Verordening 2006/2027 - Sluiting van de visserijovereenkomst met Kaapverdië

1.

Wettekst

30.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 414/1

 

VERORDENING (EG) Nr. 2027/2006 VAN DE RAAD

van 19 december 2006

betreffende de sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, juncto artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië hebben onderhandeld over een partnerschapsovereenkomst inzake visserij waarbij aan vissers uit de Gemeenschap vangstmogelijkheden worden toegekend in de wateren waarover de Republiek Kaapverdië de soevereiniteit bezit, en hebben deze overeenkomst geparafeerd.

 

(2)

Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd.

 

(3)

Er dient te worden bepaald hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan deze verordening gehecht.

Artikel 2

De in het protocol bij de overeenkomst vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

 

Type visserij

Vaartuigtype

Lidstaat

Vergunningen of quota

Tonijnvisserij

Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de drijvende beug

Spanje

41

Portugal

7

Tonijnvisserij

Vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen

Spanje

12

Frankrijk

13

Tonijnvisserij

Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel

Spanje

7

Frankrijk

4

Indien met de door deze lidstaten ingediende vergunningaanvragen niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, kan de Commissie vergunningaanvragen van andere lidstaten in aanmerking nemen.

Artikel 3

De lidstaten waarvan de vaartuigen op grond van deze overeenkomst vissen, melden de in de Kaapverdische visserijzone gevangen hoeveelheden van elk bestand aan de Commissie op de wijze zoals bepaald bij Verordening (EG) nr. 500/2001 van de Commissie van 14 maart 2001 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad wat betreft de controle op de vangsten van de communautaire vissersvaartuigen in de wateren van derde landen en in volle zee (2).

Artikel 4

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn de overeenkomst te ondertekenen teneinde de Europese Gemeenschap te binden.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie  (3).

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 december 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    KORKEAOJA
 

  • (1) 
    Advies uitgebracht op 30 november 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (3) 
    De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst zal door het secretariaat-generaal van de Raad bekend worden gemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.