Richtlijn 2006/31 - Wijziging van Richtlijn 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten, met betrekking tot bepaalde termijnen - Hoofdinhoud
27.4.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 114/60 |
RICHTLIJN 2006/31/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 5 april 2006
tot wijziging van Richtlijn 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten, met betrekking tot bepaalde termijnen
(voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 47, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité,
Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten (3) voert een allesomvattend regelgevingskader in om te garanderen dat de uitvoering van transacties van beleggers aan de hoogste normen beantwoordt. |
(2) |
Richtlijn 2004/39/EG bepaalt dat de lidstaten uiterlijk op 30 april 2006 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen moeten vaststellen om aan die richtlijn te voldoen. Om een uniforme toepassing in de lidstaten te garanderen, moet een groot aantal complexe bepalingen van de desbetreffende richtlijn worden aangevuld met uitvoeringsmaatregelen die door de Commissie dienen te worden vastgesteld tijdens de periode waarbinnen de lidstaten de richtlijn in nationaal recht moeten omzetten. Aangezien de lidstaten hun nationale wetten pas volledig kunnen opstellen en in definitieve vorm kunnen gieten wanneer duidelijkheid bestaat over de inhoud van de uitvoeringsmaatregelen, kunnen zij moeite hebben om de huidige omzettingstermijn in acht te nemen. |
(3) |
Beleggingsondernemingen en andere gereglementeerde entiteiten kunnen zich verplicht zien nieuwe informatietechnologiesystemen, nieuwe organisatiestructuren en nieuwe procedures voor het rapporteren en het bijhouden van gegevens in te voeren, dan wel bestaande systemen en werkwijzen ingrijpend te wijzigen teneinde aan de vereisten van Richtlijn 2004/39/EG en van de nationale uitvoeringswetgeving te voldoen. Dit is alleen mogelijk wanneer de inhoud van zowel de door de Commissie vast te stellen uitvoeringsmaatregelen als de nationale wetgeving tot omzetting van de richtlijn definitief vaststaan. |
(4) |
Opdat Richtlijn 2004/39/EG ten volle effect sorteert, is het tevens noodzakelijk dat de richtlijn en de uitvoeringsmaatregelen daarvan gelijktijdig in nationaal recht worden omgezet of rechtstreeks toepasselijk zijn in de lidstaten. |
(5) |
Het is bijgevolg aangewezen de termijn waarbinnen de lidstaten Richtlijn 2004/39/EG in nationaal recht moeten omzetten te verlengen. Ook de termijn waarbinnen beleggingsondernemingen en kredietinstellingen aan de nieuwe vereisten moeten voldoen, dient te worden verlengd tot na de volledige omzetting van de richtlijn in nationaal recht door de lidstaten. |
(6) |
Gezien de wisselwerking tussen de diverse bepalingen van Richtlijn 2004/39/EG verdient het aanbeveling dat elke eventuele termijnverlenging geldt voor alle bepalingen van die richtlijn. Elk eventueel uitstel van de omzettings- en de toepassingsdatum moet in verhouding staan tot en mag niet verder gaan dan de behoeften van de lidstaten en de gereglementeerde entiteiten. Om elke vorm van fragmentatie te vermijden die de goede werking van de interne effectenmarkt zou kunnen belemmeren, dienen de lidstaten de bepalingen van Richtlijn 2004/39/EG op hetzelfde tijdstip toe te passen. |
(7) |
Het Europees Parlement heeft in zijn resolutie van 5 februari 2002 (4) over de tenuitvoerlegging van de financiële-dienstenwetgeving de wens uitgesproken dat het Europees Parlement en de Raad in gelijke mate betrokken worden bij het toezicht op de wijze waarop de Commissie zich van haar uitvoerende bevoegdheden kwijt, teneinde de wetgevingsbevoegdheden van het Europees Parlement ingevolge artikel 251 van het Verdrag tot gelding te laten komen. De voorzitter van de Commissie heeft dit verzoek gesteund in een plechtige verklaring die hij op dezelfde dag ten overstaan van het Europees Parlement heeft afgelegd. Op 11 december 2002 heeft de Commissie wijzigingen voorgesteld op Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (5), en diende vervolgens een gewijzigd voorstel in op 22 april 2004. Het Europees Parlement is van mening dat zijn wetgevingsprerogatieven in dit voorstel niet worden gegarandeerd. Het Europees Parlement is van opvatting dat het Europees Parlement en de Raad de kans zouden moeten hebben de toekenning van uitvoerende bevoegdheden aan de Commissie binnen een bepaalde termijn te evalueren. Daarom is het wenselijk dat de termijn waarbinnen de Commissie uitvoeringsmaatregelen kan nemen, wordt beperkt. |
(8) |
Het Europees Parlement dient over een termijn van drie maanden te beschikken, te rekenen vanaf de eerste indiening van ontwerp-amendementen en ‐uitvoeringsmaatregelen, om deze te bestuderen en advies uit te brengen. In urgente en naar behoren gemotiveerde gevallen moet deze termijn echter ingekort kunnen worden. Indien binnen die termijn door het Europees Parlement een resolutie wordt aangenomen, moet de Commissie de ontwerp-amendementen of -maatregelen opnieuw onderzoeken. |
(9) |
Er zijn verdere overeenkomstige wijzigingen noodzakelijk om de data van de intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad van 10 mei 1993 betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten (6) en van de in Richtlijn 2004/39/EG vervatte overgangsbepalingen naar later te verschuiven en het tijdsbestek waarbinnen de Commissie haar verslagen moet indienen te verruimen. |
(10) |
Wegens de verschuiving in tijd tussen de datum waarop de lidstaten Richtlijn 2004/39/EG in nationaal recht moeten hebben omgezet, en de datum met ingang waarvan de beleggingsondernemingen en kredietinstellingen aan de nieuwe vereisten moeten voldoen, zullen de bepalingen van Richtlijn 2004/39/EG buiten toepassing blijven tot 1 november 2007; daarom is het gepast dat Richtlijn 93/22/EEG per 1 november 2007 wordt ingetrokken. |
(11) |
Richtlijn 2004/39/EG dient bijgevolg dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 2004/39/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Overweging 69 wordt vervangen door:
|
2) |
Artikel 64 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Artikel 65 wordt vervangen door: „Artikel 65 Verslagen en herziening
|
4) |
Artikel 69 wordt vervangen door: „Artikel 69 Intrekking van Richtlijn 93/22/EEG Richtlijn 93/22/EEG wordt ingetrokken met ingang van 1 november 2007. Verwijzingen naar Richtlijn 93/22/EEG worden gelezen als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn. Verwijzingen naar begrippen die worden omschreven in, dan wel artikelen van Richtlijn 93/22/EEG worden gelezen als verwijzingen naar het overeenkomstige begrip omschreven in, dan wel het artikel van deze richtlijn.”. |
5) |
In artikel 70 wordt de eerste alinea vervangen door: „De lidstaten stellen uiterlijk op 31 januari 2007 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Zij passen deze bepalingen toe met ingang van 1 november 2007.”. |
6) |
In artikel 71 worden de leden 1 tot en met 5 vervangen door: „1. Beleggingsondernemingen die reeds vóór 1 november 2007 in hun lidstaat van herkomst over een vergunning beschikten om beleggingsdiensten te verrichten, worden geacht over een vergunning in de zin van deze richtlijn te beschikken wanneer volgens de in deze lidstaat vigerende wetgeving de toegang tot die werkzaamheden onderworpen is aan voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan die welke in de artikelen 9 tot en met 14 zijn omschreven.
|
Artikel 2
-
1.De lidstaten stellen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om uiterlijk op 31 januari 2007 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Zij passen die bepalingen toe met ingang van 1 november 2007.
-
2.Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Straatsburg, 5 april 2006.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
-
J.BORRELL FONTELLES
Voor de Raad
De voorzitter
-
H.WINKLER
-
Advies van het Europees Parlement van 13 december 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 10 maart 2006.
-
PB L 141 van 11.6.1993, blz. 27. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 35 van 11.2.2003, blz. 1).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.