Verordening 2006/1591 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 51/2006 wat betreft de bepalingen inzake vaartuigen die illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visserij bedrijven in de Noord-Atlantische Oceaan

1.

Wettekst

26.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 296/1

 

VERORDENING (EG) Nr. 1591/2006 VAN DE RAAD

van 24 oktober 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 51/2006 wat betreft de bepalingen inzake vaartuigen die illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visserij bedrijven in de Noord-Atlantische Oceaan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 20,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 51/2006 van de Raad (2) zijn voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden de vangstmogelijkheden en de bij de visserij in acht te nemen voorwaarden voor 2006 vastgesteld, welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn.

 

(2)

In februari 2004 heeft de Visserijcommissie voor het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) een aanbeveling gegeven met betrekking tot vaartuigen die illegale, niet-aangegeven of niet-gereglementeerde visserij (IUU) bedrijven. In mei 2006 heeft de NEAFC aanbevolen de bepalingen inzake IUU-visserij te wijzigen, zodat het vaartuigen waarvan is bevestigd dat ze IUU-visserij hebben bedreven, verboden is een communautaire haven binnen te varen. Deze aanbeveling moet worden omgezet in communautaire regelgeving.

 

(3)

Verordening (EG) nr. 51/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage III, punt 13, van Verordening (EG) nr. 51/2006 wordt vervangen door:

„13.   Vaartuigen die illegale, niet-aangegeven of niet-gereglementeerde visvangst bedrijven in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan

 

13.1.

De Commissie deelt de lidstaten onverwijld mee welke vaartuigen die de vlag voeren van landen die geen partij zijn bij het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (het verdrag) gesignaleerd zijn bij het vissen in het gereglementeerde gebied van het verdrag, en door de Visserijcommissie voor het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) op een voorlopige lijst geplaatst zijn van vaartuigen waarvan wordt vermoed dat zij zich niet houden aan de aanbevelingen uit hoofde van het verdrag. Op deze vaartuigen zijn de volgende maatregelen van toepassing:

 

a)

vaartuigen die een haven aandoen, krijgen geen toestemming om aan te landen of over te laden en worden door de bevoegde autoriteiten geïnspecteerd. Deze inspectie heeft betrekking op de documenten van het vaartuig, de logboeken, het vistuig, de vangsten aan boord evenals alle andere zaken die verband houden met de visserijactiviteiten van het vaartuig in het gereglementeerde gebied van het verdrag. Informatie over de resultaten van de inspectie wordt onmiddellijk aan de Commissie meegedeeld;

 

b)

vissersvaartuigen, ondersteuningsvaartuigen, bunkerschepen, moederschepen en vrachtvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, mogen op geen enkele wijze de vaartuigen bijstand verlenen of deelnemen aan overladingen van of gezamenlijke visserijactiviteiten met de vaartuigen;

 

c)

in de haven mogen aan de vaartuigen geen goederen of brandstof worden geleverd, en er mogen geen diensten worden verleend.

 

13.2.

Vaartuigen die door de Visserijcommissie voor het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) zijn geplaatst op een lijst van vaartuigen waarvan is bevestigd dat zij illegale, niet-aangegeven of niet-gereglementeerde visvangst hebben bedreven (IUU-vaartuigen), staan vermeld in aanhangsel 4. Naast de in punt 13.1 vermelde maatregelen gelden voor deze vaartuigen ook de volgende maatregelen:

 

a)

het is IUU-vaartuigen verboden een communautaire haven binnen te varen;

 

b)

het is IUU-vaartuigen niet toegestaan te vissen in communautaire wateren en zij mogen niet gecharterd worden;

 

c)

de invoer van vis afkomstig van IUU-vaartuigen is verboden;

 

d)

de lidstaten staan IUU-vaartuigen niet toe om hun vlag te voeren en moedigen importeurs, vervoerders en andere betrokken sectoren aan om geen door dergelijke vaartuigen gevangen vis te verhandelen of over te laden.

 

13.3.

De Commissie brengt de lijst van IUU-vaartuigen met die van de NEAFC in overeenstemming zodra de NEAFC een nieuwe lijst van IUU-vaartuigen vaststelt.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 24 oktober 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    KORKEAOJA
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.