Besluit 2011/886 - Standpunt EU inzake een wijziging van bijlage IV (Energie) bij de EER-overeenkomst

1.

Wettekst

28.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 344/31

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 12 december 2011

betreffende het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage IV (Energie) bij de EER-overeenkomst

(2011/886/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, lid 1, artikel 192, lid 1, en artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bijlage IV bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) („de Overeenkomst”) bevat specifieke bepalingen en regelingen inzake energie.

 

(2)

Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(3)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt (4) wordt bij Richtlijn 2009/28/EG ingetrokken, en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

 

(4)

Met betrekking tot het streefcijfer voor 2020 voor het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen in het bruto-eindverbruik van energie moet voor Noorwegen rekening worden gehouden met het feit dat dit aandeel nu al hoog is in vergelijking met de EU-lidstaten en met de onzekerheden in vraag en aanbod in een op waterkracht gebaseerd energieproductiesysteem in een koud klimaat,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot de voorgestelde wijziging van bijlage IV (Energie) bij de EER-overeenkomst is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 12 december 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

  • S. 
    NOWAK
 

 

ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. …

van …

tot wijziging van bijlage IV (Energie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bijlage IV bij de Overeenkomst werd laatstelijk gewijzigd bij Besluit nr. … van het Gemengd Comité van de EER van … (1).

 

(2)

Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

 

(3)

De in de Overeenkomst opgenomen Richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) wordt bij Richtlijn 2009/28/EG ingetrokken, en moet derhalve uit de Overeenkomst worden geschrapt.

 

(4)

Met betrekking tot het streefcijfer voor 2020 voor het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen in het bruto-eindverbruik van energie moet voor Noorwegen rekening worden gehouden met het feit dat dit aandeel nu al hoog is in vergelijking met de EU-lidstaten en met de onzekerheden in vraag en aanbod in een op waterkracht gebaseerd energieproductiesysteem in een koud klimaat,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage IV bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

De tekst van punt 19 (Richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt met ingang van 1 januari 2012 geschrapt.

 

2)

Na punt 40 (Verordening (EU) nr. 774/2010 van de Commissie) wordt het volgende ingevoegd:

 

„41.

32009 L 0028: Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16).

De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van de Overeenkomst met de volgende aanpassingen gelezen:

 

a)

de richtlijn is niet van toepassing op Liechtenstein;

 

b)

de tweede zin van artikel 3, lid 1, geldt niet voor de EVA-staten;

 

c)

in artikel 4, lid 2, wordt het volgende toegevoegd:

„Binnen zes maanden na de inwerkingtreding van Besluit nr. … van het Gemengd Comité van de EER, waarbij Richtlijn 2009/28/EG in de Overeenkomst wordt opgenomen, delen Noorwegen en IJsland hun nationale actieplannen voor energie uit hernieuwbare bronnen mee aan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.”;

 

d)

in artikel 22, lid 1, wordt het volgende toegevoegd:

„Noorwegen en IJsland dienen uiterlijk op 31 december 2013, en daarna om de twee jaar, bij de Commissie een verslag in over de voortgang die geboekt is bij het bevorderen en het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen. Het vijfde verslag, dat uiterlijk op 31 december 2021 moet worden ingediend, is het laatste verslag dat wordt verlangd.”;

 

e)

in punt A van bijlage I wordt het volgende toegevoegd:

 
 

Aandeel energie uit hernieuwbare bronnen in het bruto-eindverbruik van energie, 2005 (S2005)

Streefcijfer voor het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen in het bruto eindverbruik van energie, 2020 (S2020)

„IJsland

55,0 %

64 %

Noorwegen

58,2 %

67,5 %” ”

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2009/28/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op …, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (4).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, …

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER

 

  • (1) 
    PB L …
  • (4) 
    [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.