Verordening 2005/172 - Sluiting van de overeenkomst inzake de verlenging, voor de periode van 28 februari 2004 tot en met 31 december 2004, van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst met de Comoren inzake de visserij voor de kust van de Comoren

1.

Wettekst

2.2.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 29/1

 

VERORDENING (EG) Nr. 172/2005 VAN DE RAAD

van 18 januari 2005

betreffende de sluiting van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de verlenging, voor de periode van 28 februari 2004 tot en met 31 december 2004, van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren inzake de visserij voor de kust van de Comoren

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, juncto artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op grond van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren inzake de visserij voor de kust van de Comoren (2) voeren de overeenkomstsluitende partijen vóórdat de geldigheidsduur van het aan de overeenkomst gehechte protocol afloopt, onderhandelingen om in onderlinge overeenstemming de inhoud van het protocol voor de volgende periode te bepalen en, in voorkomend geval, te bepalen welke wijzigingen of aanvullingen in de bijlage moeten worden aangebracht.

 

(2)

De partijen hebben bij overeenkomst in de vorm van een briefwisseling besloten het huidige protocol, dat is goedgekeurd bij Verordening (EG) nr. 1439/2001 van de Raad (3), te verlengen voor de periode van 28 februari tot en met 31 december 2004, in afwachting dat onderhandelingen worden gevoerd over de in het protocol aan te brengen wijzigingen.

 

(3)

Het is in het belang van de Gemeenschap die verlenging goed te keuren.

 

(4)

Het is van belang de in het afgelopen protocol bepaalde sleutel voor de verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten te bevestigen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de verlenging, voor de periode van 28 februari 2004 tot en met 31 december 2004, van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren inzake de visserij voor de kust van de Comoren, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan deze verordening gehecht (4).

Artikel 2

De in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

 

a)

vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen:

 

Spanje

:

18 vaartuigen

Frankrijk

:

21 vaartuigen

Italië

:

1 vaartuig

 

b)

vaartuigen voor de visserij met drijvende beug:

 

Spanje

:

20 vaartuigen

Portugal

:

5 vaartuigen

Indien met de door deze lidstaten ingediende vergunningaanvragen niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, kan de Commissie vergunningaanvragen van andere lidstaten in aanmerking nemen.

Artikel 3

De lidstaten waarvan vaartuigen in het kader van deze overeenkomst vissen, melden de Commissie de hoeveelheden van elk bestand die in de visserijzone van de Comoren zijn gevangen, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 500/2001 van de Commissie van 14 maart 2001 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad wat betreft de controle op de vangsten van de vissersvaartuigen van de Gemeenschap in de wateren van derde landen en in volle zee (5).

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 januari 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

J.-C. JUNCKER

 

  • (1) 
    Advies uitgebracht op 16 december 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (4) 
    Zie bladzijde 22 van dit Publicatieblad.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.