Besluit 2010/674 - Ondertekening en voorlopige toepassing van een Overeenkomst tussen de EU, IJsland, Liechtenstein en Noorwegen betreffende een financieel mechanisme van de EER voor de periode 2009-2014, een Overeenkomst met Noorwegen betreffende een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2009-2014, een Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst met IJsland betreffende bepaalde vis en visserijproducten voor de periode 2009-2014 en een Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst met Noorwegen tot vaststelling van bijzondere bepalingen betreffende de invoer in de EU van bepaalde vis en visserijproducten voor de periode 2009-2014

1.

Wettekst

9.11.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 291/1

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 26 juli 2010

inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van een Overeenkomst tussen de Europese Unie, IJsland, Liechtenstein en Noorwegen betreffende een financieel mechanisme van de EER voor de periode 2009-2014, een Overeenkomst tussen de Europese Unie en Noorwegen betreffende een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2009-2014, een Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en IJsland betreffende bepaalde vis en visserijproducten voor de periode 2009-2014 en een Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en Noorwegen tot vaststelling van bijzondere bepalingen betreffende de invoer in de Europese Unie van bepaalde vis en visserijproducten voor de periode 2009-2014

(2010/674/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De volgende financiële mechanismen en samenwerkingsprogramma’s zijn op 30 april 2009 verstreken:

 

het financieel mechanisme van de EER voor de periode 2004-2009, ingesteld bij Protocol nr. 38 bis bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („EER-overeenkomst”) (1), zoals aangevuld door een addendum bij de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de EER-overeenkomst in 2007 (2);

 

het financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2004-2009, ingesteld in de Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Gemeenschap inzake een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2004-2009 (3);

 

het samenwerkingsprogramma vermeld in de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een samenwerkingsprogramma voor economische groei en duurzame ontwikkeling in Bulgarije (4), en

 

het samenwerkingsprogramma vermeld in de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een samenwerkingsprogramma voor economische groei en duurzame ontwikkeling in Roemenië (5).

 

(2)

Het blijft noodzakelijk de economische en sociale verschillen binnen de Europese Economische Ruimte te verminderen. Derhalve dienen een nieuw mechanisme voor de financiële bijdragen van de EER/EVA-staten en een nieuw financieel mechanisme van Noorwegen te worden ingesteld.

 

(3)

De Commissie heeft met dit doel namens de Unie onderhandelingen gevoerd over een overeenkomst met IJsland, Liechtenstein en Noorwegen betreffende een nieuw financieel mechanisme van de EER voor de periode 2009-2014 alsmede over een bijlage bij die overeenkomst. De bijlage zal de vorm van een protocol aannemen, dat Protocol nr. 38 ter bij de EER-overeenkomst genoemd zal worden. De Commissie heeft met hetzelfde doel namens de Unie tevens onderhandelingen gevoerd over een overeenkomst met Noorwegen betreffende een nieuw financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2009-2014.

 

(4)

Onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip dienen deze overeenkomsten te worden ondertekend.

 

(5)

De bijzondere bepalingen inzake de invoer in de Unie van bepaalde vis en visserijproducten van oorsprong uit IJsland en Noorwegen, die zijn opgenomen in de volgende protocollen, zijn op 30 april 2009 verstreken en dienen overeenkomstig artikel 2 van die protocollen opnieuw te worden bekeken:

 

Aanvullend Protocol bij de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland naar aanleiding van de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie (6);

 

Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen naar aanleiding van de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie (7);

 

Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en IJsland naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie (8);

 

Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie (9).

 

(6)

De Commissie heeft daartoe namens de Unie onderhandelingen gevoerd over nieuwe aanvullende protocollen bij de vrijhandelsovereenkomsten met IJsland respectievelijk Noorwegen, tot vaststelling van bijzondere bepalingen inzake de invoer in de Unie van bepaalde vis en visserijproducten van oorsprong uit IJsland en Noorwegen voor de periode 2009-2014.

 

(7)

Onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip dienen deze aanvullende protocollen te worden ondertekend.

 

(8)

De vervanging van de bestaande financiële mechanismen door nieuwe mechanismen, die betrekking hebben op andere tijdsperiodes en andere bedragen van de fondsen en die andere uitvoeringsbepalingen hebben, vormt samen met de hernieuwing en verlenging van de concessies ten aanzien van bepaalde vis en visproducten een belangrijke ontwikkeling van de associatie met de EER/EVA-staten, wat rechtvaardigt dat gebruik wordt gemaakt van artikel 217 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

 

(9)

In afwachting van de voltooiing van de procedures die voor de sluiting ervan vereist zijn, worden de in overweging 4 bedoelde overeenkomsten en de in overweging 7 bedoelde protocollen op voorlopige basis toegepast,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ondertekening van de volgende overeenkomsten en protocollen wordt namens de Europese Unie goedgekeurd, onder voorbehoud van de sluiting ervan:

 

de Overeenkomst tussen de Europese Unie, IJsland, het Vorstendom Liechtenstein en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een financieel mechanisme van de EER voor de periode 2009-2014 en de bijlage daarbij;

 

de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2009-2014;

 

het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland en de bijlage daarbij;

 

het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen en de bijlage daarbij.

De tekst van de overeenkomsten en aanvullende protocollen en de bijlagen daarbij zijn aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon of de personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn deze overeenkomsten en protocollen namens de Unie te ondertekenen, onder voorbehoud van de sluiting ervan.

Artikel 3

In afwachting van de voltooiing van de procedures voor de sluiting ervan, zijn de in artikel 1 bedoelde overeenkomsten en protocollen voorlopig van toepassing vanaf de volgende data:

 

de Overeenkomst tussen de Europese Unie, IJsland, het Vorstendom Liechtenstein en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een financieel mechanisme van de EER voor de periode 2009-2014 en de bijlage daarbij, te beginnen op de eerste dag van de eerste maand die volgt op de neerlegging van de laatste desbetreffende kennisgeving;

 

de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2009-2014, te beginnen op de eerste dag van de eerste maand die volgt op de neerlegging van de laatste desbetreffende kennisgeving;

 

het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland en de bijlage daarbij, te beginnen op de eerste dag van de derde maand die volgt op de neerlegging van de laatste desbetreffende kennisgeving;

 

het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen en de bijlage daarbij, te beginnen op de eerste dag van de derde maand die volgt op de neerlegging van de laatste desbetreffende kennisgeving.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 26 juli 2010.

Voor de Raad

De voorzitter

  • S. 
    VANACKERE
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.