Verordening 2008/1359 - Vaststelling, voor 2009 en 2010, van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de EG voor bepaalde bestanden van diepzeevissen

1.

Wettekst

31.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 352/1

 

VERORDENING (EG) Nr. 1359/2008 VAN DE RAAD

van 28 november 2008

tot vaststelling, voor 2009 en 2010, van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap voor bepaalde bestanden van diepzeevissen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 20,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 moet de Raad, met inachtneming van de beschikbare wetenschappelijke adviezen en eventuele adviezen van de krachtens artikel 31 van die verordening ingestelde regionale adviesraden, de nodige maatregelen vaststellen om de toegang tot wateren en hulpbronnen en de duurzame uitoefening van visserijactiviteiten te waarborgen.

 

(2)

Krachtens artikel 20 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 moet de Raad de vangstmogelijkheden per visserijtak of groep van visserijtakken vaststellen en deze volgens de voorgeschreven criteria over de lidstaten verdelen.

 

(3)

Uit het recentste wetenschappelijk advies van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES) betreffende bepaalde bestanden van diepzeesoorten, blijkt dat deze bestanden niet op duurzame wijze worden geëxploiteerd en dat de vangstmogelijkheden voor die bestanden met het oog op de duurzaamheid moeten worden beperkt.

 

(4)

Voorts heeft de ICES in zijn advies verklaard dat het bestand van Atlantische slijmkop in ICES-deelgebied VII veel te intensief wordt geëxploiteerd. Uit ander wetenschappelijk advies blijkt dat Atlantische slijmkop in deelgebied VI ernstig uitgeput is en dat zich in bepaalde gebieden kwetsbare bestanden van deze soort bevinden. Derhalve is het dienstig de visserij op Atlantische slijmkop in die gebieden te verbieden.

 

(5)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2347/2002 van de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de toegang tot diepzeebestanden (2) en bij de visserij daarop in acht te nemen voorschriften worden de vangstmogelijkheden voor de in bijlage I bij die verordening vermelde diepzeesoorten om de twee jaar vastgesteld. Hierop wordt evenwel een uitzondering gemaakt voor de bestanden grote zilvervis en blauwe leng, waarvoor de vangstmogelijkheden afhangen van de resultaten van de jaarlijkse onderhandelingen met Noorwegen. De vangstmogelijkheden voor deze bestanden zullen dus nog moeten worden vastgesteld in de jaarlijkse verordening tot vaststelling van de vangstmogelijkheden die de Raad in december aanneemt.

 

(6)

Voor een efficiënt beheer van deze quota moeten bijzondere voorschriften voor de uitoefening van de betrokken visserij worden vastgesteld.

 

(7)

Op grond van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad van 6 mei 1996 tot invoering van aanvullende voorwaarden voor het meerjarenbeheer van de TAC’s en quota (3) moet worden bepaald voor welke bestanden de verschillende bij die verordening vastgestelde maatregelen gelden.

 

(8)

Bij het vaststellen van de in deze verordening vervatte maatregelen moet worden verwezen naar de ICES-gebieden, waarvan de afbakening is vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3880/91 van de Raad van 17 december 1991 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten die in het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan (4) vissen en naar de CECAF-gebieden (CECAF: Visserijcommissie voor het centraal-oostelijk deel van de Atlantische Oceaan), die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2597/95 van de Raad van 23 oktober 1995 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten in bepaalde gebieden buiten de Noord-Atlantische Oceaan (5).

 

(9)

De vangstmogelijkheden moeten worden benut overeenkomstig de communautaire regelgeving ter zake, met name Verordening (EEG) nr. 2807/83 van de Commissie van 22 september 1983 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de registratie van gegevens over de visvangst van de lidstaten (6), Verordening (EEG) nr. 1381/87 van de Commissie van 20 mei 1987 inzake uitvoeringsbepalingen met betrekking tot kentekens voor vissersvaartuigen en met betrekking tot documenten aan boord van die vaartuigen (7), Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (8), Verordening (EG) nr. 1627/94 van de Raad van 27 juni 1994 tot vaststelling van algemene bepalingen inzake speciale visdocumenten (9), Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen (10), Verordening (EG) nr. 2347/2002 van de Raad en Verordening (EG) nr. 2187/2005 van de Raad van 21 december 2005 betreffende de instandhouding door middel van technische maatregelen van de visbestanden in de Oostzee, de Belten en de Sont (11).

 

(10)

Om het inkomen van de vissers in de Gemeenschap veilig te stellen is het belangrijk dat deze visgronden op 1 januari 2009 worden opengesteld. Gezien de urgentie van deze kwestie moet een uitzondering worden gemaakt op de periode van zes weken, als bedoeld in punt I.3, van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen gehechte Protocol betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

In deze verordening worden voor 2009 en 2010 de jaarlijkse vangstmogelijkheden voor vissersvaartuigen van de Gemeenschap vastgesteld voor bepaalde bestanden van diepzeevissoorten in communautaire wateren en bepaalde niet-communautaire wateren waar vangstbeperkingen nodig zijn, alsmede de bijzondere voorwaarden waaronder die vangstmogelijkheden kunnen worden benut.

Artikel 2

Definities

  • 1. 
    Voor de toepassing van deze verordening wordt onder „diepzeevisdocument” verstaan het document bedoeld in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2347/2002.
  • 2. 
    Voor de gebieden van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES) en die van de Visserijcommissie voor het centraal-oostelijk deel van de Atlantische Oceaan (CECAF) gelden de afbakeningen die zijn vastgesteld in respectievelijk Verordening (EEG) nr. 3880/91 en Verordening (EG) nr. 2597/95.

Artikel 3

Vaststelling van de vangstmogelijkheden

De vangstmogelijkheden voor diepzeevissoorten voor vaartuigen van de Gemeenschap worden vastgesteld zoals aangegeven in de bijlage.

Artikel 4

Verdeling over de lidstaten

De vangstmogelijkheden worden overeenkomstig de bijlage aan de lidstaten toegewezen onverminderd:

 

a)

het ruilen van quota op grond van artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002;

 

b)

nieuwe toewijzingen op grond van artikel 21, lid 4, en artikel 32, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2847/93, en artikel 23, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2371/2002;

 

c)

de aanvoer van extra hoeveelheden op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96;

 

d)

op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 ingehouden hoeveelheden;

 

e)

verminderingen op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 847/96 en artikel 23, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2371/2002.

Artikel 5

Flexibiliteit

Voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 847/96 worden alle in de bijlage vastgestelde quota beschouwd als analytische quota.

De in artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 847/96 bedoelde maatregelen zijn evenwel niet op deze quota van toepassing.

Artikel 6

Voorwaarden voor de aanlanding van vangsten en bijvangsten

  • 1. 
    Vis van bestanden waarvoor bij deze verordening vangstmogelijkheden worden vastgesteld, mag slechts aan boord worden gehouden of aangeland mits deze vis is gevangen door vaartuigen van een lidstaat waarvan de quota nog niet zijn uitgeput. Alle aangelande hoeveelheden worden in mindering gebracht op het betrokken quotum.
  • 2. 
    Lid 1 is niet van toepassing op vangsten voor wetenschappelijk onderzoek op grond van artikel 43 van Verordening (EG) nr. 850/98. Dergelijke vangsten worden niet in mindering gebracht op het betrokken quotum.

Artikel 7

Atlantische slijmkop

  • 1. 
    Het is verboden op Atlantische slijmkop te vissen in de volgende zeegebieden:
 

a)

het gebied dat wordt ingesloten door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

 
 

57°00′ N, 11°00′ W

 
 

57°00′ N, 8°30′ W

 
 

56v 23′ N, 8°30′ W

 
 

55°00′ N, 8°30′ W

 
 

55°00′ N, 11°00′ W

 
 

57°00′ N, 11°00′ W;

 

b)

het gebied dat wordt ingesloten door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

 
 

55°30′ NB, 15°49′ WL

 
 

53°30′ NB, 14°11′ WL

 
 

50°30′ NB, 14°11′ WL

 
 

50°30′ NB, 15°49′ WL;

 

c)

het gebied dat wordt ingesloten door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

 
 

55°00′ NB, 13°51′ WL

 
 

55°00′ NB, 10°37′ WL

 
 

54°15′ NB, 10°37′ WL

 
 

53°30′ NB, 11°50′ WL

 
 

53°30′ NB, 13°51′ WL.

De punten met deze geografische coördinaten, de overeenkomstige loxodromen en de posities van de vaartuigen worden gemeten volgens de WGS84-norm.

  • 2. 
    Vaartuigen die in het bezit zijn van een diepzeevisdocument en de in lid 1 bedoelde gebieden binnenvaren, mogen geen Atlantische slijmkop aan boord houden of overladen, noch Atlantische slijmkop aanlanden aan het einde van een visreis, tenzij:
 

a)

alle aan boord meegevoerd vistuig tijdens de doorvaart is vastgesjord en geborgen overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2847/93, of

 

b)

de gemiddelde snelheid tijdens het doorvaren niet minder dan 8 knopen bedraagt.

  • 3. 
    De lidstaten zorgen ervoor dat vaartuigen die in het bezit zijn van een diepzeevisdocument, terdege worden gecontroleerd door het visserijcontrolecentrum (VCC), dat moet beschikken over een systeem om op te sporen en te registreren wanneer vaartuigen de in lid 1 bedoelde gebieden binnenvaren, doorvaren en verlaten.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 november 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    BARNIER
 

 

BIJLAGE

DEEL 1

Definitie van soorten en groepen van soorten

 

1.

In de lijst in deel 2 van deze bijlage zijn de visbestanden vermeld in alfabetische volgorde op de Latijnse naam van de vissoort. Bovenaan in de lijst worden evenwel eerst de diepzeehaaien vermeld. Voor de toepassing van deze verordening volgt hieronder een tabel met de gebruikelijke Nederlandse namen en de overeenkomstige Latijnse namen van de betrokken vissoorten:

 

Gewone naam

Wetenschappelijke naam

Zwarte haarstaartvis

Aphanopus carbo

Bericyden

Beryx spp.

Grenadiervis

Coryphaenoides rupestris

Atlantische slijmkop

Hoplostethus atlanticus

Blauwe leng

Molva dypterygia

Zeebrasem

Pagellus bogaraveo

Gaffelkabeljauwen

Phycis blennoides

 

2.

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder „diepzeehaaien” verstaan, haaien die voorkomen in de volgende lijst van soorten:

 

Gewone naam

Wetenschappelijke benaming

IJslandse hondshaai

Apristuris spp.

Ruwe doornhaai

Centrophorus granulosus

Donkere doornhaai

Centrophorus squamosus

Portugese hondshaai

Centroscymnus coelolepis

Langsnuitdoornhaai

Centrocymnus crepidater

Doornhaai

Centroscyllium fabricii

Spitssnuitsnavelhaai

Deania calceus

Zwarte haai

Dalatias licha

Grote lantaarnhaai

Etmopterus princeps

Zwarte doornhaai

Etmopterus spinax

Spaanse hondshaai

Galeus melastomus

Muiskathaai

Galeus murinus

Groenlandse haai

Somniosus microcephalus

DEEL 2

Jaarlijkse vangstmogelijkheden, per soort en per gebied (in ton levend gewicht), die gelden voor vaartuigen van de Gemeenschap in gebieden met vangstbeperkingen

Alle verwijzingen betreffen ICES-deelgebieden en/of afdelingen, tenzij anders aangegeven.

 

Soort

:

Diepzeehaaien

Gebied

:

V, VI, VII, VIII en IX (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (DWS/56789-)

Jaar

2009 (1)

2010 (2)

 

Duitsland

20

0

 

Estland

1

0

 

Ierland

55

0

 

Spanje

93

0

 

Frankrijk

339

0

 

Litouwen

1

0

 

Polen

1

0

 

Portugal

127

0

 

Verenigd Koninkrijk

187

0

 

EG

824

0

 
 

Soort

:

Diepzeehaaien

Gebied

:

X (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (DWS/10-)

Jaar

2009 (3)

2010 (4)

 

Portugal

10

0

 

EG

10

0

 
 

Soort

:

Diepzeehaaien en Deania histricosa en Deania profondorum

Gebied

:

XII (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (DWS/12-)

Jaar

2009 (5)

2010 (6)

 

Ierland

1

0

 

Spanje

17

0

 

Frankrijk

6

0

 

Verenigd Koninkrijk

1

0

 

EG

25

0

 
 

Soort

:

Zwarte haarstaartvis

Aphanopus carbo

Gebied

:

I, II, III en IV (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (BSF/1234-)

Jaar

2009

2010

 

Duitsland

4

4

 

Frankrijk

4

4

 

Verenigd Koninkrijk

4

4

 

EG

12

12

 
 

Soort

:

Zwarte haarstaartvis

Aphanopus carbo

Gebied

:

V, VI, VII en XII (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (BSF/56712-)

Jaar

2009

2010

 

Duitsland

32

29

 

Estland

15

14

 

Ierland

78

73

 

Spanje

156

145

 

Frankrijk

2 189

2 036

 

Letland

102

95

 

Litouwen

1

1

 

Polen

1

1

 

Verenigd Koninkrijk

156

145

 

Andere (7)

8

8 (7)

 

EG

2 738

2 547

 
 

Soort

:

Zwarte haarstaartvis

Aphanopus carbo

Gebied

:

VIII, IX en X (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (BSF/8910-)

Jaar

2009

2010

 

Spanje

11

11

 

Frankrijk

28

26

 

Portugal

3 561

3 311

 

EG

3 600

3 348

 
 

Soort

:

Zwarte haarstaartvis

Aphanopus carbo

Gebied

:

CECAF 34.1.2. (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (BSF/C3412-)

Jaar

2009

2010

 

Portugal

4 285

4 285

 

EG

4 285

4 285

 
 

Soort

:

Bericyden

Beryx spp.

Gebied

:

III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (ALF/3X14-)

Jaar

2009

2010

 

Ierland

10

10

 

Spanje

74

74

 

Frankrijk

20

20

 

Portugal

214

214

 

Verenigd Koninkrijk

10

10

 

EG

328

328

 
 

Soort

:

Grenadiervis

Coryphaenoides rupestris

Gebied

:

I, II, IV en Va (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (RNG/1245A-)

Jaar

2009

2010

 

Denemarken

2

2

 

Duitsland

2

2

 

Frankrijk

11

11

 

Verenigd Koninkrijk

2

2

 

EG

17

17

 
 

Soort

:

Grenadiervis

Coryphaenoides rupestris

Gebied

:

III (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (RNG/03-)

Jaar

2009

2010

 

Denemarken

804

804

 

Duitsland

5

5

 

Zweden

41

41

 

EG

850

850

 
 

Soort

:

Grenadiervis

Coryphaenoides rupestris

Gebied

:

Vb, VI en VII (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (RNG/5B67-)

Jaar

2009 (8)

2010 (8)

 

Duitsland

7

6

 

Estland

57

49

 

Ierland

254

216

 

Spanje

63

54

 

Frankrijk

3 222

2 738

 

Litouwen

74

63

 

Polen

37

32

 

Verenigd Koninkrijk

189

160

 

Andere (9)

7

6

 

EG

3 910

3 324

 
 

Soort

:

Grenadiervis

Coryphaenoides rupestris

Gebied

:

VIII, IX, X, XII en XIV (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (RNG/8X214-)

Jaar

2009 (10)

2010 (10)

 

Duitsland

34

34

 

Ierland

7

7

 

Spanje

3 734

3 734

 

Frankrijk

172

172

 

Letland

60

60

 

Litouwen

7

7

 

Polen

1 168

1 168

 

Verenigd Koninkrijk

15

15

 

EG

5 197

5 197

 
 

Soort

:

Atlantische slijmkop

Hoplostethus atlanticus

Gebied

:

VI (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (ORY/06-)

Jaar

2009

2010

 

Ierland

2

0

 

Spanje

2

0

 

Frankrijk

11

0

 

Verenigd Koninkrijk

2

0

 

EG

17

0

 
 

Soort

:

Atlantische slijmkop

Hoplostethus atlanticus

Gebied

:

VII (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (ORY/07-)

Jaar

2009

2010

 

Ierland

15

0

 

Spanje

0

0

 

Frankrijk

50

0

 

Verenigd Koninkrijk

0

0

 

Andere

0

0

 

EG

65

0

 
 

Soort

:

Atlantische slijmkop

Hoplostethus atlanticus

Gebied

:

I, II, III, IV, V, VIII, IX, X, XII en XIV (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (ORY/1CX14C)

Jaar

2009

2010

 

Ierland

2

0

 

Spanje

1

0

 

Frankrijk

9

0

 

Portugal

2

0

 

Verenigd Koninkrijk

1

0

 

EG

15

0

 
 

Soort

:

Blauwe leng

Molva dypterygia

Gebied

:

II, IV en V (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (BLI/245-)

Jaar

2009

2010

 

Denemarken

5

4

 

Duitsland

5

4

 

Ierland

5

4

 

Frankrijk

28

25

 

Verenigd Koninkrijk

18

15

 

Andere

5

4 (11)

 

EG

66

56

 
 

Soort

:

Blauwe leng

Molva dypterygia

Gebied

:

III (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (BLI/03-)

Jaar

2009

2010

 

Denemarken

5

4

 

Duitsland

3

3

 

Zweden

5

4

 

EG

13

11

 
 

Soort

:

Zeebrasem

Pagellus bogaraveo

Gebied

:

VI, VII en VIII (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (SBR/678-) (12)

Jaar

2009

2010

 

Ierland

7

6 (13)

 

Spanje

204

172 (13)

 

Frankrijk

10

9 (13)

 

Verenigd Koninkrijk

25

22 (13)

 

Andere

7

6 (13)  (14)

 

EG

253

215

 
 

Soort

:

Zeebrasem

Pagellus bogaraveo

Gebied

:

IX (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (SBR/09-) (15)

Jaar

2009

2010 (16)

 

Spanje

722

614

 

Portugal

196

166

 

EG

918

780

 
 

Soort

:

Zeebrasem

Pagellus bogaraveo

Gebied

:

X (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (SBR/10-)

Jaar

2009

2010

 

Spanje

10

10 (17)

 

Portugal

1 116

1 116 (17)

 

Verenigd Koninkrijk

10

10 (17)

 

EG

1 136

1 136 (17)

 
 

Soort

:

Gaffelkabeljauwen

Phycis blennoides

Gebied

:

I, II, III en IV (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (GFB/1234-)

Jaar

2009

2010

 

Duitsland

9

9

 

Frankrijk

9

9

 

Verenigd Koninkrijk

13

13

 

EG

31

31

 
 

Soort

:

Gaffelkabeljauwen

Phycis blennoides

Gebied

:

V, VI en VII (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (GFB/567-)

Jaar

2009

2010

 

Duitsland

10

10

 

Ierland

260

260

 

Spanje

588

588

 

Frankrijk

356

356

 

Verenigd Koninkrijk

814

814

 

EG

2 028

2 028

 
 

Soort

:

Gaffelkabeljauwen

Phycis blennoides

Gebied

:

VIII en IX (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (GFB/89-)

Jaar

2009

2010

 

Spanje

242

242

 

Frankrijk

15

15

 

Portugal

10

10

 

EG

267

267

 
 

Soort

:

Gaffelkabeljauwen

Phycis blennoides

Gebied

:

X en XII (wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen) (GFB/1012-)

Jaar

2009

2010

 

Frankrijk

9

9

 

Portugal

36

36

 

Verenigd Koninkrijk

9

9

 

EG

54

54

 
 

  • (1) 
    Uitsluitend voor bijvangsten. Gerichte visserij op diepzeehaaien is niet toegestaan.
  • (2) 
    Bijvangsten van ten hoogste 10 % van de quota 2009 zijn toegestaan.
  • (3) 
    Uitsluitend voor bijvangsten. Gerichte visserij op diepzeehaaien is niet toegestaan.
  • (4) 
    Bijvangsten van ten hoogste 10 % van de quota 2009 zijn toegestaan.
  • (5) 
    Uitsluitend voor bijvangsten. Gerichte visserij op diepzeehaaien is niet toegestaan.
  • (6) 
    Bijvangsten van ten hoogste 10 % van de quota 2009 zijn toegestaan.
  • (7) 
    Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
  • (8) 
    Ten hoogste 8 % van elk quotum mag worden gevist in wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen in de gebieden VIII, IX, X, XII en XIV.
  • (9) 
    Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
  • Ten hoogste 8 % van elk quotum mag worden gevist in wateren van de Gemeenschap en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen in de gebieden Vb, VI en VII.
  • Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
  • Hierbij moet in 2009 een minimummaat bij aanvoer van 30 cm (totale lengte) en in 2010 een minimummaat bij aanvoer van 35 cm (totale lengte) in acht worden genomen. In 2010 mag 15 % van de aangevoerde vis een minimummaat bij aanvoer van ten minste 30 cm (totale lengte) hebben.
  • Maximaal 10 % van de quota voor 2010 mag worden gevangen in december 2009.
  • Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
  • Hierbij moet in 2009 een minimummaat bij aanvoer van 30 cm (totale lengte) en in 2010 een minimummaat bij aanvoer van 35 cm (totale lengte) in acht worden genomen. In 2010 mag 15 % van de aangevoerde vis een minimummaat bij aanvoer van ten minste 30 cm (totale lengte) hebben.
  • Maximaal 10 % van de quota voor 2010 mag worden gevangen in december 2009.
  • Maximaal 10 % van de quota voor 2010 mag worden gevangen in december 2009.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.