Verordening 2004/2116 - Wijziging van Verordening 2201/2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1347/2000, inzake Verdragen met de Heilige Stoel

1.

Wettekst

14.12.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 367/1

 

VERORDENING (EG) Nr. 2116/2004 VAN DE RAAD

van 2 december 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1347/2000, inzake Verdragen met de Heilige Stoel

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Akte betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 57, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Artikel 40 van Verordening (EG) nr. 1347/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid voor gemeenschappelijke kinderen (1) bepaalt dat beslissingen ter zake van de nietigverklaring van een huwelijk, gegeven krachtens de verdragen tussen de Heilige Stoel en Portugal, Italië en Spanje (concordaten), in de lidstaten worden erkend onder de voorwaarden als vermeld in hoofdstuk III van die verordening.

 

(2)

Bijlage II van de Toetredingsakte van 2003 heeft aan artikel 40 van Verordening (EG) nr. 1347/2000 de Overeenkomst toegevoegd van 3 februari 1993 tussen de Heilige Stoel en Malta inzake de erkenning van de burgerrechtelijke gevolgen van canonieke huwelijken en van beslissingen van de kerkelijke autoriteiten en rechtbanken aangaande zulke huwelijken, met het tweede Aanvullend Protocol van 6 januari 1995.

 

(3)

Verordening (EG) nr. 2201/2003 van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1347/2000 (2) werd goedgekeurd op 27 november 2003. Verordening (EG) nr. 2201/2003 is op 1 augustus 2004 in werking getreden en wordt met ingang van 1 maart 2005 van kracht in alle lidstaten, behalve in Denemarken.

 

(4)

Malta heeft verzocht artikel 63 van Verordening (EG) nr. 2201/2003, dat overeenstemt met artikel 40 van Verordening (EG) nr. 1347/2000, in die zin te wijzigen dat het verdrag tussen Malta en de Heilige Stoel erin wordt opgenomen.

 

(5)

Artikel 57 van de Toetredingsakte van 2003 bepaalt dat de aanpassing van besluiten van vóór de toetreding die in verband met de toetreding moeten worden aangepast, verloopt volgens een vereenvoudigde procedure waarbij de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit op voorstel van de Commissie.

 

(6)

Het is gerechtvaardigd het verzoek van Malta in aanmerking te nemen en Verordening (EG) nr. 2201/2003 dienovereenkomstig te wijzigen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 63 van Verordening (EG) nr. 2201/2003 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

In lid 3 wordt het volgende punt c) toegevoegd:

 

„c)

de Overeenkomst van 3 februari 1993 tussen de Heilige Stoel en Malta inzake de erkenning van de burgerrechtelijke gevolgen van canonieke huwelijken en van beslissingen van de kerkelijke autoriteiten en rechtbanken aangaande zulke huwelijken, met inbegrip van het toepassingsprotocol van diezelfde datum, met het tweede Aanvullend Protocol van 6 januari 1995.”

 

2)

Lid 4 wordt vervangen door:

„4.   De in lid 2 voorgeschreven erkenning van beslissingen kan in Spanje, in Italië en in Malta worden onderworpen aan dezelfde procedures en controles die van toepassing zijn voor beslissingen van kerkelijke rechterlijke instanties op grond van de in lid 3 genoemde internationale verdragen met de Heilige Stoel.”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 maart 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Gedaan te Brussel, 2 december 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    P. H. DONNER
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.