Besluit 2007/409 - Wijziging van Besluit 2004/585/EG tot oprichting van regionale adviesraden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid - Hoofdinhoud
15.6.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 155/68 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 11 juni 2007
houdende wijziging van Besluit 2004/585/EG tot oprichting van regionale adviesraden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid
(2007/409/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name in de artikelen 31 en 32, wordt voorzien in nieuwe vormen van deelname van de belanghebbenden aan het gemeenschappelijk visserijbeleid door middel van de oprichting van regionale adviesraden. |
(2) |
In Besluit 2004/585/EG (2) is een gemeenschappelijk kader vastgesteld waaraan door alle regionale adviesraden moet worden voldaan. |
(3) |
In artikel 9 van Besluit 2004/585/EG is bepaald dat de Gemeenschap financiële steun verleent aan de regionale adviesraden, om ervoor te zorgen dat zij doeltreffend kunnen functioneren, alsmede ter dekking van hun tolk- en vertaalkosten. |
(4) |
De regionale adviesraden geven de Commissie en de lidstaten advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid en zorgen voor daadwerkelijke betrokkenheid van belanghebbenden, hetgeen een van de belangrijkste pijlers van het hervormde gemeenschappelijke visserijbeleid en een voorwaarde voor goed bestuur is. |
(5) |
Regionale adviesraden moeten derhalve worden beschouwd als organen die een doel van algemeen Europees belang nastreven in de zin van artikel 162, onder b), van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (3). |
(6) |
Regionale adviesraden moet financiële stabiliteit worden geboden door hun voldoende en permanente financiering te verstrekken om hun adviserende taak in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid doeltreffend te kunnen vervullen. |
(7) |
Om het beheer van de communautaire middelen die de regionale adviesraden hebben ontvangen, te vereenvoudigen, zou een enkel financieel instrument moeten worden gebruikt om alle kosten te dekken. |
(8) |
Met het oog op de aan de regionale adviesraden verstrekte communautaire financiële steun, is het belangrijk dat de Commissie niet alleen bij de auditcontroles, maar op elk moment kan controleren of de regionale adviesraden overeenkomstig hun taakstelling opereren. |
(9) |
Besluit 2004/585/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
BESLUIT:
Artikel 1
Besluit 2004/585/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 9 wordt vervangen door: „Artikel 9 Financiering
|
2) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 9 bis Controles door de Commissie De Commissie mag alle controles uitvoeren die zij noodzakelijk acht om naleving van de bij Verordening (EG) nr. 2371/2002 en dit besluit aan de regionale adviesraden opgedragen taken te verzekeren.”. |
3) |
Bijlage II wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Luxemburg, 11 juni 2007.
Voor de Raad
De voorzitter
-
H.SEEHOFER
-
PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 478/2007 (PB L 111 van 28.4.2007, blz. 13).
-
PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 478/2007 (PB L 111 van 28.4.2007, blz. 13).”.
BIJLAGE
„BIJLAGE II
Bijdrage van de Gemeenschap in de kosten van de regionale adviesraden
De Gemeenschap draagt gedeeltelijk bij in de exploitatiekosten van de regionale adviesraden als organen die een doel van algemeen Europees belang nastreven. De door de Gemeenschap aan elke regionale adviesraad voor zijn exploitatiekosten toegewezen subsidie bedraagt niet meer dan 90 % van de exploitatiebegroting van de regionale adviesraad. In de volgende jaren is de financiële bijdrage permanent en afhankelijk van de begroting. Ieder jaar sluit de Commissie met elke regionale adviesraad een „exploitatiesubsidieovereenkomst” waarin de algemene en bijzondere voorwaarden voor de toekenning van dergelijke steun staan vermeld.
Subsidiabele kosten zijn kosten die noodzakelijk zijn voor het normale functioneren en het verwezenlijken van de doelstellingen van de regionale adviesraden. Alleen de werkelijke kosten komen in aanmerking voor de communautaire bijdrage, die zal worden toegekend op voorwaarde dat de andere financieringsbronnen zijn toegewezen.
De volgende directe kosten komen voor subsidie in aanmerking:
— |
personeelskosten (kosten van het personeel per aan het project bestede werkdag); |
— |
vergaderruimten; |
— |
apparatuur (nieuw of gebruikt); |
— |
kosten van goederen en leveringen; |
— |
kosten voor het verspreiden van informatie onder de leden; |
— |
reis- en verblijfkosten van deskundigen die deelnemen aan de vergaderingen (overeenkomstig door de Commissie goedgekeurde tariefschalen of regels); |
— |
audits; |
— |
kosten voor tolken en vertalen; |
— |
een reserve voor onvoorziene omstandigheden, ten bedrage van maximaal 5 % van de subsidiabele directe kosten.” |
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.