Verordening 2005/860 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 27/2005 wat de vangstmogelijkheden in de wateren van Groenland, de Faeröer en IJsland en de visserij op kabeljauw in de Noordzee betreft, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2270/2004 wat de vangstmogelijkheden voor diepzeehaaien en grenadiervis betreft - Hoofdinhoud
8.6.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 860/2005 VAN DE RAAD
van 30 mei 2005
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 27/2005 wat de vangstmogelijkheden in de wateren van Groenland, de Faeröer en IJsland en de visserij op kabeljauw in de Noordzee betreft, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2270/2004 wat de vangstmogelijkheden voor diepzeehaaien en grenadiervis betreft
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 20,
Gelet op Verordening (EG) nr. 423/2004 van de Raad van 26 februari 2004 tot vaststelling van herstelmaatregelen voor bepaalde kabeljauwbestanden (2), en met name op artikel 8,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 27/2005 (3) zijn voor 2005 de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, alsmede de bij de visserij in acht te nemen voorschriften vastgesteld. |
(2) |
Bij de toewijzing aan de lidstaten van de quota voor enkele soorten zijn een aantal foutieve berekeningen gemaakt, die moeten worden rechtgezet. |
(3) |
Met het oog op de verbetering van het besluitvormingsproces, dat uitgaat van gedegen wetenschappelijk advies en de beste beschikbare informatie, moeten voor vaartuigen uit de Europese Gemeenschap identieke voorwaarden gelden inzake de melding van vangsten van niet-gequoteerde soorten in de EG-wateren, op basis van een onderverdeling per soort en per gebied. |
(4) |
Volgens de procedure die is vastgesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland inzake de visserij en het mariene milieu (4), heeft de Gemeenschap met IJsland overleg gepleegd over de visserijrechten voor 2005. De resultaten van dit overleg moeten worden geïmplementeerd in het kader van Verordening (EG) nr. 27/2005. |
(5) |
De autoriteiten van Groenland hebben de Commissie meegedeeld dat de Gemeenschap toegang heeft tot 1 000 ton sneeuwkrab in de Groenlandse wateren. Voorts is met de autoriteiten van Groenland overeengekomen dat het volledige quotum van roodbaars in de zones V en XIV met de pelagische trawl mag worden gevangen. |
(6) |
Gebleken is dat de toewijzing van meer visdagen per kalendermaand voor de visserij in de Noordzee met gesleept vistuig met een paneel met vierkante mazen van 120 mm het herstel van kabeljauw in gevaar kan brengen en strijdig zou zijn met artikel 8 van Verordening (EG) nr. 423/2004. Derhalve moet de Noordzee worden geschrapt in de lijst van gebieden waarop genoemde toewijzing van extra dagen toepasselijk is. Tevens dienen de technische specificaties van het paneel met vierkante mazen van 120 mm nader te worden omschreven. |
(7) |
De vangstmogelijkheden voor diepzeehaaien in ICES-deelgebied X (wateren van de Gemeenschap en internationale wateren) moeten worden verruimd tot 120 ton zodat de onvermijdelijke bijvangst aan diepzeehaaien in andere visserijtakken kan worden aangeland. |
(8) |
De regels betreffende de interactie tussen visserijactiviteiten in de gebieden omschreven in bijlage IVa en bijlage IVc bij Verordening (EG) nr. 27/2005 mogen niet verhinderen dat vaartuigen het maximale aantal dagen dat beschikbaar is op grond van bijlage IVa, gebruiken om te vissen. Derhalve moeten deze regels worden gewijzigd. |
(9) |
Bij Verordening (EG) nr. 2270/2004 (5) zijn, voor 2005 en 2006, de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap voor bepaalde bestanden van diepzeevissen vastgesteld. |
(10) |
De vangstmogelijkheden voor grenadiervis in ICES-sector V b en ICES-deelgebieden VI en VII (wateren van de Gemeenschap en internationale wateren) zijn in Verordening (EG) nr. 2270/2004 onjuist berekend en moeten worden gecorrigeerd. |
(11) |
Om het inkomen van de vissers in de Gemeenschap veilig te stellen, is het belangrijk dat deze visgronden zo spoedig mogelijk worden opengesteld. Gezien de urgentie van deze kwestie moet een uitzondering worden gemaakt op de periode van zes weken, als bedoeld in punt I.3 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen gehechte Protocol betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie. |
(12) |
Verordening (EG) nr. 27/2005 en Verordening (EG) nr. 2270/2004 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van Verordening (EG) nr. 27/2005
Verordening (EG) nr. 27/2005 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 5, lid 2, wordt vervangen door: „2. Vaartuigen van de Gemeenschap mogen, met inachtneming van de in bijlage I vastgestelde quota en de in de artikelen 9, 16 en 17 vastgestelde voorschriften, vissen in de wateren die onder de visserijjurisdictie vallen van de Faeröer, Groenland, IJsland, en Noorwegen en in de visserijzone rond Jan Mayen.”. |
2) |
Aan artikel 9 wordt het volgende lid toegevoegd: „Vaartuigen van de Gemeenschap mogen in de wateren onder jurisdictie van IJsland uitsluitend vissen in het gebied dat binnen de volgende met rechte lijnen onderling verbonden coördinaten valt:
|
3) |
De bijlagen IB, IC, ID, IVa, IVc en VI worden gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening. |
Artikel 2
Wijziging van Verordening (EG) nr. 2270/2004
De bijlage bij Verordening (EG) nr. 2270/2004 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 mei 2005.
Voor de Raad
De voorzitter
-
F.BODEN
BIJLAGE I
De bijlagen bij Verordening (EG) nr. 27/2005 worden als volgt gewijzigd:
1) |
In bijlage IB:
|
2) |
In bijlage I C:
|
3) |
In Bijlage ID wordt de tabel betreffende witte heek in zone NAFO 3 NO vervangen door de volgende tabel:
|
4) |
In Bijlage IVa:
|
5) |
Bijlage IVc, punt 6, onder a), wordt vervangen door:
|
6) |
Bijlage VI, deel I, wordt vervangen door: „DEEL I KWANTITATIEVE BEPERKINGEN INZAKE VERGUNNINGEN EN VISDOCUMENTEN VOOR VAARTUIGEN VAN DE GEMEENSCHAP IN WATEREN VAN DERDE LANDEN
|
-
Mag niet in sector 3 III b, c, d worden gevist.”;
-
Enkel met beuglijnen te vangen; met inbegrip van grenadiervissen, Mora mora en gaffelkabeljauw.”;
-
Beperkt tot II a en IV. Met inbegrip van niet specifiek vermelde visserijtakken.
-
In de gebieden IV en VI a beperkt tot bijvangsten van morene.”.
-
Waarvan 45 930 ton toegewezen aan IJsland.
-
Te vangen vóór 30 april 2005.”;
-
Mag worden gevangen met de pelagische trawl. Vangsten met de bodemtrawl en met de pelagische trawl moeten afzonderlijk worden aangegeven. Mag in de oostelijke of westelijke wateren worden gevangen.
-
Waarvan 3 500 ton, uitsluitend met pelagische trawls te vangen, aan Noorwegen is toegewezen.
-
Waarvan 500 ton is toegewezen aan de Faeröer. Vangsten met de bodemtrawl en met de pelagische trawl moeten afzonderlijk worden aangegeven.
-
Voorlopig quotum in afwachting van de uitkomst van het visserijoverleg met Denemarken (namens de Faeröer en Groenland) voor 2005.
-
Inclusief onvermijdelijke bijvangsten (bijvangst van kabeljauw niet toegestaan).
-
Te vangen tussen juli en december.”.
-
Zoals bevestigd door het EG-logboek — gemiddelde jaarlijkse aangelande vangsten in levend gewicht.
-
Het vaartuig mag evenveel dagen in het gebied aanwezig zijn als het aantal dagen van de betrokken maand.
-
Vaartuigen die onder deze afwijking vallen voldoen aan de voorwaarden van aanhangsel 1 bij deze bijlage.”;
-
Deze verdeling geldt voor de ringzegen- en trawlvisserij.
-
Te kiezen uit de elf vergunningen voor ringzegenvisserij op makreel bezuiden 62° 00' N.
-
Volgens de goedgekeurde notulen van 1999 zijn de aantallen voor de gerichte visserij op kabeljauw en schelvis opgenomen in de aantallen voor „Elke vorm van trawlvisserij met vaartuigen van ten hoogste 180 voet in de zone tussen 12 en 21 mijl van de basislijnen van de Faeröer”.
-
Maximaal aantal vaartuigen dat op enig moment tegelijkertijd in het gebied aanwezig mag zijn.
-
Dit aantal is begrepen in het aantal voor „Trawlvisserij buiten 21 mijl van de basislijnen van de Faeröer”.
-
Uitsluitend voor vaartuigen die de vlag van Letland voeren.”
BIJLAGE II
Deel 2 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2270/2004 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De tabel betreffende diepzeehaaien in zone X (wateren van de Gemeenschap en internationale wateren) wordt vervangen door:
|
2) |
De tabel betreffende grenadiervis in zone V b, VI, VII (wateren van de Gemeenschap en internationale wateren) wordt vervangen door:
|
-
Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.”.
-
Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.”.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.