Aanbeveling 1992/443 - Bevordering van werknemersparticipatie in bedrijfswinsten en -resultaten (inclusief aandelenparticipatie)

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31992H0443

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31992H0443

92/443/EEG: Aanbeveling van de Raad van 27 juli 1992 betreffende de bevordering van werknemersparticipatie in bedrijfswinsten en -resultaten (inclusief aandelenparticipatie)

Publicatieblad Nr. L 245 van 26/08/1992 blz. 0053 - 0055

AANBEVELING VAN DE RAAD van 27 juli 1992 betreffende de bevordering van werknemersparticipatie in bedrijfswinsten en -resultaten (inclusief aandelenparticipatie) (92/443/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat de Commissie in haar mededeling betreffende het actieprogramma in verband met de tenuitvoerlegging van het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van de werkenden, haar voornemen heeft bekendgemaakt om een communautair instrument inzake aandelen- en financiële participatie van werknemers voor te leggen;

Overwegende dat over de bevordering in de Lid-Staten van werknemersparticipatie in bedrijfswinsten en -resultaten een rapport is opgesteld; dat uit dit rapport is gebleken dat er in de Gemeenschap een grote verscheidenheid van participatievormen bestaat, waaronder de toekenning van premies in contanten, stelsels op basis van de toekenning van aandelen en uitgestelde winstdeling en verschillende stelsels van werknemersaandeelhouderschap;

Overwegende dat de aanmoediging van financiële bedrijfsparticipatie van werknemers, zonder discriminatie naar geslacht of nationaliteit, kan worden beschouwd als een manier om een verderreikende verdeling te verkrijgen van het vermogen van de ondernemingen, dat mede door de werknemers is gevormd; dat daarnaast met name een grotere betrokkenheid van de werknemers bij de toekomst van hun bedrijven wordt bevorderd door stimulering van op bedrijfsniveau vastgestelde vormen van financiële bedrijfsparticipatie van de werknemers;

Overwegende dat er, hoewel het empirische onderzoek naar de gevolgen van dergelijke participatievormen in de praktijk nog geen overtuigend bewijs levert van grote algemene voordelen, voldoende aanwijzingen zijn dat die vormen positieve gevolgen hebben, vooral wat de motivatie en de produktiviteit van de werknemers en het concurrentievermogen van de ondernemingen betreft;

Overwegende dat een grotere verspreiding van vormen van financiële participatie binnen de Gemeenschap moet worden bevorderd, zonder daarom een actieve harmonisering of een vermindering van de vele bestaande vormen na te streven;

Overwegende dat rekening moet worden gehouden met de belangrijke rol en de grote verantwoordelijkheden van de sociale partners op dit gebied; dat de belangstelling van de sociale partners voor en hun actieve betrokkenheid bij dit communautaire initiatief bepalend zullen zijn voor het uiteindelijke succes;

Overwegende dat deze actie nodig lijkt om, in het kader van de werking van de gemeenschappelijke markt, een van de doelstellingen van de Gemeenschap te verwezenlijken,

  • I. 
    VERZOEKT DE LID-STATEN:
  • 1. 
    om de potentiële voordelen te erkennen van een ruimer gebruik, individueel of collectief, van een grote verscheidenheid aan vormen voor werknemersparticipatie in bedrijfswinsten en -resultatenzoals winstdeling, werknemersaandeelhouderschapof gemengde vormen;
  • 2. 
    om in dat verband rekening te houden met de rol en verantwoordelijkheid van de sociale partners, overeenkomstig de nationale wetgevingen en/of praktijken,

II. BEVEELT DE LID-STATEN AAN:

  • 1. 
    ervoor te zorgen dat adequate wettelijke structuren de invoering mogelijk maken van de in deze aanbeveling bedoelde participatievormen;
  • 2. 
    de mogelijkheid te overwegen om stimulerende maatregelen toe te passen, zoals het verlenen van fiscale of andere financiële voordelen om de invoering van bepaalde participatievormen te bevorderen;
  • 3. 
    het gebruik van participatievormen aan te moedigen door goede voorlichting van alle betrokken partijen te vergemakkelijken;
  • 4. 
    bij de keuze van de te stimuleren participatievormen rekening te houden met de in de andere Lid-Staten opgedane ervaring;
  • 5. 
    ervoor te zorgen dat de betrokken partijen, in het kader van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen alsook van de eventuele praktijk in de Lid-Staten, kunnen beschikken over een ruime scala van vormen of voorwaarden, terwijl over de toepassing daarvan, wanneer dat opportuun is, overleg plaatsvindt tussen werkgevers en werknemers of hun vertegenwoordigers;
  • 6. 
    ervoor te zorgen dat deze keuze gemaakt kan worden op een niveau dat, met inachtneming van de nationale wetgevingen en/of praktijken op het gebied van collectieve onderhandelingen, zo dicht mogelijk bij de werknemers en de onderneming ligt;
  • 7. 
    inachtneming van de kernpunten in de bijlage in overweging te nemen en/of aan te moedigen, wanneer nieuwe vormen van financiële participatie worden uitgewerkt of bestaande vormen worden herzien;
  • 8. 
    drie jaar na de aanneming van deze aanbeveling de beschikbare nationale gegevens inzake de ontwikkeling van de financiële participatie van werknemers te onderzoeken en de resultaten aan de Commissie mee te delen;
  • 9. 
    de sociale partners van bovengenoemde punten bewust te maken,

III. NEEMT AKTE VAN HET VOORNEMEN VAN DE COMMISSIE OM:

binnen vier jaar na de aanneming van deze aanbeveling op basis van de door de Lid-Staten verstrekte informatie een verslag over de toepassing ervan aan het Europese Parlement, de Raad en het Economisch en Sociaal Comité voor te leggen.

Gedaan te Brussel, 27 juli 1992.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • N. 
    LAMONT
  • (1) 
    PB nr. C 245 van 20. 9. 1991, blz. 12, en PB nr. C 140 van 3. 6. 1992, blz. 5.(2) PB nr. C 125 van 18. 5. 1992, blz. 241.(3) PB nr. C 18 van 21. 4. 1992, blz. 40.

BIJLAGE

IN DEEL II, PUNT 7, BEDOELDE KERNPUNTEN 1. Regelmaat: regelmatig worden er participatievormen toegepast en ten minste eenmaal per jaar wordt een of andere "bonus" toegekend.

  • 2. 
    Vooraf vastgelegde vorm: de wijze van berekening van de uitkeringen aan werknemers wordt vóór het begin van iedere referentieperiode ondubbelzinnig vastgesteld.
  • 3. 
    Handhaving van loononderhandelingen: het bestaan van vormen van financiële participatie mag geen beletsel vormen voor het voeren van normale onderhandelingen over lonen en arbeidsvoorwaarden, noch voor het vaststellen van lonen en andere arbeidsvoorwaarden in deze onderhandelingen.

Afspraken over nieuwe bepalingen op het gebied van financiële werknemersparticipatie kunnen deel uitmaken van de normale onderhandelingen over vaste lonen en arbeidsvoorwaarden, zonder daarvoor in de plaats te komen.

  • 4. 
    Vrijwillige participatie: de mogelijkheid, zowel voor ondernemingen als voor werknemers, om binnen het in de Lid-Staten bestaande wettelijke, bestuursrechtelijke of contractuele kader te kiezen voor de toetreding tot een participatievorm of voor de vorm van of de voorwaarden voor financiële participatie waaraan zij wensen deel te nemen.
  • 5. 
    Berekening van de werknemersuitkeringen: bonussen moeten in de regel niet vooraf worden vastgesteld, maar worden bepaald aan de hand van een vooraf bepaalde formule waarin de prestatie van de onderneming over een bepaalde periode (uitgedrukt in termen van winst of een andere ondernemingsindicator) wordt weerspiegeld, met dien verstande dat de indicator van de ondernemingsprestatie ondubbelzinnig gespecificeerd moet zijn.
  • 6. 
    Bedragen: de wijze waarop de bonussen worden berekend, moet de gewenste stimulerende werking hebben, zonder dat echter een bepaald plafond (in bedragen of percentages) wordt overschreden, ten einde al te aanzienlijke fluctuaties in het totale inkomen te voorkomen.
  • 7. 
    Risico's: de werknemers moeten worden gewaarschuwd voor de risico's die inherent zijn aan de vormen van financiële participatie; naast de aan de participatievormen verbonden risico's van inkomensfluctuaties, kunnen de werknemers extra risico's lopen wanneer hun participatie de vorm aanneemt van weinig gediversifieerde investeringen; in dat verband zou onderzoek moeten worden verricht naar mogelijke mechanismen om zich tegen het risico van waardeverlies van de activa te beschermen.
  • 8. 
    Begunstigden: begunstigden zijn in de eerste plaats de werknemers, d.w.z. onder een arbeidsovereenkomst vallende loontrekkenden; toegang tot de vormen van winstparticipatie moet zoveel mogelijk openstaan voor alle werknemers van de onderneming.

Meer in het algemeen moeten werknemers in een zelfde objectieve situatie gelijke rechten hebben wat betreft de toegang tot participatievormen.

  • 9. 
    Soort onderneming: participatiestelsels kunnen zowel door particuliere als door overheidsondernemingen worden opgezet, zolang betrouwbare indicatoren van de resultaten of de winst van de onderneming beschikbaar zijn of vastgesteld kunnen worden.
  • 10. 
    Omvang van de onderneming:
  • a) 
    kleine en middelgrote ondernemingen moeten voldoende mogelijkheden hebben om vormen van financiële participatie toe te passen; vooral is belangrijk dat de administratieve verplichtingen redelijk en de minimale financiële eisen, zo al noodzakelijk, niet te groot zijn;
  • b) 
    bij grotere ondernemingen, vooral multinationals, kan het nuttig zijn de gehele of een gedeelte van de werknemersuitkering te relateren aan de prestatie van afzonderlijke winsteenheden in plaats van aan de totale ondernemingsresultaten;
  • c) 
    de omvang van de onderneming kan mede bepalend zijn voor de keuze van de meest geschikte formule.
  • 11. 
    Gecompliceerdheid: ingewikkelde participatievormen moeten worden vermeden.
  • 12. 
    Informatie en opleiding: voor het welslagen van de verschillende participatievormen moeten aanzienlijke inspanningen worden geleverd om alle betrokken werknemers goed te informeren en, waar nodig, op te leiden.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.