Verordening 2006/1185 - Opzegging van de Overeenkomst met de regering van Angola inzake de visserij voor de kust van Angola en houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 2792/1999

1.

Wettekst

4.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 214/10

 

VERORDENING (EG) Nr. 1185/2006 VAN DE RAAD

van 24 juli 2006

houdende opzegging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Volksrepubliek Angola inzake de visserij voor de kust van Angola en houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 2792/1999

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 36 en 37 juncto artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Regering van de Volksrepubliek Angola inzake de visserij voor de kust van Angola (2) (hierna „de Overeenkomst” genoemd) is op 1 februari 1989 in Luanda ondertekend en krachtens artikel 15 van die Overeenkomst op dezelfde dag in werking getreden.

 

(2)

Het laatste aan de Overeenkomst gehechte Protocol tot vaststelling van de voor de periode van 3 augustus 2002 tot en met 2 augustus 2004 geldende vangstmogelijkheden en financiële tegenprestatie, zoals bedoeld in de Overeenkomst (3), is niet verlengd aangezien bepaalde voorschriften van de nieuwe, in oktober 2004 door de regering van de Republiek Angola goedgekeurde nationale wetgeving inzake biologische aquatische rijkdommen onverenigbaar zijn met de voorschriften van de Gemeenschap voor de visserij door vaartuigen van de Gemeenschap in de wateren van Angola.

 

(3)

Derhalve moet de overeenkomst worden opgezegd volgens de procedure van artikel 14.

 

(4)

Krachtens Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (4) kunnen de lidstaten aan vissers en eigenaars van vaartuigen een vergoeding toekennen voor een tijdelijke stillegging in geval van niet-vernieuwing of opschorting van een visserijovereenkomst voor de van deze overeenkomst afhankelijke communautaire vloten. De vergoeding wordt toegekend voor ten hoogste zes maanden. Zij kan met zes maanden worden verlengd indien een door de Commissie goedgekeurd omschakelingsplan voor de betrokken vloot wordt uitgevoerd.

 

(5)

Bij besluit van 18 juli 2005 heeft de Commissie voor de visserijvloten die worden getroffen door de niet-verlenging van het visserijprotocol tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Angola een omschakelingsplan goedgekeurd in het kader van het operationeel programma van het FIOV voor de communautaire structurele steunverlening in de visserijsector in gebieden van doelstelling I in Spanje voor de periode 2000-2006.

 

(6)

Om de uitvoering van bedoeld omschakelingsplan te vergemakkelijken moeten de onder dit plan vallende vaartuigen van de Gemeenschap die, als gevolg van de opzegging van de overeenkomst, hun activiteiten in het kader van die overeenkomst staken, worden vrijgesteld van enkele bepalingen van Verordening (EG) nr. 2792/1999. Zij moeten met name worden vrijgesteld van de verplichting om overheidssteun voor een tijdelijke stillegging of voor vernieuwing, modernisering en uitrusting terug te betalen, en van de verplichting om te bewijzen dat het vaartuig in het jaar voordat het uit het communautaire gegevensbestand van vissersvaartuigen wordt geschrapt, continu actief is geweest,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De op 1 februari 1989 in Luanda ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Volksrepubliek Angola inzake de visserij voor de kust van Angola wordt door de Gemeenschap opgezegd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn om de regering van de Republiek Angola in kennis te stellen van de opzegging van de Overeenkomst.

Artikel 3

  • 1. 
    Het bepaalde in artikel 10, lid 3, onder b), ii), en in artikel 10, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2792/1999 en in punt 1.1, onder a), van bijlage III bij die verordening, is niet van toepassing op de vaartuigen van de Gemeenschap die zijn opgenomen in het bij besluit van 18 juli 2005 door de Commissie goedgekeurde omschakelingsplan.
  • 2. 
    De capaciteit van elk vaartuig dat gebruikmaakt van de derogatie van artikel 10, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2792/1999 wordt beschouwd als een onttrekking met overheidssteun, behoudens het bepaalde in artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van 20 december 2002 tot vaststelling van een communautaire noodmaatregel voor de sloop van vissersvaartuigen (5).

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 juli 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    PEKKARINEN
 

  • (1) 
    Advies uitgebracht op 16 mei 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.