Verordening 2011/779 - Toewijzing van de vangstmogelijkheden in het kader van het protocol bij de visserijovereenkomst met Marokko tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie

1.

Wettekst

5.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 202/31

 

VERORDENING (EU) Nr. 779/2011 VAN DE RAAD

van 12 juli 2011

betreffende de toewijzing van de vangstmogelijkheden in het kader van het Protocol tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 22 mei 2006 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 764/2006 betreffende de sluiting van een Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (1) (hierna „partnerschapsovereenkomst” genoemd) vastgesteld.

 

(2)

Aangezien het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst, op 27 februari 2011 verstreken is, is op 25 februari 2011 een nieuw Protocol tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst (2) (hierna „protocol” genoemd), geparafeerd. Krachtens dit protocol worden aan EU-vaartuigen vangstmogelijkheden toegewezen in de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van Marokko vallen.

 

(3)

Op 12 juli 2011 heeft de Raad Besluit 2011/491/EU (3) betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van het protocol vastgesteld.

 

(4)

Bepaald moet worden hoe de vangstmogelijkheden voor de looptijd van het protocol over de lidstaten moeten worden verdeeld.

 

(5)

Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren (4) brengt de Commissie de betrokken lidstaten op de hoogte wanneer blijkt dat de krachtens het protocol aan de EU toegewezen vangstmogelijkheden niet volledig worden benut. Als niet wordt geantwoord binnen een door de Raad vast te stellen termijn, wordt dit beschouwd als een bevestiging dat de vaartuigen van de betrokken lidstaat hun vangstmogelijkheden in de gegeven periode niet volledig benutten. Deze termijn dient te worden vastgesteld.

 

(6)

Aangezien het vorige protocol op 27 februari 2011 is verstreken, en aangezien het protocol sinds 28 februari 2011 voorlopig wordt toegepast, dient de onderhavige verordening met ingang van 28 februari 2011 van toepassing te zijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De vangstmogelijkheden die krachtens het Protocol tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (hierna „protocol” genoemd) zijn vastgesteld, worden als volgt over de lidstaten verdeeld:
 

Visserijtak

Vaartuigtype

Lidstaat

Machtigingen of quota

Kleinschalige pelagische visserij in het noorden

Zegenvisserijvaartuigen

Spanje

20

Kleinschalige visserij in het noorden

Vaartuigen voor de visserij met de grondbeug, < 40 GT

Spanje

20

Portugal

7

Vaartuigen voor de visserij met de grondbeug, > 40 GT < 150 GT

Portugal

3

Kleinschalige visserij in het zuiden

 

Spanje

20

Demersale visserij

Vaartuigen voor de visserij met de grondbeug

Spanje

7

Portugal

4

Trawlers

Spanje

10

Italië

1

Tonijnvisserij

Vaartuigen voor de visserij met de hengel

Spanje

23

Frankrijk

4

Industriële pelagische visserij

 

Duitsland

4 850 t

Litouwen

15 520 t

Letland

8 730 t

Nederland

19 400 t

Ierland

2 500 t

Polen

2 500 t

Verenigd Koninkrijk

2 500 t

Spanje

400 t

Portugal

1 333 t

Frankrijk

2 267 t

  • 2. 
    Verordening (EG) nr. 1006/2008 is van toepassing onverminderd de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko.
  • 3. 
    Als met de in lid 1 bedoelde aangevraagde vismachtigingen van de daar vermelde lidstaten niet alle krachtens het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, neemt de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1006/2008 vismachtigingsaanvragen van andere lidstaten in overweging.

De in artikel 10, lid 1, van die verordening bedoelde termijn is tien werkdagen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 28 februari 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 juli 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    VINCENT-ROSTOWSKI
 

  • (2) 
    Zie bladzijde 3 van dit Publicatieblad.
  • (3) 
    Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.