Uitvoeringsbesluit 2011/630 - Invoer van rundersperma in de Unie

1.

Wettekst

24.9.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 247/32

 

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 20 september 2011

betreffende de invoer van rundersperma in de Unie

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 6426)

(Voor de EER relevante tekst)

(2011/630/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 88/407/EEG van de Raad van 14 juni 1988 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in sperma van runderen en de invoer daarvan (1), en met name artikel 8, lid 1, artikel 10, lid 2, eerste alinea, en artikel 11, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij Richtlijn 88/407/EEG zijn de veterinairrechtelijke voorschriften vastgesteld die van toepassing zijn op de invoer van rundersperma uit derde landen in de Unie. Volgens die richtlijn mag alleen sperma dat afkomstig is uit een derde land dat voorkomt op een overeenkomstig die richtlijn vastgestelde lijst van derde landen, en dat vergezeld gaat van een diergezondheidscertificaat volgens een in die richtlijn voorgeschreven model, in de Unie worden ingevoerd. Het diergezondheidscertificaat dient om te certificeren dat het sperma afkomstig is van spermacentra en spermaopslagcentra die de in artikel 9, lid 1, van die richtlijn vermelde waarborgen bieden.

 

(2)

In bijlage I bij Beschikking 2004/639/EG van de Commissie van 6 september 2004 tot vaststelling van de voorwaarden voor de invoer van rundersperma (2) is de lijst vastgesteld van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van rundersperma moeten toestaan.

 

(3)

Krachtens artikel 8, lid 2, van Richtlijn 88/407/EEG mag een lidstaat de invoer van rundersperma alleen toestaan uit derde landen die voorkomen op een overeenkomstig die richtlijn vast te stellen lijst. Bij de beoordeling of een derde land op een dergelijke lijst mag worden geplaatst, moet rekening worden gehouden met diverse voorwaarden, zoals met name de gezondheidsstatus van de veestapel.

 

(4)

Bij Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (3) is Beschikking 79/542/EEG van de Raad van 21 december 1976 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen van derde landen, alsmede tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van levende dieren en vers vlees daarvan (4) ingetrokken en vervangen. In bijlage I bij Verordening (EU) nr. 206/2010 is een lijst vastgesteld van derde landen waaruit hoefdieren in de Unie mogen worden binnengebracht. De in die verordening vastgestelde voorwaarden voor het binnenbrengen van hoefdieren zijn vergelijkbaar met de in Richtlijn 88/407/EEG vastgestelde voorwaarden voor de invoer van rundersperma.

 

(5)

Er is geen wetenschappelijk bewijs dat met betrekking tot belangrijke exotische besmettelijke ziekten de risico’s die voortvloeien uit de gezondheidsstatus van de donorstier kunnen worden verminderd door behandeling van het sperma. Daarom moet de lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van sperma moeten toestaan, worden gebaseerd op de diergezondheidsstatus van de derde landen waaruit de invoer van levende als huisdier gehouden runderen is toegestaan. In de lijst in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 206/2010 zijn Chili, IJsland en Saint-Pierre en Miquelon opgenomen. Bijgevolg moeten die derde landen ook worden opgenomen in de lijst in bijlage I bij Beschikking 2004/639/EG.

 

(6)

Het model van diergezondheidscertificaat in bijlage II, deel 1, bij Beschikking 2004/639/EG bevat de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van rundersperma in de Unie. Momenteel zijn de voorschriften inzake enzoötische boviene leukose en epizoötische hemorragische ziekte in dat certificaat niet helemaal consistent met die in respectievelijk bijlage B, hoofdstuk I, punt 1, onder c), bij Richtlijn 88/407/EEG en het Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals (handboek inzake normen voor diagnostische tests en vaccins voor landdieren) van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE). Dat model van diergezondheidscertificaat moet dan ook worden gewijzigd teneinde rekening te houden met die bepaling in die richtlijn en met dat handboek.

 

(7)

Het model van diergezondheidscertificaat in bijlage II, deel 3, bij Beschikking 2004/639/EG is van toepassing op de invoer en doorvoer van rundersperma dat wordt verzonden uit een spermaopslagcentrum of een spermacentrum en dat hetzij is gewonnen en behandeld overeenkomstig Richtlijn 88/407/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2003/43/EG van de Raad (5), hetzij vóór 31 december 2004 is gewonnen, behandeld en opgeslagen overeenkomstig de tot 1 juli 2003 geldende bepalingen van Richtlijn 88/407/EEG, en na 31 december 2004 is ingevoerd overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Richtlijn 2003/43/EG.

 

(8)

Om de volledige traceerbaarheid van het sperma te garanderen, moeten aan het model van diergezondheidscertificaat in bijlage II, deel 3, bij Beschikking 2004/639/EG aanvullende certificeringsvoorschriften worden toegevoegd en mag dat model alleen worden gebruikt voor de handel in rundersperma dat is gewonnen in de spermacentra en wordt verzonden uit een spermaopslagcentrum, dat al dan niet behoort tot een onder een ander erkenningsnummer erkend spermacentrum. Bijgevolg moet het model van diergezondheidscertificaat in bijlage II, deel 3, bij Beschikking 2004/639/EG door dit besluit dienovereenkomstig worden aangepast.

 

(9)

Het is ook nodig bij dit besluit de data aan te passen in de titels van de modellen van gezondheidscertificaten in bijlage II, deel 2 en deel 3, bij Beschikking 2004/639/EG met betrekking tot de voorraden rundersperma dat vóór 31 december 2004 is gewonnen, behandeld en opgeslagen teneinde recht te doen aan het bepaalde in artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2003/43/EG.

 

(10)

Tussen de Unie en bepaalde derde landen zijn bilaterale overeenkomsten gesloten waarin specifieke voorwaarden voor de invoer van rundersperma in de Unie zijn opgenomen. Wanneer in de bilaterale overeenkomsten specifieke voorwaarden en modellen van diergezondheidscertificaten voor invoer zijn opgenomen, moeten die voorwaarden en modellen gelden in plaats van de in dit besluit vastgestelde voorwaarden en modellen.

 

(11)

Op grond van Richtlijn 88/407/EEG is Canada erkend als derde land met een diergezondheidsstatus die, voor de invoer van rundersperma in de Unie, gelijkwaardig is aan die van de lidstaten.

 

(12)

Daarom is het passend dat rundersperma dat in Canada is gewonnen en uit dat derde land in de Unie wordt ingevoerd, vergezeld gaat van een vereenvoudigd certificaat dat is opgesteld overeenkomstig het model in Beschikking 2005/290/EG van de Commissie van 4 april 2005 betreffende vereenvoudigde certificaten voor de invoer van rundersperma en vers varkensvlees uit Canada en tot wijziging van Beschikking 2004/639/EG (6), dat is vastgesteld overeenkomstig de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Canada inzake sanitaire maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid en de diergezondheid voor de handel in levende dieren en dierlijke producten (7), zoals goedgekeurd bij Besluit 1999/201/EG van de Raad (8).

 

(13)

Zwitserland is een derde land met een diergezondheidsstatus die gelijkwaardig is aan die van de lidstaten. Daarom is het passend dat rundersperma dat uit Zwitserland in de Unie wordt ingevoerd, vergezeld gaat van een diergezondheidscertificaat dat is opgesteld overeenkomstig de in bijlage D bij Richtlijn 88/407/EEG vastgestelde modellen die worden gebruikt voor de handel in rundersperma binnen de Unie, met de aanpassingen beschreven in bijlage 11, aanhangsel 2, hoofdstuk VII, onder B), punt 4, bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten, zoals goedgekeurd bij Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de overeenkomst inzake Wetenschappelijke en Technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat (9).

 

(14)

Voor de duidelijkheid en de samenhang van de wetgeving van de Unie moet Beschikking 2004/639/EG worden ingetrokken en door dit besluit worden vervangen.

 

(15)

Om te vermijden dat het handelsverkeer wordt onderbroken, moet het gebruik van overeenkomstig Beschikking 2004/639/EG afgegeven diergezondheidscertificaten gedurende een overgangsperiode onder bepaalde voorwaarden worden toegestaan.

 

(16)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Bij dit besluit wordt een lijst vastgesteld van derde landen of delen daarvan waaruit de lidstaten de invoer van rundersperma in de Unie moeten toestaan.

Dit besluit bevat ook certificeringsvoorschriften voor de invoer van sperma in de Unie.

Artikel 2

Invoer van sperma

  • 1. 
    De lidstaten staan de invoer van sperma toe mits het aan de volgende voorwaarden voldoet:
 

a)

het is afkomstig uit een in bijlage I opgenomen derde land of deel daarvan;

 

b)

het is afkomstig van een spermacentrum of spermaopslagcentrum dat overeenkomstig artikel 9, lid 2, van Richtlijn 88/407/EEG in een lijst is opgenomen;

 

c)

het gaat vergezeld van een diergezondheidscertificaat dat is opgesteld volgens de modellen van diergezondheidscertificaten in bijlage II, deel 1, en dat overeenkomstig de toelichting in deel 2 van die bijlage is ingevuld, en wel:

 

i)

model 1, zoals opgenomen in afdeling A, voor sperma dat is gewonnen, behandeld en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 88/407/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2003/43/EG, en dat wordt verzonden uit het spermacentrum waar het sperma is gewonnen;

 

ii)

model 2, zoals opgenomen in afdeling B, voor voorraden sperma dat vóór 31 december 2004 is gewonnen, behandeld en opgeslagen overeenkomstig de tot 1 juli 2004 geldende bepalingen van Richtlijn 88/407/EEG, en na 31 december 2004 is ingevoerd overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Richtlijn 2003/43/EG, en dat wordt verzonden uit het spermacentrum waar het sperma is gewonnen;

 

iii)

model 3, zoals opgenomen in afdeling C, voor sperma en voorraden sperma als bedoeld onder i) en ii), die worden verzonden uit een spermaopslagcentrum;

 

d)

het voldoet aan de voorschriften in de onder c) bedoelde diergezondheidscertificaten.

  • 2. 
    Wanneer in bilaterale overeenkomsten tussen de Unie en derde landen specifieke veterinairrechtelijke en certificeringsvoorschriften zijn vastgesteld, gelden die voorschriften in plaats van de voorschriften in lid 1.

Artikel 3

Voorwaarden betreffende het vervoer van sperma naar de Unie

  • 1. 
    Het sperma en de voorraden sperma, als bedoeld in artikel 2, worden niet in dezelfde container vervoerd als andere zendingen sperma die:
 

a)

niet bestemd zijn om in de Unie te worden binnengebracht, of

 

b)

een lagere gezondheidsstatus hebben.

  • 2. 
    Sperma en voorraden sperma worden in gesloten en verzegelde containers naar de Unie vervoerd en het zegel mag tijdens het vervoer niet worden verbroken.

Artikel 4

Intrekking

Beschikking 2004/639/EG wordt ingetrokken.

Artikel 5

Overgangsbepaling

De lidstaten staan gedurende een overgangsperiode die loopt tot en met 30 april 2012 de invoer van sperma en voorraden sperma uit derde landen toe die vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat dat uiterlijk op 31 maart 2012 is afgegeven overeenkomstig de modellen in bijlage II bij Beschikking 2004/639/EG.

Artikel 6

Toepasselijkheid

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 november 2011.

Artikel 7

Adressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 20 september 2011.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie

 

 

BIJLAGE I

Lijst van derde landen of delen daarvan waaruit de lidstaten de invoer van rundersperma moeten toestaan

 

ISO-code

Naam van het derde land

Opmerkingen

Omschrijving van het grondgebied

(indien van toepassing)

Aanvullende garanties

AU

Australië

 

De aanvullende garanties inzake tests in de punten II.5.4.1. en II.5.4.2. van het certificaat in bijlage II, deel 1, afdeling A, zijn verplicht.

CA

Canada (1)

Gebied als omschreven in bijlage I, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010

 

CH

Zwitserland (2)

   

CL

Chili

   

GL

Groenland

   

HR

Kroatië

   

IS

IJsland

   

NZ

Nieuw-Zeeland

   

PM

Saint-Pierre en Miquelon

   

US

Verenigde Staten van Amerika

 

De aanvullende garantie in punt II.5.4.1. van het certificaat in bijlage II, deel 1, afdeling A, is verplicht.

 

  • (1) 
    Het voor invoer uit Canada te gebruiken certificaat is opgenomen in Beschikking 2005/290/EG van de Commissie van 4 april 2005 betreffende vereenvoudigde certificaten voor de invoer van rundersperma en vers varkensvlees uit Canada en tot wijziging van Beschikking 2004/639/EG (alleen voor in Canada gewonnen sperma). Het is vastgesteld overeenkomstig de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Canada inzake sanitaire maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid en de diergezondheid voor de handel in levende dieren en dierlijke producten, zoals goedgekeurd bij Besluit 1999/201/EG van de Raad.
  • (2) 
    De voor invoer uit Zwitserland te gebruiken certificaten zijn opgenomen in bijlage D bij Richtlijn 88/407/EEG, met de aanpassingen beschreven in bijlage 11, aanhangsel 2, hoofdstuk VII, onder B), punt 4, bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten, zoals goedgekeurd bij Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de overeenkomst inzake Wetenschappelijke en Technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat.
 

BIJLAGE II

DEEL 1

Modellen van diergezondheidscertificaten voor de invoer en doorvoer van rundersperma en voorraden rundersperma

AFDELING A

 

Model 1 —

Diergezondheidscertificaat dat van toepassing is op de invoer en doorvoer van rundersperma dat is gewonnen, behandeld en opgeslagen overeenkomstig Richtlijn 88/407/EEG van de Raad, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2003/43/EG, en dat wordt verzonden uit het spermacentrum waar het sperma is gewonnen

Image

Image

AFDELING B

 

Model 2 —

Diergezondheidscertificaat dat met ingang van 1 januari 2005 van toepassing is op de invoer en doorvoer van voorraden rundersperma dat vóór 31 december 2004 is gewonnen, behandeld en opgeslagen overeenkomstig de tot 1 juli 2004 geldende Richtlijn 88/407/EEG van de Raad, en na 31 december 2004 is ingevoerd overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Richtlijn 2003/43/EG, en dat wordt verzonden uit het spermacentrum waar het sperma is gewonnen

Image

Image

Image

Image

AFDELING C

 

Model 3 —

Diergezondheidscertificaat dat van toepassing is op de invoer en doorvoer van rundersperma dat overeenkomstig Richtlijn 88/407/EEG van de Raad, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2003/43/EG, is gewonnen, behandeld en opgeslagen, en van voorraden rundersperma dat vóór 31 december 2004 is gewonnen, behandeld en opgeslagen overeenkomstig de tot 1 juli 2004 geldende Richtlijn 88/407/EEG, en na 31 december 2004 is ingevoerd overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Richtlijn 2003/43/EG, en die worden verzonden uit een spermaopslagcentrum

Image

Image

Image

DEEL 2

Toelichting voor de certificering

 

a)

De diergezondheidscertificaten worden overeenkomstig het model in bijlage II, deel 1, afgegeven door de bevoegde autoriteit van het derde land van uitvoer.

Indien de lidstaat van bestemming aanvullende certificeringseisen stelt, worden in het origineel van het diergezondheidscertificaat ook de verklaringen opgenomen dat aan die eisen is voldaan.

 

b)

Het origineel van het diergezondheidscertificaat bestaat uit één blad of, indien nodig, een formulier waarvan alle bladen één ondeelbaar geheel vormen.

 

c)

Indien in het model van diergezondheidscertificaat staat dat een verklaring in bepaalde gevallen kan worden doorgehaald, houdt dit in dat niet ter zake doende verklaringen mogen worden doorgehaald, met paraaf en stempel van de certificerende ambtenaar, of helemaal uit het certificaat mogen worden weggelaten.

 

d)

Het diergezondheidscertificaat wordt opgesteld in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat waarin de grensinspectiepost van binnenkomst van de zending in de Europese Unie gelegen is, en van de lidstaat van bestemming. Die lidstaten kunnen evenwel toestaan dat het certificaat in de officiële taal van een andere lidstaat wordt opgesteld en zo nodig vergezeld gaat van een officiële vertaling.

 

e)

Indien voor de identificatie van de bestanddelen van de zending (zie vak I.28 van de modellen van diergezondheidscertificaten) extra bladen aan het diergezondheidscertificaat worden gehecht, worden deze bladen beschouwd als deel uitmakend van het originele diergezondheidscertificaat en worden alle bladzijden voorzien van de handtekening en het stempel van de certificerende ambtenaar.

 

f)

Indien het diergezondheidscertificaat, inclusief de onder e) bedoelde aanvullingen, meer dan één bladzijde beslaat, wordt elke bladzijde onderaan genummerd — (bladzijdenummer) van (totaal aantal bladzijden) — en wordt elke bladzijde bovenaan voorzien van het referentienummer van het certificaat dat door de bevoegde autoriteit is toegekend.

 

g)

Het origineel van het diergezondheidscertificaat moet door een officiële dierenarts worden ingevuld en ondertekend op de laatste werkdag vóór het laden van de zending voor uitvoer naar de Europese Unie. De bevoegde autoriteiten van het derde land van uitvoer zien erop toe dat certificeringsvoorschriften worden toegepast die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van Richtlijn 96/93/EG van de Raad (1)

De kleur van de handtekening en het stempel van de officiële dierenarts moet verschillen van die van de gedrukte tekst op het diergezondheidscertificaat. Dat geldt ook voor andere stempels dan reliëfstempels en watermerken.

 

h)

Het origineel van het diergezondheidscertificaat moet de zending tot in de grensinspectiepost van binnenkomst in de Europese Unie vergezellen.

 

i)

Het in de vakken I.2. en II.a. van het model van diergezondheidscertificaat vermelde referentienummer van het certificaat moet worden toegekend door de bevoegde autoriteit van het derde land van uitvoer.

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.