Uitvoeringsbesluit 2009/1013 - 22 december 2009 Machtiging van Oostenrijk een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 168 van de btw-richtlijn

1.

Wettekst

29.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 348/21

 

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

van 22 december 2009

waarbij de Republiek Oostenrijk wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

(2009/1013/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Richtlijn 2006/112/EG (1), en met name op artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 2 juni 2009, heeft de Republiek Oostenrijk verzocht om een maatregel te mogen blijven toepassen die afwijkt van de bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het recht op aftrek, waarvoor het land bij Beschikking 2004/866/EG (2) in het kader van de toen geldende Zesde Richtlijn 77/388/EEG van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (3) machtiging had verkregen.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 10 september 2009 van het verzoek van Oostenrijk in kennis gesteld. Bij brief van 21 september 2009 heeft de Commissie Oostenrijk meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

 

(3)

Teneinde de belastingheffing te vereenvoudigen, strekt de derogatiemaatregel ertoe de btw op goederen en diensten volledig van het recht op aftrek uit te sluiten wanneer die goederen en diensten voor meer dan 90 % voor de privédoeleinden van de belastingplichtige of diens werknemers, dan wel in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden worden gebruikt.

 

(4)

Deze maatregel wijkt af van artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG waarin het algemene beginsel van het recht op aftrek is vastgesteld, en strekt ertoe de heffing van de btw te vereenvoudigen. Hij heeft geen noemenswaardig effect op de in het stadium van het eindverbruik verschuldigde belasting.

 

(5)

De juridische en feitelijke omstandigheden die de rechtvaardiging vormden voor de huidige toepassing van deze vereenvoudigingsmaatregel, zijn ongewijzigd en nog steeds relevant. Oostenrijk moet derhalve worden gemachtigd de vereenvoudigingsmaatregel toe te passen gedurende een nieuwe periode, die evenwel in de tijd wordt beperkt, zodat de maatregel kan worden geëvalueerd.

 

(6)

De derogatiemaatregel heeft geen negatieve gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT AANGENOMEN:

Artikel 1

In afwijking van artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EEG wordt Oostenrijk gemachtigd de btw op goederen en diensten van het recht op aftrek uit te sluiten, wanneer deze goederen en diensten voor meer dan 90 % voor de privédoeleinden van een belastingplichtige of diens werknemers of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden worden gebruikt.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2012.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Republiek Oostenrijk.

Gedaan te Brussel, 22 december 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    CARLGREN
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.