Besluit 2011/153 - Standpunt EU inzake een wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

1.

Wettekst

10.3.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/17

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 28 februari 2011

over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

(2011/153/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, en artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bijlage XX bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”) bevat specifieke bepalingen en regelingen inzake milieu.

 

(2)

Het is wenselijk om Richtlijn 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (2) op te nemen in de EER-overeenkomst.

 

(3)

Bijlage XX bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Enig artikel

Het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot de voorgenomen wijziging van bijlage XX bij de EER-overeenkomst is in de bijlage bij dit besluit opgenomen.

Gedaan te Brussel, 28 februari 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

FELLEGI T.

 

 

BIJLAGE

Ontwerp

BESLUIT Nr. …/2011 VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

van

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de EER-overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bijlage XX bij de EER-overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 146/2007 van het Gemengd Comité van de EER van 26 oktober 2007 (1) waarin onder andere Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap werd opgenomen (2).

 

(2)

Richtlijn 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(3)

Bij de besluitvorming in verband met de uitvoering van de richtlijn zal nauw worden samengewerkt met de Commissie, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de EVA-staten.

 

(4)

De overeenkomstsluitende partijen hebben een gemeenschappelijke verklaring opgesteld, waarin zij onder andere benadrukken dat zij zullen streven naar snelle goedkeuring en inwerkingtreding van de besluiten van het Gemengd Comité van de EER die nodig zijn voor de uitbreiding naar de EVA-staten van de relevante uitvoeringsbesluiten die door de Commissie zullen worden vastgesteld en met name de besluiten op grond van de artikelen 3 sexies, lid 3, en 3 septies, lid 5, van Richtlijn 2003/87/EG gewijzigd bij Richtlijn 2008/101/EG,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt punt 21 als volgt gewijzigd:

 

1)

Het volgende streepje wordt toegevoegd:

 

„—

32008 L 0101: Richtlijn 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 (PB L 8 van 13.1.2009, blz. 3).”.

 

2)

Na aanpassing b) wordt het volgende ingevoegd:

 

„b bis)

Op het moment dat deze richtlijn in de EER-overeenkomst wordt opgenomen, vinden er op het grondgebied van Liechtenstein geen luchtvaartactiviteiten plaats zoals gedefinieerd in de richtlijn. Liechtenstein zal voldoen aan de richtlijn zodra er op zijn grondgebied dergelijke luchtvaartactiviteiten plaatsvinden.”;

 

b ter)

aan artikel 3 quater, lid 4, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Volgens de procedures van de EER-overeenkomst en op basis van de door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in samenwerking met Eurocontrol verstrekte cijfers stelt het Gemengd Comité van de EER de historische luchtvaartemissies voor de hele EER vast door de cijfers over de vluchten binnen en tussen EVA-staten en de vluchten tussen EVA-staten en derde landen op te tellen bij de cijfers van het besluit van de Commissie, op het moment dat dit besluit wordt opgenomen in de EER-overeenkomst.”;

 

b quater)

in artikel 3 quinquies, lid 4, wordt de tweede alinea geschrapt;

 

b quinquies)

aan artikel 3 sexies, lid 2, en aan artikel 3 septies, lid 4, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Op dezelfde datum dienen de EVA-staten de ontvangen aanvragen in bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, die deze onmiddellijk doorstuurt aan de Commissie.”;

 

b sexies)

aan artikel 3 sexies, lid 3, worden de volgende alinea’s toegevoegd:

„Volgens de procedures van de EER-overeenkomst en op basis van de door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in samenwerking met Eurocontrol verstrekte cijfers stelt het Gemengd Comité van de EER voor de hele EER het totale aantal emissierechten, het aantal te veilen emissierechten, het aantal emissierechten voor de bijzondere reserve en het aantal kosteloze emissierechten vast door de cijfers over de vluchten binnen en tussen EVA-staten en de vluchten tussen EVA-staten en derde landen op te tellen bij de cijfers van het besluit van de Commissie, op het moment dat dit besluit wordt opgenomen in de EER-overeenkomst.

De Commissie stelt de benchmark voor de hele EER vast. Bij de besluitvorming werkt de Commissie nauw samen met de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA. De EVA-staten berekenen en publiceren de emissierechten overeenkomstig artikel 3 sexies, lid 4, nadat het besluit van de Commissie in de EER-overeenkomst is opgenomen.”;

 

b septies)

aan artikel 3 septies, lid 5, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De Commissie stelt de benchmark voor de hele EER vast. Bij de besluitvorming werkt de Commissie nauw samen met de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA. De EVA-staten berekenen en publiceren de emissierechten overeenkomstig artikel 3 septies, lid 7, nadat het besluit van de Commissie in de EER-overeenkomst is opgenomen.”.

 

3)

Na aanpassing i) wordt het volgende ingevoegd:

 

„i bis)

in artikel 16 wordt na lid 12 het volgende lid ingevoegd:

  • 13. 
    De EVA-staten dienen de aanvragen als bedoeld in artikel 16, leden 5 en 10, in bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, die deze onmiddellijk doorstuurt aan de Commissie.
 

i ter)

aan artikel 18 bis, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

In de loop van 2011 moeten de vliegtuigexploitanten opnieuw worden toegewezen aan een EVA-staat, wanneer de exploitant aan zijn verplichtingen voor 2010 heeft voldaan. De aanvankelijk administrerende lidstaat kan besluiten een ander tijdschema te hanteren voor de toewijzing van vliegtuigexploitanten die aanvankelijk op basis van de criteria onder b) aan een lidstaat waren toegewezen, wanneer de exploitant binnen zes maanden na de goedkeuring van de lijst van exploitanten voor de hele EER als bedoeld in artikel 18 bis, lid 3, onder b), daartoe een verzoek indient. In dat geval vindt de nieuwe toewijzing uiterlijk in 2020 plaats voor de handelsperiode die in 2021 begint.

 

i quater)

in artikel 18 bis, lid 3, onder b), worden na „vliegtuigexploitanten” de woorden „voor de hele EER” ingevoegd;

 

i quinquies)

aan artikel 18 ter wordt de volgende alinea toegevoegd:

Voor de uitvoering van hun verplichtingen krachtens de richtlijn kunnen de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA Eurocontrol of een andere bevoegde organisatie om bijstand verzoeken en daartoe met deze organisaties de nodige overeenkomsten sluiten.”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2008/101/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van de laatste kennisgeving aan het Gemengd Comité van de EER, zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (4).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-deel van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te …, … .

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen

van het Gemengd Comité van de EER

Gemeenschappelijke verklaring van de overeenkomstsluitende partijen bij Besluit nr. … waarbij Richtlijn 2008/101/EG in de EER-overeenkomst wordt opgenomen

„Richtlijn 2008/101/EG bepaalt dat de opbrengsten van de veiling van emissierechten moeten worden gebruikt om de klimaatverandering aan te pakken. De toepassing van deze bepaling door de EVA-staten doet geen afbreuk aan het toepassingsgebied van de EER-overeenkomst.

Wat betreft de benchmarks zoals bedoeld in artikel 3 sexies, lid 3, en artikel 3 septies, lid 5, van Richtlijn 2003/87/EG, gewijzigd bij Richtlijn 2008/101/EG, streven de overeenkomstsluitende partijen naar snelle goedkeuring en inwerkingtreding van het besluit van het Gemengd Comité van de EER waarbij een besluit van de Commissie wordt opgenomen. Om de homogeniteit van de EER en het gemeenschappelijke systeem voor de handel in emissierechten te waarborgen, wordt een gemeenschappelijk parallel proces tussen de overeenkomstsluitende partijen gevolgd voor de besluiten van de Commissie die in de EER-overeenkomst worden opgenomen, eventueel via een schriftelijke procedure.

Met het oog op de transparantie van het systeem voor de handel in emissierechten voor alle betrokken vliegtuigexploitanten voorziet de Commissie in bijzondere clausules in haar besluiten tot uitvoering van Richtlijn 2008/101/EG, waarin wordt verwezen naar de uitbreiding van de besluiten tot de EER-EVA-staten bij besluit van het Gemengd Comité van de EER.”

 

  • (4) 
    [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.].
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.