20.
  • (7) 
    PB L 204 van 21.7.1998, blz. 1.
  • (8) 
    PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1655/1999 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 197 van 29.7.1999, blz. 1).
  • (9) 
    PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

BIJLAGE I

TRANS-EUROPESE NETWERKEN IN DE ENERGIESECTOR

Assen voor prioritaire projecten als omschreven in artikel 7

ELEKTRICITEITSNETTEN

EL.1. Frankrijk - België - Nederland - Duitsland:

versterking van de elektriciteitsnetten die noodzakelijk zijn om congestie in de Benelux op te lossen.

EL.2. Grenzen van Italië met Frankrijk, Oostenrijk, Slovenië en Zwitserland:

uitbreiding van de onderlinge koppelcapaciteit van de elektriciteitsnetten.

EL.3. Frankrijk - Spanje - Portugal:

uitbreiding van de onderlinge koppelcapaciteit van de elektriciteitsnetten tussen deze landen en voor het Iberisch schiereiland en ontwikkeling van het netwerk in de insulaire gebieden.

EL.4. Griekenland - de Balkanlanden - UCTE systeem:

ontwikkeling van de elektriciteitsnetten om Griekenland op het UCTE systeem (Unie voor de Coördinatie van het Transport van Elektriciteit) aan te sluiten.

EL.5. Verenigd Koninkrijk - continentaal Europa en Noord-Europa:

totstandbrenging/uitbreiding van de onderlinge koppelcapaciteit van de elektriciteitsnetten en mogelijke integratie van offshore-windenergie.

EL.6. Ierland - Verenigd Koninkrijk:

uitbreiding van de onderlinge koppelcapaciteit van de elektriciteitsnetten en mogelijke integratie van offshore-windenergie.

EL.7. Denemarken - Duitsland - Baltisch gebied (incl. Noorwegen - Zweden - Finland - Denemarken - Duitsland)

uitbreiding van de onderlinge koppelcapaciteit van de elektriciteitsnetten en mogelijke integratie van offshore-windenergie.

GASNETTEN

NG.1. Verenigd Koninkrijk - noordelijk continentaal Europa, omvattend Nederland, Denemarken en Duitsland - (met aansluitingen voor de landen aan de Baltische Zee) - Rusland:

gasleidingen die een aantal van de voornaamste gasbronnen in Europa met elkaar verbinden, om zo de interoperabiliteit van de netten te verbeteren en de continuïteit van de gasvoorziening beter te verzekeren.

NG.2. Algerije - Spanje - Italië - Frankrijk - noordelijk continentaal Europa:

de aanleg van nieuwe gasleidingen van Algerije naar Spanje, Frankrijk en Italië en een toename van de netcapaciteit in en tussen Spanje, Italië en Frankrijk.

NG.3. Landen aan de Kaspische Zee - het Midden Oosten - de Europese Unie:

nieuwe gasleidingen naar de Europese Unie, vanaf nieuwe bronnen, met inbegrip van de gasleidingen Turkije-Griekenland, Griekenland-Italië en Turkije-Oostenrijk.

NG.4. LNG terminals in België, Frankrijk, Spanje, Portugal en Italië:

diversifiëring van de bronnen en de toegangspunten, waaronder de LNG-aansluitingen op het transmissienet.

NG.5. Ondergrondse opslaginstallaties in Spanje, Portugal, Italië, Griekenland en de landen aan de Baltische Zee:

uitbreiding van de capaciteit in Spanje, Italië en de landen aan de Baltische Zee en bouw van de eerste installaties in Portugal en Griekenland.

BIJLAGE II

TRANS-EUROPESE NETWERKEN IN DE ENERGIESECTOR

Aanvullende criteria voor projecten van gemeenschappelijk belang

ELEKTRICITEITSNETTEN

  • 1. 
    Ontwikkeling van de elektriciteitsnetten in de insulaire, geïsoleerde, perifere en ultraperifere regio's met voorrang voor de diversificatie van energiebronnen en het opvoeren van het gebruik van duurzame energie en, in voorkomend geval, aansluiting van de elektriciteitsnetten van deze regio's.
  • Ierland - Verenigd Koninkrijk (Wales)
  • Griekenland (eilanden)
  • Italië (Sardinië) - Frankrijk (Corsica) - Italië (vasteland)
  • Aansluitingen in insulaire regio's
  • Aansluitingen in ultraperifere regio's in Frankrijk, Spanje en Portugal
  • 2. 
    Ontwikkeling van de elektriciteitsverbindingen tussen de lidstaten, die noodzakelijk zijn voor de werking van de interne markt of om de betrouwbaarheid en de veiligheid van de werking van de elektriciteitsnetten te verzekeren.
  • Frankrijk - België - Nederland - Duitsland
  • Frankrijk - Duitsland
  • Frankrijk - Italië
  • Frankrijk - Spanje
  • Portugal - Spanje
  • Finland - Zweden
  • Oostenrijk - Italië
  • Ierland - Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland)
  • Oostenrijk - Duitsland
  • Nederland - Verenigd Koninkrijk
  • Duitsland - Denemarken - Zweden
  • Griekenland - Italië
  • 3. 
    Ontwikkeling van de binnenlandse elektriciteitsverbindingen in de lidstaten, die nodig zijn voor de benutting van de verbindingen tussen de lidstaten, voor de werking van de interne markt of voor de aansluiting van installaties voor duurzame energie.
  • Alle lidstaten
  • 4. 
    Ontwikkeling van de elektriciteitsverbindingen met derde landen, met name met de kandidaat-lidstaten, die bijdragen aan de interoperabiliteit, de betrouwbaarheid en de veiligheid van de werking van de elektriciteitsnetten of aan de elektriciteitsvoorziening van de Europese Gemeenschap.
  • Duitsland - Noorwegen
  • Nederland - Noorwegen
  • Zweden - Noorwegen
  • Verenigd Koninkrijk - Noorwegen
  • Italië - Slovenië
  • Baltische elektriciteitsring: Duitsland - Polen - Rusland - Estland - Letland - Litouwen - Zweden - Finland - Denemarken - Wit-Rusland
  • Noorwegen - Zweden - Finland - Rusland
  • Mediterrane elektriciteitsring: Frankrijk - Spanje - Marokko - Algerije - Tunesië - Libië - Egypte - landen in het Nabije Oosten - Turkije - Griekenland - Italië
  • Duitsland - Polen
  • Griekenland - Turkije
  • Italië - Zwitserland
  • Griekenland - Balkanlanden
  • Spanje - Marokko
  • EU - Balkanlanden - Wit-Rusland - Rusland - Oekraïne
  • Zwarte Zee elektriciteitsring: Rusland - Oekraïne - Roemenië - Bulgarije - Turkije - Georgië
  • 5. 
    Acties die de werking van de onderling gekoppelde elektriciteitsnetten verbeteren in het kader van de interne markt, met name gericht op de inventarisatie van de knelpunten en ontbrekende schakels, het zoeken naar oplossingen voor de congestieproblemen en de aanpassing van de methoden voor de capaciteitsberekening en de exploitatie van de elektriciteitsnetten.
  • Het aangeven van de knelpunten en de ontbrekende schakels, met name grensoverschrijdend, binnen elektriciteitsnetten.
  • Het ontwikkelen van oplossingen voor elektriciteitsstroombeheer met het oog op de congestieproblemen binnen elektriciteitsnetten.
  • De aanpassing van de prognose en operatietechnieken voor elektriciteitsnetten die nodig zijn voor een goede werking van de interne markt en het gebruik van een hoog percentage duurzame energiebronnen.

GASNETTEN

  • 6. 
    Introductie van aardgas in nieuwe regio's, met name de insulaire, geïsoleerde, perifere en ultraperifere gebieden, en de ontwikkeling van de gasnetten in deze gebieden.
  • Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland)
  • Ierland
  • Spanje
  • Portugal
  • Griekenland
  • Zweden
  • Denemarken
  • Ultraperifere regio's: Frankrijk, Spanje, Portugal
  • 7. 
    Ontwikkeling van de gasnetverbindingen die nodig zijn voor de werking van de interne markt of om de continuïteit van de energievoorziening beter te verzekeren, met inbegrip van de aansluiting van de afzonderlijke gasnetten.
  • Ierland - Verenigd Koninkrijk
  • Frankrijk - Spanje
  • Portugal - Spanje
  • Oostenrijk - Duitsland
  • Oostenrijk - Hongarije
  • Oostenrijk - Italië
  • Griekenland - andere Balkanlanden
  • Italië - Griekenland
  • Oostenrijk - Tsjechië
  • Oostenrijk - Slovenië - Kroatië
  • Verenigd Koninkrijk - Nederland - Duitsland
  • Duitsland - Polen
  • Denemarken - Verenigd Koninkrijk
  • Denemarken - Duitsland - Zweden
  • 8. 
    Ontwikkeling van de aanlandingscapaciteit van vloeibaar aardgas (LNG) en van de opslagcapaciteit van aardgas, die nodig zijn om aan de vraag te voldoen en om de gasinstallaties af te stellen alsmede diversifiëring van de bevoorradingsbronnen en de aanvoerroutes.
  • Alle lidstaten
  • 9. 
    Ontwikkeling van de gastransportcapaciteit (aanvoerleidingen), die nodig is om aan de vraag te voldoen alsmede diversifiëring van de bevoorrading vanaf interne en externe bronnen en van de aanvoerroutes.
  • Noordelijk gasnet: Noorwegen - Denemarken - Duitsland - Zweden - Finland - Rusland - Balkanlanden - Polen
  • Algerije - Spanje - Frankrijk
  • Rusland - Oekraïne - EU
  • Rusland - Wit-Rusland - Polen - EU
  • Libië - Italië
  • Landen aan de Kaspische Zee - EU
  • Rusland - Oekraïne - Moldavië - Roemenië - Bulgarije - Griekenland - andere Balkanlanden
  • Duitsland - Tsjechië - Oostenrijk - Italië
  • Rusland - Oekraïne - Slowakije - Hongarije - Slovenië - Italië
  • Nederland - Duitsland - Zwitserland - Italië
  • België - Frankrijk - Zwitserland - Italië
  • Denemarken - (Zweden) - Polen
  • Noorwegen - Rusland - EU
  • Ierland
  • Algerije - Italië - Frankrijk
  • Midden-Oosten - EU
  • 10. 
    Acties die de werking van de onderling gekoppelde gasnetten verbeteren in het kader van de interne markt, in het bijzonder die welke gericht zijn op de inventarisatie van de knelpunten en ontbrekende schakels, het vinden van oplossingen voor de congestieproblemen en de aanpassing van de methoden voor de capaciteitsberekening en de exploitatie van de gasnetten.
  • Het aangeven van de knelpunten en de ontbrekende schakels, met name grensoverschrijdend, binnen de gasnetten.
  • Het ontwikkelen van oplossingen voor aardgasstroombeheer met het oog op de congestieproblemen van elektriciteitsnetten.
  • Het aanpassen van de prognose en operatietechnieken met betrekking tot aardgasnetten die nodig zijn voor de werking van de interne markt.

BIJLAGE III

TRANS-EUROPESE NETWERKEN IN DE ENERGIESECTOR

Projecten van gemeenschappelijk belang en de specificaties daarvan, zoals die momenteel aan de hand van de criteria van bijlage II zijn bepaald

ELEKTRICITEITSNETTEN

  • 1. 
    Ontwikkeling van elektriciteitsnetten in geïsoleerde regio's

1.1. Onderzeese kabel Ierland - Wales (UK)

1.2. Versterking van de verbinding Ipiros (GR) - Puglia (IT)

1.3. Aansluiting van de Zuidelijke Cycladen (GR)

1.4. Verbinding via een onderzeese kabel voor 30 kV tussen de eilanden Faial, Pico en S. Jorge (Azoren, PT)

1.5. Verbinding en versterking van het elektriciteitsnet op Terceira, Faial en S. Miguel (Azoren, PT)

1.6. Verbinding en versterking van het elektriciteitsnet op Madeira (PT)

1.7. Onderzeese kabel Sardinië (IT) - vasteland van Italië

1.8. Onderzeese kabel Corsica (FR) - Italië

1.9. Verbinding vasteland van Italië - Sicilië (IT)

1.10. Verdubbeling van de verbinding Sorgente (IT) - Rizziconi (IT)

1.11. Nieuwe verbindingen op de Balearen en de Canarische eilanden (ES)

  • 2. 
    Ontwikkeling van de elektriciteitsverbindingen tussen de lidstaten

2.1. Verbinding Moulaine (FR) - Aubange (BE)

2.2 Verbinding Avelin (FR) - Avelgem (BE)

2.3. Verbinding Vigy (FR) - Marlenheim (FR)

2.4. Verbinding Vigy (FR) - Uchtelfangen (DE)

2.5. La Praz (FR) fasenregelaar

2.6. Verdere uitbreiding van de capaciteit via de bestaande koppeling tussen Frankrijk en Italië

2.7. Nieuwe koppeling tussen Frankrijk en Italië

2.8. Nieuwe koppeling via de Pyreneeën tussen Frankrijk en Spanje

2.9. Verbinding via de oostelijke Pyreneeën tussen Frankrijk en Spanje

2.10. Verbindingen tussen Noord-Portugal en Noordwest-Spanje

2.11. Lijn Sines (PT) - Alqueva (PT) - Balboa (ES)

2.12. Lijn Valdigem (PT) - Douro Internacional (PT) - Aldeadávila (ES) en de installaties van Douro Internacional

2.13. Nieuwe verbindingen ten noorden van de Botnische Golf tussen Finland en Zweden

2.14. Lijn Lienz (AT) - Cordignano (IT)

2.15. Nieuwe verbinding tussen Italië en Oostenrijk aan de Brennerpas

2.16. Verbinding tussen Ierland en Noord-Ierland

2.17. Lijn St Peter (AT) - Isar (DE)

2.18. Onderzeese kabel tussen Zuidoost Engeland en Midden Nederland

2.19. Versterking van de verbindingen tussen Denemarken en Duitsland, bijv. de lijn Kasso - Hamburg

2.20. Versterking van de verbindingen tussen Denemarken en Zweden

  • 3. 
    Ontwikkeling van de elektriciteitsverbindingen binnen de lidstaten

3.1. Aansluitingen op de Deense Oost-West-verbinding: verbinding tussen de westelijke (UCTE) en oostelijke (NORDEL) netten van Denemarken

3.2 Aansluitingen op de Deense Noord-Zuid-verbinding

3.3. Nieuwe aansluitingen in Noord-Frankrijk

3.4. Nieuwe aansluitingen in Zuidwest-Frankrijk

3.5. Lijn Trino Vercellese (IT) - Lacchiarelle (IT)

3.6. Lijn Turbigo (IT) - Rho - Bovisio (IT)

3.7. Lijn Voghera (IT) - La Casella (IT)

3.8. Lijn S. Fiorano (IT) - Nave (IT)

3.9. Lijn Venezia Nord (IT) - Cordignano (IT)

3.10. Lijn Redipuglia (IT) - Unide Ovest (IT)

3.11. Nieuwe aansluitingen op de Oost-West-verbinding van Italië

3.12. Lijn Tavarnuzze (IT) - Casellina (IT)

3.13. Lijn Tavarnuzze (IT) - S. Barbara (IT)

3.14. Lijn Rizziconi (IT) - Feroleto (IT) - Laino (IT)

3.15. Nieuwe aansluitingen op de Noord-Zuid-verbinding van Italië

3.16. Wijzigingen van het netwerk om de aansluitingen voor duurzame energie in Italië te vergemakkelijken

3.17. Nieuwe aansluitingen voor windenergie in Italië

3.18. Nieuwe aansluitingen op de noordas van Spanje

3.19. Nieuwe aansluitingen op de mediterrane as van Spanje

3.20. Nieuwe aansluitingen op de as Galicia (ES) - Centro (ES)

3.21. Nieuwe aansluitingen op de as Centro (ES) - Aragón (ES)

3.22. Nieuwe aansluitingen op de as Aragón (ES) - Levante (ES)

3.23. Nieuwe aansluitingen in Andalucía (ES)

3.24. Lijn Pedralva (PT) - Riba d'Ave (PT) en de installaties van Pedralva

3.25. Lijn Recarei (PT) - Valdigem (PT)

3.26. Lijn Picote (PT) - Pocinho (PT) (opwaardering)

3.27. Wijziging van de huidige lijn Pego (PT) - Cedillo (ES)/Falagueira (PT) en de installaties van Falagueira

3.28. Lijn Pego (PT) - Batalha (PT) en de installaties van Batalha

3.29. Lijn Sines (PT) - Ferreira do Alentejo I (PT) (opwaardering)

3.30. Nieuwe aansluitingen voor windenergie in Italië

3.31. Lijn Pereiros (PT) - Zêzere (PT) - Santarém (PT) en de installaties van Zêzere

3.32. Lijn Batalha (PT) - Rio Maior (PT) I en II (opwaarderingen)

3.33. Lijn Carrapatelo (PT) - Mourisca (PT) (opwaardering)

3.34. Lijn Valdigem (PT) - Viseu (PT) - Anadia (PT)

3.35. Omlegging van de huidige lijn Rio Maior (PT) - Palmela (PT) naar de lijn Ribatejo (PT) en de installaties van Ribatejo

3.36. Thessaloniki (GR), Lamia (GR) en Patras (GR) onderstations en verbindingslijnen

3.37. Verbindingen voor de regio's Evia (GR), Laconië (GR) en Thracië (GR)

3.38. Versterking van de bestaande verbindingen tussen de perifere regio's en het vasteland in Griekenland

3.39. Lijn Tynagh (IE) - Cashla (IE)

3.40. Lijn Flagford (IE) - East Sligo (IE)

3.41. Verbindingen in Noordoost- en West-Spanje, met name voor aansluiting op het netwerk voor de opwekking van windenergie

3.42. Verbindingen in Baskenland (ES), Aragón (ES) en Navarra (ES)

3.43. Verbindingen in Galicië (ES)

3.44. Verbindingen in Midden-Zweden

3.45. Verbindingen in Zuid-Zweden

3.46. Lijn Lübeck/Siems (DE) - Görries (DE)

3.47. Lijn Lübeck/Siems (DE) - Krümmel (DE)

3.48. Verbindingen in Noord-Ierland, met betrekking tot de koppelverbindingen met Ierland

3.49. Verbindingen in het noordwesten van het Verenigd Koninkrijk

3.50. Verbindingen in Schotland en Engeland, met het oog op een groter gebruik van hernieuwbare bronnen voor het opwekken van elektriciteit

3.51. Nieuwe aansluitingen voor offshore-windenergie in België

3.52. Borssele (NL)

3.53. Implementatie van "reactive power compensation equipment" (NL)

3.54. St. Peter (AT) - Tauern (AT)

3.55. Südburgenland (AT) - Kainachtal (AT)

  • 4. 
    Ontwikkeling van de elektriciteitsverbindingen met derde landen

4.1. Lijn Neuenhagen (DE) - Vierraden (DE) - Krajnik (PL)

4.2 Verbinding Brunsbüttel (DE) - Zuid-Noorwegen

4.3. Lijn S. Fiorano (IT) - Robbia (CH)

4.4. Nieuwe koppeling tussen Italië en Zwitserland

4.5. Lijn Philippi (GR) - Maritsa 3 (Bulgarije)

4.6. Lijn Amintaio (GR) - Bitola (FYROM)

4.7. Lijn Kardia (GR) - Elbasan (Albanië)

4.8. Lijn Elbasan (Albanië) - Podgorica (Servië en Montenegro)

4.9. Mostar (Bosnië Herzegovina) onderstation en verbindingslijnen

4.10. Ernestinovo (Kroatië) onderstation en verbindingslijnen

4.11. Verbindingen tussen Griekenland en Albanië, Bulgarije en FYROM

4.12. Lijn Philippi (GR) - Hamidabad (TR)

4.13. Onderzeese kabel tussen Noordoost-/Oost-Engeland en Zuid-Noorwegen

4.14. Lijn Eemshaven (NL) - Feda (NO)

4.15. Onderzeese kabel tussen Zuid-Spanje en Marokko (versterking van de bestaande verbinding)

4.16. Aansluitingen op de Baltische elektriciteitsring: Duitsland - Polen - Rusland - Estland - Letland - Litouwen - Zweden - Finland - Denemarken - Wit-Rusland

4.17. Verbindingen Zuid-Finland - Rusland

4.18. Verbinding Duitsland - Polen - Litouwen - Wit-Rusland - Rusland (Oost-West-hoogspanningslijn)

4.19. Verbinding Polen - Litouwen.

4.20. Onderzeese kabel tussen Finland en Estland

4.21. Nieuwe verbindingen tussen Noord-Zweden en Noord-Noorwegen

4.22. Nieuwe verbindingen tussen Midden-Zweden en Midden-Noorwegen

4.23. Lijn Borgvik (S) - Hoesle (NO) - regio Oslo (NO)

4.24. Nieuwe verbindingen tussen de systemen UCTE en CENTREL

4.25. Nieuwe verbindingen tussen het systeem UCTE/CENTREL en de Balkanlanden

4.26. Verbindingen en interface tussen het uitgebreide UCTE systeem en Wit-Rusland, Rusland en Oekraïne, en de verplaatsing van HVDC conversiestations die voorheen operationeel waren tussen Oostenrijk en Hongarije, Oostenrijk en de Tsjechische Republiek en tussen Duitsland en Tsjechië

4.27. Aansluitingen op de Zwarte Zee-elektriciteitsring: Rusland - Oekraïne - Roemenië - Bulgarije - Turkije - Georgië

4.28. Nieuwe verbindingen in het gebied rond de Zwarte Zee met het oog op de interoperabiliteit van het uitgebreide UCTE net met de netten in de betreffende landen

4.29. Nieuwe aansluitingen op de mediterrane elektriciteitsring: Frankrijk - Spanje - Marokko - Algerije - Tunesië - Libië - Egypte - landen in het Nabije Oosten - Turkije - Griekenland - Italië

4.30. Onderzeese kabel tussen Zuid-Spanje en Noordwest-Algerije

4.31. Onderzeese kabel tussen Italië en Algerije

4.32. Nieuwe verbindingen in het gebied rond de Barentszee

4.33. Installatie van flexibele alternatieve transmissiesystemen tussen Italië en Slovenië

4.34. Nieuwe koppeling tussen Italië en Slovenië

4.35. Onderzeese kabel tussen Italië en Kroatië

4.36. Versterking van de verbindingen tussen Denemarken en Noorwegen

  • 5. 
    Acties om de werking van de onderling gekoppelde elektriciteitsnetten te verbeteren in het kader van de interne markt

(Er zijn nog geen specificaties bepaald.)

GASNETTEN

  • 6. 
    Introductie van aardgas in nieuwe gebieden

6.1. Ontwikkeling van een gasnet van Belfast tot het Noordwesten van Noord-Ierland (UK) en zo nodig tot de westkust van Ierland

6.2. LNG in Santa Cruz de Tenerife, de Canarische eilanden (ES)

6.3. LNG in Las Palmas de Gran Canaria (ES)

6.4. LNG in Madeira (PT)

6.5. Ontwikkeling van het gasnet in Zweden

6.6. Verbinding tussen de Balearen (ES) en het vasteland van Spanje

6.7. Hogedrukleiding naar Thracië (GR)

6.8. Hogedrukleiding naar Korinthe (GR)

6.9. Hogedrukleiding naar Noordwest-Griekenland (GR)

6.10. Verbinding tussen Lolland (DK) en de Falster eilanden (DK)

  • 7. 
    Ontwikkeling van de gasnetverbindingen die nodig zijn voor de werking van de interne markt of om de continuïteit van de energievoorziening beter te verzekeren, met inbegrip van de aansluiting van de afzonderlijke gasnetten.

7.1. Extra onderling gekoppelde gasleiding tussen Ierland en Schotland

7.2 Noord-Zuid-koppelverbinding, alsmede de gasleiding Dublin - Belfast

7.3. Compressiestation gasleiding Lacq (FR) - Calahorra (ES)

7.4. Gasleiding Lussagnet (FR) - Bilbao (ES)

7.5. Gasleiding Perpignan (FR) - Barcelona (ES)

7.6. Uitbreiding van de transportcapaciteit van gasleidingen die Portugal voorzien via Zuid-Spanje en Galicia, en Asturië via Portugal

7.7. Gasleiding Puchkirchen (AT) - Burghausen (DE)

7.8. Gasleiding Andorf (AT) - Simbach (DE)

7.9. Gasleiding Wiener Neustadt (AT) - Sopron (HU)

7.10. Gasleiding Bad Leonfelden (DE) - Linz (AT)

7.11. Gasleiding Noordwest-Griekenland - Elbasan (AL)

7.12. Onderling gekoppelde gasleiding Griekenland - Italië

7.13. Compressiestation bij de hoofdgasleiding in Griekenland

7.14. Verbinding tussen de netten van Oostenrijk en Tsjechië

7.15. Gastransportcorridor naar Zuidoost-Europa, door Griekenland, de FYROM, Servië en Montenegro, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Slovenië en Oostenrijk

7.16. Gastransportcorridor tussen Oostenrijk en Turkije via Hongarije, Roemenië en Bulgarije

7.17. Onderling gekoppelde gasleidingen tussen het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Duitsland, die de voornaamste bronnen van Noordwest-Europa met elkaar verbinden

7.18. Verbinding tussen Noordoost-Duitsland (regio Berlijn) en Noordwest-Polen (regio Szczecin), met een aftakking van Schmölln naar Lubmin (DE, regio Greifswald)

7.19. Verbinding tussen de offshore-installaties in de Noordzee of tussen Deense offshore-installaties en Britse installaties op het vasteland

7.20. Versterking van de transportcapaciteit tussen Frankrijk en Italië

7.21. De Baltische gaskoppeling tussen Denemarken - Duitsland - Zweden

  • 8. 
    Ontwikkeling van de aanlandingscapaciteit van vloeibaar aardgas (LNG) en van de opslagcapaciteit van aardgas

8.1. LNG in Le Verdon-sur-mer (FR, nieuwe terminal) en gasleiding naar de opslaginstallatie in Lussagnet (FR)

8.2 LNG in Fos-sur-mer (FR)

8.3. LNG in Huelva (ES), uitbreiding van de bestaande terminal

8.4. LNG in Cartagena (ES), uitbreiding van de bestaande terminal

8.5. LNG in Galicië (ES), nieuwe terminal

8.6. LNG in Bilbao (ES), nieuwe terminal

8.7. LNG in de regio van Valencia (ES), nieuwe terminal

8.8. LNG in Barcelona (ES), uitbreiding van de bestaande terminal

8.9. LNG in Sines (PT), nieuwe terminal

8.10. LNG in Revithoussa (GR), uitbreiding van de bestaande terminal

8.11. LNG aan de Noord-Adriatische kust (IT)

8.12. LNG offshore in het noordelijke deel van de Adriatische Zee (IT)

8.13. LNG aan de zuidkust van de Adriatische Zee (IT)

8.14. LNG aan de Ionische kust (IT)

8.15. LNG aan de Tyrreense kust (IT)

8.16. LNG aan de Ligurische kust (IT)

8.17. LNG in Zeebrugge/Dudzele (BE, uitbreiding van de bestaande terminal)

8.18. LNG in Isle of Grain, Kent (UK)

8.19. Bouw van een tweede LNG-terminal in Griekenland

8.20. Ontwikkeling van ondergrondse gasopslaginstallaties in Ierland

8.21. Opslag in Zuid-Kavala (GR), conversie van een offshore gelegen uitgeput gasveld

8.22. Opslag in Lussagnet (F), uitbreiding van de bestaande installatie

8.23. Opslag in Pecorade (F), conversie van een uitgeput olieveld

8.24. Opslag in de regio Elzas (FR), constructie in zoutholtes

8.25. Opslag in centrale regio (FR), constructie in de watertafel

8.26. Opslag bij de Noord-Zuid-verbinding van Spanje (nieuwe installaties), in Cantabria, Aragón, Castilla y León, Castilla - La Mancha en Andalusië

8.27. Opslag bij de mediterrane verbinding van Spanje (nieuwe installaties), in Catalonië, Valencia en Murcia

8.28. Opslag in Carriço (PT), nieuwe installatie

8.29. Opslag in Loenhout (BE, uitbreiding van de bestaande installatie)

8.30. Opslag in Stenlille (DK) en Lille Torup (DK, uitbreiding van de bestaande installatie)

8.31. Opslag in Tønder (DK, nieuwe installatie)

8.32. Opslag in Puchkirchen (AT, uitbreiding van de bestaande installatie), met gasleiding naar het Penta West-systeem bij Andorf (AT)

8.33. Opslag in Baumgarten (AT, nieuwe installatie)

8.34. Opslag in Haidach (AT, nieuwe installatie), met gasleiding naar het Europees gasnet

8.35. Ontwikkeling van ondergrondse gasopslaginstallaties in Italië

  • 9. 
    Ontwikkeling van de gastransportcapaciteit (aanvoerleidingen)

9.1. Aanleg en ontwikkeling van aansluitingen op het noordelijk gasnet: Noorwegen - Denemarken - Duitsland - Zweden - Finland - Rusland - Balkanlanden - Polen

9.2 De Midden-Noordse gasleiding: Noorwegen, Zweden, Finland

9.3. De Noord-Europese gasleiding: Rusland, de Oostzee, Duitsland

9.4. Gasleiding van Rusland naar Duitsland, via Letland, Litouwen en Polen, en de ontwikkeling van ondergrondse gasopslaginstallaties in Letland

9.5. Gasleiding van Finland naar Estland

9.6. Nieuwe gasleidingen van Algerije naar Spanje en Frankrijk en daarmee samenhangende toename van de capaciteit van de interne netten in deze landen

9.7. Uitbreiding van de transportcapaciteit van de gasleiding Algerije - Marokko - Spanje (tot aan Córdoba)

9.8. Gasleiding Córdoba (ES) - Ciudad Real (ES)

9.9. Gasleiding Ciudad Real (ES) - Madrid (ES)

9.10. Gasleiding Ciudad Real (ES)- Middellandse Zeekust (ES)

9.11. Aftakkingen in Castilla (ES) - La Mancha (ES)

9.12. Uitbreiding richting Noordwest Spanje

9.13. Onderzeese gasleiding Algerije - Spanje en gasleidingen voor de verbinding met Frankrijk

9.14. Uitbreiding van de transportcapaciteit vanuit Russische bronnen naar de Europese Unie, via Oekraïne, Slowakije en Tsjechië

9.15. Uitbreiding van de transportcapaciteit vanaf Russische bronnen naar de Europese Unie via Wit-Rusland en Polen

9.16. Yagal Sud gasleiding (tussen de STEGAL-gasleiding en de driehoek D, F, CH)

9.17. SUDAL oostelijke gasleiding (tussen de MIDAL-gasleiding nabij Heppenheim naar Burghausen verbinding met de PENTA-gasleiding in Oostenrijk)

9.18. Gasleiding vanaf Libische bronnen naar Italië

9.19. Gasleiding van bronnen in landen aan de Kaspische Zee naar de Europese Unie

9.20. Gasleiding Griekenland - Turkije

9.21. Uitbreiding van de transportcapaciteit vanuit Russische velden naar Griekenland en andere Balkanlanden, via Oekraïne, Moldavië, Roemenië en Bulgarije

9.22. Gasleiding St. Zagora (BG) - Ihtiman (GR)

9.23. Verbinding gasleidingen tussen Duitse, Tsjechische, Oostenrijkse en Italiaanse gasnetten

9.24. Gasleiding vanaf Russische bronnen naar Italië, via Oekraïne, Slowakije, Hongarije en Slovenië

9.25. Uitbreiding van de transportcapaciteit van de TENP-leiding van Nederland naar Italië via Duitsland

9.26. Gasleiding Taisnieres (F) - Oltingue (CH)

9.27. Gasleiding van Denemarken naar Polen, eventueel via Zweden

9.28. Gasleiding Nybro (DK) - Dragør (DK), inclusief de gasleiding voor de aansluiting op de opslagplaats in Stenlille (DK)

9.29. Gasnetwerk van de bronnen in de Barentszee naar de Europese Unie, via Zweden en Finland

9.30. Gasleiding vanaf het Corrib-veld (IE, offshore)

9.31. Gasleiding van Algerijnse bronnen naar Italië, via Sardinië, met een aftakking naar Corsica

9.32. Gasnetwerk van bronnen in het Midden-Oosten naar de Europese Unie

9.33. Gasleiding van Noorwegen naar het Verenigd Koninkrijk

  • 10. 
    Acties die de werking van de onderling gekoppelde gasnetten verbeteren in het kader van de interne markt

(Er zijn nog geen specificaties bepaald.)

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.