Besluit 2005/923 - Ondertekening van het Protocol inzake bodembescherming, het Protocol inzake energie en het Protocol inzake toerisme bij de Alpenovereenkomst

1.

Wettekst

22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 337/27

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 2 december 2005

betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van het Protocol inzake bodembescherming, het Protocol inzake energie en het Protocol inzake toerisme bij de Alpenovereenkomst

(2005/923/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1, en artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Overeenkomst inzake de bescherming van de Alpen (Alpenovereenkomst) is namens de Europese Gemeenschap gesloten bij Besluit 96/191/EG van de Raad (1).

 

(2)

De protocollen vormen een belangrijke stap bij de uitvoering van de Alpenovereenkomst en de Europese Gemeenschap heeft zich ertoe verbonden de doelstellingen van deze overeenkomst te verwezenlijken.

 

(3)

Economische, sociale en ecologische grensoverschrijdende problemen in de Alpen blijven in dit hoogst gevoelige gebied voor een grote uitdaging vormen.

 

(4)

Het beleid van de Gemeenschap, in het bijzonder in het kader van de prioritaire gebieden van het Zesde Milieuactieprogramma (2), moet in het Alpengebied worden bevorderd en versterkt.

 

(5)

Het is passend dat deze protocollen door de Gemeenschap worden ondertekend,

BESLUIT:

Artikel 1

De ondertekening van het Protocol inzake bodembescherming, het Protocol inzake energie en het Protocol inzake het toerisme bij de Alpenovereenkomst, gedaan te Salzburg op 7 november 1991, wordt hierbij namens de Gemeenschap goedgekeurd onder voorbehoud van het besluit van de Raad betreffende de sluiting van voornoemde protocollen.

De tekst van de protocollen en de verklaringen is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn het Protocol inzake bodembescherming, het Protocol inzake energie en het Protocol inzake het toerisme bij de Alpenovereenkomst, gedaan te Salzburg op 7 november 1991, namens de Gemeenschap te ondertekenen onder voorbehoud van sluiting, en de hierbij gevoegde verklaringen neder te leggen.

Gedaan te Brussel, 2 december 2005.

Voor de Raad

De voorzitster

  • M. 
    BECKETT
 

 

VERKLARINGEN NAMENS DE EUROPESE GEMEENSCHAP

Verklaring namens de Europese Gemeenschap betreffende artikel 12, lid 3, van het Protocol inzake bodembescherming bij de Alpenovereenkomst

De Europese Gemeenschap wijst erop dat het bovengenoemde artikel moet worden geïnterpreteerd in overeenstemming met de bestaande EG-wetgeving en in het bijzonder met Richtlijn 86/278/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende de bescherming van het milieu, in het bijzonder de bodem, bij het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw (1). De Europese Gemeenschap is van oordeel dat slib nuttige agronomische eigenschappen kan hebben en in de landbouw kan worden gebruikt mits dat op een correcte wijze gebeurt. Het gebruik mag geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de bodem en van de landbouwproductie, zoals is aangegeven in de zevende overweging van die richtlijn, en mag verder geen nadelige gevolgen hebben voor de mens (directe en indirecte gevolgen voor de menselijke gezondheid), voor dieren, planten en het milieu, zoals in de vijfde overweging en in artikel 1 van die richtlijn wordt gesteld. Slib mag worden gebruikt als dat de bodem ten goede komt, of voor de nutriëntenbehoefte van gewassen en planten.

Verklaring namens de Europese Gemeenschap betreffende artikel 17, lid 2, van het Protocol inzake bodembescherming bij de Alpenovereenkomst

Artikel 17, lid 2, van het Protocol inzake bodembescherming moet worden geïnterpreteerd in overeenstemming met de EG-wetgeving en op een zodanige wijze dat verzekerd wordt dat er afvalbeheersplannen worden opgesteld en uitgevoerd voor de voorbehandeling, de behandeling en de verwijdering van afval en residuen, teneinde bodemverontreiniging te voorkomen en tevens te waarborgen dat daarbij niet alleen de milieueisen maar ook de vereisten aangaande de menselijke gezondheid in acht worden genomen.

Verklaring namens de Europese Gemeenschap betreffende artikel 19, lid 2, en artikel 21, lid 2, van het Protocol inzake bodembescherming bij de Alpenovereenkomst

Wat artikel 19, lid 2, en artikel 21, lid 2, betreft, moet het gemeenschappelijke observatiesysteem waar nodig verenigbaar zijn met het Global Earth Observation System of Systems (GEOSS) en moet het rekening houden met het gegevensbestand dat door lidstaten is opgezet overeenkomstig de EG-wetgeving inzake observatie, gegevensverzameling en metagegevens.

Voorbehoud namens de Europese Gemeenschap betreffende artikel 9 van het Protocol inzake energie bij de Alpenovereenkomst

Artikel 9 van het Protocol inzake energie betreft vraagstukken op het gebied van kernenergie. Wat de Gemeenschap aangaat, wordt in de vereisten in kwestie voorzien in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom-Verdrag). Het besluit waarbij de Alpenovereenkomst werd geratificeerd, was niet op het Euratom-Verdrag gebaseerd, maar uitsluitend op het EG-Verdrag. Het besluit waarbij de machtiging tot ondertekening van het protocol wordt verleend, zal dezelfde rechtsgrond hebben. Dientengevolge zal de Europese Gemeenschap niet gebonden zijn door artikel 9 van het Protocol inzake energie wanneer het protocol voor de Gemeenschap in werking treedt.

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.